Een gezicht op Leende omstreeks het jaar 1700

Heemkronijk jaar:2013, jaargang:52, nummer:4, pag:74 -75

Een gezicht op Leende omstreeks het jaar 1700

door: Sjaak de Waal

Afbeelding van Leende omstreeks het jaar 1700, gezien vanuit het oosten. Monotype door F.J. Mansveld (1872-1951). Particulier bezit.

Enige tijd geleden kwam een inwoner van Leende in het bezit van bovenstaande afbeelding van een deel van het dorp. Het betreft een zeldzaam gezicht vanuit oostelijke richting op het centrum van Leende. Achter een heg of andere begroeiing op de voorgrond en een aantal van stro- of rietdaken voorziene huizen is het bovenste deel van de dorpskerk, noordwestelijk geflankeerd door hoge bomen, zichtbaar. Aan de westzijde van de kerk rijst de bekende toren op. Dat wil zeggen een deel van de toren, want de spits ervan ontbreekt. En dat is ook meteen het bijzondere, waardoor deze afbeelding gedateerd kan worden. Uit de geschiedenis is bekend dat de spits van de toren van Leende in het jaar 1699 werd verwoest ten gevolge van een blikseminslag. Het zou tot het jaar 1714 duren dat de oude spits door een nieuwe werd vervangen. Sindsdien heeft de Leendse toren tot de dag van vandaag hetzelfde uiterlijk behouden.

De afbeelding meet 44 x 26 cm en zit achter glas in de originele, eenvoudige gladde houten lijst. De kartonnen achterkant van het schilderij is door kleine spijkertjes in de lijst vastgezet. Daarop is een etiket geplakt met de geschreven mededeling: Bij Leende. Monotype v.v. Mansveld. Kennelijk heeft de maker van de afbeelding of iemand anders aan dit werk de naam “Bij Leende” gegeven, wat beslist onjuist is. Het had natuurlijk “In Leende” moeten zijn. Volgens de tekst op het etiket betreft het een “monotype”. Th. Laurentius behandelt het onderwerp Monotype in zijn boek Oude prenten. Een handleiding voor verzamelaars (Lochem 1980) op blz. 29: “Een techniek waarbij men van mening kan verschillen of hij volwaardig tot de grafische technieken kan worden gerekend is de monotype. Het is weliswaar een druktechniek maar er kan slechts één afdruk gemaakt worden. Eén der grondbeginselen van het drukken is toch de vermenigvuldiging en bij een echte graficus is het denken in oplagen en series een vaste karaktertrek. Bij een monotype schildert de kunstenaar de voorstelling op een blanke plaat en drukt die af. Men zou het een vlakdrukmethode kunnen noemen, doch de benaming vlakdruk blijft gemakshalve gereserveerd voor de lithografie of steendruk.”

 

 

De afbeelding is omgeven door een zogeheten moet, een indruk op het papier, veroorzaakt door de rand van de plaat waar het origineel op was aangebracht. Onder de afbeelding rechts is het werk gesigneerd met de naam van de kunstenaar: F.J. Mansveld. Bovendien zijn in de afbeelding zelf rechtsonder diens initialen, F.J M, zichtbaar. Nummer en jaartal, zoals op grafisch werk veelal voorkomen, ontbreken. Franciscus Johannes Mansveld (Den Haag, 1872-Arnhem, 1951) was autodidact als graficus/schilder/tekenaar. Hij kreeg lessen van W.A. (Willem) van Konijnenburg (1868-1943) en van C.N.E. (Christiaan) de Moor (1899-1981). Mansveld schilderde landschappen en bloemen, verbleef tot 1943 in Den Haag, daarna in Arnhem, waar hij ook als werknemer verbonden was aan de NV Plateelbakkerij RAM Arnhem. In het Italiaanse Turijn werd hem een diploma van verdienste toegekend tijdens de 1ste Internationale Tentoonstelling van Moderne Decoratieve Kunst van 1902. F.J. Mansveld was lid van de Vereeniging Haagsche Kunstkring. Hij nam met zijn werk deel aan verschillende exposities van deze kring.

Het is nog onbekend waarom Mansveld de voorstelling Bij Leende maakte. Had hij een persoonlijke band met het dorp? De familienaam Mansveld is in het verleden van Leende en omgeving niet onbekend. In Jean Coenens werk Heeze. Geschiedenis van een schilderachtig dorp (Geldrop 1998) komt zijn naam evenwel niet voor onder de opgesomde kunstenaars uit de periode dat Heeze als schilderskolonie bekend stond. Mansveld zou de voorstelling vanuit zijn fantasie gemaakt kunnen hebben. Was hij op de hoogte van de lotgevallen van de Leendse toren? Als deze voorstelling niet op fantasie berust, moet zij gemaakt zijn naar het voorbeeld van een ander, onbekend gezicht op Leende uit het begin van de 18de eeuw. Het eerder genoemde etiket achter op het schilderij, dat de titel, de aard en de maker vermeldt, is afkomstig van de kunstkring en is voorbedrukt met de tekst: “Commissie van Beheer der Verloting van Kunstwerken Haagsche Kunstkring, Anna Paulownaplein 3, ’s-Gravenhage”. Mogelijk zijn gegevens over het voorbeeld waarop Mansveld zich baseerde, de originele voorstelling dus, nog te vinden in het archief van de Haagse Kunstkring, van welke kring Mansveld lid is geweest. Genoemd archief, over de periode 1891-1975, berust in het Haags Gemeentearchief. De omvang is 8,5 strekkende meter. Er bestaat een inventaris van de stukken, waarvan de beschrijvingen openbaar en de stukken zelf gedeeltelijk openbaar zijn.

Bij Leende is in het bezit van een echtpaar in Limburg geweest. De man van dit echtpaar had het geërfd van zijn vrijgezelle tante in Den Haag, die van kunst hield en het destijds had aangeschaft. Het schilderij heeft vele jaren bij het echtpaar in Limburg gehangen. De wens van de in het jaar 2007 overleden eigenaar, dat het schilderij uiteindelijk ooit in Leende zou terechtkomen, is nu door zijn weduwe vervuld. Zij heeft ervoor gezorgd dat een inwoner van Leende, die over het bestaan van dit schilderij toevallig werd ingelicht en er een bijzondere belangstelling voor toonde, de huidige eigenaar is geworden.

Bronnen: Mondelinge informatie van de huidige eigenaar van het schilderij uit Leende; verder diverse geraadpleegde websites op internet (met name betreffende de kunstenaar F.J. Mansveld, de Haagse Kunstkring en het archief van deze kring in Den Haag). 

 

Ga terug