Thielemans Maas: De 19de-eeuwse brouwer-burgemeester van Leende

Heemkronijk jaar:1989, jaargang:28, nummer:2, pag:57 -68

THIELEMANUS MAAS: DE 19de-EEUWSE BROUWER-BURGEMEESTER VAN LEENDE

door: Guusje Veldhuizen

 

”Mijn hele vermogen, alles wat ik bezit, hof, huis en haard heb ik ervoor over indien je niet trouwt en hier blijft wonen," sprak wanhopig Thielemanus Maas in 1882 tot zijn nichtje Marie-Louisse Kneepkens.

"Dan gaan we nu meteen naar Notaris Neomagnus in Heeze en vermaak ik je tot mijn enigste erfgename." Er was weinig hoop in zijn stem, toen hij met deze woorden zich aan de laatste strohalm vastklampte. "Hoe moet ik verder zonder jou!"

Bedroefd keek de bijna blinde man naar de stralende jonge vrouw, die jarenlang zo voortreffelijk zijn huishouden had bestierd.

De 25-jarige Marie-Louisse, dochter van zijn jongste zuster Maria-Josephina, was zojuist vol vreugde en geluk komen vertellen dat Ferdinand Goossens, een graanhandelaar uit Eindhoven haar ten huwelijk had gevraagd. Hij was een goede partij en ze wilde graag een eigen gezin, . . .  dat moest oom 'Tilman' toch begrijpen. . .!

"Hij zal het niet begrepen hebben," vertelt mevrouw Pauline Swinkels/Janssen (Bijlage I-1) uit Eindhoven, kleindochter van de bovengenoemde Marie-Louisse. "Oom Tilman begreep niets van vrouwen en dat was misschien een van de redenen dat hij nooit trouwde. Toen hij nog in zijn funktie van burgervader van Leende huwelijken sloot, kwam hij na afloop thuis in de brouwerij "De Swaen" op Oisterik en dan zei hij tegen zijn grootmoeder: "Ik heb er weer twee gelukkig gemaakt . . ., dat menen ze tenminste!!"

Wie was deze Thielemanus, die door zijn rijkdom, eenzaamheid, status en lokatie de hoofdrol zou kunnen spelen in een fascinerende streekroman?   

Die zo invloedrijk was dat hij de tienden namens alle grondeigenaren te Leende afkoopt van de familie van Tuyll van Serooskerken én van de Rooms-Katholieke kerk door een volmacht van de aartsbisschop van Utrecht?

Die een geheim testament maakt waarin hij niet alleen zijn aardse goederen verdeelt, maar ook nog zo het een en ander wenst voor zijn zielerust en nagedachtenis, tot dertig jaar na zijn sterven!

Mijn nieuwsgierigheid werd vooral gewekt door het met twee rode lakzegels verzegelde testament, dat zomaar 80 jaar later nog als akte nr.31 tussen allerlei andere openbaar toegankelijke stukken van de notaris in het archief lag, door de archivaris werd geopend en door A.F.N. van Asten in de Heemkronijk werd gepubliceerd. (Bijlage I-2)

Ondanks dagenlang gesnuffel in Rijks- en Streekarchieven, in hele dikke boeken die Memorie van Successie heten, belastingboeken dus, in raadsnotulen en testamentenregisters 'kwam hij niet tot leven'!

Ook gesprekken met verre verwanten leverden weinig of niets op. Geen streekroman dus, desondanks is het toch gerechtvaardigd de bijeenvergaarde gegevens op een rijtje te zetten, zodat een beeld ontstaat van een uniek persoon, gevormd door de omstandigheden van zijn tijd: de negentiende eeuw.

 

HET  OUDERLIJK  GEZIN

Thielemanus Maas werd op 12 februari 1822 te Leende geboren in het ouderlijk woonhuis annex brouwerij - boerderij op de Oisterikkerdijk, als derde kind van Wilhelmus Maas en Maria Elisabeth Kemps.

Zijn vader Willem had het imposante familiecomplex in 1815 laten (ver)bouwen om niet alleen als brouwer de familietraditie voort te zetten, maar ook om meer status te verkrijgen met het oog op een huwelijk met een rijke erfdochter.

Op 45-jarige leeftijd trouwde Willem Maas op 25 januari 1818 met de 18 jaar jongere Maria Elisabeth Kemps, enige dochter van Tielemanus Kemps en van Joanna Catharina Hertroijs uit Valkenswaard. Deze laatste was een dochter van een bekend Valkenier aan het Hongaarse en het Boheemse hof.

Uit dit huwelijk van Willem en Maria Elisabeth werden negen kinderen geboren, waarvan Thielemanus (Tilman) de oudste zoon was (zie:bijlage II).  Wat in die tijd meer gebruikelijk was dan uitzondering overkwam ook deze familie. Nog maar 45 jaar jong stierf moeder Elisabeth. De zo goed als blinde Willem bleef achter met acht kinderen, waarvan de jongste nog maar een kleuter was van vier jaar en de 'onnozele' zoon Jacobus die evenals zijn vader aan staar leed, een erfelijke oogziekte, waarmee ook nu nog enkele nazaten geplaagd worden.

Drie jaar later op 4 april 1839 werd ook vader Willem op 66-jarige leeftijd ten grave gedragen, waardoor de 17- jarige Tilman als oudste zoon, hoofd van de familie werd. Zeker was dat de acht weeskinderen niet arm en hulpeloos achter bleven. De twee oudste zussen waren goed in staat om voor de kleintjes te zorgen. En er was de meesterknecht die met hulp van knechten en meiden zowel de brouwerij als de boerderij draaiende hield. Bovendien was daar nog de uitgebreide familie Maas en de rijke en invloedrijke familie Kemps. Zo waren er alleen al de zes broers van moeder Elisabeth, waaronder de bekende Bartholomeus Kemps (1787-1863), die 54 jaar priester was, waarvan 44 jaar pastoor in Asten. Oom Petrus Kemps (1800-1879) was o.a. 37 jaar pastoor in 's-Hertogenbosch en kanunnik van het Kathedraal Kapittel.

Oom Paulus, een rijk koopman en later burgemeester van Leende (1851-1859), zal zeker de kinderen met raad en daad hebben bijgestaan.

 

BURGEMEESTER  VAN  LEENDE

In 1860 volgde Thielemanus zijn oom Paulus op als burgemeester van Leende (bijlage II-3) op de jeugdige leeftijd van 38 jaar. Zijn drie zusters waren inmiddels getrouwd en broer Petrus was tot priester gewijd. Alleen de zwaar gehandicapte Jacobus stond onder zijn kuratele.

De grootste handicap van de jonge burgemeester was dat hij net als zijn vader ook in ernstige mate aan staar leed. Moest zijn vader Willem voor genezing nog zijn heil zoeken bij een gebeds-genezer in Bamberg, Duitsland (Bijlage I-3), in 1870 kon Tilman in Düsseldorf met sukses een oogoperatie ondergaan. Jarenlang kon hij weer redelijk zien, totdat hij in 1877 wegens blindheid zijn burgemeestersambt moest neerleggen (Bijlage II-3).

Volgens de mooie woorden die op de laatste raadsvergadering gesproken werden door diverse raadsleden, had Leende de laatste zeventien jaar een goede burgervader gehad, die met wijsheid en liefde het dagelijks leven van de burgers in goede banen wist te leiden.

 

THIELEMANUS  KOOPT  DE  TIENDEN  VAN  LEENDE  AF

Het tiendrecht was een oud belastingstelsel uit het begin van de Middeleeuwen, waarover natuurlijk altijd grote ontevredenheid bestond bij de overwegend arme ploeterende plattelands-bevolking. Tiendrecht was het recht op een evenredig deel  van de gewassen op de door een ander gebruikte grond. Zo bezat ook de heer van Heeze en Leende de zogenaamde grote of grove of koorntienden, maar ook de kleine of smaltienden, d.w.z. tienden van lammeren, bijen, varkens enz. (Bijlage 1-4).

Geregeld kwamen de boeren hiertegen in opstand. Zo ook in het midden van de vorige eeuw. De boeren van Leende verhinderden o.a. in 1848 de pachters hun tienden aan de toenmalige barones af te staan, waarbij zelfs met scherp werd geschoten. Men wilde de tienden niet meer opbrengen; men trok het recht van de Heer op de tienden in twijfel.

Thielemanus Maas, die deze opstand van nabij meemaakte en als burgemeester het gemor van de bevolking zeventien jaar lang heeft moeten aanhoren, zag op een gegeven moment kans tussen de partijen te bemiddelen en tot een oplossing te komen. Nog geen week na zijn afscheid als burgemeester verscheen Thielemanus voor de notaris Neomagus te Heeze, mede optredend voor alle grondeigenaren in Leende en daardoor tiendplichtig aan de familie van Tuyll van Serooskerken, eigenaars van de tienden. Aan de andere zijde waren aanwezig de twee freules Anna en Ursule, terwijl de heer Johannes H.C. Kremer optrad voor de twee broers, n.l. de baron Reinoud Karel die in Utrecht woonde en de onder kuratele gestelde baron Karel, die ook op het kasteel te Heeze woonde. Beide partijen sloten een akkoord waarbij de familie van Tuyll afstand deed van tienden van vele stukken grond. (Bijlage 1-5).

Namens alle grondeigenaren betaalde Thielemanus Maas de som van f 51.200,-.

Vier weken later verscheen Thielemanus weer voor dezelfde notaris, nu in gezelschap van pastoor Smits uit Leende. Deze trad op als volmacht van de aartsbisschop van Utrecht om afstand te doen van de tiendrecht dat de R.K. Kerk te Leende had. Namens de tiendplichtige grondeigenaren in Leende betaalde Thielemanus de som van f 9250,- in de raadskamer op het gemeentehuis van Leende.

 

ZIJN  TESTAMENTEN  EN  ERFGENAMEN

Zeventien jaar later woont Thielemanus nog altijd in het grote brouwershuis "De Swaen" op Oisterik, als hij op 8 april 1894 notaris Franciscus Schrijvers uit Heeze naar zijn woning laat komen om zijn testament op te maken. Het werd een geheim testament, d.w.z. dat de inhoud niet bekend is aan de notaris en de getuigen. Deze geheime uiterste wil zat verpakt in “eenen papieren omslag, welke hij, komparant met zijn gewoon cachet  door twee afdrukken in rood lak heeft verzegeld, terwijl hij verklaarde dat hetzelve zijn geheim door een ander geschreven. doch door hem geteekenden uiterste wil bevat, welke hij verlangde, dat door de notaris onder zijn minuten zoude worden bewaard . . .”

Bijna een eeuw lang bleef dit testament tussen de papieren van notaris Schrijvers bewaard; ongeopend en geheim(zinnig). Totdat in 1984 de heer Antoon F.N. van Asten, genealoog en heemkundige, genoemd testament ontdekte en met toestemming van de archivaris de nog in tact zijnde rode lakzegels (met daarin de initialen T M) verbrak. In dit dokument stond o.a. het volgende geschreven:

 

Dan gaat hij verder met de verdeling van zijn bezittingen:

Neef Louis Kneepkens, zoon van zijn jongste zus Josephine, erft de brouwerij met inventaris en de voorraad bier, gerst en mout; doch niet de paarden, vee, vruchten en gewassen. Wel het woonhuis, evenwel zonder inboedel. Alle verdere bezittingen zoals bouwgronden, obligaties, gelden e.d. worden in vijf gelijke delen verdeeld tussen de twee broers en drie zusters, of de kinderen daarvan. (Bijlge I-5)

Het ligt voor de hand dat Thielemanus later een ander testament heeft gemaakt, terwijl de notaris vergeten was bovengenoemd dokument te vernietigen. Het centraal testamentenregister in Den Haag; bracht uitkomst.

In het Streekarchief te Eindhoven vond ik tussen de papieren van notaris Schrijvers, die intussen eind vorige eeuw, ook naar Eindhoven was verhuisd een tweede testament. De verkorte inhoud van het tweede testament luidt:

 

In vergelijking met het eerste testament valt onmiddellijk op dat er geen bepalingen meer instaan omtrent doodskist, grafmonument, begrafenis, e.d.  Maar nog opmerkelijker is de geschrapte Louis Kneepkens, de erfgenaam van de brouwerij. Volgens welingelichte familiebronnen was Thielemanus zelf al tot de ontdekking gekomen dat neef Louis Kneepkens niet de juiste opvolger en beheerder van het familiebedrijf was: "Hij brouwde er niets van".

Niet lang hierna nam Thielemanus het besluit zijn erfgoed te verlaten; de plek waarop hij was geboren en getogen, waarop zijn voorgeslacht eeuwen had geleefd, waarop hij en zijn verwanten lief en leed hadden gedeeld. Maar daar kwam veel goeds voor in de plaats. Hij nam zijn intrek bij zijn nichtje Marie-Louisse, dezelfde die hij in 1882 tot zijn erfgename wilde maken, mits ze maar voor hem wilde blijven zorgen. Het grote huis op de markt in Eindhoven van de graanhandelaar Goossens was ruim genoeg, ondanks de stoet kinderen die Louisse had gekregen. Gezellig was het zeker dat zijn zus, de weduwe Josephine Kneepkens, de moeder van Marie-Louisse, 'n jaar eerder (en nog pas 66 jaar) ook bij haar dochter was gaan inwonen.

Op 22 januari 1904 overleed 'Tilman' geheel onverwacht. Marie-Louisse vond hem in de morgen dood op bed. Na een stijlvolle begrafenisdienst in de St. Catharinakerk werd hij begraven op het kerkhof aan het Frederik van Edenplein te Eindhoven, waar de eens spierwitte marmeren graftombe nog staat, doch waar  -van weinigen nog weet hebben.

Marie-Louisse behaalde de eerbiedwaardige leeftijd van 97 jaar, zodat ze haar omvangrijke nageslacht vele malen heeft kunnen vertellen over het brouwersgeslacht uit Leende (Bijdrage I-6). Zodoende kan 'n klein stukje geschiedenis uit ons heemgebied worden bijgeschreven.

 

BIJLAGE  I

NOTEN

(1)    Mevrouw Pauline Swinkels-Janssen heeft niet persoonlijk haar oud-oudoom Tilman Maas gekend, maar wel zijn zuster Josephine, haar overgrootmoeder (1832-1917), overleden op 85-jarige leeftijd te Eindhoven, in het huis van haar dochter Marie-Louisse en schoonzoon Goossens (graanhandelaar) op de markt, waar ook Tilman tot zijn          laatste dag verbleef en op 86-jarige leeftijd overleed.

Ter verduidelijking de afstamming van Wilhelmus Maas, gehuwd met Pauline Swinkels-Janssen:

Leende, Wilhelmus Maas, 1773-1839 x Maria Elisabeth Kemps, 1791-1836;

Erfopvolger, ongehuwde zoon Thielemanus, 1822-1904; Leende, dochter Josephine, 1832-1917 x Budel A. Kneepkens, Budel, 1834-1881;

Budel, dochter Marie Louisse Kneepkens, 1858-1955 x F. Goossens, Eindhoven;

Eindhoven, dochter Pauline Janssen, 1883-1972 x M. Janssen, 1879-1945;

Eindhoven, dochter Pauline Janssen, geb. 1908 en overleden 27-06-1989, gehuwd met Wilhelm Chr. Swinkels, geb. te Eindhoven 1899, overl. aldaar 1987.

(2)    Heemkronijk, jaargang 24, nr.2, 1985.

(3)    Heemkronijk, jaargang 27, nr.4, 1988. Hierin beschrijft J.J.F. de Waal over de gebedsgenezer van Bamberg, bij wie Willem Maas in 1821 genezing zocht.

(4)    Uit: "De Heerlijkheid", door F. Ketelaar, blz.33.

(5)    Heemkronijk, jaargang 24, nr.2, 1985.

(6)    In 1905 kocht Christianus Godschalx uit Berlicum de brouwerij, toebehoren en huis, etc. van de erven Maas, voor de somma van f 10.400,-.

In Heemkronijk jaargang 23, nr.3, 1984, staat het vervolg van het Brouwershuis beschreven; de familie Godschalx tot heden, van dezelfde auteur.

 

BIJLAGE II

Kinderen uit het huwelijk van Willem Maas (1773-1839) en van Maria Elisabeth Kemps (1791-1836).

 

1.      Joanna Catharina Maas, geb. te Leende, 05-12-1818 en overl. te Helmond, 12-01-1892. Geh. te Leende 30-05- 1842 met Henricus Cornelis Bogaers, geb. te Helmond, 30-09-1814, zoon van Hendricus Cornelis Bogaers en Maria Smulders; overl. 30-12-1907.

Van deze Henricus Bogaers stamt de eerste voorzitter van de Politieke Partij Radicalen (Drs. P. Bogaers) af. Hij werd minister van Volkshuisvesting.

2.      Petronella Maas, geb. 08-03-1820, geh. te Leende, 13- 09-  1846, met Reinier van Dijk, geb. te Leende, 15-11- 1816, als zoon van Hyacintus van Dijk, burgemeester van Leende, 1839-1851, en Maria Lucia van der Zanden.

3.      Thielemanus Maas, geb. 11-02-1822. Werd bij K.B. van 18- 02-1860 benoemd tot burgemeester van Leende. Wegens blindheid eervol ontslag bij K.B. van 19-04-1877. Overl. te Eindhoven, 22-01-1904.

4.      Petrus Maas, geb. te Leende, 15-01-1824. Werd pastoor te Escharen en was o.a. de stichter van de St. Trudoparochie te Strijp in Eindhoven.

5.      Jacobus Maas, geb. 21-01-1826; vanwege onnozelheid en blindheid onder kuratele van zijn broer Thielemanus.

6.      Helena Maria Maas, geb. 24-05-1828 en overl. 4 maanden later op 29-09-1828.

7.      Henricus Maas, geb. 13-11-1829; ongehuwd

8.      Maria Josephina Maas, geb. te Leende, 14-01-1832, overl. te Eindhoven, 10-04-1917, geh. te Leende, 01-09-1856, met Aug. Kneepkens, geb. te Budel, 28-08-1834, zoon van Ludivicus en Helena Boelaars, overl. te Budel, 28-05-1881.

9.      Paulina, geb. 10-12-1834 en 5 dagen later overleden.

Gegevens ontleend uit de 'Kronijk' van Heeze, blz. 88- 89: de erven Willem Maas.

 

BIJLAGE III

Stamboom Maas - (Leende) ín rechte lijn (1):

Op 24-04-1656 verschenen op bevel van H. de Bergaigne, o.a. hoogschout der Meijerij, voor de schepenen van Leende al de brouwers en tappers uit die plaats. Er bleken toen elf personen in het bezit van een brouwgetouw te zijn. Die brouwers moesten niet alleen de grootte van hun brouwketel, maar ook de hoeveelheid bier die ze er konden brouwen, opgeven. Bij deze elf brouwers uit Leende was ook Adriaen Hendrik Maes. Hij was 40 jaar. Adriaen had een brouwketel in koper: "welk brouwgetouw gesepareert  van sijne huiswoningh bequam was om drie tonnen biers te brouwen" (2).

IV-A.  Adriaen Maes (ook Arien genoemd) woonde op Leenderstrijp ('n gehucht van Leende, ± 10 km. ten zuiden van Eindhoven). Hij was er in 1616 geboren. Adriaen huwde met Joanna van Hees, denkelijk uit Heeze afkomstig. Arien was behalve brouwer en landbouwer ook verschillende jaren schepen van Leende in de heerlijkheid Heeze-Leende. Volgens de landboeken van Leende had hij er veel eigendommen. Zijn kinderen zijn naar Leende getrokken en vestigden zich in de Leenderstraat en op Oisterik (3).

De stamhouder uit het huwelijk van Arien en Jenneke was: de tweede zoon, Jacob Maes.

V-A.   Jacob Arien Maes, hij werd in 1649 te Leende geboren (4) en huwde er voor de pastoor op 29-06-1676 (RA Leende 4) met Maria Engelen. Als getuigen bij dit huwelijk werden genoemd: Joannes Engelen, haar vader en Joannes Engelen haar broer (5).

De kinderen van Jacob verwierven meerdere gelden van Jan Engelen-Willemszoon, grootvader van moederszijde (6). Maria overleefde haar man, in 1693 was ze weduwe.

Jacob en Maria kregen zeven kinderen, waarvan zes zonen: o.a. Willem Jacob, Jan Jacob, Jacob Jacob, Adriaen Jacob, Elisabeth Jacob, Antonius Jacob en Peter Jacob. Vader Jacob kon tevreden zijn. Jammer dat hij maar 44 jaar werd.

VI-C.   Jacob-Jacob Maes, Gedoopt te Leende, trok van Leender-strijp naar Oisterik, eveneens een gehucht van Leende. Voor de pastoor huwde hij daar op 12-01-1721 (RA Leende) met Helena Joanna Maas. Zij werd op 17-02-1697 te Leende gedoopt als dochter van Jan Joost Maas en Maria Bitters.

In 1708 wordt de familienaam 'Maes' gewijzigd in 'Maas'. Een jaar na zijn huwelijk met Helena verwierf Jacob in 1722 drie vierde parten in de goederen van zijn schoonvader Jan Joost Maas. Jacob kreeg ondermeer 3/4 onbedeeld in huis, brouwerij, hof enz. alles gelegen in de Oisterikkerstraat te Leende; buren waren: Wilhelmus Bull en Matheus Tijssen.

Met de brouwerij verkreeg Jacob o.a. de brouwketel, de jenever- of stookketel en alle gereedschap behorend tot die brouwerij en jeneverstokerij (7).

Jacob overleed na 20-07-1754. Op die datum kocht hij nog 67 roeden land gelegen in de Steenakker naast het erf van Jan Pompen (8). Jacob woonde dus op Oisterik. Zijn naaste buurman was Willem Bull, schepen en tevens ook eigenaar van een brouwerij aldaar. Die brouwerij van Willem Bull brandde op 29 november 1735 voor het grootste gedeelte af. De dienstmeid van Jacob Maas was Hendrina Willem Wijnen (23 jaar); zij legt over die brand een verklaring af (9).

Jacob en Helena kregen acht kinderen.

VII-A.   Peter Jacob Maas, gedoopt te Leende op 06-10-1733, Peter huwde te Leende op 17-07-1768 (RA Leende 7) met Jo- anna Catharina Claessen. Zij was de enige dochter van Francis Claessen en Helena Jacob Jan Dielis van Asten, die op 21-01-1742 te Leende voor de pastoor waren gehuwd. Peter woonde op Oisterik. Hij was een der vooraanstaande ingezetenen en zeer bemiddeld; dat blijkt uit de kapitalen die hij had uitstaan en de gelden die hij uitleende aan o.a. P. Mack.   

Peeter Mack uit Leende was 350 gld. a 3½ schuldig aan Peter Jacob Maas wegens lening. Op 01-05-1805 verklaarde Joanna  - Peters weduwe -  het geld ontvangen te hebben(10) .

Jacob van Rixel was op 01-07-1784 wegens geleende gelden schuldig aan Peter Jacob Maas 800 gld. à 3½ (11).

Op 02-12-1786 kocht Peter Jacob Maas van Cleophas Clephas wonend in Herten(Daelbroek), een huisplaats gelegen op Ois- terik te Leende en groot 22½ roeden voor 125 gld. (12).

In de jaren 1765 en 1791 was Peter Borgemeester voor de Oisterikerstraat. Bij de deling op 04-08-1767 kreeg Peter van zijn ouders o.m. het huis en het brouwhuis, hof en aangelag, genaamd 'het huis en aangalag van Jan Maas", groot 13½  roeden en gelegen aan de Oisterikerstraat; buren waren de weduwe Arnold Bull en aan de andere zijde Peeter Engelen.

Dit huis en brouwhuis blijkt het nu tegenwoordige cafe ” ‘t Brouwershuis” van Th. Godschalx te zijn, Oisterikkerdijk 1-3 te Leende.

Peter en Johanna kregen 6 zonen en een dochter, waarvan de derde zoon was:

VIII-A.   Wilhelmus Maas, geb. te Leende op 04-08-1773, doop-heffers Wilhelmus Maes en Catharina van Asten, aldaar gehuwd op 25-01-1818 met Maria Elisabeth Kemps (13), overl. te Leende 1836, dochter van Thielemanus Kemps 1757-1827 en Joanna Catharina Hertrooys uit Valkenswaard.

 

NOTEN BIJ BIJLAGE III

(1)    Gegevens ontleend aan: A.F.N. van Asten. Uit: Brabantse Leeuw, 18de jaargang 1969, afl. 9 en 10.

(2)    R.A. Den Bosch: Heeze R.79; in map d.d. 1656.

(3)    Gem. arch. Heeze - Landboek Leende  deel 2, ±1670, folio 62, Strijp; de goederen overgebracht naar Leenderstraat, folio 196 enz.

(4)    R.A. Heeze R.79 - map 1671-1673: Jacob Arien Maes in 1654 (35 jr.).

(5)    Joannes Engelen werd op 21-09-1625 (R.A. Leende) te Leende gedoopt, etc. blz. 130.

(6)    R.A. Heeze R 106; folio 143, 144 enz. d.d. 1725.

(7)    R.A. Heeze R 105; fo1io's 317, 318. d.d. 16-01-1722 (blz.136).

(8)    R.A. Heeze  R 112; folio 259 verso; d.d. 20-07-1754.

(9)    R.A. Heeze  R 164; folio 206; d.d. 23-12-1735.

(10)   R.A. Heeze  R 122; folio 64; d.d. 31-10-1783.

(11)   R.A. Heeze  R 122; folio 136, d.d. 01-07-1784.

(12)    R.A. Heeze  R 124; folio 49, d.d. 02-12-1786.

(13)    Uit:  de Kronijk, blz. 58. 

 

Ga terug