Een boek over een jubilerend gilde in Leenderstrijp

Heemkronijk jaar:1995, jaargang:34, nummer:3/4, pag:175 -177

EEN BOEK OVER EEN JUBILEREND GILDE IN LEENDERSTRIJP

door: J.J.F. de Waal

 

Zaterdag 2 september 1995 was een historische dag voor Leenderstrijp. Niet alleen vierde het Gilde St.-Jan Baptista toen met een feestelijke receptie zijn 350-jarig bestaan, maar ook werd tijdens die receptie het Historisch Gildealbum gepresenteerd. Genoemd album is geschreven en samengesteld door gildebroeder Max Farjon en heet officieel, volgens het titelblad, Het Gilde St-Jan Baptista & Leenderstrijp. 350 jaar historie en gebruiken. Het boek is een uitgave van de Sponsorcommissie van het Gilde St-Jan te Leenderstrijp, terwijl de druk en de opvallende grafische verzorging in handen waren van QF druk/vorm/boek te Leende.  Prijs (tot 1-1-1996): f 85,-; besteladres: genoemde Sponsorcommissie, p/a Rabobank, Postbus 7, 5595 ZG Leende.

Het opmerkelijke feit doet zich nu voor dat in de kleinste kern van ons heemgebied het dikste, grootste, ja, uitvoerigste boek is verschenen over de geschiedenis van die kern. Om maar meteen een oordeel te geven: het boek is een juweel en Max Farjon verdient als auteur/geestelijk vader van dit werk alle lof. Wie zich voor Leende en Leenderstrijp of voor het gildewezen interesseert, kan niet om dit letterlijk en figuurlijk gewichtige boek heen (ruim 300 bladzijden; formaat: 25 x 32 cm; gebonden; bevattende ruim 400 foto’s, tekeningen en diagrammen waarvan vele in kleur en vrijwel alle speciaal voor het boek gemaakt).

Een inhoudsopgave kondigt de behandeling aan van de geschiedenis van Strijp en van het Gilde St.-Jan Baptista, met een apart hoofdstuk over de koningen, die zijn opgenomen in een ‘encyclopedie’. Vervolgens komen zaken als de organisatie van het gilde, het financieel beheer, de attributen, gebruiken en activiteiten als schieten of vendelen aan bod. De hier gegeven simpele opsomming doet het werk echter bepaald te kort. Het betreft geen boek om na van de inhoud kennis genomen te hebben, weg te zetten, maar om al kijkend en lezend keer op keer door te bladeren.

titel blok 2

Het is de grote verdienste van Max Farjon een aantrekkelijk boek te hebben gemaakt voor een gevarieerd publiek. Gebruik van “geleerde” taal is hem vreemd, zijn teksten zijn bijzonder toegankelijk en gelukkig stelt de auteur zich niet op als de belerende allesweter. Hij geeft zijn informanten alle eer. Veel lezers zullen hem dankbaar zijn. Zij kunnen genieten van een gilde-album in de ware zin van het woord, een geslaagde, fraaie combinatie van lees- en kijkboek.

Dit houdt niet in dat Max Farjon met zijn behandeling van het gilde de moeilijkheden uit de weg is gegaan; verre van dat. Het boek biedt zoveel nieuwe informatie over het gildewezen, waarvan geen aspect onbesproken blijft, dat men het doorzettingsvermogen van de auteur om die informatie te achterhalen moet prijzen. Die verleent dit boek daarom een belangrijke toegevoegde waarde. Farjons originele series tekeningen van de vendel-techniek of bijvoorbeeld bepaalde illustraties van zelf geschilderde gilde-taferelen (zie blz. 4b3 en 7f3), zij alle maken de publikatie persoonlijk en bijzonder. Slechts wie een grote liefde voor zijn onderwerp koestert is in staat zich zo langdurig (ongeveer acht jaar) en toegewijd in deze materie te verdiepen.

Voor een grondige bespreking, die het boek volledig recht zou doen, ont- breekt de ruimte in de Heemkronyk. Zijn werk is achter de rug, het jubileum is gevierd. Die feestelijke gebeurtenis kreeg voor het Leenderstrijpse gilde extra luister door de presentatie van het boek. Veel lovende woorden zijn er intussen terecht over gesproken en geschreven. Het Gilde St.-Jan Baptista legt eer in met deze schitterende publikatie.

Auteur Max Farjon, die behalve gildebroeder ook lid van onze heemkunde-kring is, verdient een gelukwens met zijn blijvende prestatie. Hij heeft geschiedenis geschreven.

Ga terug