Beugelen: een oude sport.

Heemkronijk jaar:1977, jaargang:16, nummer:3, blz.68 -73

BEUGELEN: EEN OUDE SPORT

door: E. Kolen

Indien men van Heeze naar Sterksel gaat, ziet men even voorbij d komplexen van huize “Kempenhaeghe” aan de rechterkant van de weg, een gebouw liggen met het opschrift: "De Oude Glorie, Beugelvereniging". Maandenlang hebben enthousiaste leden van deze vereniging er gewerkt om hun beugelbaan in te richten en te verbouwen naar de eisen des tijds.
Een trotse voorzitter, H.Vaessen, verklapte ons dat Heeze sinds 9 december j.l., toen de baan officieel heropend werd, de mooiste en vooral best geoutilleerde beugelbaan bezit van de Nederlandse Beugelbond!

Een vleiende gedachte, te meer daar Heeze de enige gemeente in Heeze is waar gebeugeld wordt. We praatten met de immer voor zijn sport bezige voorzitter Hermen Vaessen.

Voor zover men heeft kunnen nagaan werd al in 1481 gebeugeld en wel in Nijmegen, voor het stadsbestuur een baan aanlegde voor de zich vervelende poortwachters. Ook op een schilderij van Pieter Breugels zien we beugelende mensen. In 1626 wordt de beugelbaan als volgt omschreven: (^)

"In het midden staet een beugel, 

Die met een gestaelde vleugel

Vast geplant is in der eed,  

En aan alle kanten keert. 

Groote met haar groote stelen

Konstich door den beugel spelen,

Maar de kleyntjes in 't gemeyn

Bruyken spaentjes kort en kleyn"

In een ander boek, "Kinderwerck" geheten, wordt vermeld dat ook kinderen graag beugelden:

 
"Wie zijn bol door de beugel jaagt en wel zo

Dat de beugel  ommedraeyt,

Als hij daar door komt geswaeyt,

Die party daer van doet wenden,

Of weerom nae 't perck kan senden,

Of zijn bol leyt in sijn plaats,

Aldermeest wint van syn maets."

Vanuit Nijmegen verbreidde zich dit spel naar andere delen van ons land, zoals de Achterhoek, Limburg en Brabant. En wel zodanig, dat beugelen in de vorige eeuw één van de volkssporten werd in het zuiden van ons land. Elk dorp of gehucht had wel  één of zelfs meerdere banen. Ook Heeze telde vroeger verschillende van die banen: bi j de familie Thijs op de Rul, bij van Bree op Kreyll, bij van de Laar op de Oude Kerkhof, op Ginderhoven bij Dukino, bij van Dijk op Euvelvegen en bij het oude patronaatsgebouw, dat destijds stond in de omgeving van het tegenwoordige St. Maartensgebouw. De laatst verdwenen beugelbaan bevond zich bij Thijssen een de Geldropseweg. Noe de laatste oorlog werd bij Marinus van de Ven op Euvelwegen een provisorische baan aangelegd, waar buurtbewoners weer gingen beugelen.

In 1957 ontdekte H. Vaessen dat daar die beugelbaan "lag", reden voor hem om eens te gaan kijken. Afkomstig uit het Limburgse Maasbree, had hij al sinds 25 jaar niet meer gebeugeld. Men vroeg hem wat hij van de baan en materialen vond.

Deze konden kennelijk niet de goedkeuring van Vaessen wegdragen, want zowat alles werd door hem afgekeurd, want zegt hij nu:  "De baan was te klein, de vloer niet van goed materiaal gemaakt, de zware speelballen waren niet rond en ook de slägers waren niet van deugdelijk materiaal vervaardigd".

 

Gelukkig was dit harde oordeel geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten, want op voorstel van Vaessen toog men naar het Limburgse om daar enige "goede" banen ta geen bezichtigen en vooral de ogen goed de kost te geven.

Een en ander resulteerde in het voornemen om in Heeze een echte beugelbaan te bouwen, die zou voldoen aan de eisen van toen.

De meeste aandacht kreeg natuurlijk de baan; het dak en de wanden werden vanwege de krappe financiële middelen minder bedeeld. Steeds meer liefhebbers dienden zich aan en op 1 augustus 1960 werd, op initiatief van Marinus van de Ven en Vaessen, besloten een officiële beugelclub op te richten.

voorzitter H. Vaessen en secretaris F. van Bree (links)

Het eerste bestuur zag er als volgt uit:

H. Vaessen, voorzitter,

F. van Bree, secretaris,

M. van de Ven, penningmeester,

J. Everse en R. van de Boogaard, leden

De functies van voorzitter en secretaris werden nu nóg door dezelfde personen vervuld, M. van de Ven en J. Evers zijn ondertussen overleden, terwijl R. van de Boogaard bij zijn vertrek uit Heeze naar Asten benoemd werd tot erelid van "De Oude Glorie". Hij woont nu in een bejaardentehuis in Asten.

Iets over baan en bollen:

Rondom de baan staat een wand van 75 cm. hoog. De vloer is gemaakt van een speciale leemlaag en is 12 tot 15 cm. dik.

Tegen de opstaande wand ligt een balk, waartegen de ballen gespeeld worden.

De bollen werden vroeger gemaakt uit de koppen van palmbomen. Dat gebeurt tegenwoordig niet meer, omdat één zo’n bal maar liefst rond de duizend gulden zou geen kosten, voor de meeste verenigingen een onoverkomelijke zaak.
Een beugelaar uit Sevenum is er, na vele pogingen en mislukkingen, in geslaagd een bol te ontwerpen, waarin een aantal soorten plastic en "nog iets" zit. Het eigenlijke "gerecht" houdt men angstvallig geheim, omdat de Beugelbond het procedé heeft kunnen kopen.

Dit brengt het voordeel met zich mee, dat de Bond, aldus Vaessen, deze ballen tegen alleszins redelijke prijzen heeft kunnen verkopen aan de aangesloten verenigingen.   

Het Spel

Het spel wordt gespeeld met 4 ballen, die een gewicht hebben van 4,2 kg. De diameter bedraagt 18 cm. Een wedstrijd wordt gespeeld met 2 of 4 personen. Speelt men voor de competitie of voor de beker, dan speelt men man tegen man, met dien verstande dat iedere speler dan 2 ballen krijgt, die ook weer verschillende kleuren hebben, nl. rood en wit.

De ballen worden gespeeld vanuit de groep, die 10 cm. diep is.

Op de wand is een witte streep aangebracht op 50 cm. hoogte, waarboven de bal niet gespeeld mag worden. Indien de 4 ballen zijn opgespeeld, meet de scheidsrechter welke bal het dichtst bij de beugel ligt en de desbetreffende beugelaar mag verder spelen.

Men mag altijd aan de scheidsrechter, geleverd door de bezoekende club, vragen welke bal gespeeld moet worden. Deze is verplicht dat te zeggen, ofschoon hij in twijfelgevallen de hulp mag inroepen van de "teller", aangewezen door de ontvangende club. De scheidsrechterlijke beslissing is onherroepelijk: sinds 3 jaar zijn protesten afgeschaft en zelfs verboden, aldus H. Vaessen, die vindt dat ook andere takken van sport deze maatregel zouden moeten invoeren!

De ballen worden gespeeld met een släger, vervaardigd van hard hout en waarvan de uiterste lengte van het slagstuk niet meer dan 25 cm. mag bedragen. Hat handvat mag aangepast worden naar persoonlijke voorkeur.

Pogingen tot eenheid

Echte spelregels bestonden vroeger niet, men speelde gewoonlijk naar eigen inzicht. Vanaf 1932 werden echter in Limburg steeds meer verenigingen opgericht, wat uiteindelijk leidde tot het oprichten van twee Beugelbonden: de Nederlandse Beugelbond, "werkzaam" in het gebied van Weert tot Echt en de Noord-Limburgse Beugelbond, die het gebied bestrijkt van Meyel tot Belfeld en waartoe ook "De Oude Glarie" behoort.

Het los van elkaar opereren van deze twee bonden, bracht de nodige moeilijkheden met zich mee, zeker toen men onderling wedstrijden ging organiseren: de spelregels waren niet hetzelfde én men speelde met ballen die niet even zwaar waren! De ene bond speelde met een bal, die 5,6 kg. woog, terwijl de andere band een bal van 2,8 kg. zwaar genoeg achtte!

Na de oorlog bespraken de twee voorzitters van de bonden de mogelijkheid om één bond op te richten. Ondanks een grote mate van overeenstemming, strandde de "formatie" tenslotte, aldus een glimlachende Vaessen, op de alomvattende kwestie: wie van de twéé voorzitters moest de eerste man worden van de nieuw op te richten bond?  

Totdat, aldus Herman Vaessen, "De Oude Glorie" als vereniging een handvat aanreikte om tot een oplossing te komen: in 1968 organiseerde de Heezer vereniging de Eerste Open Brabantse Kampioenschappen, waarvoor teams van beide bonden werden uitgenodigd en ook kwamen, vergezeld door beide voorzitters, die na een conclaaf ten slotte tot een bevredigend accoord wisten te komen! De spelregels warden aangepast en men speelt tegenwoordig met een bol van 4,2 kg, het gemiddelde van de gewichten van de twee voormalige bonden. "God zij dank", zegt Vaessen, "loopt alles geweldig in de Nederlandse Beugelbond". Juist als hij een uiteenzetting wil geven van de spelregels, wordt hij ontboden naar de beugelbaan! Dat lijkt voor hem een heilige plicht. Voordat hij vertrekt zegt hij: "Schrijf mar op, da de mensen, die er meer van wille weten, zelf komen kijken, dan leren ze 't spelenderwijs!" Waarvan acte! 
                                                                                                        

(^)  uit:  "Shell journaal van oude sporten, door Dr.J.M. Fuchs en W.J. Simons  

Ga terug