Langs kronkelwegen

Heemkronijk jaar:1993, jaargang:32, nummer:1, pag:21 -28

LANGS KRONKELWEGEN

door: Piet Brock

 

Het liefst struin ik onbekommerd door het bos, langs de oever van 'n beek of dwars over de hei, zonder rekening te hoeven houden met gebaande of ongebaande paden. Nee, lezeres of lezer, ik weet wat u wilt zeggen. Ik volg nu wel het betreden pad door 'n natuurgebied, al zal het deze keer 'n kronkelweg zijn met aandacht voor historische zaken die wij onderweg tegenkomen. 

We beginnen onze tocht op de eerste platte brug in de Boschlaan nabij het kasteel Eijmerick in Heeze. De Groote Aa loopt hier onder de brug door en maakt dan 'n scherpe bocht naar rechts. De hoek die de beek  hier maakt met het weiland wordt in de volksmond De Watermolen  genoemd. Of hier ooit ’n watermolen heeft gestaan kon mij niemand  bevestigen. 't Is wel 'n ideale plaats voor 'n watermolen. Er is water-aan bod vanuit twee verschillende beken. Ook het ven de Halve Maan, dat in de nabijheid ligt, kan gebruikt zijn als waterreservoir voor de watermolen. Een andere naam die nog gebruikt wordt voor dit weiland is de Halve Cirkel, naar de vorm van het land.

Juist voorbij de brug begint aan de noordzijde van de Boschlaan de  Engelse Tuin.

 

 De Engelse Tuin

Onlangs is in het archief van het kasteel van Heeze een tekening van twee bij anderhalve meter boven water gekomen uit 1798, waarop de tuinen van het kasteel in kaart zijn gebracht.(1) Duidelijk is op deze kaart de Engelse Tuin te zien met zijn slingerpad en slingerloopjes. Op de topografische kaart van vandaag zijn deze paadjes nog exact zo terug te vinden. Het park is indertijd aangelegd volgens de Engelse landschapsstijl met als principe dat alles zo natuurlijk mogelijk moest zijn. Het was 'n reactie op de Franse stijl die uitging van strakke rechte lijnen, van symmetrische en geometrische patronen, van 'n open landschap met veel rechtlijnige heggen.

In de Franse stijl vormde het kasteel of het huis het centrale punt.

De Engelsen namen het natuurlijk landschap als uitgangspunt.

De tuinen werden aangelegd met grillig gevormde percelen, met slingerpaden, met bosschages, met steeds andere doorkijkjes, met waterpartijen in 'n geaccidenteerd terrein.

Men liep als 't ware van het ene schilderij naar het andere. Het kasteel of het huis was niet meer het centrale punt. Men probeerde ook de tuin zo natuurlijk mogelijk in het omringende land te laten overgaan. Het geheel vormde 'n schilderachtig en romantisch landschap.

De klassieke en rationalistische stilering van het landschap moest plaats maken voor het "natuurlijk" bos. De negentiende-eeuwse romantiek diende zich in alle hevigheid aan. De Engelse Tuin in Heeze is hiervan 'n mooi en vroeg voorbeeld omdat pas rond 1770 deze romantische landschapsstijl vanuit Engeland overwaaide naar het westen van ons land.

Wij vervolgen onze weg en kuieren door over de Boschlaan tot aan de tweede platte brug en laten de lelietjes-van-dalen in de Engelse Tuin achter ons. Onder de tweede brug stroomt de Sterkselsche Aa. Deze beek beschermt met de Groote Aa het kasteel in één grote omarmíng. Aan de voet van 'n oude kastanjeboom in de Engelse Tuin vloeien beide beken samen en gaan zij verder door het leven onder de naam Kleine Dommel of Rul.

 

De Baai-Aa

Kijken we vanuit de tweede brug uit over de Sterkselsche Aa, richting ijskelder, dan komen wij oog in oog te staan met De Verliefde Boomen. Duizenden briefkaarten zijn vanuit Heeze de wereld overgegaan met "Heeze, De Verliefde Boomen".

De foto die hierbij is geplaatst, werd op 8 juni 1956 door Ben en Bep naar familie in Amsterdam verstuurd. Portokosten twee cent.

Gaan wij het pad in langs de ijskelder, dan zien wij op de getekende kaart uit 1798 dat er een brugje loopt vanuit de kasteeltuin over de gracht. Dit was 'n ophaalbrugje. Personeel kon binnendoor zonder omwegen ijs halen uit de ijskelder voor de bewoners van het kasteel. De huidige ijskelder is pas in 1907 gebouwd.(2)  Waarschijnlijk heeft de ophaalbrug daarvoor slechts als achteruitgang gefunctioneerd voor de bewoners van het kasteel die zich begaven naar de bossen of velden gelegen achter het kasteel. De ophaalbrug is in 1963 verwijderd. De ijskelder werd na de Tweede Wereldoorlog niet meer gebruikt als gemetselde koelkamer. De ophaalbrug verloor daardoor ook haar directe functie van toegangspoort voor de ijskelder.

Onder de imposante beukeboom nabij de ijskelder heeft eertijds de stenen bank gestaan met het wapen van de gemeente Heeze en met het wapen van de kasteelheer erop. (Hoog op de takken ziet u de gevaarlijke porseleinzwam staan, waardoor de beuk is aangetast.)

De bank is door het gemeentebestuur van Heeze in 1954 bij gelegen-heid van de vijftig jaren dat Samuel John baron van Tuyll van Seroos-kerken in het kasteel woonde aan hem geschonken. Bewoners weten mij nu nog te vertellen dat baron Samuel John vaak op deze bank zat om te genieten van de natuur rondom hem. De stenen bank staat nu sinds 1965 opgesteld op het binnenplein van het kasteel.

Na dit uitstapje gaan we weer terug naar de brug en lopen langs de oever van de Sterkselsche Aa aan de andere kant van de beek. We komen dan uit in een parkje met oude eike- en beukebomen en doorkruist door slingerpaadjes.

Eén heel oude beuk, waarvan de top door de wind is afgebroken, staat er hoekig en kaal als 'n modern kunstwerk te kijk. De stam is generaties lang door de jeugd van Heeze gebruikt als publikatiebord om te getuigen van ontwakende liefdes.

Spechten en velerlei zwammen zijn de definitieve aanval op de beuk begonnen. De boom maakt deel uit van de natuurlijke kringloop, waarbij het hout geleidelijk wordt omgezet in voedingsstoffen waaruit het oorspronkelijk is opgebouwd.

We zijn nu op de plaats gekomen waar generaties jonge moeders uit  Heeze op zondag of op andere vrije dagen naar toe trokken met hun kroost. Ook de oudste meisjes werden vaak met de kleinste in de kinderwagen en 'n fles ranja en ‘n buil vol boterhammen naar de school gestuurd om daar de rest van 't grut na schooltijd op te vangen, om dan met z'n allen naar De Baai-Aa of het Baai-Water te gaan. De naam zegt 't al, pootje baaien, in het water spelen, picknicken en ravotten door de bosjes. De rokken werden allemaal in de onderboks gefrot, hier en daar nog 'n grote sluitspeld, en iedereen was volgens de lokale mode gekleed en klaar om volop plezier te maken in en rond 't water.

Mevrouw Bosmans-Vertogen vertelde mij dat haar vader voor haar en haar zusjes rond 1930 uit Amsterdam gebreide zwempakjes had meegebracht. Het was geen succes. De kinderen Vertogen bleven pootje baaien zoals alle kinderen in Heeze dat al vele jaren deden: de rokken in de boks. Ook grootmoeders trokken met de kleinkinderen naar deze oase van rust, gelegen aan de kronkelende Sterkselsche Aa met helder water en schoon geel zand. Breeduit zaten ze op oude moltons de hele bedrijvigheid van 't jonge spul aan te zien, volop buurtend met elkaar. Dit was feest, dit was ontspanning.

De platte brug aan de Boschlaan was aan die kant de uiterste grens om te spelen, terwijl de eerste ronde brug, 'n 150 m stroomopwaarts aan de andere kant, het territorium bepaalde tot hoever de kinderen daar mochten gaan. Vanaf de ronde brug konden zij lekker in het water springen. Het was 'n brug zonder leuning.

De Baai-Aa, 'n historisch parkje waar vele oudere Heezenaren met weemoed en nostalgie aan terug zullen denken, een plek waar zij voor f 0,30 per jaar met het hele gezin konden genieten van water, zand en natuur. Wie weet, zijn hun initialen nu nog op de monumentale, stervende beuk te vinden.

 

De Waskom

Beste lezeres en beste lezer, na het bezoek aan de Baai-Aa gaan wij naar ons volgende unieke plekje aan de Sterkselsche Aa. Ik ben uitgekomen bij de brug met de stuw, die daar op 2 oktober 1982 door de Stichting Het NoordBrabants Landschap met behulp van geldelijke steun van het Wereldnatuurfonds is geplaatst. U kunt deze brug bereiken door de Boschlaan verder in te lopen en dan het eerste zandige pad rechts in te slaan. U kunt er ook komen als u het pad tussen de ijskelder en de gracht van het kasteel volgt.

Dit natuurgebied heeft altijd tot de verbeelding van de Heezerse mensen gesproken. Uitg. H.E. v.d. Paal in Heeze, de eigenaar van de vroegere drankhandel annex drogisterij aan de Kapelstraat, verkocht er briefkaarten van met als onderschrift: "Heeze, Zwitserlandje in 't Bos".

In de stukken van de Stichting Het NoordBrabants Landschap lees ik dat leden van die stichting dit gebied "Klein Paradijs" noemen. Maar onder de schooljeugd van Heeze, met name de jongens, was dit natuurgebied bekend onder de naam "Waskom".

Ver voor de Tweede Wereldoorlog al was dit de speeltuin van de opgeschoten jongens van Heeze. Hier vonden zij elkaar, die branieschoppers vanuit Ginderover en de Nieuwendijk en de alles-durvers vanuit de Jan Deckersstraat en de Kapelstraat. Hier wachtte hun het avontuur. Na schooltijd even langs huis en dan, roets, zo snel als 't kon naar de Waskom. Met slechts een onderbroek aan doken zij, Heezerse jongens onder elkaar, het wiel in. Hier leerden zij zwemmen, hier rookten zij hun eerste sigaret en hier zeilden zij hangend aan 'n zeel van oever tot oever, Tarzan gelijk. Waren de jongens moe gespeeld en weer allemaal naar huis toe, dan lag 't gebied met de kronkelende Sterkselsche Aa er heel rustiek en schilderachtig bij. Een ideale plaats om romantische gevoelens op te roepen.

Menig Heezers stel heeft tussen licht en donker met een verliefd hart het slingerpad afgelopen, aan de waterkant gezeten of dicht bij elkaar op 't bankje met de overhuivende takken van de wakende eik.

Als u op de platte brug staat, die de tweede ronde brug van vroeger heeft vervangen, ziet u dat de stuwbalken uit de brug zijn gehaald. In 1982 werden in deze brug schotten geplaatst om het water van de Sterkselsche Aa weer te dwingen de eeuwenoude natuurlijke loop met zijn vele kronkels te vervolgen. Gedurende tien jaren had deze mean-derende bedding bijna droog gelegen omdat deze bocht van de Sterkselsche Aa was afgesneden. Een 70 m lange sloot was gegraven om het water sneller te doen afvoeren en ook om te voorkomen dat de kronkelende beek bomen zou ondergraven, zodat zij bij de eerste de beste windstoot zouden omvallen. U ziet wat er is gebeurd, de gegraven sloot is volgeslibd met zand, tientallen meters lang en wel 'n meter dik.

Alleen onder de brug is nog een plas water blijven staan doordat het overtollige water over de stuwbalken gutste, daardoor weer meer snelheid kreeg en het zand pas enkele meters verder afzette, omdat dan de snelheid van het water weer geringer was geworden. Een poel voor padden is het schone resultaat.

De Sterkselsche Aa heeft in de afgelopen tien jaren laten zien wat haar natuurkrachten zijn. Ze heeft zich dieper in het landschap geslepen. En halverwege november 1992 heeft ze laten zien waartoe ze weer in staat is, en heeft haar tol geëist. De dikste zomereik is onderuit gehaald en is in het water gestort, vier, vijf andere bomen meesleurend in zijn val. Een teken van leven.

Maar in de Waskom, het Klein Paradijs of Zwitserlandje in 't Bos, hoe 't ook genoemd mag worden, kan de Sterkselsche Aa al kronkelend en meanderend, de buitenbochten uitschurend en in de binnenbochten het zand voor een deel afzettend, weer verder bouwen aan 'n gezonde laaglandbeek waar beekprik, bermpje, kleine modderkruiper, beek-grondel, beekjuffer en larve van de eendagsvlieg zich thuis voelen. Dan komt ook weer de kleurrijke ijsvogel terug. Aan de kwaliteit van het water moet dan nog wel grote zorg besteed worden.

Tot zover onze wandeling langs kronkelwegen, rond 'n deel van de Sterkselsche Aa.

Lezeres, lezer, ga nu zelf op pad en op avontuur.

En wilt u met 'n groepje dit gebied of welk ander natuurgebied in Heeze, in Leende of in Geldrop bezoeken, en wilt u daarbij wat uitleg van 'n natuurgids, neem dan contact op met het plaatselijke IVN.

De medewerkers gidsen u met genoegen door de natuur die ons hier nog rijkelijk omgeeft.

 

NOTEN

(1)        H. Tromp en T. Henry-Buitenhuis (red.), Historische buitenplaatsen in particulier bezit, Utrecht, 1991.

(2)        A.W. Reinink, IJskelders, koeltechnieken van weleer, Nieuwkoop, 1981.

 

Ga terug