Sterksel

Heemkronijk jaar:1964, jaargang:3, nummer:7,  blz.117 -128

Sterksel

door: Redactie

Een extra heemkronyk over Sterksel.

 

Een van de heerlijkheden van onze kring is Sterksel, een oude vrijheid met een eigen historie. De Heemkronyk is uitsluitend daaraan gewijd. Het is geen “Geschiedenisboekje" van Sterksel geworden. Dat was de bedoeling ook niet. Wel een "boekje" met geschiedkundige bijdragen uit het verre en het jonge verleden van dit dorp, dat nog zo heerlijk omsloten is door prachtige bossen en hei. U vindt er iets in over prehistorische vondsten, oude akten, waarvan ons lid, de heer van Helvoort, kopieën bezit; over een grensgeschil; een korte geschiedenis uit de nagelaten papieren van de heer A.Schilleman; over de kapellen en kerken; over de familie Pompen - een studie van de heer A.v.Asten uit Asten; over vergeefse annexatiepogingen, over de N.V. De Heerlijkheid; overleveringen en 'n beschrijving, zoals de heer G.v.Asten uit Heeze die optekende. Wij hopen hiermee weer vele historische bijzonderheden te hebben vastgelegd.

 

Zegel van Herbertus.

Op de omslag staat het zegel van Herbertus, heer van Heeze. Dit zegel hangt aan de oorkonde van 1211, waarin Herbertus tienden schenkt voor de kapel te Sterksel. Van dezelfde heer bestaat nog een oudere akte uit 1172. In deze oorkonde wordt de verkoop van Sterksel aan Averbode geregeld. (voor meer gegevens zie: J.Aerts; Het zegel van Herbertus, Heemkronyk jrg.3, nr.1, blz.2) .   

 

Prehistorische vondsten in Sterksel.

Vuursteen, werktuigjes in Sterksel, middensteentijd (5000-4000 voor Chr.);

Voorwerpen uit de Bronstijd (1800 voor Chr.)

Amuletten, voorstellende een gelaat, tussen Maarheeze-Sterksel. (palioliticum) (opgave in S.H.Winkelmolen: Budel en Cranendonk) (coll. F.Davits, Budel)

Twee bijlen en een silexmes; een der bíjlen heeft vrij brede zijkanten, wat in de Kempen zeldzaam is. De lengte bedraagt 8,5 cm, grootste breedte 4,5 cm, en de dikte 1,5 cm. Het andere bijltje, slordig afgewerkt, is bijna 7 cm lang. Het silexmes is 11,5 cm lang en 3 cm breed. (bezit van W.Retera, Sterksel). (Brab.Heem XVI - november I964).

Urnenveld, bij de bij de Hoenreboom, omstreeks 1850 (C.Kuysten: Beschr. over Eindh. pag. 2 - 3)

 

AKTEN OVER STERKSEL (in archief Abdij Averbode)

Sterksel verkocht.

1172. Herbertus Heere van Heze heeft verkocht aan Otto Aertsdiaken van Luyck syn vrij allodiael goet twelck genoemt wordt Sterxels van den termijn oft pals genoent hooghts ten raede, tot den ternijn genoent den honreboon en vanden honreboon tot den ternijn genoent t Schoorsken en van t Schoorsken tot hooghten ten raede gelijckerwijs het rivierken aldaer is...." etc.

1210 Iten heeren proost, deken ende aartsdiaken als ook het geheelcapittel der groote kerke tot Luyk van alen het recht dat zij zouden gehad hebben in het allodiaal goed te Sterksel hebben aan Averbode gegeven onder betaling van een denies jaerlijkse cijns.

 

Kapel begin 13e eeuw.

1211 Herbertus Here Van Heze naar lange twist met Averbode ten leste voor zijn ziele zaligheids wil heeft het derde part zo van de grote als novale tienden te Sterksel ten behoeve en de gerechtigheid aldaar een kapelle te stellen Averbode gegeven. (Hieruit zou men kunnen concluderen dat er kort daarop een kapel werd opgericht en dus niet pas in 1439).

1220 Henricus by de gratie gods hertog van Lottrijck onder zijn heerlijkheid van Helmont heeft bevestigd dat de heerlijkheid Van Sterksel van Herbertus here van Heze gekocht is door Otto aartsdiaken van Averbode. Hij heeft de voorschreven heerlijkheid onder zijns protectie genomen. Hierin is sprake van een pastorye Stercksele van Everbode.

1238 Gregorius den achtsen paus van Rome heeft al deze goederen van Sterksel ingehecht in het klooster van Averbode ende onder syne speciale protectie genomen.

 

VAN HORNE.

1245 Engelbertus van Horne is borg gebleven over de tienden van Sterksel welke hadden Henricus van Mierlo soldaat....

(Deze is de eerste met naam genoemde van Horne i.v.m.Sterksel)

1246 Maria Hertogin ...van Brabant heeft als gifte van Sterksel bevestigt alle allodiale goederen... (etc)

1265 Aleydis, hertogin van... Brabant committeert haar broeder genoemd grootmeester van Gemert in de campo, Gooffert van mirlo krijgsheren de kwesties gemoeveerd onder het latbroek om de  waerheid te onderzoeken van de zaak tusschen Averbode en Someren. 1266 Aleydis, hertogin van Brabant, heeft verklaard dat die van Someren geen recht kunnen pretenderen op het latbroek, zo in hout als weiden en moeren maar dat het toebehoort eigenlijk aan het klooster Averbode.

 

STERKSEL-HUGHTEN.

1269 Daer is een verschil opgestaan tussen den prelaat van Averbode en de abdis van Roermond over de weide genoemd het Kamerken, tussen Sterksel en Huchte, ten leste is accoord voorgeworpen door enige gedeputeerde Canonieken van Maastricht die hebben verclaart alsdat de weide liggende over het water naar de kant van Sterksel.

1291 Johannes, hertog van Brabant, beschermt al de goederen te Sterksel ende gebiedt aan zijn hoogschout in ‘s Hertogenbosch dat hij de voors. goederen voortaan en beschermen en van de gedane schade een behoorlijke amende zal doen geven en de getoneerde schade betalen.

1292 accoord tussen de heer Abt van Averbode en de Abdis van Roermond. (Hier is sprake van de molen tussen Sterksel en Hughten“). De abdis zal moeten betalen op de feestdag van Ste Pemigy 8 pond was aan den officier van Sterksel (voor gebruik van hout en Weiden).

1298 Johannes, hertog van Brabant en Limburg (nnemt) al onze goederen te Sterksel onder sijne protectie en (bepaalt) dat hij zoude vrij zijn van tol, weeghgeld van alles vrij sijn.

1300 Johannes, hertog van Brabant, neemt Averbode onder zijn protectie.

1326 Joannes Vriendt, proost van Wassenbergh, doet afstand van al zijn pretentien die hij zou kunnen hebben op Sterksel.

1326 Johannes, hertog van Brabant, neemt Sterksel en al zijn limieten en palen gelegen onder zijn voorspraak

1326 Er is een grensscheiding gemaakt tussen de ingelaten van Someren en Sterksel.

1349 Johannes, hertog van Brabant heeft communie gegeven om alle verschillen af te doen gerezen tussen die van.Soneren en die van Sterksel

1365 Wencelaus, hertog van Brabant, heeft verleend alwat Sterksel opgeen geburlijke dorpe in 't recht kunnen getrokken worden noch ook mogen gedaagd worden.

1365 De heer officiaal van Luik heeft verboden op grond van administratie dat die van Sterksel en mogen gedaagd worden onder geen dorp van Den Bosch,

1375 Johanna, hertogin van Brabant, gebiedt aan al hare officieren dat zij niet en zullen toelaten of gedogen alsdat de ingeseten van Sterksel enige hindernissen mogen aangedaan worden zo in hun persoon als goederen.

(er is o.m. een geschil met Someren),

1398 Dat die van Sterksel niet staan onder de parochie van Someren en niet kunnen gedwongen worden te kerk te komen onder een parochie maar de keus voor haar vrij en liber. Besluit van den official van Luik. (Hieruit volgt dan weer dat Sterksel toen geen eigen Kapel-meer?-had).

1412 Antonius hertog van Brabant bevestigt alle de voorgaande giften en dat die van Sterksel niet staan onder gerichte van die van Someren noch iemant in het recht komen gedaagd worden maar ist dat een gevecht of doodslag geschied door de schout van Den Bosch of Peelland moet de overtreders oft deliquenten amoderen en corrigeren.

 

EIGEN KAPEL.

1431 Is daar een Capelle gefondeert en gemaakt volgens de rekening des proosten

1437 ls de capelle gewijd en geconsacreerd.

1448 Philips, hertog van Brabant, heeft toegestaan dat men aldaar zal stellen een schutboey voor onze goederen te bewaren en te beschutten.

1521 is de hoeve “ter Braken" genoemd afgebrand. De jacht van hazen, konijnen, patrijzen behoort aan de prelaat, zonder dat er iemand anders mag jagen, ook de pachters niet. In voortijden plegen de jagers van 't klooster daar gehouden worden om te jagen.

1518 is aan de kapel gefundeerd geweest een zaterdagse mis

1622 is toegelaten geweest aan den Meyer dat hij mag valken vangen met bepaling dat voor iedere valk die gevangen wordt men zal geven een pond was voor de kapel. 

Vroeger had de heer er ook een rosmolen alsook een slagnolen.

1620 So hebben die van Heze (in) gepacht het recht om haar beesten te mogen drijven op de heide van Sterksel.

1612 So heeft Gilbertus Masius bisschop van Den Bosch geadmiteerd Franciscus Jaspers op dat hy de H.Sacramenten het woord gods prediken aan ingezeten van Sterksel.

1652 De prelaat van Averbode placht daar steeds aan te stellen een Meyer en schepenen van de pachters door welken moet soen een eed van getrouwlijkken de goederen wel te bedienen de onderzaat en hare palen der landen te doen onderhouden, ondeugende personen. Het is ook geschied dat enkele pachters door de Hollanders werden gevangen genomen.

(Uittreksel uit het Archief Abdij Averbode 212, fo. 327-334 (zie ook: C.J.A.van Helvoort: De vrijheid Sterksel, in Heenkronyk jaargang 1, no. 2 blz. 5 e.v.)

AKTEN OVER STERKSEL IN KASTEEL AHCHIEF HEEZE

1172 schenkingsakte van Herbertus, Heer van Heeze, van zijn goed Sterksel aan de abdij van Averbode kopie uit 1669; kopie uit 1670

1571 10 augustus, kopie van het huurcontract voor de heide van Sterksel

1618 kopie van een akte betreffende de grensscheiding tussen Heeze en Sterksel; (als eerste grenzen van Sterksel zijn aangegeven: Hugheten    ten Raeden tot de scheiding genaamd Hoenreboom en van Hoenreboom tot de scheiding genaamd Schurreken en van Schurreken tot Hugheten ten Raeden, zooals de rivier aldaar afscheidt.) kopie van 18 juni 1618. Uit 1440 is er een meer uitvoerige grensaanduiding.

1619 Akte over de Grens tussen Heeze en Sterksel, van 12 september 1619. (Heeze was toen pas enkele jaren eigendom van René de Renesse graaf van Warfusé gehuwd met Albertina van Egnond)

1620 Huurcontract van de hei van Sterksel met eene procuratie daarvan annex. 14 juli.

1628 Eis van W.Tijs, meier te Sterksel tegen J.P.Clevers. (De meier was ongeveer gelijk aan de schout of baljuw; hij moest de heerlijkheid Sterksel beheren voor de abdij).

1712 Proces over de jacht onder Sterksel. 11 oktober.

1772 pachtcontract van de jacht van Sterksel.

18e eeuw; stukken betreffende een proces wegens Sterksel.

 

DE NAAM STERKSEL.

Sterk kont van het (germ.) sther = stijf, sterk. Het tweede lid sel-sele = zaal.

Sterksel betekent dan zoveel als sterk gebouw.

dr. J.de Vries (Etymologisch Wbk.)

 

STATION STERKSEL.

Het station van Sterksel, dat in 1913 werd gebouwd, is begin 1965 afgebroken. Het moest verdwijnen met het oog op het uitzicht bij de overweg van Eikelhof, waar inmiddels ook een Ahob- instalatie is aangebracht. Het station werd tot in de dertiger jaren gebruikt. Daarna werd het woonhuis.

GRENSGESCHIL STERKSEL - SOMEREN.

Uit verschillende archiefstukken blijkt dat het herhaaldelijk tot geschillen kwam tussen Sterksel en Someren, o.m. over de grenzen. Hieronder volgt een van de vele akten, die daarover bestaan:

1352.11.18 verso 1408.8.4.

Authentieke kopie door hertog Antonius van Brabant en z. op 4.8.1408 gegeven van de "Waerheyt" op bovengemelde datum gehouden door de drost van 's Hertogenbosch op bevel van de drost van Brabant tot beslechting van het geschil tussen Someren en Stercsel betreffende de grensscheiding. Anthonius bijder gratien Gods, Hertoge van Lothrijcke, van Brabant ende van Lymborch, Marcgreve des Heylichs Rijcx, allen degenen die dese letteren sullen sien Saluyt.

Want Onse goede Lude Ons dorps van Someren Ons hebben doen thonen, dat bij tijden seliger gedenckenissen Hertogen Jans willen van Lothrijck, van Brabant ende van Lymborch, ons voirvaeren dair Godt die ziel aff hebben moet, om sekere stoots ende geschils wille die doen opgestaen ende geresen waeren om der paelscheijdingen wille tusschen onssen luden van Someren voirszegd ende die van Stercsele bij bevele sijns drosseten van Brabant een wittige waerheijt gedaen want ende toebesegelt bracht aen voirszegden drossaert off aen die genen die daer toe geordineert hadde, die die visiteerde nader welcker waerheijt sy segge dat die voirszegde paelscheijdinge synt altoos gehoudten hebben geweest ende dat die voirszegden drossaert bijden selven Onsen luden bleef ende synt te meer stonden als men dierre behoeff heeft opgebroken, heeft geweest, ende weder toebesegelt bijden drossaert ter tijt Ons Lants van Brabant voirszegd Ons oitmoedelijck biddende want die voirszegde waer heyt in papier geschreven is ende van outheyden zeer verargert.

Ende zij duchten dat die lichtelick emaill bederven mocht dat Wij die wouden doen oversien ende visiteren ende hen kennisse ende getuygh mit copye daeraff geven onder Onsen segel op dat sij hen daer mede voirtaen off zijs noot hadden te bat behelpen mochten.

Soe doen wij te weten dat Wij tot huenre beden geneight aensiende dat behoirlick is die waerheijt altoos voirt te brengen dat gheschrifte vander voirszegde waerheijt hebben doen oversien ende visiteren bij Onsen lieven, geminden ende getrouwen Cancellier heer Peter van Caindonck Doctoir in Louven ende sommigen anderen van Onsen Raitsluden doe Ons overbracht hebben de selve waerheyt inhoude van woirde tot woirde alsoe hier nae volght:

Dit is die waerheyt, die die Scoutete vanden Bossche gedaen heeft bij beveele van des drossaten brieven van Brabant, tusschen die van Someren ende die van Stercsell, also vanden crancken luden ende den ouden ende vanden ghenen die verre geseten syn, in tegenwoirdicheiden mijns Heeren Mannen van Brabant Heeren Willems van Baerle Ridder ende Arnd Stamelards-van Bruheze int jaer Ons Heeren MCCC vijftich ende twee des Sondachts voer Sente Lizebettendach.

Inden iersten soe tuycht Claes Mews sone myns Heren sHertogen man van Brabant op sijnen eedt bij manisse des richters dat hij daer tegenwoirdich was doen heer Henrick van Wilre Drossaert van Brabant des leden is vijftich jaeren ende meer een geleyde dede tusschen den Hertoge van Brabant ende tusschen den Heere van Goer, van Hoirne, van Cranendonck ende van Heeze tot Jans Gericht van Gcldrope soe.

Ende dat den Hertoge doe claerlich aen getuycht waert van vele ander luden dese paelstede begunnende van Sente Wilborts put bij Meyel tot Amstoe tot Hoechten ten rade toe, van Hoechten ten rade tot ovelwegen den vliet neder ten Scoerken toe ende voirts tot Jansgericht van Geldrop, ende dat nae dyen getuch dat geleyet alsoe gagaen waert, ende dese voirszegde Claes tuygede ende sede dat heer Laureys Volkart doe Hoeghe Sohoutete ten Bossche was, ende rentmeester ende dat hij uit hem was ende syn clercke was ende helpt bescriven met Meester Willem van Wespelairs die doe des Drossaten clercke van Brabant was ende met vele Drossaten geweest voir ende nae ende tuyghet mede dat die van Someren die uterste sijn van desen palen mit haeren Gemeynten. Iten tughet Henrick van Mierle op zijnen eedt bij Manisse des richters dit selve met Claes Mews sone voirschreven als vanden getuych ende vanden paelsteden voirszegd ende vanden geleyde dat dat alsoe gegaen waert ende tughet voirt dat die van Stercsel heide wt gaven bij ovelwegen, dat dair quam Henric Stakenburoh die doe Scoutete was in Peeland mit Boudeken den Greve, ende Bruesten van Vlierden ende warp dat in ende die lude ontliepen ende lieten heer heyde dair ende dan quam die Heer van Heeze ende sede om also vele heyde soe en woude hij niet bedinghen ende gafse over.

Oick tughet hij mede dat die van Someren die wyerste zijn van desen paelsteden mit haere Gemeynten.

Item tughet Jan vanden Dycke op sijnen eedt bij manis des richters alle die selve dat Henrick Kelremans voirszegd getughet heeft ende also vele meer dat die Someren van rechtswegen plagen te houwen tot Stercsel int Broeck totter Aa toe die ploegen met twee bilen ende die keeler mit eenen soe wanneer die van Someren haere hove ontsloegen.

Item tughet Vranck vanden Doer van Lieshoud op synen eedt bij mane des richters alle dat selve dat Jan vanden Dycke voirszegd getughet heeft ende om dat Wij willen dat dese voirszegde waerheyt onderholden blive ende voirt bracht werde tallen tijden als dat te doen sall sijn.

Soe hebben wij te getughen ende euwiger vesticheyt vande voirszegde dingen Onsen segel aen desen brieff doen hangen.

Gegeven in onser stadt van Brussel vier dage in Oechstmaent int jaer Ons Heeren duysen vierhondert ende acht.

Onder stont: Bij minen Heere den Hertoge tuwer relatien ende was ondertekent J. de Opstell.

Noch bezijden stont: Collacion est faire, ondertekent J. de Opstall.

Naer collatie is deze ende voirgaende metten pribcipaelen bevonden taccorderen qoud attestot J.Alberts Secretaris 1621

Liber Privilegioren Pagi de Someren handschrift no. 1 Inv. archeif gem. Someren

Vgl. Varia Peellandiae Historiae - 1964, pag. 34 Someren.

 

GEEN MOORD.

1752 Extract protocol van schepenen van Sterksel april 2/1752

Arnoldus Lambrimom mr. chirugijn te Heeze verklaart ter instantie van Jan Willem Daniel de Jongh, drossaerd alhier, dat het den 1e april in de heide van Sterksel gevonden lijk van Jan Lamberts Claus te Asten geen teekenen van geweld zijn bespeurd, doch dat deze waarschijnlijk door koude is bevangen en daardoor overleden.

 

EEN VORSTER.

1780 april 21

Wilhelm van Heyst, als vorster van Sterksel, benoemd door Adrianus Trudo, Abt van Everbode, Heer van Sterksel, legt als zodanig zijn eed af  in handen van Jan Willem Daniel de Jongh, drossaerd.

Ga terug