Zesgehuchten

Hoog Geldrop, Hulst, Hout, Riel, Gijzenrooi en Genoenhuis vormden samen Zesgehuchten. Met Geldrop was het één parochie, maar bestuurlijk behoorde het tot de heerlijkheid Hees en Leen.
Deze zes gehuchten grensden aan Aalst, Stratum, Tongelre, Nuenen en Geldrop. En was het noordelijke deel van dat wat vroeger de Groote Heide heette die zich vanuit België uitstrekte tot Eindhoven en Geldrop.
Tijdens de Bataafse Republiek werden Heeze, Leende en Zesgehuchten in 1810 aparte gemeentes. In 1921 werd Zesgehuchten bij Geldrop gevoegd. In 1972 werd het meest westelijke deel het gehucht Riel met de wijk Tivoli geannexeerd door Eindhoven.
In het oorspronkelijke Zesgehuchten zijn op diverse plaatsen getuigen van prehistorische bewoning gevonden. Hier waren ruim 10.000 jaar geleden rendierjagers van de zogenaamde Ahrensburgcultuur gevestigd. Zo zijn er twee slagstenen met gravures gevonden. Op één ervan is een rendiergewei afgebeeld, op de ander een dansend meisje, dat destijds wat gekscherend de 'Venus van Mierlo' werd genoemd (zie foto pagina 12). Inmiddels zijn de kenners het er over eens dat het echt een creatieve uiting is van de rendierjagers uit het verre verleden. In het zuiden van Zesgehuchten zijn vondsten gedaan die duiden op kleine nederzettingen uit de nieuwe steentijd (ongeveer 3000 voor Christus). Vondsten uit de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen zijn aangetroffen ter hoogte van Genoenhuis en Hoog Geldrop. In het najaar van 1989 zijn nabij 't Zand archeologische opgravingen uitgevoerd. Deze hadden een opmerkelijk resultaat. Er werden vier nederzettingen aangetroffen uit de laat Romeinse tijd en de middeleeuwen. Het is niet onwaarschijnlijk dat er nog veel meer verborgen ligt onder het opgewaaide zand van Z/O Noord Brabant uit de inheems Romeinse tijd toen het hier Taxandria heette.