Hoe ik de bevrijding van Heeze zag (I)

Heemkronijk jaar:1984, jaargang:23, nummer:1, blz.6- 9

HOE IK DE BEVRIJDING VAN HEEZE ZAG  1

door: kapelaan Brands

Nu het veertig jaar geleden is dat Zuid-Nederland werd berijd van de Duitse bezetter, publiceren wij 'n ooggetuigen verslag van de bevrijding van Heeze in de dagen van september 1944, opgetekend door de toenmalige kapelaan Brands. Twintig jaar geleden werd dit verslag opgenomen in de "Parel van Brabant".

Onderstaand verslag van de bevrijding van "Brabants mooiste plekje" heeft niet de pretentie van een up-to-date historie. Ik heb voor dit doel geen ooggetuigen gehoord, geen bronnen geraadpleegd en geen feiten verzameld; met andere woorden: 't lag niet in mijn bedoeling historicus te zijn of daarvoor te worden aangezien. Wat U hier vindt is slechts een weergave van mijn persoonlijke belevenissen "hoe ik de bevrijding zag"; een weergave van de feiten en gebeurtenissen, die ik zag en beleefde.

Al weken lang voerden de Duitsers een "Blitzkrieg zurück". Volgens hen was dat een onderdeel van het grote krijgsplan van hun geniale Führer; zij moesten in Duitsland nieuwe wapenen gaan halen!!  Dan kwamen zij opnieuw bewapend met V3 t.m. 18 weer terug, om "die Englander und Amerikaner" van 't continent te verdrijven. Elastisch front! De elastiek werd nu teruggetrokken, om straks met grote kracht los te springen tegen de geallieerden! Maar zelfs 'n elastiek kan afknappen en 'n geniale Führer kan zich vergissen!

Nieuwe wapenen en uitrusting leek echter wel gewenst. De eens roemrijke gemotoriseerde Wehrmacht, trok terug in volslagen wanorde, althans in 't oog van ons, dumme Hollander. Want alles was immers "von vornhinein einkalkiert", volgens vooropgezette plannen!

Sommigen in de schamele resten van hun vroegere legeruitrusting, d.w.z. in auto's en veelkleurige motorrijtuigen, rijk beschilderd en van takkenbossen voorzien. Camouflage was hun fort, en daarmee samenhangend: leugen, bedrog en huichelarij.

Slechts enkele tanks zagen wij. Vele soldaten waren te voet, of met gegapte Hollandse fietsen en gestolen Belgische en Hollandse boerenkarren en rijtuigen. Zelfs eigengemaakte kinderspeelgoed; een margarinekistje op wieltjes namen zij de kinderen af, gooiden er hun ransel op en sjouwden weer verder.

Niets was veilig voor hun grijparmen: paarden en varkens waren zeer gewilde artikelen. We zagen zelfs Rode Kruis wagens met varkens geladen. Alweer camouflage!!

"Voorzichtig met Uw fietsen" was 't parool. Alle mensen hadden hun fietsen verstopt en voor het moffenoog verborgen. Men zag niemand met 'n fiets op straat; alle fietsen waren "ondergedoken".

Het waren weken van grote spanning; er gingen grote dingen gebeuren, geweldige wapenfeiten waren op komst. In zulke spanning is 's mensen fantasie zeer gevoelig voor indrukken en de wildste geruchten deden de ronde. Maar zeker was: 't gedreun der kanonnen werd sterker. Het tijdstip, waarop wij vijf jaren wachtten, ging komen. ...

Men hield de vlaggen gereed. De spanning was tastbaar. Elke dag, elke nacht kon 't komen. . . de bevrijding. . . 't vrij zijn. Maar de angst en onzekerheid nam toe! Hoe zou het gebeuren over ons dorp heengaan? Als een bevrijding, of als. . .  een vernietiging. . .  als een lichtende wolk, of als. . .  een donkere wolk. Wat zal ons lot zijn, als wij tussen twee legers gebracht worden? Wat zal ons lot zijn?  "0.H. Nicasius van Heeze, bescherm Uw geboortegrond, Uw dierbaar, heilig plekje grond!!!"

Zo werd het zondag 17 september 1944. Honderden, duizenden vliegtuigen donderden door de lucht. Alle waren Engelse en Amerikaanse. Parachutisten werden uitgegooid boven Son, Grave, Nijmegen en Arnhem. Het vrijmaken van een corridor dwars door Brabant tot Arnhem! In één geweldige krachtsinspanning trachtte de geallieerde legerleiding een passage te forceren tot over de grote rivieren.

Die hele zondag was de lucht vol met vliegtuigen. In Eindhoven Helmond, blafte het afweergeschut als een in 't nauw gedreven hond die vecht op leven en dood. Vliegtuigen doken in snelle, opeenvolgende duikvluchten boven de Duitse frontlinies bij Aalst. Vliegtuigmitrailleurs knetterden.

"Hart wie Krupp-Stahl" was 't Duitse woord. Maar hier kwam staal tegen staal!!! En dan zal de quantiteit de doorslag geven.De bevolking van Heeze klom op daken en in bomen om zo van verre het gevaarlijk spel gade te slaan. Maar een front is dichtbij als men het vanaf het dak kan gadeslaan.

's Maandags 18 september 1944. Hoogspanning! Zou 't beuren vandaag plaats grijpen? Zes uur namiddag. Ik kwam gewandeld -ik was niet van plan de Duitsers mijn fiets te lenen- van Kreijl door de Kapelstraat, 'n grote drukte bij de openbare school. De brandweer stond in vol ornaat gereed om uit te rukken. Er was brand gemeld op de Hezerenbos. Een schuur zou in brand staan. Er waren echter ook tanks gesignaleerd! Duitse of Engelse? Het bleef voorlopig nog een open vraag. . .  Niemand wist het. . .  niemand durfde te gaan kijken. . .  zelfs onze moedige brandweer met hun gegallonneerde commandant Harry Bosmans stond besluiteloos.

Onder de belangstellenden merkten we ook op de heer Naud Bosmans, reserve-kapitein van het voormalige Nederlandse leger. De kapitein, kennelijk goed onderlegd in de krijgskunde en aanverwante vakken, oordeelde, dat het 'n brand was in een oorlogsgebied en dat dus de brandweer noch de plicht noch de taak had om zich onder dergelijke omstandigheden op route te begeven. De knoop was doorgehakt; zijn woord bracht opluchting en zijn beslissing zou gelden.

Terwijl ik naar huis wandelde door de Jan Deckerstraat, werd aller aandacht getrokken door een gejuich in de verte. Wat mocht dat zijn? De dames van de Coöperatiewinkel die al op hun zolder geklommen waren, om vandaar iets meer van dat verre geroep op te vangen, kwamen nu de straat op- gestormd, roepende en schreeuwende: "Wij hebben duidelijk in de Emmerickstraat "Hoera" horen roepen, 't zijn zeker de Engelsen".

Met de snelheid van de wind ging het grote, blijde nieuws van mond tot mond: "De Engelsen zijn er! De Engelsen! . . ." allen liepen naar buiten.

Ik was van plan om eens poolshoogte te gaan nemen in de Emmerickstraat; maar ik was nog maar ter hoogte van de pastorie gevorderd, toen ik bij villa Evers een kleine tank zag naderen. "Ja, is dat nou 'n Engelse?"  

 

Dinsdag 19 september 1944. Heeze viert feest!

Natuurlijk, hè wie zou niet feesten. Wij waren nu toch vrij en dus blij! En voor 12 uur 's middags wapperden de Nederlandse driekleuren van schier alle huizen. De vlaggen! "0, schitterende kleuren van Nederlands vlag". "Wat wappert gij fier in de wind". De vlaggen waren al zolang opgeborgen geweest, ze roken naar kamfer en mottenbollen. Nu zijn wij vrij! De vlaggen uit! De vlaggen, die wij al zo lang gereed hadden liggen voor dit grote moment. Toch was het zeer onverstandig en . . gevaarlijk! Want nog slechts een commandogroep had Heeze gepasseerd.

En Prins Bernhard had uitdrukkelijk gewaarschuwd: niet vlaggen, geen feestvertoon, zolang de hoofdmacht van het geallieerde leger nog niet is gearriveerd. Dat was een gezonde waarschuwing met het oog op een mogelijke terugkeer van Duitsers en de represailles, die zij dan wellicht zouden nemen op de burgerbevolking. Wat inderdaad ook in België en ook op enkele plaatsen van ons land is geschied. En de Duitse wraak is dan verschrikkelijk, ja onmenselijk en beestachtig.

Enkele verstandige en bezadigde mensen, die hun uitwendige kalmte nog bewaard hadden, spraken dan ook van "voorzichtig zijn" en "het is nog te gevaarlijk". Jawel, dat zal wel zijn, maar het was een knap man, die zo'n storm van enthousiasme kon bedaren.

Ontelbare vlaggen wapperden en ieder tooide zich in de aloude oranjekleur. Waar al dat oranjelint plotseling vandaan kwam, mag Joost weten. Maar het schijnt wel dat de bandfabrieken van Vullinghs en Evers al onder de Duitse bezetting voorbereidingen getroffen hadden en een grote voorraad oranje-lint hadden gefabriceerd voor de te verwachten bevrijdingsfeesten. Hoe het zij, iedereen droeg een oranje-strikje, vele kinderen ’n oranjemutsje of -broekje of -rokje. Het was een blij en fleurig gezicht. En het deed geweldig aan, om na vijf jaar weer eens volop de oranjekleuren te zien. Een heldere lucht en stralende zon verhoogden nog de feeststemming.

Blijkbaar vond iedereen zijn huis te klein en te eng, want alles liep op straat. De straat zag zwart of liever gezegd: bontkleurig van opgetogen, blije mensen, die maar op en neer wandelden van Ginderover naar Kreijl en omgekeerd.

Om een uur of drie kwam het bericht, dat er een grote Engelse infanterie bij het café "de oude Barrier", tussen Heeze en Geldrop lag en zich gereed maakte om naar Heeze op te marcheren. Prachtig! We zouden hen een spontane en enthousiaste ontvangst bereiden!

Om vier uur was er nog niets . .. Ik besloot eens naar Kreijl te wandelen, mede om de afgebrande boerderij van de fam. Wijnen te zien. En vergezeld door een paar jongens van Hansen en Lanen en met mijn trouwe wandelstok, die de laatste weken mijn ondergedoken fiets had vervangen, ging ik op pad.

                                                                                                (word vervolgd)

 

Ga terug