De Zwaan in Heeze

Heemkronijk jaar:2012, jaargang:51, nummer:3, pag:43 -52

De Zwaan in Heeze

door: A.M. Reinders-van Pelt en C.S. Smit

De betekenis van de naam

“Zwaan” is een erg populaire naam voor herbergen, hotel-cafés en restaurants. Maar niet alleen in onze omgeving, maar in heel Nederland en daarbuiten. In Engeland vinden we een Swan-Inn, die dateert uit de 14de eeuw! Waarschijnlijk stond de zwaan symbool voor 'nathals', een grage drinker.

  “De Swaen voert ieder kroeg, zowel in dorp als stad, Omdat hij altijt graag is met de bek in 't nat”. 

 

Dit is het huis waar Tijssens zijn café had. Op het raam boven de deur staat Tijssens Blok.[1].

De Zwaan had vroeger ook nog een andere betekenis, en wel een huis waar de liefde bedreven kon worden. Brederode (1585-1618) schrijft in zijn toneelstuk Moortje “dat er een nieuw kaertje of swaentjen is gekomen”. Het schilderij van Jeroen Bosch (circa 1450-1516) de Marskramer - ook wel de verloren Zoon of de Landloper genoemd - vertoont een huis met een uithangbord met de zwaan. Het huis wordt hiermee als een bordeel gekenmerkt.

 “Een tapper hangt een Zwaan, die zich met kop en vlerken Graag in het nat verbergt”.

 

De Zwaan in Heeze door de eeuwen heen

Laten we wat de Zwaan in Heeze betreft proberen wat in de tijd terug te gaan.

In publicaties over de geschiedenis van dit etablissement in Heeze is er vanuit gegaan dat er altijd maar één Zwaantje is geweest, dat waar het nu nog is. Grondig onderzoek leert ons anders.

De eerste bekende herberg genaamd “de Swaen” bevond zich aan de zuidzijde van de Kapel aan de Kapelstraat.

In die tijd was bier een echte volksdrank. Water en melk waren vaak verdacht van kwaliteit. Aan bier werd als eerste eis gesteld, dat het goedkoop was. Verder moest het goed verteerbaar zijn om de dagelijkse zware vette kost te verdragen.

In de 17de eeuw werd in de herbergen ook wijn gedronken een duurdere drank, meestal uit Rijnland en aangekocht in Keulen. In 1765 werd er al coffi, tee en genever in de herbergen geschonken.

De herbergiers combineerden hun beroep tot ongeveer het begin van de 18de eeuw dikwijls met het vrachtvervoer op de route Antwerpen – Keulen. De herberg was vrijwel altijd een neveninkomst.

In het jaar 1709 werden de goederen van Dirk van Bussel en Maria Wouten gedeeld en we lezen in de schepenakte dat de herberg genaamd De Swaen eigendom werd van Goort van Bussel, die gehuwd was met Margrieta de dochter van Dirk en Maria. Dit is voor ’t eerst dat de naam de zwaan in een document voorkomt.[2]

Akte van deling uit 1709 waarin voor het eerst de naam de Swaen voorkomt.

In een processtuk uit 1715 kunnen we lezen dat drie mannen betrokken waren bij een vechtpartij met dodelijke afloop na een bezoek aan de 'Drie Koningen', 'De Zwaan' en 'De Engel'. In alle drie de herbergen hadden zij gedronken en gekaart en kregen vervolgens ruzie over de betaling van een rijksdaalder. De dader, een zekere Dielis Goorts werd gepakt. Meestal nam de dader van een moord de benen en verdween over de grens omdat op een dergelijke misdaad de doodstraf volgde.[3] Negentien jaar na de deling van de goederen van Dirk van Bussel verkocht zijn weduwe in 1728 “het kleijn huysken scure hof en aengelagh van Jan Swuesten aen de Eijmericker straet” aan Peter van Asten.[4] Nazaten van deze van Asten zijn bekend van de Boerenbond in Heeze. Een stiefdochter van Van Asten, Jennemarie van den Boomen kreeg het bezit in handen bij de deling van de goederen van Van Asten in 1763. Ook hier is er weer sprake van het “huys van Jan Swuesten”.[5]

Drie jaren nadat Jennemarie van den Boomen bij de deling de goederen in bezit kreeg, werd het alweer gedeeld. Jennemarie was gehuwd met Wouter Lingers, hun zoon Willem kreeg onder anderen “huys hoff en aengelagh van Jan Swuesten, nu genaemt de Swaen 81 roeden waer van Adriaen zijn broer te deel is gevallen het cleyn huysje met de stokerij circa 15 roeden. Er rust een cijns op het goed van 5 stuyvers en 10 penningen.[6]

In 1656 waren er in Heeze acht herbergen met een brouwerij. Die van Peeter Swuesten* wordt hierbij ook genoemd. De volgende omschrijving werd genoteerd:

“Peter Swuesten out omtrent 54 jaar verclaert eenen brouwketel te hebben groot in cooper tusschen die vijff ende ses tonnen waer op een houten hoogsel staet, alsoo dat den selven maer bequaem en is om ontrent die vier off vijffhalf tonnen biers daer op te connen brouwen, welcke rouwgetouw gesepareert is van zijn woonhuys.”[7]

Het oudste gegeven van deze herberg dateert uit 1610. De omschrijving was toen: “huys erve hoff schuer met eender brouwerije als brauketel en braucuypen”.[8] 

 

In 1771 dacht Willem Lingers het pand aan Joseph Bluijssen te verkopen, maar het was Michiel Vromans die gebruik maakte van een oud recht. Hij was “nader van den bloede” tot de verkoper dan Bluijssen en kon zo in het bezit van de Zwaan komen.[9] De volgende overgang is in 1807. Ook dan is er weer sprake van een verdeling van nagelaten erfgoederen. Het was de zoon Peter Vromans die de herberg, die nog steeds De Zwaan heette, in bezit kreeg.[10]

Zoals hierboven te lezen, komen we het pand ook tegen in het cijnsboek van Kasteel Heeze.[11] In de boeken staan de cijnzen - een klein bedrag - vaak in natura, die de eigenaren van bepaalde percelen van oudsher, per jaar, aan de Heer van Heeze moesten betalen. In dit register kan vaak goed nagegaan worden wie de opeenvolgende eigenaren waren van bepaalde percelen.

- Afgelost bij het transporteren van een boschje 6 november 1854

- Peeter Machiel Vroomans bij deelinge 1807

- Willem, Peeter, Paulus, Adam en Francijn en Johanna kinderen van

- Antonetta van Asten wed.

- Michiel Vroomans bij veranderinge 1771

- Marcelis Joseph Bluijssen, bij coop 1771

- Wilhelmus Lingers bij deelinge 1766

- Hendrik, Wilhelmus, Adriaen, Jennemij, Johanna en Anna Maria alle kinderen van Jennemaria van den Boom

- Wed. Wouter Lingers

- Dirk Woutert van den Biesen uijt huijs en aengelagh aende capelle tot

- Heeze.

Uit de eerste Heezer kadastergegevens blijkt dat de herberg naast de kapel in 1832 bezit was van Anna Maria Schavers.[12] Zij is drie maal gehuwd geweest. Haar eerste man was Bernardus Giller, jachtopziener in dienst van baron van Tuyll.

Bij het pand was ooit een beugelbaan. We lezen hierover in een notariële akte uit 1841. (Anna) Maria Schavers, eigenaresse van het pand, verhuurde het aan haar zoon Jan. Jan wordt in deze akte omschreven als timmerman. In de overlijdensakte van zijn vrouw en van hem zelf wordt hij tapper en herbergier genoemd. Jan ging het pand opknappen voor zijn moeder. Hiervoor leende hij f 150,- aan haar.[13] Onder de herstellingen viel niet de door Jan opgerichte en overdekte beugelbaan. In genoemd jaar nam Jan de boedel over van zijn moeder, die kort daarna overleed.[14] Jan die ook de zaak overnam, bleef eigenaar tot kort voor zijn dood in 1862. Toen werd een zekere Felix T.H. Keunen uit Eindhoven eigenaar.[15]

In 1906 wordt het pand te koop aangeboden door P.W. van Egmond afkomstig uit Hillegom.[16] Hij was sinds 1894 eigenaar geweest.[17] Koper wordt in 1907 de uit Thorn afkomstige klompenmaker Gerardus Lambertzoon Tijssens. Deze probeert in 1926 een deel van het onroerend goed te verkopen. In 1924 had hij nog f 7500,- hypotheek op zijn bezit genomen.[18] Onbekend is waar hij deze grote som geld voor nodig had. Een verbouwing?

Helaas zijn de gegevens die uitsluitsel zouden kunnen geven bij de brand in het Gemeentehuis tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan. Het verzet had deze brand gesticht om het bevolkingsregister te vernietigen Er ging veel in vlammen op, maar het bevolkingsregister kwam ongeschonden de oorlog door. 

 

In die tijd was het de gewoonte dat de notaris de naam van het café waar de verkopingen werden gehouden, opnam in de akte. Het was het café van Tijssens “Laanzicht” waar deze verkoping in 1926 zou plaatsvinden. Eén van de inzetters was de timmerman Peter Vertogen. De verkoop ging echter niet door.[19] De naam Laanzicht komen we al eerder tegen in krantenadvertenties[20]

Giel Engelen schreef in zijn Wandeling door Heeze omstreeks 1925: “Naast de N.H. kerk café Tijssens Klomp. Gert Tijssens café en achter een klompenmakerij, vandaar de naam Blok en daar zijn vrouw ook nog Klomp heette was deze naam helemaal toepasselijk. Zijn zoon was ook klompenmaker, maar is later met zijn broer electriciën geworden”.[21]

Herberg De Zwaan aan de kasteellaan

In een document uit het kasteel, gedateerd 29 september 1863, komen we de naam De Zwaan opnieuw tegen. Het betreft een concept overeenkomst tussen Reinout Karel baron van Tuyll van Serooskerken en Johanna Maria van Gennep weduwe van de (herbergier) kleermaker Hendrik Poulisse, “eigenares van een huis waar de Zwaan uithangt”. Het betreft de aanleg van een beugelbaan!

De contractant ten eenre stemt er in toe dat de sloot scheidende de beide eigendommen, en welke midden gelegen is op een afstand van twee El drie en zeventig duim van de Zuidgevel van bovengemeld huis, over de benoodigde lengte tot de oprigting van eene beugelbaan worde gedigt en de voor die baan vereischte ruimte worde ingenomen en gebruikt enz. tegen een jaarlijksche huur van tien Cents aan genoemde weduwe afgestaan.”[22]

Dit document is een duidelijke aanwijzing voor de Zwaan op de huidige plaats!

De kleermaker Hendrikus Poulisse had in 1852 twee kamers van het huis en een stuk weiland van Cornelis Kreuger en zijn vrouw Hendrika Habraken gekocht.[23] Vader Habraken was volgens het kadaster in 1832 bezitter van het huis, schuur en hof. Het werd omschreven als huis, schuur en erf.[24] We nemen aan dat het Poulisse is geweest die daar een herberg begonnen is en de naam De Zwaan bedacht heeft. Het café aan de overkant van de straat zal toen al een andere naam gekregen hebben. Daar heeft tot in de vorige eeuw een café bestaan. Uit de krant weten we dat daar een handboogschutterij gevestigd was.[25]

De oudst bekende prent van herberg De Zwaan..

Lang heeft Poulisse niet van zijn nieuw bezit genoten, want in 1861 kwam hij te overlijden. Als beroep in de overlijdensakte staat kleermaker vermeld, evenals bij zijn huwelijk in 1838. In het bevolkingsregister van 1860 wordt echter het beroep herbergier genoemd. Zijn vrouw, Johanna Maria van Gennip bleef de herberg runnen tot haar overlijden in 1894. De kinderen Poulisse verkochten de herberg De Zwaan in 1898 voor f 1280,- aan hun tante Helena Francisca van Gennip.[26] Zij was gehuwd met de landbouwer Wilhelmus van Kemenade, die na hun huwelijk in 1864 in Heeze wonen. Zij vertrokken na een aantal jaren naar Veghel. Toch komen ze weer terug naar Heeze. Het is hun zoon, Johannes Franciscus Fredericus van Kemenade, geboren in Veghel en van beroep huisschilder te Heeze, die in 1898 de koop bij de notaris regelt voor zijn inmiddels weduwe geworden moeder. We mogen aannemen dat, toen haar zuster in 1894 overleed, Helena Francisca die zelf een jaar daarvoor weduwe was geworden, bijsprong in het bedrijf van haar zuster. 

De Zwaan in de krant

Uit krantenartikelen van De Meierijsche Courant en het Eindhovens Dagblad weten we een aantal bijzonderheden van het Zwaantje uit de tijd dat het bezit was van de familie van Kemenade

1891, 7 januari

Heden morgen, 6 Januari, ruim 7 uur brak er brand uit bij J. Bijsterveld voerman van Heeze op Helmond, wiens huis en stallinge benevens de aangrenzende herberg van W. van Kemenade, alsmede de twee daaraan grenzende woningen eene prooi der vlammen werden. De geheele inboedel van de verschillende slachtoffers is volkomen vernield. . . .

1893, 3 juni

Mijnheer de Redacteur!

Dinsdag jl. is hier op last van den Heer burgemeester, een hek afgebroken, dat den tuin van W. van Kemenade van den openbaren weg scheidt.

Stond het hek nu wel of niet op het eigendom van K.? Het werd tweemaal afgebroken en weer driemaal teruggezet. Het stuk eindigt met de vraag waaraan de Heer Strijbosch, burgemeester, de bevoegdheid om zo te handelen ontleent. Zeker zal het muisje een staartje hebben, daar v. K. de zaak in handen van een rechtsgeleerde heeft gesteld.

 Jo Paans vroeg in zijn artikeltje over De Zwaan of er iemand iets wist over de Handboogclub die in en bij De Zwaan gehuisvest was.[27]

 

1903, 22 januari

In 1903 wordt er op 26 januari in het koffiehuis van de wed. van Kemenade “een feestelijke vergadering gehouden, georganiseerd door de Handboogschutterij Rozen in Bloei. Kosten nog moeiten zijn gespaard om dien dag zo feestelijk mogelijk te vieren.” Jan van Kemenade heeft de feestruimte hiervoor prachtig ingericht: “Het Hollandsche dundoek versiert de wanden van het lokaal oranje- en nationale vlaggen afgewisseld door lampions en groen bedekken de zoldering en daar waar anders het buffet staat is een toneel opgeslagen, zien we coulissen en een scherm dat den ontwerper, den schilder Jan van Kemenade alle eer geeft.”

1904, 9 januari

“De leden der Handboogschutterij Roos in Bloei gevestigd bij Mejuffrouw de Weduwe van Kemenade heeft besloten op Zondag 17 Januari een groot concert  met voorstelling te geven met welwillende medewerking van de Philharmonie te Leende. Met genoegen herdenkt ieder onzer welke door Roos in Bloei steeds werden gegeven, zoodat ’t geen twijfel overlaat of Zondag over acht dagen zal het bij Mejuffrouw van Kemenade weer zeer druk wezen.”

1905, 1 november

“naar wij uit goede bron vernemen is onze Gemeente wederom een gezelschap rijker geworden. Op initiatief van eenige burgers werd alhier heeden avond een dilettanten-zangvereniging opgericht onder de gulden zinspreuk Entre nos Amis en is gevestigd bij Mej. De Wed. van Kemenade.”

Advertentie uit de krant van 1922.

1922, 15 maart

“Het wel bekende café van Kemenade bij de Kasteellaan zal worden gerestaureert en geheel naar de eischen des tijds worden ingericht tot Hotel Restaurant De Zwaan vanaf 1 Mei zal deze zaak geëxploiteerd worden door den Heer H. van Litsenburg, kelner te Eindhoven.

Raambiljet van notaris Mertens.

Uitbaters in De Zwaan

In november 1922 werd Henricus C.J. van Litsenburg, administrateur van beroep, een geboren Bosschenaar, uitbater van het café. Hij komt van Eindhoven en gaat ook in het huis waar het café is, wonen. Na ruim twee jaar heeft hij het al gezien en gaat retour naar Eindhoven. De man die hem opvolgt is Stratummer Lambertus M. van de Wiel. Als beroep van hem werd opgeschreven caféhouder. Dus kennelijk iemand die van wanten weet. Hij vertrok na een nog kortere tijd als zijn voorganger, na twee jaren.

De volgende uitbater die naar Heeze kwam, Bernardus L. Akkermans, was schilder van beroep. Over hem is het volgende bekend. Hij was niet voor iedereen een vreemde in Heeze, integendeel. Hij kwam al eerder, op 8 maart 1902 vanuit Tilburg naar Heeze, waarschijnlijk als huisschilder in dienst van Van Kemenade. Hij kreeg verkering met de dochter van de Heezer molenaar Verbeek. Echter na een jaar was hij alweer retour naar zijn geboorteplaats Tilburg. Toch had hij hier in Heeze goed zijn best gedaan. Niet lang daarna zal hij een mailtje hebben gekregen uit Heeze dat hij snel weer terug moest komen. De molenaar was op weg om opa te worden. In mei 1903 trouwen Akkermans en de molenaarsdochter en gaan in Tilburg wonen. Half februari 1926 komt het gezin Akkermans naar Heeze en gaat in het Zwaantje wonen. Later verhuizen ze naar Ginderover. Vreemd genoeg, trekken Van de Wiel en Akkermans volgens het Bevolkingsregister in het zelfde jaar in De Zwaan.[28]

De Zwaan na het tijdperk-van Kemenade

In het jaar 1936 overleed Johannes Franciscus Frederikus van Kemenade. Nog het zelfde jaar boden de erfgenamen het pand te koop aan.[29] Als gegadigde verscheen Hubertus Paulus baron van Tuyll van Serooskerken uit Den Haag op het toneel.

Finale verkoping.

De nieuwe eigenaar benoemde een zaakgelastigde om te onderzoeken wat er nu moest gebeuren. Baron S.J. van Tuyll van Serooskerken in Heeze ontving een brief van deze neef, waarin hij schreef: “Het mij toebehorende pand, dat in Heeze op de hoek van de kasteellaan staat en met de voorgevel ongeveer tegenover ’t café Jan van Dijk, verkeert zoals U bekend zal zijn in zeer verwaarloosde toestand. Nu ligt het in mijn bedoeling hier verandering in te brengen, hetgeen mij dunkt U niet onverschillig kan zijn. . . .” Hij vroeg of de zaakgelastigde contact mocht opnemen met de Heezer baron. Deze schrijft terug dat hij het waardeert dat hij op de hoogte gebracht zal worden met de plannen voor het café en dat Schalekamp welkom is. De baron schrijft aan Schalekamp: “Ik heb gemerkt dat het U moeilijk valt om een goede oplossing in deze zaak te vinden te vinden en heb de indruk dat de eigenaar van het bezit af wil. Mogelijk vergis ik mij in deze geheel en wilt U alsdan deze brief wel als niet geschreven beschouwen. Voor het geval evenwel, dat mijn neef het pand van de hand wil doen, ben ik bereid het over te nemen, indien de prijs, die er eventueel voor gevraagd wordt redelijk is.”

Wat H.P. baron van Tuyll van Serooskerken uit Den Haag allemaal nog heeft gedaan is niet duidelijk. Zijn neef in Heeze heeft het bedrijf in ieder geval niet overgenomen. Wel is de werkplaats door S.J. baron van Tuyll overgenomen.[30]


De schuur aan de rechter kant op de foto was de werkplaats van schilder van Kemenade. Op die plaats liet de baron een woninkje bouwen met een serre er voor. In deze woning, die door de mensen wel het sigarenkistje genoemd werd, woonden onder meer de familie Hendriks-Wortman. Na de kerkdiensten in de kapel kwamen daar familieleden samen om gezellig koffie te drinken. Naar het Zwaantje gaan was er niet bij, op de zondag. (Informatie van Aafke Vroomen, een kleindochter van het echtpaar.)

 
Pas in 1943 komt er weer beweging in de zaak. Het is dan de heer Everardus Jacobus Winters, koopman uit Maarheeze die de twee woonhuizen met tuin overneemt.

In 1949 verandert het café met toebehoren weer van eigenaar. Het is dan de NV Brands brouwerij “De Kroon” die gaat proberen het bekende etablissement in Heeze op de been te houden. In 1979 veranderde de naam van de eigenaar in Beheer en Exploitatiemij Brands BV. in Wijlre.[31]

Jo Paans als uitbater

Uit de periode dat Jo Paans de uitbater was, is door de Heezer correspondent Gradus Hansen heel wat over het Zwaantje in het Eindhovens Dagblad geschreven. Paans doet zijn verhaal als in hij in november 1963 twaalf en een half jaar achter de tap heeft gestaan. “In 1951 heb ik het café van Piet van Moorsel overgenomen; zijn vrouw was ernstig ziek en had haar man gevraagd er mee op te houden.” Jo Paans die op maandag 4 november het feit herdenkt, dat hij twaalf en een halfjaar geleden exploitant van de Zwaan werd, heeft ons op een avond in het begin van de week verteld wat hij in de voorbije jaren zoal mee gemaakt heeft. Ik woon hier graag; Heeze is een levendig dorp met veel verenigingen, die een grote activiteit aan de dag leggen. Jo Paans Eindhovenaar van geboorte, heeft het pintje tappen van zijn vader geleerd, die jarenlang De oude Barrier, op de grens van Eindhoven en Geldrop heeft geëxploiteerd. Kort voor het uitbreken van de oorlog is dit bekende cafe afgebroken. Het stond in de weg. Drie jaar geleden kreeg Paans een ander hoofdberoep: hij kwam bij het kadaster in dienst en sindsdien tapt Paans alleen nog maar biertjes in de 200 jaar oude “Zwaan” als het er druk is. Jo Paans interesseert zich bijzonder voor het eigen gewest en voor de geschiedenis daarvan en toen er dan ook in zijn dorp een heemkundekring werd opgericht was hij een van de eersten, die zich aanmeldde. Thans is hij penningmeester van “De Heerlijkheid Heeze-Leende”[32] of zoals hij het noemt “schatbewaarder”. De kastelein van “De Zwaan” is mede oprichter geweest van de bekende Brabantse Dag, die jaarlijks op de eerste zondag van september wordt gehouden en die de laatste jaren tienduizenden bezoekers heeft getrokken. De dag-van-het-jaar is in zijn huis ten doop gehouden.

Jo Paans.

Enkele jaren geleden is er in de Zwaan een oud buffet verzet. Paans denkt met genoegen aan die avond terug. Tientallen vrienden en bekenden hielpen een handje mee; zij dronken een glas, verzetten een stap en dronken toen nog een glas ’s Morgens vroeg, voor hij naar bed ging schreef Paans in zijn dagboek: het buffet is verzet. Maandag de vierde is er geen feest in De Zwaan”. Twaalf en een half jaar, dat is toch niks: nee we vieren het niet. Misschien over twaalf en een half jaar.[33]

In 1962 onderging het “Hotel, cafe-restaurant “De Zwaan” een grondige vernieuwing. Architect Rijkelijkhuizen ontwierp een warm interieur welke plannen aannemer Harrie Huybregts in enkele maanden uitvoerde. De Zwaan heeft aan gezelligheid gewonnen: in het bekende huis aan de Kapelstraat zal het nog prettiger toeven zijn.”[34]

Na Jo Paans

Als opvolger van Jo Paans in 1981 staat Doortje van de Hurk, geassisteerd door haar man Peter Toemen achter de tap. We lezen hierover in de krant.

Na 14 jaar namen Doortje (50) en Peter (52) Toemen afgelopen week afscheid van hun stamgasten. Ze droegen het etablissement over aan de nieuwe beheerder, het echtpaar van Gaalen, dat ook de tegenover De Zwaan gelegen Hostellerie Van Gaalen exploiteerde. De nieuwe uitbater vond het belangrijk dat het café de dorpsfunctie behield. Het deed bovendien dienst als hotel- en aperitief ruimte.

De jongste telg uit het bekende geslacht Fagel ondernam een kortstondige poging om Heeze een kippenrestaurant rijker te maken. Vervolgens werd het biljart weer teruggeplaatst en runde Patrick van Kemenade, een achterkleinzoon van de laatste van Kemenade, De Zwaan van 1996 tot 1999 en wijzigde de naam in Tapperij de Zwaan.

Werden er in het Zwaantje wel voorstellingen van allerhande gezelschappen gegeven, nu is er nog het muziekgroepje "Gin geheur" dat op zondagmorgen muziek in het Zwaantje ten gehore brengt.

“Herbergen staan dicht bij de kerk, zodat de mystiek zich vaak van deur vergist” (G. Durnez).

 

Gebruik was dat de instrumenten bespeeld gingen worden zodra de kerkdeuren van de tegenover gelegen kapel na de kerkdienst van tien uur open gingen. Toen er in 2004 een nieuwe predikant kwam, is men nogal eens van deze gewoonte afgeweken. De predikant kon er slecht een eind aan breien. Hij wist van geen ophouden op de zondagmorgen!
 

De gevelsteen die in 2007 is geplaatst in de voorgevel van De Zwaan, het geboortehuis van de Brabantse Dag, ter gelegenheid van de 50ste editie van dat evenement.

Alweer heel wat jaren zwaait Marco van de Heijden met een jong team de scepter. “Het Zwaantje” neemt een centrale plaats in Heeze. Tijdens de jaarlijkse festiviteiten in het dorp en vooral in de zomermaanden genieten veel fietsers en andere bezoekers bij het minste zonnestraaltje van het terras.

Gegevens afkomstig uit:

BHIC, Brabants Historisch Informatiecentrum te ’s-Hertogenbosch

RHCe, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven

KAH, Huisarchief Kasteel Heeze

NotEhn, Notarieel archief Eindhoven

NotGel, Notarieel archief Geldrop

NotHe, Notarieel archief Heeze

BevregHe, Bevolkingsregister Heeze

HeezeR, Heezer schepen protocol

MC, Meierijsche Courant

ED, Eindhovens Dagblad

[1] De prentbriefkaarten van de cafés zijn beschikbaar gesteld door Hub Baars, te Heeze.
[2] RHCe, HeezeR, 1651 folio 96, 9-4-1709.
[3] RHCe, HeezeR, 241, 15-10-1715.
[4] RHCe, HeezeR, 1709 folio 34verso, 16-2-1728.
[5] RHCe, HeezeR, 1671 folio 4, 19-5-1763.
[6] RHCe, HeezeR, 1672 folio 32, 9- 4-1766.
[7] Aantekeningen A.F.N. van Asten blz.177; was HeezeR, 79 (oud nr.).
[8] BHIC, Bosch protocol, 1456 folio, 29 april 1610.
[9] RHCe, HeezeR, 1719 folio 152, 13-12-1771.
[10] RHCe, HeezeR, 1698 folio 21, 7-5-1807.
[11] KAH, C61 folio 17-3, 1760-1860.
[12] RHCe, Kadaster Heeze, Aanwijzende tafel 1832.
[13] RHCe, NotHe, 1841 akte 86, 23 augustus.
[14] RHCe, NotHe, 1841 akte 131, 2 december.
[15] RHCe, NotHe, 1862 akte 94, 27 juli.
[16] RHCe, MC 10-11-1906.
[17] RHCe, NotHe, 1894 akte 92, 11 mei..
[18] RHCe, NotGel, 1924 akte 351 en 412, resp. 13 september en 31 oktober.
[19] RHCe, NotGel, 1926 akte 196, 7 mei.
[20] RHCe, MC 6-10-1908 en NotGel, 1926 fol. 196, 7 mei.
[21] In privé bezit.
[22] KAH, D70, bundel C.
[23] RHCe, NotHe, 1852, akte 17.
[24] RHCe, Kadaster Heeze, Aanwijzende tafel 1832.
[25] RHCe, MC 22-1-1903.
[26] RHCe, NotEhn, 1898, akte 45.

[27] Heemkronijk 1962 nr. 4.
[28] RHCe, Bevolkingsregister 1900-1920 en 1920-1930.
[29] KAH, Raambiljet uit verzameling notariële akten..
[30] KAH, F336.
[31] Henk van de Heijden, Heeze, Grondig bekeken, blz.40.
[32] Het betreft hier de heemkundekring.
[33] RHCe, ED 24-10-1962.
[34] RHCe, ED 13-4-1962.

Ga terug