De kwatierstaat van Pater Theo van asten

Heemkronijk jaar:1969, jaargang:7, nummer:3,  blz.22 -24

DE KWARTIERSTAAT VAN PATER THEO VAN ASTEN, ALGEMEEN OVERSTE VAN DE SOCIETEIT VAN DE WITTE PATERS

door: J.R. van der Zanden

Theo van Asten werd op 2 juli 1922 te Leende geboren in het oude schoolhuis aan de Dorpsstraat. Hij groeide op als elke andere jongen in het dorp. Zo was hij verwoed voetballer bij D.S.O. (Door samenwerking overwinnen). Het voetbalveld was in die tijd nog aan de Strijperstraat gelegen. Bij het jaarlijkse afbranden van het terrein nam men wel eens wat teveel resico's. Eens is het gebeurd dat Theo en zijn sportmakkers slechts met inspanning van alle krachten konden voorkomen, dat een houten huis in de buurt van het voetbalveld in brand geraakte. Een mislukte poging van de jonge Theo van Asten en z'n broer Harrie om lang illegale weg aan puddingbroodjes te komen, herinnert men zich in Leende ook nog wel. Bakker Rooymans had zich juist met een nieuwe winkel op de "Klein Kerk" gevestigd. Heel modern ingericht, met ventilatiegaten onder het winkelraam, waardoor de beide broers tevergeefs probeerden wat lekkernijen te verschalken.

Theo diende als misdienaar bij pastoor Steenbekkers.

Na de lagere school ontving hij zijn opleiding in de studiehuizen van de Witte Paters. Allereerst uiteraard in het naburige Sterksel, en vervolgens in Esch en 's Heerenberg. Op 11 april 1948 werd hij door de toenmalige Algemeen Overste, mgr. Durieu, priester gewijd. Respektievelijk aan de Angelicum universiteit en het bijbelinstituut te Rome, behaalde hij in 1951 de licentiaten in de Theologie en de H. Schrift.   

Vanaf dat jaar tot 1955 doceerde hij in het Scholasticaat van Monteveal in Schotland. Hierna volgde zijn benoeming bij het groot semenarie van Kipalapala in het Aartsbisdom Tabora (Tanzania) waar hij sinds 1958 ook rector was. Door regionale verkiezing werd hij gedelegeerde van het Kapittel.

Tijdens het eerste Kapittel van de Sociëteit van de Witte Paters na het Concilie, in mei 1967 te Rome gehouden, werd als opvolger van de aftredende Algemeen Overste, de Nederlander pater Leo Volker weer een Nederlander gekozen: pater Th. van Asten uit Leende. Tot naaste medewerkers van pater van Asten werden gekozen pater W. Groskortenhaus (Duitsland) die van 1948 tot 1959 in 's Heerenberg doceerde; pater R. Chaput (Canada); pater W. Neven (België) en pater J. Prevrier (Frankrijk).

Ondanks zijn drukke werkzaamheden vindt pater van Asten af en toe nog wel eens de gelegenheid om in Leende aan te wippen. Onlangs was hij nog voor familiebezoek in Leende, bij welke gelegenheid hij zich nog op en top Leendenaar toonde.

De familie van Asten behoort tot de zeer oude autochtone families van Leende en Heeze; zoals de naam al zegt waarschijnlijk uit Asten afkomstig. De vader van Theo van Asten, Petrus Johannes van Asten (2) (de nummers verwijzen steeds naar de kwartierstaat), of zoals men in Leende zei "Peerke" was brievenbesteller en maakte deel uit van het trio, dat men in Leende schertsend de P.T.T. noemde. Het ging hier om de voornamen van de drie aan de plaatselijke post verbonden personen: Peerke van Asten, zijn broer Thomas en de kantoorhouder Theodoor Rutten. Van de moeder, Anna Maria Vromans (3) weet men in Leende nog, dat zij als jong meisje het beeld van Onze Lieve Vrouw mocht meedragen in de processie, wat een heel voorrecht was. De grootvader Henricus (4) of "Driekske" was sigarenmaker bij J. van Susante die een sigarenfabriek had in Leende.

ln de geschiedenis van Leende is de naam Van Asten een vertrouwde naam. We komen deze o.a. veelvuldig tegen in de oude Gildeboeken van het Kerkelijk gilde van O.L. Vrouw ter Nood en vooral ook van de "schut“ Sint Catharina en Barbara. Bij laatstgenoemd gilde vinden we op 10 juli 1715 Wouter van Asten (64) als ondertekenaar van een stuk. Het betreft hier de vader van Jacobus (32) die gehuwd was met Wilhelmina Mack (33).

 

ln dit boek vinden we ook de belofte van Jacob, waarin hij een halve ton bier aan het gilde beloofd als hij zal trouwen, maar in het geval dat hij als “jonckman" zal sterven, krijgen de gildebroeders een héél vat. Hij is zijn belofte nagekomen. Nog altijd in hetzelfde boek, vinden we dat Hendrik van Asten, een broer van Jacob, op 26 juli 1731 de Kapiteinsplaats van het gilde pacht voor vier tonnen bier of twintig gulden en een nieuwe hellebaard en sjerp, die na zijn dood eigendom worden van het gilde. Op 1 juli 1739 zien we dat een Willem van Asten deken van het gilde is. De afgaand deken, Theodoor Arnold Beels doet dan verantwoording in tegenwoordigheid van Willem van Asten en Jacobus Smulders (dekens) en de "overmans" Hendrick van der Zanden en Jan Herrings. De kas inhoudende dertien gulden, tien stuivers en twaalf centen draagt hij aan hen over. Wilhelmus (16) meester timmerman, was in 1819 raadslid te Leende. Hij was de grootvader van de grootvader van pater van Asten zowel van vaders als van moeders (28) zijde. Hij is het ook die voor de gemeente in 1819 en 1820 het dak van de school en het schoolhuis repareerde (in 1922 werd dit schoolhuis het geboortehuis van zijn nazaat aan wie deze kwartierstaat is opgedragen) wat toen uiteraard met stro werd gedekt en twee bruggen ter plaatse opknapte.

Hieronder nog enkele aantekeningen betreffende families die in de kwartierstaat voorkomen.

Mack (33-57): een oude Leender familie verwant aan Colen, Kemps, Pompen, Vossen en Hertroys.

Henricus Cox (34-58): deze was in 1796 lid van de Leender Sociëteit voor de Welstand van het Vaderland (patriottenorganisatie) en maakte zich bovendien verdienstelijk door het overschrijven van "de Carte van Strijp" dus van het St. Jansgilde. Het oude origineel dateerde van 17 oktober 1645 en hij verrichtte dit werk op 21 augustus 1772. Hij was de eerste keer gehuwd met Agnes Bijnen, een dochter uit een bekende familie van valkeniers.

Familie van Dooren (36): in 1910 is het laatste in Leende wonende lid van deze familie, Jan van Dooren (Voerman) naar Eindhoven-Strijp vertrokken.

Familie van der Zanden (38-49-63): de Leender tak van deze familie zijn de afstammelingen van Tijlman wiens kleinzoon Hendrick in 1496 grond in erfpacht gaf in Leende (Bosch' Schepenprotocol 349 - 1445).

Henricus Hertroys (54): was in 1716 koning van het St. Martinusgilde in Dommelen. Op dit schild staat: "Henricus Hertroys Keijserlijck Valckenier coninck van Dommelen int jaar 1716". De afbeelding op dit schild is een gehandschoende hand waarop een gekroonde valk.

Johanna van Best (55): familielid van de bekende mr. dr. Jan van Best (verwant aan Pompen) die in 1915 Sterksel te koop aanbood.

Maas (44): een oude Leender familie. Franciscus was gehuwd met Maria van der Linden (45): Antoon een broer van haar bracht op 12 juli 1838 in opdracht van het gemeentebestuur van Leende een dragonder van zijn woonplaats naar de "ziekenzaal" te Eindhoven bracht. De onkosten beliepen twee en een half uur à 75 cent, zodat het totale bedrag  f. 1,57½  bedroeg.

Clephas (60): Johan Baptist was logementhouder en derde burgemeester van Leende van 28 maart 1811 tot 1821.

Merkwaardig is, dat bij deze kwartierstaat het overgrote deel der personen ook Leendenaren zijn. Bij het samenstellen van deze kwartierstaat heb ik zeer veel hulp ondervonden van de heer F. Vogels, die ik daarvoor bijzonder erkentelijk ben.

 

 

Ga terug