Rondom valkeniers en valkerij in Leenderstrijp.

Heemkronijk jaar:1972, jaargang:11, nummer:4, blz.46 -57

RONDOM VALKENIERS EN VALKERIJ IN LEENDERSTRIJP (17de en 18de eeuw)

door: A.F.N. van Asten 

Als men praat over valken of valkeniers denkt men meteen aan Valkenswaard. Zeer begrijpelijk overigens, de naam zegt het reeds en bovendien is er door diverse publicaties wel het een en ander bekend geworden over verschillende van die valkeniers en hun bedrijf in Valkenswaard. Wie zou er in dit verband nooit iets gehoord hebben over Karel Mollen?

De meesten echter weten niet dat vooral in de 17de eeuw ook het dorp Leende en dan meer bijzonder het gehucht Leenderstrijp een centrum voor de valkensport is geweest. Een sport die veel geld kostte en dan ook vooral beoefend werd door keizers, koningen hertogen, prinsen enz. enz.

Ook de valkeniers van Leenderstrijp zorgden er voor dat al die adellijke personen valken in hun bezit kregen. Meestal hadden die vorsten zelf enkele valkeniers bij zich in vaste dienst.

De valken werden alvorens ze aan diverse hoven of te leveren, door die valkeniers en hun knechten afgericht en klaar gemaakt voor de jacht. Daarvoor was de grote heide waarlangs aan de ene kant Leenderstrijp en aan de andere zijde Valkenswaard lag, een veel gebruikt oefenterrein. Hierna werden de "gedresseerde" valken door hen naar de hoven van Beieren, Saksen, Engeland, Berlijn, Parijs enz. gebracht, alwaar adellijke personen de roofvogels gebruikten bij hun sport om er mee op andere vogels, zoals reigers, te kunnen jagen en deze zo door middel van die valken machtig te kunnen worden.

Philips baron van Leefdael, heer van Waalwijk en Beek bij Aarle, schrijft in zijn Beschrijving der Meierij van 's Hertogenbosch rond 1645 over Leende:

"sijnde eene vermaerde plaetse door de valckenieren, die daar veele wonen ende bij alle vorsten en princen de gansche weerelt door, jâe bij den Turckschen keiser selfs gaan dienen . . . . ."

Waar nu kwamen al die valken vandaan? Waar werden die vogels gevangen? Wie handelden er in?

In Leende was er een zekere Antonis Willems die in 1604 ("sijn uterste deboir ende nersticheyt gedaen heef") alle moeite heeft gedaan om valken te kopen voor graat Maurits van Nassau en voor de palsgraat van de Rijn. Antonis bestelde die valken bij Aert Henrick Dingens eveneens een Leendenaar en ook tevens een bekend voerman. In 1606 ging hij nog met paard en kar naar Keulen om er met nog enkele voerlui rijnse wijn te gaan halen voor Heer Amandt uit Geldrop.

Aert Dingens was in 1598 weduwnaar van Anneke Willem Verbraecken en later huwde hij met Ida Daem Tielkens dochter; hij had een viertal zonen, waarbij o.a. Henrick Dingens ook valkenier was.

Aert stierf vóór 1618. Hij had, al of niet met zijn zoon vele reizen gemaakt tot zelfs naar IJsland.(1)   

Ook nu in 1604 bood Antonis aan Aert tot 32 rijksdaalder voor iedere valk die Aert hem zou leveren!

Of het nu een gheervalck of een gheervalck terssel zou zijn, maakte in de prijs geen verschil. (2) Voor iedere valk zou hij 32 rijksdaalder aan Aert betalen.

Er werd een accoord gemaakt en Aert Dingens droeg zijn zoon op, om als hij weer 'n reis naar IJsland maken zou, om dan voor hem een aantal IJslandse valken mee te brengen.

Toen het echter op leveren aan kwam, kon Aert niet aan zijn verplichtingen voldoen; de zoon bleek geen valken meegebracht te hebben uit IJsland. Er was iets mis gegaan met het Fransport er van. Hierover ontstond een geschil tussen Antonis en Aert en daarom verschenen er in 1604 voor de schepenen van Leende een paar getuigen om te komen bevestigen dat Aert wegens overmacht niet had kunnen leveren! De eerste getuige die verscheen was Peter Willem Geuen (= Maes?) en valkenier bij graat Maurits van Nassau. De tweede getuige was Anthonis Robbers, valkenier bij de koning van Spanje. Deze getuigenissen werden op 15-1-1604 te Leende ten overstaan van de schepenen Peter Driessen en Reym Hoirs afgelegd. (3)  

Niet alleen uit IJsland kwamen die valken, ook Noorwegen vooral, (Denemarken maakte er toen ook deel van) was betrokken bij die aanvoer van valken naar Leenderstrijp.

Zo woonde er op Leenderstrijp rond 1600 de valkenier Henrick Willem Steymans; geheel zijn leven tot zijn zeventigste jaar toe, had hij met valken omgegaan. Hij was meer dan 33 keer naar Noorwegen gereisd om er valken te halen. Hij bracht ze dan naar Leenderstrijp, richtte ze af en verkocht ze dan weer verder. Zo ook in 1648. Rond november van dat jaar kwam Henrick Steymans weer terug uit Noorwegen naar huis, naar zijn huis in Leenderstrijp dus. Aldaar aangekomen was hij een geruïneerd man. Al zijn bezittingen bleken verdwenen te zijn! Zijn huis was afgebrand, hij bezat niets meer! Alles was Henrick kwijt. Wat nu? Gelukkig voor hem, heeft René van Warfusé, heer der heerlijkheid Heeze-Leende, hem weer uit de brand geholpen. Heer van Warfusé benoemde hem tot zijn vorster voor het dorp Leende. (4)   Zelfs op 23-7- 1650 zagen we de oude valkenier nog in Leende als vorster optreden.

In die zelfde tijd was er in Leende de vorster Peter Clevers, geboren rond 1560 en gehuwd met Catelijn Delis van Weerdingen. Meer dan 50 jaren is Peter vorster op Leenderstrijp geweest. Zijn zonen Jan en Henrick Clevers, trokken als valkeniers buiten de Meierij om valken te gaan vangen. In 1640 vroegen ze daarvoor een vrijgeleide. (5)   Ook Henrick Peter Clevers de valkenier werd later tot vorster in Leenderstrijp benoemd!

Ook in 1641 zien we voor de schepenen te Leende verschijnen Johan zoon van wijlen Gielis Martens, geboren en wonend in Leende. Als Johan Gielissen vraagt hij op 4-2-1641 als valkenier om een vrijbrief omdat hij dikwijls buiten de Meierij reisde. (6)   Rond 1650 was er een Willem Peter Tielens (= Heesterbeeck) als bekend valkenier. Hij wordt valkenier genoemd als hij op Leenderstrijp grond in huur heeft van Heer Jan Philips Hesius, oud-pastoor van Leende.  (7)

Ook hadden we rond 1650 Willem Thonis Verbraecken uit Leende die valkenier was bij de vorst van Keulen.

Willems schoonzoon Joannes Jeuvorry woonde in Poppelstorff dicht bij Bonn. Willem was verwant aan de Leender familie Pompen.(8)  

Verder was er ook een valkenier in Leende die Jan Vogel heette. Een wel zeer geslaagde naam voor zo iemand. Jan en zijn zoon Jacob, woonden in Leende. 't Waren zeer bekende valkeniers. (9)   

Jan Vogel was rond 1640 gehuwd met Maria Antonis Smulders dr. Zij was eerder weduwe van Jacob Reym Hoirs waarmee ze in jan. 1628 gehuwd was geweest.

 

I-A. Jan Vogel en Maria hadden te Leende 3 kinderen:

1. Jacob Vogel, geb. 5-4-1640, doopheffers Joes Verbrug en Catharina de vrouw van Peter Reym Hoirs.

2. lda Vogel(s), geb. 10-7-1642, als doopheffers Maximilianus Alexandri (= Max Sanders van VeIthoven!) en Elisabeth de vrouw van Paulus Hendrik Smulders.

3. Joannes VogeI(s), geb. 14-12-1644, doopheffers Jois Cox en Elisabeth Bussen.

 

II-A Jacob Jan VogeI(s), geb. Leende 5-4-1640 en aldaar op 11-11-1680 overleden, was valkenier bij de hertog van Lunenburg. Jacob huwde voor de pastoor te Leende op 16-8-1671 met Jenneke Bluyssen.

Zij was op 28-7-1643 te Leende geb. als dr. van Frans Bluyssen en Maria van Hove.

Jacob en Jenneke hadden een drietal kinderen:

a.  Maria Vogels, geb. Leende april 1673, met als doopheffers Joes van Doorn en Maria Smulders. Maria VogeIs was op 28-10-1691 voor de schepenen van Heeze-Leende in ondertrouw met Jan Booms Luycas zoon uit Valkenswaard. (10)

Ze hadden in 1713 een viertal kinderen waaronder Jacob Booms die later in 1718 als jongste vaIkeniersknecht in dienst was bij zijn oom Gijsbert Royaerts.

Die Booms was een bekende vaIkeniersfamilie in Valkenswaard.

Barthel Verhoeven c.s. als mombers over Jacob en Willem, onmondige zonen van Jan Booms verwekt bij Maria Jacob Vogels, verzoeken in 1720 te verhalen op onderpanden toebehorende Jan Hendrik Deelen, een rente van 7 gld. 10st. (150 gld. kapitaal) volgens een brief van 25-1-1669, toen gepasseerd bij de voorn. Jan Deelen ten behoeve van Maeyken van Hooff, weduwe van Frans Bluyssen. (11)

b.  Ida Vogels, geb. te Leende 28-6-1675 met doopheffers Herman Vogels en AIdegonda Belen. Ida huwde voor de pastoor te Leende op 25-6-1702 met  Gisbertus Royers.

Hierbij trad Rev. Dom. Henricus van Doorne als getuige op. Was deze Gisbertus Royers een zoon van Adriaen Royers, gehuwd met Mechtildis Corstiaen Geuen en wonend te Valkenswaard? Gisbertus was valkenier. (Zie verder ook bij de familie Royaerts).

Ida overleed vóór 1705 vrij kort na hun huwelijk en wel in het kinderbed bij hun eerste kind. Haar moeder Jenneke Bluyssen, haar vader was reeds in 1680 overleden, verklaarde in 1705 dat zij aan Gijsbert Royers nog 900 gld. a 6% zou betalen, dit naar aanleiding van een geschil over de huwelijksvoorwaarden met Gijsbert gemaakt. Hierbij staat Gijsbert verder al zijn rechten af; alleen wenst hij nog "een bruin stoffe cleet, een kerckboeck, silvere senture, een paar handtschoenen, een neusdoeck, mitsgaders alle de goude en silvere ringhen die de overIedene (Ida) competerende waren." (12)   

c.  Frans Vogels, geb. te Leende 22-7-1677, doopheffers Henricus Deelen en Geertruy Bonen.

 

Die valkeniers waren helemaal niet onbemiddeld, ze beschikten dikwijls over zo veeI geld dat ze het bij enkele gemeenten tegen 'n rente van gewoonlijk 6% uitzetten. Ze deden dat uitlenen liever niet in hun eigen dorp. We zien dan ook dat Leendenaren, valkeniers en teuten, bij voorkeur hun geld bij dorpen in de buurt uitzetten. Zo leent Mierlo op 15-12-1672 de som van 500 gld. of 200 patacons van Jacob Jan Vogel uit Leende. Op 30-7-1674 weer, nu Leent Jacob nog eens 759 carolus gld. aan Mierlo uit tegen een rente van 6%. (13)   

 

BIJNEN

Ook bij de familie Bijnen zijn enkele zeer bekende valkeniers geweest die in Leenderstrijp gewoond hebben. Zoals we eerder schreven was Jenneke Bluyssen gehuwd met Jan Vogel. Een zuster van haar was Agnes Bluyssen geb. te Leende 7-10-1635 als dr. van Frans Bluyssen en Maria van Hove. Ook Agnes trouwde met een valkenier. Haar huwelijk met Jan Jacob Bijnen, eveneens als zij uit Leenderstrijp, werd 19-10-1667 te Leende ingezegend. (14)    

Jan Bijnen de valkenier koopt in 1693 van Frans Bluyssen een groese van 74 roeden, gelegen in de doleghen op Strijp naast een erfenis van Hendrik Jacob Maas.

Jan had veel goederen tot zelfs in Helmond.

Hij kocht er in 1699 van zijn zwager Dirk Beelen uit Maarheeze voor 900 gld. een huis met hof, teulgronden en weilanden, gelegen te Helmond op het Bijstervelt. Die boerderij van 27 lopense verhuurde hij aan Antony Peter van Hooff.

In 1704 stuurde Agnes zijn weduwe, een kar met twee paarden naar Helmond om aldaar 40 vat rogge die de hoevenaar haar wegens pacht schuldig was, op te gaan halen. Bij de terugreis werden te Helmond kar en paarden aangehouden en in beslag genomen onder voorwendsel dat ze geen paspoort konden laten zien. Kar en paarden werden publiek verkocht en brachten 171 gld. op, de rog was onverkocht gebleven. (15)    

Agnes bereikte een hoge leeftijd en overleed te Leenderstrijp als 86 jarige rond 1722. Zij liet veel goederen na. (16)   

Jan en Agnes hadden enkele dochters en één zoon. We vonden slechts:

a.  Elisabeth Bijnen, geb. Leende 21-8-1668

b. Maria Bijnen, geb. 18-3-1671

c. Franciscus Bijnen, geb. Leende 19-1-1676

Twee dochters Sophie en Maria trouwden beiden met een Vermeulen met Jan en Bartel Vermeulen, valkeniers bij de koning van Beieren.

De zoon François Bijnen geb. 1676, woonde op Leenderstrijp en werd evenals zijn vader valkenier bij de koning van Pruisen. François huwde voor de pastoor te Leende op 1-11-1699 met Marie Jan Delis (Heesterbeeck), j.d. en eveneens uit Leende.

François  Bijnen trok regelmatig als valkenier vanuit Leenderstrijp naar Berlijn, naar de koning van Pruisen.

Zo ook in 1711 had François  plannen om naar Berlijn te reizen. Er moest echter eerst een vrijbrief komen. Zonder zo'n sauvegarde zou het nog riskanter zijn, bovendien had men dan de kans dat men aan de grens niet door gelaten zou worden. Ook moest men kunnen zien uit welk land men kwam om te weten of er soms de zwarte dood of pest zou heersen.

Op 7 maart 1711 werd die brief dan geschreven en hij luidde in hedendaags Nederlands:

-  Wij Johan de Jongh drossaard en Willem Bull schepen der heerl. Heeze-Leende verklaren, dat alhier in de Meyerij van Den Bosch geen pestilentie of besmettelijke ziekte heerst of voorkomt, dat er hier een goede gezonde en frisse lucht is, waar voor God zij gedankt, en dat Sir François  Bijnen, meester valkenier en inwoner van Leenderstrijp, ons heeft verklaard het voornemen te hebben om van hier te Leende naar Berlijn te reizen met zeven knechten, vijf paarden en veertig valken, verzoeken daarom zeer vriendelijk en nederig aan alle landen die hij moet passeren, de voorn. François  Bijnen met zijn knechten en bagage te laten gaan, staan, passeren en repasseren.

Alzo opgemaakt in kennis der waarheid en eigenhandig ondertekend.

Wij hebben hiervan een dubbel exemplaar doen maken door onze secretaris Johan Caspar Nobel.

Aldus te Heeze op 6-3-1711. (17)

‘t Zal heus niet de eerste keer geweest zijn dat François  als valkenier naar Duitsland trok. Dit keer in 1711 had hij met die 40 valken en 5 paarden 'n aardig kapitaaltje bijeen. Er zullen ook wel ‘n paar karren bij geweest zijn om al die vogels in kooien te vervoeren. Die reis naar Berlijn maakte François  met zijn convooi waarschijnlijk over Well, al waar hij de Maas over moest.

François  Bijnen en Maria Jan Dielis hadden als kinderen:

1.  Helena Bijnen. Zij was in 1727 gehuwd met Pieter de Bruyn of ook wel Peter Hendrik Bruynen. In 1752 was ze weduwe.

2.  Johanna Bijnen. Zij huwde op 16-1-1735 te Leende met Jan Royaerts, geb. 11-3- 1699 eveneens in Leende en mr. valkenier bij de Prins-Bisschop van Luik, overleden na 1752.

3.  Elisabeth Bijnen. Zij huwde Jan Goossen, schepen en bekend valkenier te Valkenswaard.

4.  Jan Bijnen. Hij was in 1760 te Leende en aldaar gehuwd met Elisabeth Verhoeven.

5.  Agneta Bijnen. Ze huwde op 6-2-1736 met Peeter Hendrik Cox, eveneens uit Leende

6.  Maria Bijnen, huwde op 26-1-1744 met Hendrik Hendrik Cox uit Leenderstrijp.

7.  François Bijnen, geb. Leende 29-6-1713 was valkenier in Saxen-Gotha. Hij kreeg in 1752 het groot huis op Leenderstrijp waar zijn ouders hadden gewoond.

8.  Wilhelmus Bijnen, ook valkenier bij de vorst van Saxen-Gotha. De heer Peter Aarts, pastoor te Asten, trad in 1752 voor Willem op.

9.  Catharina Bijnen. Zij huwde Reinier Jan Maas, geb. op Leenderstrijp 12-4-1713 en aldaar wonend.

Al deze 9 kinderen van François  Bijnen en Maria Dielis deelden de goederen van hun overleden ouders op 18-7-1752. (18)

Achteraf vonden we ook nog gegevens uit Asten en wel:

RA Asten R 90;

-  fol. 15 en 16: Agnes weduwe Jan Jacob Bijnen van Leenderstrijp leent op 9-5-1707 aan de gemeente Asten 1000 gld. Dit kapitaal is op 21-4-1766 voldaan aan Francis Vermeulen.

-  fol. 8: Agnes wede Jan Jacob Bijnen leent op 24-2-1707 aan de gemeente Asten 1000 gld. Dit kapitaal voldaan op 20-3-1767 aan Jacob Vermeulen. 

-  fol. 6: Johan Vermeulen van Leenderstrijp leent op 24-2-1707 aan Asten 1500 gld. Op 25-3-1754 hiervan 1350 gld. voldaan aan Francis Vermeulen.

-  fol. 36: Jacob Royaerts van Leenderstrijp, hij leent op 25-2-1708 aan Asten 500 gld. Op 10-3-1764 voldaan aan Arnoldus Hoeben van Leenderstrijp.

 

VERMEULEN

François  Bijnen geb. 1676 had zoals gezegd enkele zusters waarvan er twee, Hedwich Sophie en Maria, met een Vermeulen trouwden.

Maria Bijnen geb. 18-3-1671 huwde te Leende voor de pastoor op 28-12-1697 met Bartholomeus Vermeulen uit Valkenswaard en Hedwich Sophie Bijnen huwde voor de schepenen te Leende op 7-10-1690 met Johan Vermeulen, een broer van Bartholomeus Vermeulen. De Vermeulen's kwamen uit Valkenswaard maar vestigden zich beiden op Leenderstrijp, ze waren bekende valkeniers en zeer bemiddeld. Zo had Johan een obligatie van f. 1500,-- afkomstig van Jacob Jan Vogel zoals Jacob die op 18-6-1671 aan het dorp Leende had uitgeleend; verder had Johan een obligatie van f. 1000,--  ten laste van de gemeente Asten, terwijl zijn broer Bartel er een van f. 2000,-- a 3¼% had, eveneens ten laste van het corpus van Asten. (19)

In aug. 1726 verklaarde Nicolaas Blint, vorster te Leende, dat er een brandbrief was gelegd en gevonden, bij en aan het huis van Sophie, vrouw van Jan Vermeulen en wonend op Leenderstrijp. In die brief stond dat zij aan de stangh of boom in de bergen in de Leenderstrijper heide zou hebben te leggen de som van 200 gld., zo niet dan zouden haar huizen te Leenderstrijp en Valkenswaard in brand worden gestoken. Nicolaas Blint de vorster en Martinus Huberts zijn daarom op zaterdag 10 aug. 's avonds tussen 7 en 8 u. de heide ingegaan en hebben er twee mannen gezien, zonder geweer. Bij de ondervraging kreeg de vorster te horen dat ze uit Valkenswaard afkomstig waren en dat ze beiden van Gerrit Coolen uit Leende kwamen en aldaar gehoord hadden dat er in de hei geld zou liggen. (20)

Hoe het verder afgelopen was zeggen de schepenprotokollen niet! Alleen zoekt men nu in 1972 het geld liever in de bossen bij Vessem!

In 1741 doet Sophie als weduwe van Johan Vermeulen afstand van haar tochtrecht in al haar goederen ten gunste van Jacob en François  haar zonen.

Jacob kreeg het groot huis, groot 174½; roeden, het huis op Leenderstrijp waar moeder in woonde. François  kreeg ook een huis op Leenderstrijp en wel "den hulsbosch" en afkomstig van Goort Hendrik Bull. (21)

Als kinderen van Johan en Sophie vonden we:

1. Jacob Vermeulen geb. en wonend te Leende, huwde aldaar voor de pastoor op 31-1- 1731 met Petronella Hoeben. Zij was op 9-5-1707 te Leende geb. als dr. van Joost Aert Hoeben en Catharina Peter Baeten; haar ouders waren op 28-4-1697 te Leende gehuwd. 

Petronella's vader, Joost Hoeben was op 1-3-1664 te Leende geb. als zoon van Arnoldus Hoeben en Maria Clevers. Petronella had een broer Arnoldus of Aert Hoeben, geb. 5-11-1701, hij huwde 25-11-1732 met Johanna Pompen en hij was een bekend voerman.

Jacob was valkenier bij de vorst van Beieren. In de jaren 1726-1745 was dat Karel Albert die zich in 1742 zelfs tot keizer van Oostenrijk liet kiezen.

Jacob en Petronella hadden ‘n zestal kinderen; bij hun eerste twee kinderen kwamen de hertog en hertogin in hoogst eigen persoon naar Leende om er als peter en meter op te treden. Immers de kinderen werden naar hen genoemd. ‘n Hele eer voor Leende!

Zo werden er geboren te Leende:

a. Carolus Albertus Vermeulen geb. 28-10-1731, doopheffers Carolus Albertus, hertog van Beieren en Maria Hoeben.

b. Maria Vermeulen geb. 18-7-1735, doopheffers Joannes Vermeulen en Maria Amelia, aartshertogin van Beieren. Maria huwde 6-1-1760 te Leende met Frans Vermeulen uit Dommelen.

2. Francis Vermeulen geb. Leende 23-9-1717, huwt er op 25-8-1743 met Elisabeth van Engelen. Zij was op 5-10-1713 te Leende geb. als dr. van Goort Willem van Engelen en Wilhelmina Hollen die op 17-1-1706 te Leende gehuwd waren. Goort van Engelen was een teut, ‘n handelaar die regelmatig naar het Rijnland e.o. trok in compagnonschap met ’n vijftal Leendenaren al familieleden.

Francis erfde vanwege zijn vrouw het huis met brouwerij tegenover de kerk in Leende. Dat huis was afkomstig van Hendrik van Put, het was 'n bekend gildehuis. De kinderen van Francis en Elisabeth verkochten dat huis in 1784 aan Peter Royers. Die heeft het slechts kort in bezit gehad doordat Willem van Deenen, getrouwd met Petronella, 'n dochter van Francis, het huis op 4-8-1785 vernaderde. (22)

Kinderen van Francis Vermeulen en Elisabeth:

1. Joannes Vermeulen geb. Leende 10-6-1744 woonde in 1784 te Weert.

2. Godefridus Vermeulen geb. 10-11-1745.

3. Sophia Vermeulen geb. 5-10-1747

4. Henricus Vermeulen geb. 28-9-1749 woonde te Venray.

5. Willemyna Vermeulen, zij huwde Amandus van Moorsel uit Helmond.)

6. Petronella Vermeulen geb. 10-5-1758. Zij huwde Willem van Deenen uit Leende.

 

ROYAERTS

Behalve in Valkenswaard woonde er in Leenderstrijp ook nog de bekende valkeniersfamilie Royers of Royaerts. Zo vonden we rond 1650 Gijsbert Hendrik Royers wonend op Leenderstrijp. (23) Hij overleed er op 19-2-1676. Gijsbert was gehuwd met Cristina van Dommelen Peters dr.

I-A Gijsbert Royers en Cristina hadden als kinderen:

1. Jacob Royers of Royaerts, geb. te Leende mei 1652 (hij volgt II-A)

2. Adriaan Royers. Hij huwde Mechtildis Corstiaen Geuen en woonde in Valkenswaard alwaar ze als kinderen hadden o.a.:

a. Christiaan Royers, geb. Valkenswaard 12-8-1678.

b. Elisabeth Royers, geb. 13-8-1680.

c. Adriaan Royers, geb. 12-4-1683. (24)

3. Elisabeth Royers, geb. Leende 4-7-1656, doopheffers Mathias Peters en Joanna Royers. Zij huwde met Adriaen Corst Jan Geuen.

4. Roelof Royers. Hij woonde op Bruggerhuys, vlak bij Valkenswaard, en was gehuwd met Willemyna Huybert Verrijt. Roelof overleed vóór 1692. (25)

Ze hadden in 1706 als kinderen: Lysbeth gehuwd met Peter Hooffmans, verder Huybert Royers en Gijsbert Royers. (26) Misschien was hij wel degene die in 1702 met Ida Vogels huwde?

5. Hendrik Royers. Hij woonde op Leenderstrijp.

In 1687 was hij er mr. schoenmaker en had zo doende voor zijn beroep leer nodig; dat looide hij echter zelf. Er kwamen echter klachten over. Zijn naburen protesteerden bij de schepenen van Leende dat Hendrik een "leerberijders looycom" bij zijn huis geplaatst had. Zo'n leerlooiers kuip was soms 2 m. diep in de grond gemaakt en diende om er dierenhuiden in te leggen die daarin tot leder werden gelooid. 'n Looiproces dat minstens een jaar duurde en waarvoor men gemalen eikeschors of run tussen de huiden strooide. Denkelijk hadden de buren overlast van die kuip door de sterke lucht of stank.

We zien alweer dat er niets nieuws onder de zon is.

In 1687 was er reeds protest wegens milieu-verontreiniging! De buren van Hendrik kregen gelijk en hij moest op peen (boete) van 12 gld. de kuip weer binnen drie maanden uitbreken. (27)

Hendrik Royers blijkt in 1695 als gijzelaar door de Franse troepen mee genomen te zijn. Hij zit dan met Arien Pompen e.a. op het kasteel van Namen gevangen. Op het geding van maart 1695 in Heeze, benoemde de drossaard tijdens de duur van zijn gevangenschap zijn broer Adriaan tot mede-momber over de kinderen van Roelof Royers (28). In feb. 1697 is Hendrik reeds lang weer thuis, hij huurt dan van Jacob zijn broer, zeker brouwhuys op Leenderstrijp. De huurprijs is 15 gld. per jaar, ieder half jaar te voldoen; de huurtermijn is drie jaar met een half jaar van te voren opzegbaar. (29) Geld had Hendrik wel; op 19-11-1695 leende de gemeente Heeze van hem 1000 gld. en ook nog 500 gld. a 3%.

II-A Jacob Royaerts, (zie 1-A-1) geb. te Leende in mei 1652, huwde er voor de schepenen op 26-7-1682 (RA Heeze 8; fol. 150) met Marie Frans Pompen dr. Hierbij was Bartel van Paessen, ‘n oom van Maria, als getuige. Maria was op 16-11-1656 te Leende geboren als dochter van Frans Pompen en Elisabeth Gerard Raessen. Maria kreeg bij de erfdeling op 16-11-1688 het huis met de brouwerij te Leenderstrijp van haar ouders.(30) Haar man verhuurde in 1697 die brouwerij aan zijn broer Hendrik.

Jacop Royaerts woonde op Leenderstrijp. Op 6-1-1694 verklaarde hij voor de schepenen samen met Frans Jacob Bluyssen 33 jr., Jan Willem Dielis 57 jr. e.a. dat er in augustus van vorig jaar 1693 een groot korps Franse militie door het land van Luik recht op Leende was aangekomen en dat toen ook soldaten zijn huis waren binnengedrongen.

De drossaard van Heeze-Leende Johan de Jongh was toen bij Jacob in huis. Een der soldaten zette 'n gespannen pistool tegen zijn hoofd en dreigde de drossaard te zullen doodschieten. Die misdaad bleef echter uit, wel werden er 6 gijzelaars voor Heeze-Leende en één voor Sesgehuchten geeist en meegenomen. (31)

Dat ook Jacob niet onbemiddeld was, blijkt uit de vele gelden die hij uitleende. Hij overleed voor 1725.

De deling van hun goederen was op 13-8-1731. (32). In 1699 was Jacob samen met Willem Martin Cissen burgemeester voor Strijp geweest.

Als kinderen van Jacob en Maria te Leende gedoopt:

1. Gijsbertus Royaerts geb. 5-9-1684 met als doopheffers Adriaan Corstiaen Geuen en Joanna Frans Pompen. In Leende huwde voor de pastoor op 14-2-1712 (RA Leende 5) Gijsbert Royaerts met Anna Janssen, ook wel genoemd dr. van Jan Claessen. (33). Op 7-7-1713 werd hen te Leende een dochter Wilhelmina geboren met als doopheffers Thomas Jansen en Elisabeth Royaerts.

Evenals zijn vader was ook Gijsbert burgemeester voor Leenderstrijp en wel in 1721. Hij overleed voor 1746. (ook 32)

2. Franciscus Royaerts geb. 16-10-1685 (hij volgt III-A).

3. Elisabeth geb. 1-4-1687, doopheffers Bartel van Paessen en Mechtildis Corst Geuen.

4. Christina geb. 7-8-1688.

5. Adrianus geb. 4-4-1690

6. Christianus geb. 17-3-1692, doopheffers Gerard Pompen en Elisabeth Roelof Royers.

7. Christianus geb. 6-7-1693, hij trok naar Waalre.

8. Christina geb. 30-11-1694. Zij huwde op 23-11-1721 voor de schepenen met Gerard Bluyssen uit Leende en zoon van Joseph MarceI BIuyssen en Helena Jan Pompen dr. in 1763 was Christina weduwe.

9. Adam, bleek in 1746 innocent te zijn. Zijn erfgenamen deelden in 1763 zijn goederen. Er werden toen alleen nog Frans, Jan, Christiaan, Maria en Christina als zijn broers en zusters genoemd. (34)

10. Wilhelmus geb. ± 1697.

11. Joannes geb. 11-3-1699 met doopheffers Gijsbert Royers en Christina Royers. Jan Royaerts huwde op 16-1-1735 voor de pastoor te Leende met Joanna Bijnen (RA Leende 6; dispensatie 3de graad). Getuigen waren Frans Royaerts en Catharina Bijnen.

Jan was van 21 nov. 1733 tot 3 feb. 1748 kapelmeester van de St. Janskapel te
Leenderstrijp. Als meester valkenier was hij in dienst bij de Prins-Bisschop van Luik. (35)

In 1752 blijkt Jan weer in Leende te zijn; zijn vrouw schijnt toen doodziek te zijn. Ze
testeren op 19-7-1752 samen voor de schepenen van Leende. (36)
Johanna blijkt spoedig hierna overleden te zijn. Jan Royaerts hertrouwde op 5-12-1756 voor de schepenen van Valkenswaard met Maria Goossens, j.d. en geboren aldaar. (RA Waalre 15; fol. 49). Jan woonde bij zijn huwelijk in 1756 te Maeseik, zo ook nog in 1763 als hij van zijn broer Adam erfde.

12. Maria Royaerts geb. 17-9-1700 met als doopheffer R.D. CorneIis Raessens, pastoor in Woensel. Maria huwde op 6-7-1727 te Leende met Jacob Wouter van Asten, geboren aldaar op 30-5-1694 als zoon van Wouter Jacob van Asten (geb. 19-12-1649) en van Jenneke Hendrik Geven, beiden uit Leende. Maria overleed rond 1787.

III-A Frans Royaerts (zie II-A-2) geb. 16-10-1685 te Leende, huwt er op 12-10-1721 voor de pastoor met Catharina van Weerde(n). Zij is een dochter van Herman van Weerde, die op 23-7-1689 voor de pastoor te Leende gehuwd was met Jacoba Frans Cocx dr. (38). Catharina's broer was Hyacinth van Weerde die op 7-7-1715 huwde met Maria Pompen Jacob dr.

In 1722 was Frans mr. valkenier bij Zijne Hoogh. van Hessen, Darmstad enz. (39) Frans heeft het valkeniersvak geleerd in Valkenswaard bij Gijsbert Royaerts meester valkenier bij de graaf van Hanau in Hessen-Nassau, gelegen aan de Main ten oosten van Frankfort. In die tijd waren er in Hanau veel Nederlandse emigranten gevestigd.

In 1728 verklaart Frans dat hij 10 jaar geleden bij Sir Gijsbert als valckknecht heeft gewoond tegen een huur van 55 duitse rijksdaaIder per jaar. In die tijd (1718) was daar ook Huybert Kennekens knecht, samen met Jacob Booms als jongste knecht. Jacob Booms was even te voren valkeniersjongen geweest bij nu wijlen Sir Jan van Ham, valkenier bij de keurvorst van de Palz. (40)

Frans en Catharina hebben te Leende als hun kinderen:

1. Christina Royaerts, geb. 4-5-1723.

2. Jacob Royaerts, geb. 22-9-1725, was valkenier en woonde in 1785 te Baagh bij de hertog van Beieren.

3. Christina, geb. 13-8-1727, huwde als Maria Christina voor de pastoor op 16-1- 1752 met Arnoldus Goort Aert van Engelen. Hij was op 26-3-1720 in Leende geb. als zoon van Godefridus Aert van Engelen en Johanna Willem van Velthoven. Maria Christina overleed vóór 1757 want Aert hertrouwde in 1757 met Helena Maria v. Lieshout.

4. Maria Elisabeth, geb. 22-12-1729. Zij huwde met Jan Hendrik van Velthoven en was weduwe in 1785.

5. Joanna Catharina, geb. 15-4-1732 en overleden na 1785.

6. Hermanus, geb. 21-11-1734 en te Leende op 3-6-1806 overleden.

In 1756 trok Herman Royaerts naar Parijs om aldaar zich verder te bekwamen in het schoenmakersvak. (40A)

Bij de deling in 1785 kreeg Herman het huis met de brouwerij. Hij bleef ongehuwd en werd in 1795 schepen en in 1798 president-schepen van Leende.

7. Wilhelmus, geb. 1-7-1737.

8. Hyacinthus, geb. 16-7-1739 en voor 1785 overleden. (41)

Op 9-2-1785 werden nl. de goederen van zijn ouders verdeeld (42)

9. Helena Catharina, geb. 23-12-1741. Als Helena Catharina Royers huwt ze op 13-11-1774 te Leende voor de pastoor met Petrus van Dij(c)k geb. 19-11-1740 te
Vorstenbosch-Nistelroy (RA Nistelrode 2) als zoon van Leonard Hendrik van Dijk en
Maria Willem Cornelissen. (43)

Ze hebben als kinderen o.a.:

a. Hyacintus van Dijk, landmeter, geb. Leende 5-2-1786, aldaar op 20-8-1851 overleden. Hij huwde Maria Lucia v. der Zanden.

b. Franciscus van Dijk, geb. 3-4-1779 huwde 5-2-1809 te Leende met Jacoba Aerts geb. 16-10-1781.

Van Frans van Dijk stammen enkele leden van onze heemkundekring, hierbij Jan van Dijk de bekende koperslager uit Leende.

 

BRONNEN:

1. RA Heeze R76; map VIII; d.d. 6-1-1618.

2. een terssel is een mannelijke valk.

3. RA Heeze R76; map II; d.d. 1604. Reeds in 1502 was er in Gemert een schout die Meeus den Pelsser huurde om voor hem tegen een te voren vastgestelde prijs valken in Denemarken te gaan halen: roeden valk, gheervalk, haegersserts valck etc.

4. RA Heeze R78; map 1648 en map 1650.

5. RA Heeze R78; map 1642; d.d. 29-8-1640.

6. RA Heeze R78; map 1642; d.d. 4-2-1641.

7. RA Heeze R78; map 1650.

8. RA Heeze R5; fol. 232; d.d. 7-7-1649.

9. RA Heeze R79; map 1665-1669; d.d. 1667. RA Heeze R101; d.d.20-10-1660. RA Heeze R12; fol. 236; d.d.26-2-1687; ook fol. 239 verso; d.d. 21-3-1687.

10. RA Heeze R154; fol. 69 en fol. 85 verso; d.d. 14-8-1712. RA Heeze R14; fol. 287 verso; d.d. 19-2-1713

11. RA Heeze R15; fol. 152 verso; d.d. 8-9-1720. 

12 RA Heeze R152; fol. 125 verso; d.d. 20-1-1705.

13. RA Mierlo R72; fol. 79; d.d. 1672 en fol. 102 verso; d.d. 1674.

14. RA Asten R78; fol. 63; d.d. 15-1-1657.

Er woonde in 1657 te Leende Jacob Jan Bijnen . Deze Jacob, bijna zeker de va der van Jan Bijnen die met Agnes Bluyssen huwde, verkoopt op 15-1-1657 zijn kindsdeel in goederen gelegen te Asten (Ommel) aan Cornelis Horckmans. Die goederen waren Jacob Bijnen in 1657 aangekomen vanwege zijn grootvader Hendrick Horckmans.

15. Helmond R282; fol. 165; d.d. 5-3-1699. Helmond R285; fol. 42 verso; d.d. 9-1-1726. RA Heeze R154; fol. 83; d.d. 15-7-1712.

16. RA Heeze R159; fol. 75 e.v. d.d. 31-7-1725; zeer veel goederen in Leende en Valkenswaard, ook veel obligaties.

17. RA Heeze R154; fol. 23 verso; d.d. 6-3-1711

18. RA Heeze R170; fol. 20 verso e.v.; d.d. 18-7-1752. RA Heeze R176; fol. 17 verso; d.d. 20-2-1772. RA Heeze R99; fol. 290 verso; d.d. 11-1-1716. RA Heeze R172; fol. 51; d.d. 17-11-1760; ook fol. 150; d.d. 11-6-1762.

19. RA Asten R116; fol. 38 verso; d.d. 7-9-1726.

20. RA Heeze R160; fol. 76 verso; d.d. 13-8-1726. RA Heeze R170; fol. 53; d.d. 30-1-1753. RA Heeze R103; fol. 134; d.d. 1-2-1732

21. RA Heeze R166; fol. 147 verso; d.d. 27-10-1741; ook fol. 148 verso.

22. RA Heeze R122; fol. 159 verso; d.d. 20-9-1784; Peter Royers kocht het huis t.o. de kerk voor 1150 gld. RA Heeze R123; fol. 53 verso; d.d. 4-8-1785.

23. RA Heeze R87; fol. 51; d.d. 1650.

24. Adriaan Royers geb. 1683, huwde met Johanna Kersemakers en hadden te Valkenswaard o.a. als kinderen:

a. Wilhelmina Royers geb. 28-8-1708 te V‘waard.

b. Michiel Royers geb. 6-11-1710. Hij huwde met Johanna Beckers?

c. Anna Royers geb. 31-12-1712-

d. Petrus Royers geb. 23-7-1719.

e. Bartholomeus Royers geb. 1-4-1722.

25. RA Heeze R12; d.d. 14-7-1691.

Anthonis Bartholomeussen en Peter Thijssen Kerssemakers waren in 1691 mombers over 4 onm. kinderen van Roelof.

Zie ook: RA Heeze R102; fol. 13; d.d. 14-7-1691.

26. RA Heeze R103; fol. 271; d.d. 6-1-1706. Mogelijk was de hierbij genoemde Gijsbert Royers wel dezelfde als die in 1702 huwde met Ida Vogel uit Leende. In 1746 zien we Gijsbert Roef Royers optreden als momber over de innocente Adam Royers.

27. RA Heeze R12; fol. 252 verso; d.d. 21-7-1687.

28. RA Heeze R13; fol. 60 verso en 61; d.d. mrt. 1695.

29. Aldus 'n verhuurcedulle in gemeente-archief te Heeze; verder lijsten met genegotieerde kapitalen.

30. RA Heeze R100; fol. 288; d.d. 16-11-1688.

31. RA Heeze R150; fol. 87; d.d. 6-1-1694.

32. RA Heeze R250 (losse stukken); over deling 13-8-17 van goederen ouders en een stuk van 12-5-1746 over goederen van Gijsbert Jacob Royers, hierbij trad in 1746 ook Gijsb. Roelof Royaerts op als momber over de innocente Adam R.

33. RA Heeze R154; fol. 121; d.d. 1713: Gijsbert Royaerts gehuwd met Anneke dr. Jan Claes en Anneke Gijsberts.

34. RA Heeze R172; fol. 202; d.d. 26-2-1763.

35. RA Heeze R112; fol. 133verso; d.d. 18-7-1752.

36. RA Heeze R170; fol. 22; verso; d.d. 19-7-1752.

37. RA Heeze R118; fol. 93; d.d. 1774.

38. RA Heeze R157; fol. 89 verso; d.d. 13-8-1721 deling door 3 kinderen van Herman van Weerde.

39. RA Heeze R159; fol. 60; d.d. 2-6-1725.

RA Heeze R106; fol.19 of 20; d.d. 1722.

40. RA Heeze R162; fol. 10; d.d. 18-11-1728.

40A. RA Heeze R171; fol. 37 verso; d.d. 27-2-175641.

41. RA Heeze R118; fol. 147 verso, ook fol. 93 verso d.d. 18-1-1775; w.g. Jintus Frans Royaers.

42. RA Heeze R183; fol. 22 e.v.; d.d. 9-2-1785

43. RA Heeze R118; fol. 180 verso; d.d. 17-2-1775.

 

 

Ga terug