Straatnamen in Geldrop (6)

Heemkronijk jaar:2007, jaargang:46, nummer:2/3, pag:49 -50

STRAATNAMEN IN GELDROP (6) 

door: Nick van Broekhoven 

Wat voorafging

Vaak wordt je de vraag gesteld: wat is je adres? Liefst met huisnummer en postcode. Verwonderlijk is dat niet, want het antwoord op deze vraag brengt de mensen thuis, maakt dat de post thuisbezorgd kan worden en hangt dus nauw samen met de bereikbaarheid van mensen en instellingen. Zonder adres kan de post niet bezorgd worden. Adres en straatnaam kunnen mensen vindbaar maken. En dat is een van de belangrijke uitgangspunten van straatnaamgeving. Over straatnamen in Geldrop gaat deze reeks, waarin nu de zesde aflevering. 

Het Geldropse beekdallandschap 

Vorige afleveringen heb ik wat geordend door een denkbeeldige tocht te maken door het Geldropse beekdallandschap aan weerszijden  – en nu vooral oostelijk –  van de Kleine Dommel. We verlaten het Villapark en Sporkehout, besproken in de vorige aflevering: wij wenden ons wat dichter naar de Kleine Dommel. En we passeren hierbij een klein aantal straten waarvan de namen ontleend zijn aan de weverijgeschiedenis van Geldrop: Jacquard1-, Damast-, Scheerder-, Verver- en Twijnstraat. Allemaal namen die verwijzen naar werkzaamheden en producten rond het weefgetouw. Als soortnamen sluiten ze aan bij de overige straatnamen die in 19512werden toegekend in Braakhuizen Noord en die alle verwijzen naar de verdwenen textiel- en wolnijverheid in Geldrop. Lambertushof lijkt een vreemde eend in deze bijt. De verklaring is betrekkelijk simpel: de Heilige Lambertus is de patroon van de textielarbeiders.   
                                                

1 Uitvinder van een toestel aan een weefgetouw tot het weven van patronen. 2 De genoemde jaartallen geven ook globaal aan, wanneer de besproken wijken en buurten ontstaan zijn.

Via de Nuenenseweg naar Kievit

De weg die vanouds naar Nuenen leidt, heet natuurlijk Nuenenseweg. Hij vormt een scheiding met de westelijk gelegen wijk Kievit3, het oorspronkelijke uitbreidingsplan tussen het noordelijke industrieterrein Spaarpot en de straat Wielewaal.   

 

 

 In 1959 besloot het gemeentebestuur in dit noordelijk gelegen deel van Geldrop straatnamen te ontlenen aan de rijke plantensoorten in het beekdal van de Kleine Dommel. Zo treffen we hier de Alsem aan en de Boldert en de blauwbloeiende Brunel. En verder het giftige raaigras Dolik, maar ook de moesplant Eppe en Evene en de tuinkruiden Kervel, Munt, Murik en Venkel. De Winde is bekend als slingerklimplant en de Wingerd als de bladverliezende gevelplant van de wijnstokfamilie. De naam Wijnsel ten slotte wordt zowel voor Winde gebruikt als voor Warkruid. Het is een plant die windt of klimt. Ten zuiden van deze wijk gaf het gemeentebestuur ook in 1959 namen ontleend
                                                

3 Oorspronkelijk een hoeve die in de 18de eeuw overging in particuliere handen.
 
50 

 

aan de grote schare weidevogels: Grutto, Kievit, Lepelaar, Reiger. Aan de noordkant wordt dit geheel begrensd door de weg Wielewaal, die een verbinding vormt tussen Helze en Nuenenseweg. Deze laatste weg voert ons langs en naar de Spaarpot, het industrie- of bedrijventerrein. Deze naam bestaat al sinds mensenheugenis, maar de herkomst is onzeker. Het kan zijn dat de naam te verklaren is uit ironische beeldspraak; er werd de – oorspronkelijk – modderige bodemgesteldheid van dit terrein mee aangeduid. Geen echte spaarpot dus… 


Naar Beneden Beekloop

Vanuit de Spaarpot kunnen fietsers en voetgangers via de Kervel en het Hulsterbroekpad in westelijke richting naar de wijk Beneden Beekloop. Aan de westkant is deze wijk begrensd door de Hulsterweg (1951) en Hulst. Hulst was oorspronkelijk een van de Zes Gehuchten. In het bestemmingsplan Hulst (1979) is voortgeborduurd op de beschreven systematiek. Leemkuylen is een samenstelling van Leem en Cule, dat wil zeggen leemkuil en dat verwijst weer naar een vindplaats voor leem ten behoeve van steenbakkerijen.     


 Het Elsbroekpad voert door het oorspronkelijk moerassige gebied van deze wijk. De els houdt van drassige gebieden en in Geldrop kun je deze boom dus aantreffen in
de Dommelvallei. Later zullen we deze boom ook nog tegenkomen in de straatnaam Elzenhof, in de wijk Akert.  Terug naar de Beekloop. Het riviertje de Kleine Beekloop ontstaat in het gebied van de Groote Heide, stroomt door het kleinschalige landschap van Gijzenrooi4, doorkruist Geldrop en mondt hier uit in de Kleine Dommel. Het zal dus geen verwondering wekken dat hier tussen 1951 en 1957 opnieuw straatnamen gezocht werden in relatie met de natuurlijke omgeving. Zo ontstonden de namen Beneden Beekloop, Rulstraat (genoemd naar de gelijknamige beek), Dommelstraat, Biezenstraat, Waardstraat (vergelijk uiterwaard), Groesstraat (groes, dat wil zeggen met groen gras begroeid weiland), Eeuwselstraat (schraal weiland bij een beek), Beemdstraat (beemd: laag gelegen natte grond). De later ontstane Neerlandstraat en omgeving sluit bij deze systematiek aan. De naam verwijst naar laag gelegen land, zoals dat ook met de naam Nederland zelf het geval is. Ook ’t Geluk hoort hier thuis, afgeleid als het is van ‘het gelookt’ en ook van Geloch, omheind land. Via de Laak (een beekje) komen we uit op de Helze, verwijzend naar laaggelegen percelen grond bij water. En dat het in deze omgeving vochtig en drassig is, kan de voorbijganger nog vaststellen als hij let op de wilgen en populieren die hier in ruime mate voorkomen.   Volgende keer steken we de Eindhovenseweg over naar het centrum van Geldrop en Zesgehuchten, waar we onder andere via de Papenvoort de pastoor van Geldrop volgen zoals hij vroeger de Beekloop moest passeren om van de Geldropse kerk naar het gehucht Riel te kunnen komen.    
     
                                                

4 Een ontginning in het bos in eigendom van ene Gijsbrecht.
 
 51

Ga terug