Herberg "De drie koningen" in Heeze

Heemkronijk jaar:1971, jaargang:10, nummer:4, blz.69 -70

HERBERG "DE DRIE KONINGEN" lN HEEZE

Door: A.F.N. van Asten

Eeuwenlang is de herberg "De drie koningen" in het bezit geweest der familie Swuesten.

Vanaf 1696 was Barthel Jacob Swuesten de eigenaar. Het gehele complex bestond uit huis, brouwhuis, schuur, hof en aangelag, totaal 78 roeden; het was allemaal gelegen omtrent de kapel in de Emmerikstraat te Heeze.

Bij een deling der goederen van zijn ouders op 29-3-1696, kreeg Barthel die herberg in zijn bezit. Bij de percelen land die hij erbij kreeg, was ook "de boontyt',' ’n akker reeds in 1480 zo genoemd.

"De drie koningen" moet gelegen hebben tegenover de huidige kerk der gereformeerden en wel op of naast de plaats waar nu nog "De Zwaan " ligt.

Deze situering blijkt duidelijk uit de belending die bij een verkoop in 1723 werd opgegeven.

Barthel Swuesten trouwde als jongeman op 13-5-1696 voor de schepenen te Heeze met Maria Lammert van den Broeck, een jongedochter eveneens uit Heeze. Ze gingen wonen in de herberg, doch de zaken schijnen niet al te best gegaan te hebben. Er kwamen steeds meer schulden. Zo had in 1719 een zekere Peeter Raeymaeckers, koopman uit Maaseyck, een vordering van f 375,- op hem. Barthel verscheen hiervoor op 6-2-1719 voor de schepenen in Heeze. Hij gaf zijn huis, brouwhuis, schuur, hof en aangelag genaamd "De Driekoningen" hiervoor in onderpand. De belending werd toen in 1719 gegeven als: d'een zijde met d'een einde de straat, d'ander zijde de dreef van de Hoogh Welgeb. Heer van Heeze, d'ander einde Bartel Stockermans.

 

't Jaar daarop in 1720 verkoopt Barthel weer een huis, hof enz. gelegen in de Emmerikstraat naast een erfenis van drossaard Johan de Jongh en naast Jan Sijmons. De koper was nu Jacob van Litsenburg. Deze verkocht alles op 12-5-1721 weer door aan Arièn Wouter Snoex. Vrij kort na 1720 moet Barthen overleden zijn. De zaken schenen steeds slechter te gaan, de schulden stapelden zich op en Maria als weduwe met zes onmondige kinderen, kon zelfs de belastingen niet meer betalen. Ze werd aangepakt! Om een belastingschuld van minder dan 15 gld. (f 14-11-6) te verhalen werden haar goederen, waaronder het huis, bij executie door deurwaarder Johan Verstepen publiek verkocht.

Ten huize van Geerst Martinus Raessen te Heeze in herberg "den Engel" zou op 31-7-1723 de uitverkoop geschieden. Wegens "het soeck raken" van de koper Goort Reynders volgde een tweede verkoping. Jan Adriaan Deelen kocht alles voor de som van f304-10-0.

Een omschrijving van de belending was nu: gelegen d'een zijde de dreef of laan, d'ander zijde met een einde de straat, d'ander einde de Baron'. Uit iedere kavel bij een openbare verkoop moest sinds oude tijden "een goidts penning" betaald worden, in elke verkoopcedule omschreven. Gewoonlijk was dit 5 of 10 st. per kavel en dat geld of godspenning was voor de arme mensen in 't dorp en werd zodoende afgedragen aan de armmeesters.

De vijf zonen van Barthel en Maria zijn allen uit Heeze naar elders vertrokken; alleen de dochter María Swuesten bleef ín Heeze. Ze diende nog in 1743 als meid bij Willem Vromams aan de grote kerk.

Bronnen:

RA Heeze R105; fol. 188; d.d. 6-2-1719 ook fol. 258; d.d. 27-11-1720

RA Heeze R106; fol. 68, d.d. 14-9-1723

RA Heeze R152; fol. 176 verso; d.d. 28-8-1706

RA Heeze R158; fol. 80 verso; d.d. 29-4-1723

RA Heeze R167; fol. 86; d.d. 27-8-1743

RA Heeze R252; (losse stukken).

Ga terug