Zevende zoon/dochter

Heemkronijk jaar:1996, jaargang:35, nummer:1, pag:5 -10

ZEVENDE ZOON/DOCHTER

door: Gerard Engels

 

Zo`n twintig jaar geleden werd mij, tijdens mijn genealogische verkenningen, gewezen op het (vroegere) gebruik de zevende zoon in een gezin de naam Louis (Ludovicus, Lodewijk, Aloysius, Loes, Lod) en de zevende dochter de naam Louisa (Wies, Aloysa) te geven.

Temeer daar er in ons land zelden zevende zonen c.q. dochters meer worden geboren en genoemd gebruik derhalve gedoemd is uit te sterven, ben ik sedert een paar jaar doende meer klaarheid te brengen in de oorsprong, de betekenis, de omvang en de geografische spreiding van die gewoonte.

Ten dele ben ik daarin geslaagd. Verscheidene vragen zijn nog onbeantwoord.

Een eerste gerichte poging bestond uit het raadplegen van het door J. van der Schaar samengestelde Woordenboek van voornamen (Prisma-woordenboek), waar ik op pagina 247 onder de naam Louis las: "Te Asten (nbr.) wordt de 7de zoon in een gezin Louis genoemd." Deze beknopte omschrijving zei mij wel iets, maar niet veel.

Vervolgens werd in het voorjaar van 1994 via het Eindhovens Dagblad (Helmond Plus) aandacht besteed aan het Louis-probleem. Diverse reacties volgden.

In het maartnummer 1994 van het Limburgs Genealogisch Tijdschrift werd het onderhavige onderwerp aan de orde gesteld. Ook dat leverde weer enkele interessante reacties op.

Tenslotte ontving ik nog menig telefonisch respons na op 5 september 1995 in het door Eric Kolen gepresenteerde radioprogramma Brabants Kwartierke mijn `zevende-zoon-/dochterverhaal’ te hebben gespuid.

Met spontane medewerking van een van mijn broers lukte het een lijst van zo’n honderd ”Louisen en Wiesen”, verspreid over de geboortejaren 1691/ 1968, samen te stellen. Verscheidenen van de nog levenden onder hen wisten te vertellen dat bij melding van zo’n familiegebeuren aan het Koninklijk Huis de ouders een premie van f 25,- ontvingen.

Dat was reden voor mij terzake meer bijzonderheden te vragen bij het Koninklijk Huisarchief in Den Haag. Uit het daarop ontvangen antwoord blijkt dat meldingen van de geboorte van een zevende zoon c.q. dochter ongeacht de naam van de boorling, met van giften vergezelde felicitaties werden beantwoord. Een recht op premie zou echter nooit hebben bestaan hebben.   

Meer concrete gegevens betreffende zo’n premie c.q. gift bleven echter uit totdat een kennis uit Venray mij in het najaar van 1995 berichtte dat zij in het Venrayse weekblad Peel en Maas van 14-01-1928 bij toeval een berichtje had gevonden luidende:

                Geysteren. De arbeider J. alhier, die voor eenigen tijd

                zijn zevende zoon geboren werd, ontving van H.M. de

                Koningin eene gift van f 25,-.

 

Wat de oorsprong van het verschijnsel betreft tast ik nog steeds in het duister. Evenmin is duidelijk geworden waarom er twee groepen te onderscheiden zijn, en wel:

a. De groep Lodewijk, die als patroonheilige Koning Lodewijk IX van  Frankrijk kent. Lodewijk nam deel aan de zesde en ZEVENDE kruistocht. Tijdens deze laatste is hij op 25 augustus 1270 nabij Tunis overleden. Deze groep houdt 25 augustus als naamdag aan.

b. De groep waarvoor Sint-Aloysius van Gonzaga als patroonheilige geldt. Sterf- c.q. naamdag 21 juni.

Qua aantal zijn beide groepen nagenoeg gelijk.

 

Wat de geografische spreiding van het Louis-verschijnsel betreft kwam overduidelijk een smalle strook rondom de (Brabantse en Limburgse) Peel naar voren. Daartoe behoren nog wel Lierop en Someren, maar elders, zoals in Heeze, Leende en Geldrop, kende men het verschijnsel niet.

Daar binnen het ”werkgebied` van onze heemkundekring het verschijnsel, zoals gezegd, onbekend is heb ik nagelaten de lange lijst met namen hier op te nemen.

Een interessant voorbeeld wil ik de lezer echter niet onthouden. Het Venrayse gezin Claessens-Teuws, dat in 1929 al twaalf kinderen telde (zes jongens en zes meisjes), werd op 13-06-1929 verrijkt met een tweeling, een jongen, Louis, en een meisje, Louise.

Naar tijdens mijn onderzoek bleek, kent het zevende-zoon-/dochter verschijnsel echter nog andere gebruiken dan de (streekgebonden) naamgeving Louis of Louise.  

In Empel kwam in 1905 Willem van Rooy ter wereld. Dat hier een bewuste relatie met het Koninklijk Huis werd bedoeld had tot gevolg dat Willem z’n ganse leven ter plaatse als Willem de Koning werd aangesproken.

In België kent men weer een andere gewoonte. Wordt er in een gezin een ononderbroken reeks van zeven zonen c.q. dochters aan het Koninklijk Huis gemeld en krijgt het kind de naam van de koning(in), dan treedt deze als doopgetuige van boorling nummer zeven op.

Tijdens de Koningin Astridperiode werden 46 meisjes geboren die aan genoemd criterium voldeden. Als geboortegeschenk ontvingen ze o.m. een luiermand met zes hemdjes, zes navelbandjes, zes borstrokjes, zes doeken en 100 franken. De zevende zoon in rij werd gefêteerd met een spaarboekje, waarop een eerste inleg van 1000 franken prijkte.

De koninklijke petekinderen worden nog steeds betrokken bij bepaalde gebeurtenissen aan het koninklijk hof. Zo werden alle petekinderen van Koning Boudewijn uitgenodigd diens begrafenis bij te wonen.

Een aanwijzing dat in België met betrekking tot de zevende zoon/dochter de naam Louis(a) ook niet vreemd is moge het volgende zijn.

Ik ben in het bezit van een kopie-geboortekaartje (uit 1967) van een zevende dochter in het gezin Elst-Van Bragt in het dorp Essen, die de namen Fabiola Jeanne Louisa kreeg.

Mijn vrouw ontdekte in haar weekblad Margriet (aflevering 5/ 1995) in een artikel over Evita Peron het volgende: "Evita Peron neemt de tradi-tionele rol van de president over. Dat betekent dat ze peetmoeder wordt van elke zevende zoon die in een gezin wordt geboren. Deze traditie bevordert de bevolkingsgroei die het land zo nodig heeft. Het gezin krijgt (van haar) een nieuw huis etc. etc."

Vanuit de Kempen bereikte mij het bericht dat in Riethoven indertijd de zevende zoon de voornaam van de pastoor als douceurtje kreeg.

Persoonlijk heb ik vastgesteld dat in het hiervoor al beschreven geval uit Geysteren de boorling als derde naam de naam Josephus (van de toenmalige pastoor Janssen) kreeg geschonken.

Reacties op deze bijdrage worden met veel belangstelling tegemoet gezien door:

 

G.A. Engels

Willibrorduslaan 16

5591 BG Heeze

Telefoon (040) 226 14 33.

Ga terug