de burcht Geldrop

Heemkronijk jaar:1964, jaargang:3, nummer:4,  blz.59 -61

“De Burcht” te Geldrop

door: Anton v.Oirschot
 
In Geldrop stond vroeger nog een tweede "kasteel" dat door de heemkundekring , althans op kaart - is teruggevonden. Enkele leden zijn op speur tocht geweest naar deze "Burcht“, die al in de 14e eeuw wordt genoemd, en waarover niet al te veel gegevens bekend zijn. Dit tweede kasteel moet tussen 1842 en 1873 geheel afgebroken zijn.
In 1670 was het overigens al een ruïne, zoals uit een beschrijving uit die tijd blijkt.
Jacob Van Oudenhoven bericht namelijk over de burcht (blz. 55-36; Meijerij van Den Bosch, 1670):
"Tot Geldrop aen de suyde syde heeft noch gheweest een fray viercant slootken oft weenhuys rontom int water ende playsant ghelegen met dreven ende hoven dan is nu geheel vervallen, waer eertijdts ghewoont hebben Heeren Hendrick van Geldrop ende Seger van Geldrop, persoonen van Geldrop eer het personaet was aen het duyts ordre, is daer naer door de Heeren van Geldrop die dat toequamen ghegheven aen particuliere".
De oudst bekende akte over het slotje “de Burcht" of "die Borch" te Geldrop is van 30 april 1394, die de heer F.Smulders voor ons optekende uit het Bosch Protokol:
(Den Bosch R 1180, blz. 77).

"Heer Henrick van Gheldorp, kanunnuk in Oerscot, verkoopt aan Aecht, vrouw van Zegher Janss. van Gheldorp, de woning (of ‘t slotje) genaamd die Borch, hof, akker, twee strepen land, de Wyerbeemt en andere erven in de parochie Gheldorp tussen Goyart Gobbens s. en Wauter van Berze en strekkende van die Aa tot Aleyt van Braechusen. Dit goed is vrij van cijns, bede en scattinge van de heer van Gheldorp".
(Deze akte staat nog een keer in Den Bosch R, 1181 fol 307 op dezelfde datum; en vervolgt dan;) Zegher belooft aan heer Adam van Mierde daaruit een pacht van 2 mud rog Bossche maat op Lichtmis, 10 Januari 1400 n,st. .
Jan van Kriekenbeke ziet af van vernadering van die pacht. 10 Januari 1400 n.st.”

Ook in akten uit 1460 en 1461 wordt die Borch genoemd: (Den Bosch R. 1231 fol. 170)
24 november 1460: Bernt van Geldrop heeft opgedragen aan Marten Gieliss van Broechoven een huis, hofstad en hof, genaamd die Borch, met landen, beemden, weiden, dijken en grachten in Geldrop; en ‘t land Conincxhoff daarbij.
Bernt had dat alles gekocht van Jan Zegers s. van Geldrop. (ibid. fol. 193)
6 maart 1461: Maarten Gieliss van Broechoven, heeft opgedragen aan Raes Borman van Baex: die Borch als voor te Geldrop.
Aanvankelijk was de Burcht dus het slotje van de pastoor. Uit bovenstaande akten blijkt, dat van Oudenhoven geen gelijk heeft met zijn bewering, dat dit het geval bleef tot dat de ridders van de Duitse Orde in 1462 in Geldrop kwamen en dat toen de heer van Geldrop, aan wie de Burcht zou toebehoren, het in leen gaf.
A.J.v.d.AA (aardrijksk.Woordenboek 1842) weet er nog meer over te melden: de hertogen van Gelre zouden zelfs in Geldrop hebben gewoond op het huis genaamd de Burgt, gelegen omtrent 3 minuten ten zuiden van het dorp.
"Gezegd huis is thans (1842) nog gedeeltelijk , met eene gracht omgeven."
Die gracht staat overigens al niet meer aangegeven op een door ons bestuurslid, de heer H.F.M. Smits bestudeerde kaart uit 1825, waar nog wel iets van de Burcht op terug te vinden is.
Dit is niet meer het geval op de kaart van Geldrop uit 1873.
Het enige houvast was aanvankelijk het "Burgtstraatje"; werd eerst gedacht aan een plaats aan de overkant van de Kleine Dommel in de bocht die de stroom daar maakt en zelfs verder aan een plaats bij de "Coeveringse put", uit de redelijke veronderstelling - die hopelijk nog eens door een opgraving bewezen kan worden - van de heer Smits, adjunct-directeur van de gemeentewerken in Geldrop, moet de burcht veel dichter bij de kom worden gezocht.
- - - - - - - - - - - - -

Ga terug