Een oude grenspaal en een nieuwe gemeentenaam

Heemkronijk jaar:1994, jaargang:33, nummer:4, pag:171 -185

EEN OUDE GRENSPAAL EN EEN NIEUWE GEMEENTENAAM

door: J.J.F. de Waal

Het onderwerp waar onze provinciale en gemeentelijke bestuurders zich de afgelopen jaren het intensiefst mee hebben beziggehouden, is misschien wel het proces van de gemeentelijke herindeling van Noord-Brabant geweest. Sinds de commissie-Schampers in januari 1989 voor het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant begon te werken, zijn er heel wat woorden aan het onderwerp besteed. Of het herindelingsproces van Zuidoost-Brabant nog voor de gewenste datum van 1 januari 1996 door het kabinet, de Tweede en de Eerste Kamer kan worden afgerond, is een belangrijke vraag.(1)

Op 20 mei 1994 hebben Provinciale Staten het herindelingsplan voor het landelijk gebied in de regio Zuidoost-Brabant vastgesteld.(2) Voor het gemeentebestuur en de inwoners van Leende was dat een gedenkwaardige dag. De vervulling van hun wens dat Leende in de rij met Nederlandse gemeentenamen zal blijven voortbestaan, kwam naderbij door een aangenomen motie tijdens het herindelingsdebat. In die motie was voorgesteld de nieuwe fusiegemeente, gevormd door de huidige twee gemeenten Heeze en Leende plus het dorp Sterksel, geen ”Heeze', maar op historische gronden 'Heeze-Leende' te noemen. De positie van Sterksel kwam niet meer ter sprake.(3)  Gedeputeerde Staten hadden hun plannen betreffende laatstgenoemd dorp al aangepast op basis van reacties van gemeenteraden en burgers. Sterksel, nu nog behorend tot de gemeente Maarheeze, zal als het aan Provinciale Staten ligt, deel gaan uitmaken van de toekomstige gemeente Heeze-Leende; dus zonder dat het dorp in de nieuwe gemeentenaam wordt vernoemd.

Feitelijk was de vaststelling van de naam voor de nieuwe gemeente nogal overbodig.(4)  Sinds 1 januari 1994 immers bepaalt een gemeente op grond van artikel 158 van de nieuwe Gemeentewet helemaal zelfstandig hoe zij wil heten. Maar ook de discussie tijdens de genoemde vergadering van Provinciale Staten over dit onderwerp verdiende allerminst de schoon- heidsprijs. 

 

 

Het paaltje van De Vaan spreekt aan

De keuze voor de naam Heeze-Leende werd op "historische gronden" gemaakt. De notulen van de vergaderingen van Provinciale Staten van 20 mei 1994 onthullen voor de buitenstaander hoe simpel de beslissing tot stand heeft kunnen komen. Hier volgt een bloemlezing van de relevante passages uit het debat.

Statenlid ir. J. de Vaan (D66) wilde zijn betoog ondersteunen met een document dat het historisch bestaan van de naam Heeze-Leende moest bewijzen. Hij sprak toen als volgt:

"Mijn voorgangster op dit spreekgestoelte zei dat wij hier niet zouden moeten spreken over de naam van de nieuwe gemeente Heeze. Ik wil er toch een paar woorden over zeggen, te meer omdat wij wel erg dogmatisch omgaan met de opvatting dat er geen samengestelde namen mogen worden gevormd. Ik overhandig u graag een fax, voorzitter, met daarop een foto van de grenspaal van de vroegere baronie Heeze en Leende uit 1400. Op historische gronden is er onzes inziens voldoende reden om die naam, die al lang bestaat, in stand te houden."

Woordvoerder drs. P. van Vugt (VVD) voegde er op zijn beurt aan toe:    "Het is al gezegd: Heeze-Leende is een historische naam. Als ik wel ben geïnformeerd, is de eenheid Heeze-Leende bij keizerlijk decreet van ongeveer 1810 opgeheven. Het zijn toen twee afzonderlijke eenheden geworden. Wij hebben de heer De Vaan al horen zeggen dat er zelfs een paaltje uit veertienhonderdzoveel is waar deze naam op staat. Ik ken dat paaltje niet, maar er schijnt zelfs een foto van te zijn en ik geloof de heer De Vaan op zijn woord."

Eerst verklaarde ir. J. de Vaan (D66) nog wat in zijn fractie de doorslag voor de motie had gegeven: "De fax van een foto van een grenspaaltje leidt tot het indienen van een motie die ook door ons is ondertekend."

Waarna statenlid drs. P. van Vugt (VVD) de motie namens de gezamenlijke fracties indiende. Het derde lid ervan luidde letterlijk: "- dat op historische gronden de naam Heeze-Leende echter alleszins acceptabel is; [Provinciale Staten van Noord-Brabant] besluiten de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken te verzoeken, bij de opstel- ling van het wetsvoorstel tot herindeling van het gebied Zuidoost-Brabant de naam Heeze-Leende alsnog in overweging te nemen, en gaan over tot de orde van de dag."

Voordat de motie, zonder stemming, werd aangenomen, deed statenlid P. van Wijk (GroenLinks) de volgende duit in het zakje: "In eerste termijn heeft onze fractie niets over de naamgeving gezegd. Het paaltje van de heer De Vaan spreekt ons zeer aan. Samengestelde namen moeten mogelijk zijn, zeker als zij een historische betekenis hebben. Wij hebben daarom de motie mee ingediend."

Het college van Gedeputeerde Staten bleek de vergadering welgezind te zijn. Gedeputeerde drs. J. de Geus (CDA) sprak: "Het college heeft overigens absoluut niet de neiging, zich te verzetten tegen een breed gedragen motie om Den Haag het signaal te geven dat het er goed aan zou doen, de naam Heeze-Leende te accepteren. Het gaat inderdaad om een uitzonderlijke situatie, die exclusief is gefundeerd op historische gronden."

Vervolgens betoogde statenlid drs. P. van Vugt (VVD): "Wij baseren ons op de historische gronden en de foto van de heer De Vaan."

Ten slotte sprak gedeputeerde drs. J. de Geus (CDA) de volgende geruststellende woorden tot de vergadering: "Het staat als een paal van De Vaan boven water dat de Staten veel sympathie hebben voor de op door de gemeente aangevoerde gronden gebaseerde naam. Het college deelt die sympathie. Wij zullen uitproberen of Den Haag deze op exclusieve historische gronden gebaseerde naam in dit uitzonderlijke geval toch honoreert. Wij hebben dus niet de neiging ons tegen de motie te verzetten."

 

Grenspalen van de heerlijkheid

De gemeenten Heeze en Leende blijken vóór 20 mei 1994 alle fracties in Provinciale Staten verzocht te hebben de naam Heeze-Leende aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken voor te stellen. De notulen van de statenvergadering geven jammer genoeg niet de inhoud weer van hun verzoek. Dat zal ongetwijfeld omkleed zijn geweest met op historische gegevens gebaseerde redenen.

Dan het argument van de gefotografeerde paal, zogenaamd uit 1400. De foto is in werkelijkheid genomen van een van de vele grenspalen die het gebied van de heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten in het verleden hebben omgeven. De paal, en niet het "paaltje" zoals tijdens het debat herhaaldelijk te beluisteren viel, dateert niet uit het jaar 1400, maar uit het jaar 1765. De fax waar het in de statenvergadering over ging, bevatte de kopie van een foto uit het bekende boek van Willem Iven en Teo van Gerwen, Lind dè is de sgonste plats.(5) Op bladzijden 6 en 45 zijn daar hardstenen grenspalen afgebeeld. Bladzijde 6 laat volgens de auteurs de paal "Wrisstack aen ‘t Goere" zien, later Wrissak genoemd, staande ten noordwesten van het Goor en Turfwater van Soerendonk, en 500 meter ten zuiden van de Strijper Heg. Bladzijde 45 van het boek toont een foto van de paal "aen Cattenput", staande naast de ijzeren paal (nr. 176, geplaatst in 1843) die de rijksgrens tussen België en Nederland markeert.

Op dit bekende punt van 'Den Dubbele Paal' ofwel bij deze 'Kattenput- paal’ grenzen Leende, Soerendonk, Budel, Hamont en Achel aan elkaar. Genoemde hardstenen palen behoren tot een reeks die in 1765 is geplaatst, kennelijk op initiatief van de heer van Heeze, Leende en Zesgehuchten. Ze dragen aan de ene zijde het opschrift "Baronie van Hees en Leen" en aan de andere zijde "Baronie van Cranendonck", al of niet voorzien van het jaartal 1765.

Over de grenzen van de heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten is al vaker geschreven. A.G.W.G. van Asten vermeldt in zijn artikel over dit onderwerp in de Heemkronyk hoe in 1978 drie stenen grenspalen met het opschrift "Hees en Leen" naar het kasteel van Geldrop zijn overgebracht, waar ze nu buiten staan.(6) Het woord baronie ontbreekt hier in het opschrift. Wie zich verwonderd afvraagt wat grenspalen met het opschrift "Hees en Leen" nu bij het kasteel van Geldrop doen, moet bedenken dat het gebied van Zesgehuchten - twee van de drie genoemde palen stonden vroeger op de grens Stratum-Zesgehuchten - sinds 1 mei 1921 wel tot de gemeente Geldrop hoort, maar eeuwenlang deel heeft uitgemaakt van de oude heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten. Een soortgelijke bekende paal komt men nog tegen in Heeze bij het betreden van wandelpark Herbertusbossen vanuit De Beemden, een zijstraat van de Jan Deckersstraat. Deze grenspalen zijn niet de enige (geweest). A.G.W.G. van Asten somt in zijn artikel 26 grenspalen of -stenen op en geeft omschrijvingen, zoals wijlen pater Dominicus de Jong O.C.R. die al eerder had gegeven. Een kaart bij het artikel toont hoe de grens van de oude heerlijkheid liep; ook worden de plaatsen van alle grenspalen of grensstenen aangegeven.

De kaart is getekend onder andere op basis van het zogenaamde denombrement, dat heer Philip van Home in 1440 liet opstellen.

Dit denombrement geeft een opsomming van de rechten van de heerlijkheid waarvan Philip eigenaar was.

De leden van Provinciale Staten hebben zich in al hun wijsheid bij de keuze voor de nieuwe gemeentenaam Heeze-Leende dus laten leiden door een grenspaal uit het jaar 1765. Eventueel bestaande grensmarkeringen in de vorm van stenen of palen uit de tijd van het denombrement van 1440 zijn onbekend. Maar wat deed het ertoe? Een foto van een verweerde houten paal, door de fotograaf voorzien van het opschrift 'Heeze- Leende' met een willekeurig jaartal, bijvoorbeeld 11, had wellicht ook voor historisch bewijs kunnen doorgaan!

 

Exclusieve historische gronden

Volgens gedeputeerde drs. J. de Geus (CDA) is Heeze-Leende een "op exclusieve historische gronden gebaseerde naam". De desbetreffende grenspaal draagt echter het opschrift "Baronie van Hees en Leen". Waarom dan niet 'Hees en Leen' voorgesteld als naam voor de gefuseerde gemeente? Dat is bovendien een lettergreep minder. Zal 'Cranendonck'. de naam van de vroegere baronie en nu nog als plaats- of straatnaam tussen Maarheeze en Soerendonk bekend, ooit in de eigentijdse spelling 'Kranendonk' ook de naam van de nieuwe buurgemeente (bestaande uit Budel en Maarheeze) kunnen worden?

In het bekende Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden van A.J. van der Aa, dat anderhalve eeuw geleden is verschenen, staat achter het trefwoord Heeze-en-Leende(7) "gemeenlijk bij verkorting Hees-en-Leen genoemd, voorm[alige] bar[onie], thans eene heerl[ijkheid] in de Meijerij van 's Hertogenbosch".

Dezelfde auteur vermeldt achter Heeze: "Deze gem. was voorheen eene afzonderlijke heerl., welke echter sedert eeuwen met Leende vereenigd, de bar. Heeze-en-Leende uitmaakt. Later heeft men er, als zijnde op het grondgebied van de heerl. Heeze-en-Leende gelegen, de gem. Zes-Gehuchten toegevoegd."

De historische verbondenheid van Heeze en Leende zou met veel andere, relevantere bewijsstukken dan grenspalen kunnen worden aangetoond. Te beginnen met de bekende akte uit het jaar 1285, die in de abdij van Averbode berust.(8)  Deze vermeldt dat heer Willem van Horne de patronaatsrechten (de rechten van voordracht voor de pastoorsbenoeming) over de kerken van Heeze en Leende heeft geschonken aan het klooster Keizerbosch te Neer. Leende hoorde dus in het jaar 1285 al tot de heerlijkheid Heeze. Talloze archiefstukken die sindsdien zijn ontstaan, getuigen nog van de speciale banden tussen Heeze, Leende en ook Zesgehuchten. Hoewel Zesgehuchten lang niet altijd in de naam van de heerlijkheid tot uiting komt en er dikwijls kortweg sprake is van de heerlijkheid Heeze en Leende.

Dat laatste toont ook de kaft van dit tijdschrift Heemkronyk, die een detail weergeeft van de bekende Kaart Figuratief uit 1794 van de Brabantse landmeter Hendrik Verhees. De kaarttekenaar heeft de historische verbondenheid aangeduid met de vermelding "Baronie van Heeze en Leende", al gaan vier letters van het woord baronie schuil onder Heemkronyk, de titel van dit tijdschrift. Andere historische landkaarten vermelden 'Baronie van Heeze' en/of het 'Huis' dan wel 'Kasteel' van de 'Heer van Heeze en Leende'.(9)

Indien de nieuwe gemeente na de herindeling Heeze-Leende gaat heten, zal die naam vermoedelijk meer aan een geslaagde Leendse lobby te danken zijn dan aan "exclusieve historische gronden", zoals gedeputeerde drs. J . de Geus (CDA) de motivering betitelde.

In 12de- en 13de-eeuwse akten is sprake van de heer van Heeze, zonder nadere toevoeging.(10) Aanvankelijk bestond er dus een heerlijkheid Heeze. Leende behoorde tot deze heerlijkheid nog eer de naam baronie van Heeze en Leende gangbaar werd. Sterksel maakte tot omstreeks het jaar 1197 ook deel van die heerlijkheid Heeze uit.(11) Bij een vereniging van genoemde drie dorpen tot één nieuwe gemeente zouden, "exclusief historisch" geredeneerd, de naam Heeze of de naam Heeze-Leende-Sterksel minstens zo op hun plaats zijn als de naam Heeze-Leende.

DubbeInamen ontstonden vaak waar in het verleden meerdere dorpen ressorteerden onder één schepenbank (het bestuursorgaan, tevens de  rechtbank binnen het gebied van de heerlijkheid).(12)  In de huidige provincie Noord-Brabant kwam dit verschijnsel vooral voor in de Baronie van Breda (bijvoorbeeld: Roosendaal en Nispen, Gilze en Rijen, Etten-Leur) en in de Meierij van Den Bosch (bijvoorbeeld: Son en Breugel, Beek en Donk, Bakel en Milheeze). Misschien ligt daar de verklaring voor het feit dat Heeze en Leende zowel schriftelijk als in het spraakgebruik lange lijd als combinatie door het leven zijn gegaan.

 

Samengestelde namen

Tegen de naam Heeze-Leende in plaats van Heeze voor de nieuwe gemeente maakten Gedeputeerde Staten aanvankelijk bezwaar omdat Heeze-Leende niet zou voldoen aan de eisen van de rijksoverheid. Gedeputeerde drs. J. de Geus (CDA) verwees in dit verband naar de toelichting op het herindelingsvoorstel voor Utrecht-west uit 1987, waarin staat dat de rijksoverheid geen samengestelde namen hanteert.

Statenlid drs. A. van Harten (CDA) gaf daarover tijdens het debat de volgende mening: "Ik begrijp best dat sommige samengestelde namen niet eenvoudig te hanteren zijn en daarom niet de voorkeur zouden moeten genieten. Het is misschien een kwestie van appreciatie. Heeze-Leende vind ik niet slecht klinken en in ieder geval beter dan Boomstroom, waarmee de trend van Laarbeek zou worden gevolgd."

De politicus koos dus liever voor een goed in het gehoor liggende, zij het samengestelde naam dan voor een bedachte naam als bijvoorbeeld Boomstroom. Hoeveel mensen zouden, louter op het geluid afgaande, Heeze- Leende beter vinden klinken dan Boomstroom, een woord waarvan de lettergrepen nota bene op elkaar rijmen? Met "de trend van Laarbeek" doelde drs. A. van Harten (CDA) op de in zijn ogen misschien eveneens verwerpelijke naamgeving voor de drie dorpen Lieshout, Aarle-Rixtel, Beek en Donk, die door de herindeling samen een nieuwe gemeente zullen vormen.(13) Iedere buitenstaander kan begrijpen dat voor deze gecombineerde dorpen, waarvan er twee zelf al dubbeInamen dragen, een geheel nieuwe naam nodig was. Langdurig en moeizaam overleg heeft toen Laarbeek opgeleverd. De naam is echter allerminst om de klank gekozen. Van Harten overtuigt niet erg door in deze discussie het persoonlijk argument van goed of slecht "klinken" aan te voeren. Verderop in het debat weidde drs. A. van Harten (CDA) nog uit:

"Over de naam Laarbeek schijnt er een misverstand te zijn. Ik vind deze naam op zich prachtig en heel goed klinken. Ik heb alleen gezegd dat bij het zoeken naar toponiemen de voorraad wel eens heel gauw uitgeput kan zijn. Laarbeek kan nog, maar Boomstroom vind ik te ver gaan. Ik heb niet meer bedoeld dan dit."

Ir. J. de Vaan (D66), die de fax met de foto van de grenspaal overhandigde, vond dat Provinciale Staten dogmatisch omgingen met de opvatting dat er geen samengestelde namen mogen worden gevormd. Onzinnig was die bewering niet. Heeze-Leende is immers een redelijk praktische naam, die uit slechts vier lettergrepen bestaat. Er zijn genoeg gemeenten met langere samengestelde namen te noemen, zoals: Hoogezand-Sappemeer, Hardinxveld-Giessendam, Zevenhuizen-Moerkapelle, Haarlemmerliede en Spaarnwoude. In het buitenland zijn we eveneens vertrouwd met samengestelde aardrijkskundige namen. Zo is er bijvoorbeeld een nieuw Duits bondsland Sachsen-Anhalt ontstaan. Heel wat Nederlanders kunnen de aanvankelijke tongbreker Bosnië-Herzegowina zonder haperen uitspreken sinds dit gebied het nieuws regelmatig beheerst. En vinden het er eenvoudiger op geworden, nu de vertrouwde samenstelling Tsjechoslowakije in twee afzonderlijke delen voortbestaat, enerzijds Tsjechië, anderzijds Slowakije? Gewenning lijkt de oplossing voor het probleem te zijn.

Het zat veel Leendenaren niet lekker toen de Nederlandse Spoorwegen in 1960 de naam van het station op de lijn Eindhoven-Weert officieel veranderden van Heeze-Leende in Heeze. Nadat in 1976 het nieuwe en in de kom van het dorp gebouwde station Heeze in gebruik was genomen, verviel dat bezwaar. Toch was 'Heeze-Leende' in de periode 1913-1960 een begrip geworden door het oude station. Het overkwam Leendenaren niet zelden dat hun antwoord "Leende" op de vraag waar ze vandaan kwamen, door vreemdelingen begripvol 'gecorrigeerd' werd met de woorden: "O, uit Heeze-Leende"!  Menigeen van buiten onze streek kende Leende alleen in combinatie met Heeze. Van het station. Men wist vaak niet beter dan dat beide dorpen samen één gemeente vormden.

Zal de oude situatie hersteld worden? Zal de naam van het station weer veranderen in Heeze-Leende, wanneer de nieuwe gemeente zo gaat heten? Leendenaren hoeven dan niet meer aan buitenstaanders uit te leggen dat hun dorp echt een zelfstandige gemeente is. En oudere Heezenaren zullen met zo’n stationsnaam eindelijk vrede kunnen hebben. Want voorheen riep de naam Heeze-Leende voor een spoorwegstation dat binnen de gemeentegrens van Heeze, aan de rand van dat dorp, en vier tot vijf kilometer van het centrum van Leende verwijderd lag, terecht de nodige vragen op. Hoe groot de historische verbondenheid tussen Heeze en Leende ook mocht zijn.   

 

NOTEN

1           Nadat ik mijn artikel had voltooid, werd bekend dat Provinciale Staten van Noord-Brabant op 11 november 1994 hebben besloten géén standpunt in te nemen over de z.g. Witte Vlek (Eindhoven, Helmond, Nuenen en Mierlo) en het initiatief voor eventuele herindeling in dit gebied over te laten aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken. Hierdoor zal de gemeentelijke herindeling in Zuidoost Brabant vrijwel zeker een jaar vertraging oplopen. De bestuurlijke reorganisatie in de regio schuift dan door naar 1 januari 1997. Zie ook: Eindhovens dagblad, 19 november 1994’:  'Jaar vertraging voor herindeling  Zuidoost-Brabant. Ministerie bevestigt uitlating PvdA-Kamerlid'.

2           Notulen van de vergadering van Provinciale Staten van Noord-Brabant op 20 mei 1994, agendapunt nummer 1/94: Ontwerp-herindelingsregeling Zuidoost-Brabant.

3           Zie hierover ook: J.J.F. de Waal, 'Sterksel terug naar zijn wortels?' in Heemkronyk, jrg. 32 (1993),

4           Eindhovens Dagblad, 21 mei 1994: 'Staten maken zich sterk voor ‘'Heeze-Leende'. 'Zinloze' motie tijdens herindelingsdebat’.

5           Telefonische informatie van ir. C.L. de Wit te Leende d.d. 30 augustus 1994: ir. C.L. de Wit deelde mij mee de kopie verstrekt te hebben aan D66-statenlid ir. J.G.H. de Vaan in Beugen. Zie ook:           Weekblad "Parel van Brabant", 25 mei 1994: 'Ook provincie- bestuur vóór Heeze-Leende’.

W. Iven en T. van Gerwen, Lind dè is de sgonste plats. Natuur en landschap van Leen- de, een Oost-Brabants dorp, z.pl. (Leende), 1974, blz. 6, 44-45.

 6          A.G.W.G. van Asten, ‘De grenspalen van de oude heerlijkheid Heeze, Leende en Zes- gehuchten’ in Heemkronijk, jrg. 26 (1987), nr. 1, blz. 14-17. Zie ook de in Van Astens artikel genoemde literatuur.

7           AJ. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, deel 5, Gorinchem, 1844, blz. 326, 323.

8           H.P.H. Camps (bewerker), Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. I. De Meijerij van 's-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert), 's-Gravenhage, 1979, blz. 515-516.

9           Zie bijvoorbeeld de beroemde 'wapenkaart' van de Meierij van Den Bosch van kartograaf W. vander Burght, uitgegeven door WJ. Blaeu (1571-1638) in Le Theatre du Monde, Amsterdam, 1644. Ook de kaart 'Brabantiae Batavae Pam Orientalis etc), uitgegeven door N. Visscher II (1649-1702) in Variae Tabulae Geograficae, Amsterdam. na 1708.

10        H.P.H. Camps (bewerker), a.w., blz. 105-107. 147-148, 173-174, 185-187, 303-304, 331- 333, 370.

11        H.P.H. Camps (bewerker), a.w., blz. 147-150.

12        W. van Ham en J. Vriens (red.), De ge- bieden van de schepenbanken binnen de huidige provincie Noord-Brabant omstreeks Historische kaart van Noord-Brabant. 1795, 's-Hertogenbosch, 1980,   blz. 13, 26-43.

13        De discussie over de nieuwe gemeentenaam Laarbeek voor de drie dorpen Lieshout, Aarle-Rixtel en Beek en Donk heeft de afgelopen periode ruimschoots aandacht gekregen in de plaatselijke pers, in het katern Helmond Plus van het Eindhovens Dagblad.   

 

 

Ga terug