Een stukje geschiedenis rond de Openbare Lagere school in Heeze

Heemkronijk jaar:2013, jaargang:52, nummer:2, pag:23 -33

Een stukje geschiedenis rond de Openbare Lagere school in Heeze

door: A.M. Reinders-van Pelt en C.S. Smit

Inleiding

Het onderwijs was oorspronkelijk een kerkelijke aangelegenheid. Onderwijzers waren òf priesters òf door de kerk aangestelde schoolmeesters.

Na de Vrede van Münster in 1648, toen Brabant Staats werd, kwam het onderwijs in protestantse handen. Rooms-katholieke scholen waren voortaan verboden.

In Heeze stond in die tijd bij de kerk aan de Holeweg een schoolmeesterswoning met een schoollokaal, terwijl in de kapel in het dorp les werd gegeven in het koor van de kapel. Deze ruimte werd ook gebruikt voor vergaderingen van het dorpsbestuur.

In het midden van de 18de eeuw werd aan de Kapelstraat – nu BP benzinepomp – een huis gekocht om te gaan dienen als woonhuis, annex schoollokaal. Om dit pand te kunnen verbouwen moest geld geleend worden.

Daarvoor was toestemming van de Staten- Generaal nodig. Deze toestemming werd verleend met de volgende resolutie.

Resolutie van de Staaten Generaal,

waarby aan de Regenten van Heeze wordt gepermitteert, om, zoo tot betaalinge van de kooppenningen, als voor de reparatie en verbeetering van het Schoolmeestershuis, by hen gekocht, zeekere sommen van penningen tot laste van de Gemeente aldaar te moogen negotieeren, onder de conditien daar by vermeld. Den 2e Augusty 1748.[1]

Aan het eind van de 18de eeuw kwam er een einde aan deze rechten van de protestanten en werd de school weer een zaak van het dorpsbestuur. Toen werd de schoolmeester weer door het bestuur van de gemeente aangesteld. Omdat de meerderheid van de bevolking rooms-katholiek was, werd het schoolpersoneel natuurlijk ook weer rooms-katholiek. De school werd hoofdzakelijk bezocht door jongens. Meisjes kregen een opleiding bij de nonnen. De jongensscholen waren openbare scholen.

Onderwijs in de negentiende eeuw

In de negentiende eeuw vonden op onderwijsgebied diverse ontwikkelingen plaats. Belangrijke jaartallen daarbij zijn:

1806 Onderwijswet zorgt voor onderwijs op christelijke basis.

1848 Vrijheid van onderwijs komt in de grondwet.

1857 Onderwijswet.

In de die tijd was het onderwijs nog het domein van de man. Pas kort voor de intrede van de twintigste eeuw deed op de lagere school de onderwijzeres haar intrede; in 1900 bestond een derde van de leerkrachten uit vrouwen.

Een hoofdonderwijzer in Brabant had omstreeks 1870 een jaarsalaris van f  350,- plus vrij wonen en een grote tuin. En om het schoolverzuim tegen te gaan kreeg hij er voor iedere geregelde leerling een stuiver per maand.

Bijzonder is dat protestantse meisjes, in tegenstelling tot de rooms-katholieke, ook naar de openbare school gingen. Op schoolfoto's uit het begin van de twintigste eeuw is dat te zien.

30 maart 1900: de Leerplichtwet

De liberale minister H. Goeman Borgesius (1847-1917) diende een wet in waarmee voor kinderen van 7 tot 13 jaar de leerplicht werd voorgesteld. Er was veel verzet tegen het wetsontwerp, vooral van confessionele zijde. Op de beslissende dag waren 99 van de 100 Kamerleden aanwezig. Alleen F.D. graaf Schimmelpenninck (1854-1924) – verklaard tegenstander van het wetsontwerp – lag in bed; hij was van zijn paard gevallen. De uitslag van de stemming: 50 vóór, 49 tegen. Binnen –de kortste keren circuleerde in het land het volgende versje:

Baron Schimmelpenninck en zijn bliek

Doen beiden aan politiek;

De baron zei: 'Tegen, zonder manco'.

De schimmel zei: 'Wij stemmen blanco'.

Zo werd Borgesius' leerplichtwet door paardenpolitiek gered.[2]

1920: Gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs

Nadat in 1900 de leerplichtwet was aangenomen, verhevigde de strijd om de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Deze eindigde met de ‘Pacificatie’ waarbij een grote ‘uitruil’ plaatsvond. In 1917 kwam het algemeen kiesrecht tot stand en in 1920 volgde de gelijkstelling in het onderwijs.

Bij de invoering van de onderwijswet van 1920 werd het stichten van bijzondere scholen toegestaan. Dit was voor het rooms-katholiek kerkbestuur aanleiding een echte rooms-katholieke school op te richten.

Hiertoe werd in 1926 een verzoek gedaan aan de gemeenteraad van Heeze. In de notulen van de gemeenteraad kunnen we volgen hoe dit verzoek werd behandeld en wat de gevolgen waren.

Een bijzonder school in Heeze?

In de vergadering van 11 augustus 1926 kwam de aanvraag aan bod.

RK kerkbestuur vraagt gelden voor stichting nieuwe school of de bestaande school om te zetten in een bijzondere school.

B. en W. stellen voor hun volle medewerking te verlenen. De raad gaat accoord. Er zal uitgezien worden naar een geschikt terrein. B. en W. krijgt machtiging voorbereidende maatregelen te nemen en zullen de plannen in een volgende vergadering ter behandeling worden voorgelegd.

De voorzitter[3] deelt verder mede nog geene definitieve plannen, betreffende reorganisatie van het onderwijs te kunnen overleggen. Wel bestaat het plan om de bestaande school te verbouwen voor eene bijzonderen school en een nieuwe openbare school te bouwen op Strabrecht, welk terrein door het schooltoezicht is goedgekeurd.

Strijbosch[4] en ook anderen vinden deze plaats te ver afgelegen en zagen de school liever gebouwd meer in de kom. De voorzitter deelt daarop mede, dat er een pand te koop is tegen eenen som van

f  3.500.-, doch de Raad moet weten, of men dit bedrag ervoor over heeft. Buijsen en van Bree[5] meenen, dat dit bedrag niet te hoog is, in verband met het te verbouwen kapitaal. (sic)

De voorzitter vindt het goed, daar dan tevens ter plaatse de weg kan worden verbreed. Hij zal met den architect nagaan of het terrein geschikt is. De Raad kan er intusschen over nadenken en hoopt hij spoedig definitieve  voorstellen te kunnen aanbieden.[6]

Op 16 december 1926 vergaderde de raad verder over het schoolvraagstuk.

Aan de orde komt bepaling der plaatse voor de nieuwe school. De voorzitter zegt dat B. en W. de zaak rijpelijk hebben overwogen, doch de beslissing aan de Raad overlaten en geen voorstel aanbieden . Het bekende pand is te koop voor f -3.500,- waardoor dan tevens eene radicale verbetering van den langst loopende weg kan worden verkregen. Thans valt dus kiezen tusschen het bouwen op een terrein op Strabrecht of het bekende pand van de firma Vullinghs daar aan te kopen.

Strijbosch zegt dat het terrein op Strabrecht niet de ware plaats is en de school in de kom der gemeente thuis hoort, ook in verband met eventueele uitbreiding, terwijl op Strabrecht ook het natuurschoon kan behouden blijven.

De voorzitter meent ook dat in zake onderwijs niet op bezuinigingen moet worden gelet. De zaak is van alle kanten bekeken en nagegaan. Wij moeten rekening houden met eventuele invoering van het 7de leerjaar en uitbreiding. Overigens is het de bedoeling de oude school op de minst kostbare wijze te verbouwen met inachtneming met de minimum eisen door de wet en dat de school in het centrum der gemeente hoort, terwijl dan bovendien gelegenheid bestaat tot verbreding van een weg. Buijsen brengt dank aan B. en W. voor de spoedige uitvoering der door den Raad geopperde gevoelens. Hij zal dan zijn stem geven aan een voorstel tot aankoop van een pand in de kom en wijst er op de geringe meerdere kosten. Het lid van Bree sluit zich hierbij aan. Van de Paal[7] zegt dat wel overwogen mag worden, waar de school te bouwen. Op de eene plaats is de grond kosteloos beschikbaar en elders moet deze worden aangekocht. Er was de vorige vergadering gezegd de voelhorens eens uit te steken. Naar aanleiding daarvan heeft hij meerdere belanghebbende personen gehoord, die zich allen met de plaats op Strabrecht goed kunnen verenigen. Ook meent hij dat de meeste uitbreiding der gemeente in de toekomst aan de zijde van het dorp zal zijn.

De voorzitter meent dat omtrent dit laatste punt geen voorspellingen zijn te doen en brengt in stemming de plaats waar de school zal worden gebouwd. Alle leden verklaren zich voor de aangeduide plaats in de kom der gemeente behalve het lid van de Paal.

Wordt alsdan besloten:

1e. behoudens nadere goedkeuring van Heeren Gedeputeerde Staten van Noord Brabant tot plaats voor de nieuwe school aan te wijzen het perceel gemeente Heeze kadestraal bekend sectie F, nr. 1703 en 1589, samen groot 13 aren 27 ca.

2e. behoudens nadere goedkeuring van H.G.S. onderhand aan te kopen als terrein voor het bouwen eener nieuwe openbare school het perceel F.1703 en 1589 voor de som van f- 3.500.-[8]

In februari 1927 waren de gevraagde vergunningen ontvangen en konden volgende stappen gezet worden.

Mededeelingen

a. Goedkeuring van H.G.S. van het raadsbesluit tot aanwijzing der plaats voor de te bouwen school.

b. Goedkeuring van het raadsbesluit tot aankoop van het aangewezen pand voor den schoolgebouw.

Voorstel tot machtiging van B. en W. om uitvoering te geven aan de goedgekeurde plannen tot bouw en verbouw van scholen. De plannen worden ter inzage overgelegd zooals deze van hoogerhand zijn goedgekeurd.

De voorzitter zegt, dat het schoolbestuur alle vertrouwen stelt in den Raad, voor welke diligente behandeling wij erkentelijk mogen zijn.

Op eenen vraag van Buijsen wordt gezegd dat de speelplaats achter de school komt. De voorzitter zegt naar de goedkoopste plannen te hebben uitgezien en had liefst eenen nieuwe bijzondere school gebouwd, doch er was geenen geschikte plaats te krijgen en is thans na onderzoek het aangeboden plan het voordeeligst gebleken. Achter de nieuwe school zal een klein gedeelte worden verhard en de afsluiting zal landelijk geschieden door plaatsen van een ligustrum heg. Op eenen vraag van Buijsen naar de begrotingskosten zegt de voorzitter deze niet te kunnen mededelen, daar deze alsnog geheim moeten blijven. Wordt eenparig besloten B. en W. de gevraagde machtiging tot uitvoering der schoolplannen te verleenen, onder voorbehoud dat de Raad over de gunning zal beslissen. Wordt besloten van het bouwen eener nieuwe school en de verbouwing der bestaande school met de kosten van eerste inrichting eene geldleening aan te gaan van ten hoogste f 43.000,- tegen hoogstens 4,5% af te lossen jaarlijks minstens 1/30 der geleende sommen, de rente en aflossing te bestrijden uit de gewoone inkomsten van bezittingen en belastingen.[10]

De Openbare Lagere School in Heeze in de jaren twintig van de twintigste eeuw.[9]

De bouw van de Openbare Lagere School

Nadat aldus de benodigde besluiten genomen waren, liet het College van B. en W. de volgende advertentie plaatsen in de Meierijsche Courant van 19 en 21 februari 1927.

Aanbesteding

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEEZE,

zullen op Vrijdag 4 Maart a.s. des v.m.

om 11 uur, ten raadhuize aldaar publiek

AANBESTEDEN:

A.     Het bouwen van een Tweeklassige O.L. School,

B.     Het verbouwen van eene Vijfklassige O.L. School

Bestekken en tekeningen van A. en B. zijn verkrijgbaar bij den

Architect L. DE VRIES te Helmond , tegen betaling van f 12,50.

Bij ongeschonden inlevering op den dag der besteding wordt f 5,- gerestitueerd.

Aanwijzing ter plaatse op Maandag 28 Februari des voormiddags om half 11 ure

De Architect L. DE VRIES.[11]

In maart 1927 volgde de verlening van de bouwopdracht aan H. Huijbregts.

Komt aan de orde beslissing over gunning van bouw en verbouw van scholen. De voorzitter doet voorlezing der verschillende inschrijvingen en deelt mede dat het voorstel van B. en W. is om het werk van percelen te gunnen aan H. Huijbregts voor de som van f  26.767,-. Een voorstel van het lid van Bree om behandeling in geheime zitting wordt gesteund en wordt tot geheime zitting overgegaan. Buijsen wil perceelsgunning laten varen en vindt geen bezwaar om de massa dan aan Huijbregts te gunnen. Van de Paal gaat accoord met Buijsen.

De voorzitter neemt thans het voorstel over de aanbesteding in massa te gunnen aan H. Huijbregts voor de som van f  26.877,- Dit voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen met 5 voor en 2 tegen. Voor: van Asten, van Werde[12], van de Paal, Buijsen en Strijbosch. Tegen: van Bree en Snoeijen.[13]

Buijsen heeft vernomen dat nog meerdere kinderen naar Eindhoven ter school zullen gaan en vraagt hoeveel kinderen er moeten zijn voor een openbare school. De voorzitter zegt dat er eene openbare school moet blijven al zouden er maar 4 of 5 kinderen zijn.[14]

Na de bouw van de nieuwe school en de verbouwing van de bestaande school kon deze laatste overgedragen worden aan het rooms-katholieke kerkbestuur. Dit gebeurde in juli 1927, nadat de gemeenteraad in mei nog had besloten urinoirs te plaatsen.

Ook wordt goedgekeurd dat op de speelplaats bij de bijzondere jongensschool een paar urinoirs zullen worden aangebracht.[15]

Wordt voorts besloten de openbare school wijk D.179 op te heffen en kosteloos in eigendom over te dragen aan het RK. kerkbestuur voor een bijzondere RK jongensschool. Het schoolgebouw met grond Kadastraal F.1974 volgens afpaling groot ca. 25 aren en dit aan de publieken dienst te onttrekken.[16]

De onderwijzers van de O.L. School

Omdat het onderwijs aan een openbare school viel onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, komen in de notulen van de gemeenteraad ook de afhandeling van het ontslag of de aanstelling van onderwijzers aan de orde. In augustus 1926 besloot de raad bijvoorbeeld eervol ontslag te verlenen aan een aantal onderwijzers.

Wordt besloten overeenkomstig eigen verzoek eervol ontslag te verleenen in te gaan op 1 september 1927 aan de onderwijzers bij het openbaar lager onderwijs C.U.B. de Laar, J.J.L. van den Broek en Th. A. van Gennip.[17]

Behalve de onderwijzers vertrok ook het schoolhoofd per 1 september 1927. De raad verleende in juni het gevraagde ontslag.

Ingekomen aanvrage van J.F. Vreede[18] om ontslag als hoofd der Openbare School in te gaan 1 september 1927. Wordt besloten dit gevraagde ontslag op eigen verzoek te verleenen in te gaan.

Vreede zou de gemeentewoning, die dienst doet als woning van het hoofd der OL. School, moeten verlaten. Ontruimen met Pasen, opzeggen 3 dagen voor Kerst.[19]

De gemeente had in mei al stappen gezet om een nieuw hoofd voor de openbare lagere school aan te trekken.

Wethouder van Asten is overleden. Nieuw lid J. Scheepers. F. van Bree wordt nieuwe wethouder.

Op voorstel der voorzitter worden B. en W. gemachtigd de noodige stappen te doen inzake de oproeping van een hoofd der O.L. School. Strijbosch vraagt of het hoofd akte Fransch zal moeten hebben, daar zulks vroeger hier steeds is geweest. De voorzitter zegt dat zulks niet meer wordt gevorderd.[20] 

In september 1927 reppen de notulen van de sollicitatie van een wachtgelder en in november 1927 kon de raad overgaan tot de benoeming van het nieuwe schoolhoofd.

Ingekomen een sollicitatie van een wachtgelder naar de betrekking van hoofd der openbare lagere school.[21]

De voorzitter opent de vergadering en zegt deze spoedeischend te hebben belegd uitsluitend voor de benoeming van een Hoofd der Openbare lagere school.

De voorzitter vraagt of er bespreking der candidaten verlangt wordt. Daar zulks het geval is meent de voorzitter met het oog op de vrije bespreking zulks in gesloten zitting te behandelen hetgeen wordt goedgekeurd. De voorzitter geeft een uitvoerig verslag van de voorbereidende werkzaamheden. Er hadden zich aangemeld 21 sollicitanten, waarvan 5 RK de overigen andersdenkenden. Tengevolge der wetswijziging konden nog slechts alleen wachtgelders benoemd worden en hebben B. en W. alsdoen getracht hiervoor ontheffing te verkrijgen, welke bij beslissing van 11 October 1927 is verleend voor den sollicitant A.J. Noels.

Buijsen vraagt welke akten de voorgedragen sollicitanten hebben. Bij nazien blijkt dat v.d.Pael ook landbouwakte heeft. De voorzitter zegt dat zulks hier niet van belang is, daar er thans een onderwijzer is met landbouwakte. Eijsermans[22] bepleit de wenselijkheid van het bezit der landbouwakte, daar wij hier eene overwegende landbouwbevolking hebben. De voorzitter zegt dat het hier eene openbare school zal zijn uitsluitend voor andersdenkenden en niet aan hare bestemming zal beantwoordden, wanneer er niet een onderwijzer zal worden aangesteld, die het vertrouwen der ouders heeft. De voorzitter heft thans de geheime zitting op om over te gaan tot stemming. Tot stemopnemers worden aangewezen Buijsen en van de Paal.

Er worden uitgebracht 7 stemmen, waarvan 5 op den heer A.J. Noels en 2 op den heer M.A. Van de Pael, zoodat de heer A.J. Noels is benoemd tot hoofd der openbare lagere school te Heeze in te gaan zodra mogelijk. Jaarweddde volgens de wet, op welk bedrag tevens diens pensioengrondslag wordt vastgesteld. B. en W. wordt machtiging verleend tot verkoop van oude schoolbanken en verdere overtollige voorwerpen.

De heer Noels wordt benoemd tot lid van de commissie tot wering van schoolverzuim en van het plaatselik schooltoezicht ter vervanging van Adr. Ant. van den Oord.[23]

De benoemde Adriaan Johannes Noels werd op 22 juni 1899 geboren te Ellewoutsdijk (Zeeland) en kwam in 1927 vanuit Brakel naar Heeze, waar hij op 16 mei 1944 overleed.

Het eerste schoolhoofd A.J. Noels (1899-1944).

De Meierijsche Courant berichtte in de editie van 3 november 1927 onder het kopje ‘Onderwijs’ over de benoeming van Noels en andere onderwijsaangelegenheden uit Heeze.

Onderwijs

Tot onderwijzer aan de RK jongensschool St. Aloisius werd benoemd de heer H. Verberne, per 1-11.

Werden tot voorheen de lessen aan de O.L. .school gegeven in het gymnastiekzaaltje van de RK jongensschool thans is het prachtige gebouw der

nieuwe O.L. school ook in gebruik genomen. Tot hoofd der O.L .school alhier is benoemd de heer Noels uit Brakel.

Waarom een O.L. School in Heeze?

We kunnen ons afvragen waarom de gemeente besloot een nieuwe school te bouwen terwijl er toch een rooms-katholieke school was gekomen. Er was een aantal mensen dat er bezwaar tegen had hun kinderen naar een rooms-katholiek georiënteerde school te laten gaan. Ze stuurden hun kroost daarom naar een christelijke school in Eindhoven. In de onderwijswet van 1920 staat in artikel 13 echter het volgende voorschrift.

Aan ouders voogden of verzorgers van leerlingen van een school voor gewoon lager onderwijs wordt desgewenst uit de gemeentekas een tegemoetkoming verleend in de aan het schoolbezoek verbonden vervoerskosten, met inachtneming van de voorwaarden en bepalingen in het volgende lid vervat. Het bezoeken van een bijzondere school voor gewoon e.a. onderwijs minstens 4 km ver weg. De ouders moeten schriftelijk verklaren dat ze tegen de inrichting van het onderwijs aan de plaatselijke school overwegende bezwaren hebben.[24]

De gemeente was volgens dit artikel dus verplicht deze mensen geldelijk te steunen. Vandaar dat de gemeente wel inzag dat er een school voor andersdenkenden moest komen.

In 1927 is de Openbare Lagere School dus gesticht; uit die tijd stamt ook het gebouw op de hoek van de Schoolstraat en de Molenstraat. Vóór die tijd gingen de protestantse meisjes naar de RK Jongensschool. De openbare school in Heeze kreeg leerlingen uit Sterksel, Leende, Maarheeze en Budel. De leerlingen van buiten Heeze gingen tussen de middag eten bij leerlingen uit Heeze; velen waren familie van elkaar.

De Openbare Lagere School in Heeze is dus gesticht zodat hier de protestantse kinderen van Heeze naar toe konden. De school was altijd protestants christelijk georiënteerd.

Dikwijls wordt de school in samenhang met het Kasteel genoemd. Samuel John baron van Tuyll van Serooskerken (1874-1955) was destijds echter niet gehuwd en had dus geen direct belang bij een openbare school. In het kasteel-archief komen we dan ook slechts één document tegen met betrekking tot de school, namelijk de hierna vermelde brief van hoofdonderwijzer Knobbout.

Herinneringen van Gerrit Verhoeven

Op 18 augustus 2010 bracht de heer Gerrit Verhoeven op uitnodiging van S.J. baron van Tuyll van Serooskerken een bezoek aan Kasteel Heeze. De openbare school was in verband met de mobilisatie in september 1939 door het Nederlandse leger gevorderd. De school kreeg tijdelijk onderdak op het kasteel. De baron wilde graag wat meer weten over deze periode. Gerrit Verhoeven was toen 7 jaar oud en zat in de eerste klas.

De heer A.J. Knobbout[25] was destijds de onderwijzer – tevens waarnemend Hoofd der School – omdat de reguliere onderwijzer, de heer Noels, ziek was geworden. De heer Noels had twee kinderen op school en woonde destijds in de Kapelstraat 70. In de loop van 1939 werd hij ernstig ziek waarna hij in mei 1944 overleed. Gerrit heeft de heer Noels nog wel meegemaakt toen hij in april 1939 naar school ging, maar de heer Noels is na de mobilisatie niet meer meegekomen naar het kasteel. Gerrit vertelde bij zijn bezoek nog het volgende.

Het schoollokaal in de Mangelkamer – nu kantoor van organisatie en catering 'de Heerlijkheid' – was ingericht met twee rijen schoolbanken (twee plaatsen met inktpot in het midden) en het schoolbord bevestigd aan de noordoostelijke muur.

Hij zat op de achterste rij. Hij herinnert zich nog dat hij samen met twee of drie anderen op de achterste rij het Wilhelmus neuriede. Voor straf moesten zij naar voren komen en op hun knieën zitten met de armen gespreid. Knobbout heeft toen op de handen schoolboeken gelegd die zij op bepaalde hoogte moesten houden. Lieten zij de handen zakken ... kregen zij een tik. Een ouder zusje van Gerrit moest daarvan huilen!

Op school werd ’s morgens niet gebeden maar de protestantse onderwijzer vertelde dan wel een bijbels verhaal.

Op dinsdagochtend 5 december 1939 lag voor elk kind een grote speculaaspop op zijn plaats. Een geschenk van Samuel John baron van Tuyll van Serooskerken, destijds kasteelheer.

De dagelijkse gang van zaken op het kasteel ging gewoon door; er kwamen paarden en wagens langs. De leerlingen hadden verder weinig contact met de bewoners van het kasteel en zagen ze zelden en dan uit de verte.

Hij herinnert zich ook nog dat de hoed van meester Knobbout in de gracht was gewaaid. Er werd geroepen: ”meesters hoed ligt in de gracht”. Sommigen verstonden “meester Noels lig in de gracht”, wat tot enige paniek leidde. De jongens hebben toen verwoede pogingen gedaan om door stenen te gooien de hoed te doen zinken.

In het najaar van 1939 werd Gerrit aangereden op de Geldropseweg. De melkboer reed er met paard en wagen toen Gerrit daar vlak achter overstak en door een auto werd geraakt. Artsen – tijdens de mobilisatie hier gelegerd – hebben hem kunnen helpen.

Begin mei 1940 keerden de leerlingen weer terug naar hun eigen school. Onderwijzer Knobbout schreef een bedankbrief, gedateerd 8 mei 1940, aan Samuel John baron van Tuyll van Serooskerken. Deze brief uit het archief van het kasteel is door alle kinderen getekend en Gerrit herkende zijn eigen handschrift en dat van enkele klasgenoten. Opmerkelijk is dat ook Jan Hendriks getekend heeft, hij was een jaar jonger dan Gerrit Verhoeven en kwam pas op 1 april 1940 op school.

 Bedankbrief van onderwijzer A.J. Knobbout van 8 mei 1940.[26]

Tegen het einde van de bezetting – in 1944 – vorderden de Duitsers de school voor eigen gebruik. De school is toen verdeeld over twee plaatsen. Een deel van de leerlingen kreeg les van de heer H. Rozendahl in de consistoriekamer van de Nederlands Hervormde Kerk, het andere deel van mevrouw Rozendahl in hun woning in de Akkerstraat (nu Sint Nicasiusstraat).

Direct daarna werd de heer Schilleman uit Sterksel onderwijzer en waarnemend hoofd. Daarna is Schilleman naar de 'Roomse school' gegaan; zijn vervanger was de heer Kolkman, een zwager van Wout Bos, die chauffeur was van Baron van Tuyll.

Hoe ging het verder?

Rond 1970 bezochten steeds meer niet-protestante kinderen de openbare lagere school. De heer Rozendahl was nog steeds hoofd van de school samen met zijn vrouw, die handwerkles gaf, maar ook de kachel stookte. Daarna werd vanuit het gemeentehuis onder de straat door verwarming aangelegd. In de winter – als de straat met sneeuw was bedekt – was deze voorziening goed te zien!

Jonge gezinnen vestigden zich in Heeze en met deze prognose was ook de heer A.M.C.M. van Agt (1911-2000) – destijds burgemeester – een voorstander voor vernieuwing. Het gebouw aan de Schoolstraat bleek niet geschikt voor uitbreiding want inmiddels was ook de fietsenstalling als lokaal er bij getrokken. Er was onvoldoende ruimte en ook de ligging bleek door de toenemende verkeersdrukte niet geschikt. De woonwijk 'De Nieuwe Hoeven' werd de nieuwe bestemming. In 1975 verhuisden de leerlingen naar de nieuwe basisschool 'De Trumakkers', genoemd naar een oude veldnaam in Heeze, Vruchtbare akkers langs een Trum. De heer Kraker werd schoolhoofd.

De heer Rozendahl en zijn leerlingen achter het schoolgebouw in begin jaren vijftig van de twintigste eeuw.
 
Op bovenstaande foto staan de volgende personen: 1. Henk Rozendahl , 2. Jans Verhoeven, 3. Antoon Verhoeven, 4. Carry Bazart, 5. Bertus Hendriks, 6. Jopie Blokland, 7. Johan van Uythoven, 8. Gerrit te Riet, 9. Ans Rosendahl,  10. Corrie Visser, 11. Ina Kuijsten, 12. Netty Bolluit, 13. Netty Postma?, 14. ??, 15. Hannie Rexwinkel, 16. Ida Kopp, 17. Cees Wortman, 18. Henk de Koning, 19. Theo Visser, 20. Henk Rexwinkel, 21. Ad Noels, 22. Jaap de Koning, 23. Robbie??

De huidige O.L. School (foto C.S. Smit).
 
Vanuit de Wijnhoeve, waar het 3 jaar kantoor hield, verhuisde het agentschap van de VVV in maart 2009 naar dit pand.

“Plannen horecabedrijf in de Onze Lieve Vrouwe School[27]”, aldus een berichtje in het Eindhovens Dagblad! Nog steeds probeert men deze plannen uit te voeren.


[1] Cornelis Cau, Simon van Leeuwen en Jacobus Scheltus, Groot Placaet-Boeck, deel IV (’s Gravenhage 1705), blz. 734.
[2] www.jenneken.nl/bekijk/1900lagereschool.htm (geraadpleegd 27 maart 2013).
[3] De op 23 juni 1926 geïnstalleerde burgemeester W.A.J. Michiels (1872-1945).
[4] Oud-burgemeester P.A. Strijbosch (1853-1931). Hij bleef tot 1 september 1927 raadslid.
[5] De raadsleden C. Buijsen (1879-1956) en F. van Bree (1865-1954).
[6] Notulen raadsvergadering 11 augustus 1926, blz. 13 en 18.
[7] Raadslid G. van de Paal (1884-1966).
[8] Notulen raadsvergadering 16 december 1926, blz. 19v.
[9] Deze foto is beschikbaar gesteld door Huub Baars.
[10] Notulen raadsvergadering 7 februari 1927, blz. 21.
[11] De architect was Lambert de Vries (1875-1939) die veel meer scholen in onze omgeving ontworpen heeft. Zie voor hem het verhaal ‘De twee G’s’ uit de verhalenbank het RHCe. (www.rhc-eindhoven.nl/verhalenbank_detail/931, geraadpleegd 27 maart 2013).
[12] Wethouder P.P. van Asten (1857-1927) en raadslid H. van Werde (1856-1939).
[13] Raadslid P. Snoeijen (1876-1945).
[14] Notulen raadsvergadering 9 maart 1927, blz. 25 en 26.
[15] Notulen raadsvergadering 16 mei 1927, blz. 27.
[16] Notulen raadsvergadering 6 juli 1927, blz. 30.
[17] Notulen raadsvergadering 24 augustus 1926, blz. 31. De Laar, geboren in 1896 in Sint-Oedenrode, was sinds 1924 onderwijzer in Heeze. Van den Broek, geboren in 1869 in ’s-Hertogenbosch, vertrok na beëindiging van zijn dienstverband naar ’s-Gravenhage. Van Gennip werd in 1900 in Heeze geboren en woonde daar nog in de jaren dertig.
[18] Vreede werd in 1870 in Geldrop geboren en overleed in 1951 in Heeze.
[19] Notulen raadsvergadering 8 juni 1927, blz. 28v.
[20] Notulen raadsvergadering 16 mei 1927, blz. 26v en 27.
[21] Notulen raadsvergadering 6 september 1927, blz. 32.
[22] Raadslid H.M.J. Eijsermans (1885-?).
[23] Notulen raadsvergadering 2 november 1927, blz. 35 en 41.
[24] F. Kroon, Lager-onderwijswet 1920 : Wet van den 9den October 1920, S. 778, zooals die wet nader is gewijzigd, tot regeling van het algemeen vormend lager onderwijs met aanteekeningen, bijlagen en alphabetisch register, Editie Schuurman en Jordens 7 (Zwolle).
[25] Knobbout, geboren in 1912 in Beusichem, heeft in het schooljaar 1939-1940 in Heeze voor de klas gestaan. In augustus 1940 vertrok hij weer naar Beusichem.
[26] Huisarchief Kasteel Heeze, F162.
[27] O.L. School is Openbare L:agere School.

Ga terug