"Het Belgisch Miljoenenlijntje"

Heemkronijk jaar:1984, jaargang:23, nummer:2, blz.40- 43

‘HET BELGISCHE MILJOENENLIJNTJE’

 door: A.L.M.Th. Veldhuizen-van Geffen

Overwoekerd, hier en daar onderbroken, vergeten, maar toch verrassend bruikbaar aanwezig, slingert een twaalf kilometer lang spoorlijntje dwars door de Heeze bossen en de Leenderhei van Geldrop naar Valkenswaard.

Menig rekreant die hier voor het eerst wandelt, trimt of fietst en onverwacht bij een van de vele spoorwegovergangetjes belandt, kijkt verbaasd naar links en rechts en zendt vraagtekens uit. Het is nog maar een tiental jaren geleden  -in het voorjaar van 1973-  dat het laatste kolentreintje door deze contreien het zwarte goud vervoerde.

Over het hoe en waarom van dit 'milieuvriendelijke' goederenlijntje handelt het volgend relaas.

Bij de wederopbouw van het verwoeste Eindhoven na de Tweede wereldoorlog door Ir. van der Laan en Kuiper, moesten de barrières, die de laag gelegen spoorlijnen met hun veelvuldig gesloten overwegen in de stad vormden, verdwijnen. In de jaren vijftig kreeg de stad behalve zijn hoogspoor tevens een prachtig station. Ook de toen negentigjarige spoorlijn die ten westen van het station naar het zuiden aftakte en langs Aalst-Waalre via Valkenswaard de vrachtgoederenverbinding met Hasselt verzorgde, was een sta in de weg. Het was niet mogelijk dit spoor zo maar af te breken omdat onze zuiderbuur nog een vingertje in de pap had. Ingevolge een tussen beide landen op 9 november 1867(!) gesloten overeenkomst is ons land verplicht een spoorwegverbinding te onderhouden van Eindhoven via Valkenswaard naar de Belgische grens welke dient aan te sluiten op de spoorlijnen in België. Een traktaat is een traktaat en geen twee wereldoorlogen vermochten de handtekeningen onder dat verdrag en de bedoeling daarvan uit te wissen.

Bovendien bleef België grote waarde hechten aan de dunne ekonomische verkeersader met Nederland door de Limburgs-Belgische Kempen. Er moest veel en langdurig overleg worden gepleegd! Uiteindelijk werd besloten deze lijn te handhaven. Wel ging 'den Bels' akkoord met een omlegging via Geldrop.

Het nieuwe tracé werd uitgezet vanaf wachtpost 30 ten zuiden van de bebouwde kom van Valkenswaard; daar buigt het in noordoostelijke richting af, kruist de weg naar Heeze op enige afstand vóór de brug over de Tongelreep, loopt dan verder in oostelijke richting, kruist bij het Witven middels een viaduct over de autoweg Eindhoven- Weert en buigt dan in noordelijke richting af naar de spoorlijn Geldrop-Weert, loopt daarmee over enige afstand parallel en sluit dan te Geldrop op een bestaand kopspoor aan.

Maar aangezien hiermee het belang van de spoorwegen niet direkt gediend was, moest Eindhoven voor de kosten opdraaien, dat op 2,5 miljoen gulden geraamd werd. Het was geen bedrag om van wakker te liggen. Toen op 23 november 1953 het college van B en W. te Eindhoven (Kolfschoten) aan de raadsleden voorstelde een krediet te verlenen van voornoemd bedrag, waren de verwachtingen met betrekking tot de geplande spoorverlegging zeer hoog gestemd.Het geld kwam ter beschikking. Waarschijnlijk werden de kosten op de rekening gezet van het Wederopbouw- en Spoorwegplan. De volgende stap was gericht op het verkrijgen van het benodigde terrein. Niet minder dan 172 grondpercelen ( 80 eigenaren) waren met de aanleg van de spoorlijn gemoeid en de onderhandelingen en onteinenings-procedures vergden jaren. Eenmaal zover gekomen werd met spoed begonnen met een drietal ‘’kunstwerken’’:

1.   Een kruising met de provinciale weg Valkenswaard - Leende.      
 Waterstaat bouwde een doorgangstunnel van gewapend beton voor het treinverkeer.

2.    Een brug van 6-80 meter over het riviertje de Tongelreep.

3.     Een viaduct van ruim 50 meter over de rijksweg Eindhoven - Leende.

Bij dit laatste ‘’kunstwerk’’ was het een gelukkige bijkomstigheid dat voor de opritten benodigde hoeveelheid zand (± 40.000 m3 ) uit droge vennen in de buurt kon worden gegraven.

In het voorjaar van 1958 werd reeds een en ander opgeleverd, waardoor met het grond- en spoorwerk voor de nieuwe lijn op 10 maart kon worden begonnen; de aannemer was de firma N.V. Veltman en van Laarhoven.

Op 4 februari 1959 werd met de nodige ceremoniën de lijn geopend, in aanwezigheid van burgemeesters, presidenten (van de spoorwegen), een versierde 'Blauwe Engel', muziekkorpsen en boerenkapellen. Frisse Brabantse 'schonen' deelden corsages uit en zelfs de zon scheen dat het een lieve lust was. Met circa 100 genodigden, werd over de oude baan een rit gemaakt naar Hasselt en keerde men terug over het nieuwe spoor. Elke overweg in Eindhoven betekende een oponthoud; buurtbewoners, 'boertjes en boerinnetjes', en blaaskapellen gaven blijken van hun waardering over het verdwijnen van die lastige overwegen.

Voordat men Valkenswaard binnenreed werd onder het spelen van toepasselijke treurmuziek een voorseinpaal omvergetrokken onder het wakend oog ("voorzichtig, het is nog zo'n gloednieuwe") van de Chef van het seinwezen. Vervolgens werd een spoorstaaf losgeschroefd en dwars over de rails gelegd, als symbolische afbraak van de lijn. De Heer Sporenberg uit Eindhoven kreeg de eerste losgedraaide koppelingsbout voor zijn prive-museum.

Bij de grens kwam een Belgische machinist en hoofdconducteur aan boord waarna het gezelschap doorreed naar Hasselt. Nog meer heren met hoge hoeden sloten zich bij het gezelschap aan. In zijn feestrede bedankte de burgemeester van Eindhoven de Belgische autoriteiten voor hun vasthoudendheid toen het behoud van de lijn aan een zijden draadje hing.

De heer Lohmann, president van de Nederlandse Spoorwegen gaf een terugblik van het verrichte werk en een overzicht van de daaraan verbonden kosten. Twee en een half miljoen gulden is goedkoop voor twaalf kilometer enkelspoor mét 'kunstwerken'. Gemiddeld berekenen we voor de weg alleen al twee ton per kilometer.

Eindhoven werd gefeliciteerd, omdat de stad een voor zijn ontwikkeling lastige spoorweg kwijtraakte en Valkenswaard ontving felicitaties omdat door de gevonden oplossing de spoorweg behouden bleef en een nieuw emplacement kon worden aangelegd  (kosten:  ca. f 400.000,-).

Op de terugweg werd door de met bloemen versierde Diesel aan de nieuwe splitsing bij Valkenswaard een over de spoorlijn gespannen lint stuk gereden. Een rit door het prachtige landschap besloot de opening van dit trajekt. Lang zou de nieuwe goederenlijn niet in gebruik blijven. In de jaren zestig liep het goederenvervoer steeds verder terug. Een belangrijke oorzaak daarvan was de opkomst van olie en aardgas voor huisverwarming. Ook het grensoverschrijdende goederenvervoer was tot nul gereduceerd, waardoor (veertien jaar na ingebruikname) dit lijntje in ongebruik raakte, zonder droeve woorden, zonder treurmuziek.

Jammer dat onze plannenmakers niet eens zo nu en dan de gave der helderziendheid bezitten. Enige kilometers roestige spoorstaven op een gedeeltelijk door planten overwoekerd baanvak herinneren ons aan een tijd, waarin Valkenswaard opgenomen was in het internationale treinverkeer.

Sic transit gloria mundi: wereldse glorie is vergankelijk!

Bronvermelding:

1.  Documentatie Spoorwegen Geldrop-Valkenswaard. Archief gemeente Geldrop.

2.  Tijdschrift “Spoor- en Tramwegen”,  d..d. 27-02-1958.

3.  "Historie van de spoorlijn Eindhoven-Valkenswaard"; dagblad Oost-

     Brabant; d.d. 09-08-1956.

4.  Veen, Jacob H.S.M. “Eindhoven – Luik per trein via Valkenswaard”.

Cartoon uit 1959. Spoorlijn  Valkenswaard-Eindhoven gaat voortaan via Geldrop.

 

  

 

 

 

 

 

 (Foto’s: Peter van Veldhuizen (Heeze)

 

Ga terug