Reijsende Boiden in de 18de eeuw

Heemkronijk jaar:2002, jaargang:41, nummer:4, pag:65 -66

REIJSENDE BOIDEN IN DE 18E EEUW

door: Harrie Berkers

 

In de Heemkronyk 8e jaargang nr. 1 bladz. 7 (augustus 1969) komt een artikel voor van de hand van A.F.N. van Asten onder de titel: “De eerste postdienst te Heeze werd opgericht in 1840”. Het betrof het postvervoer van Heeze naar Eindhoven en omgekeerd.

Het verhaal samenvattend: Er werd een comité gevormd en dat verscheen op 5 september 1840 ten huize van burgemeester A.J. Deelen.Ten overstaan van de burgemeester werd een overeenkomst gemaakt met Willem Guijtjens uit Heeze. Het expeditiebedrijf Guitjens zou dus in 1840 ontstaan zijn. In de Heemkronyk 8e jaargang nr. 2 bladzijde 21 van oktober 1969 volgde wederom van A.F.N. van Asten een aanvulling onder de titel:“Gastarbeiders uit Heeze en Leende in Holland”.

In dit artikel wordt melding gemaakt van het feit dat vijftig jaar eerder, om precies te zijn op 31 maart 1790 een borgstellingsovereenkomst werd opgesteld voor de schepenen van Heeze, waarin de vader van bovengenoemde Willem, te weten Jan Gutjens, als reizende bode van de heerlijkheid het contact onderhield met vele Heeze- en Leendenaren die een groot deel van het jaar in Holland werkzaam waren o.a. in blekerijen. Ruim honderd jaar daarvoor zou er ook al sprake zijn geweest van een vrij regelmatige bodedienst naar Holland.

Tot zover beide artikelen.

 

Bij mijn genealogisch speurwerk in het Streek-archief Eindhoven stuitte ik toevallig op een schepenprotocol van 20 maart 1785, waarvan de oorspronkelijke tekst hieronder volgt.

Compareerden voor Heeren Scheepenen der vrije Grondheerlijkheijd van Heeze, Leende en Sesgehugten, ondergenoemd Anthonij Deelen en Hendrik Scheepers inwoonderen tot Heeze, dewelken tot requiesatie van Heeren Drossard en regenten der voors. Heerlijkheijd verklaarden Sig bijden te Samen en ieder Soli dienen te stellen borgen, als schuldenaaren principaal voor den persoon van Adriaan Scheepers meede woonende tot Heeze als reijsende boide der voors. vrije Grondheerlijkheijd op holland en sulks voor een Somme van een duijsent guldens.

Beloovende de comparanten alle Schaaden en nadeel welke iemand bij den voors. Adriaan Scheepers als boode voors. Sou moogen kossen te leijden. So door het vermissen of kwijtraaken van penningen, goederen, packen en brieven, welke door den gemelden Adriaan Scheepers als boode voorn. ter bestelling en bezorging sullen worden mede gegeeven als andersSints ter concurrentie van voors. Somme van Duijsent guldens te Sullen vergoeden opleggen en betaalen Sondereenig het minste teegenzeggen in regten of daarbuijten, en hun Daarvoor te Submitteren van de parate executie van Heeren Drossard en Regenten en voors. alles met verband van hunne persoonen en goederen present en toekomende.

Actum ter Raadkamer binnen Heeze den twintigste maart 1700 vierentachentig te overstaan van

(Her protocol is niet ondertekend)

(Heeze R 1680 fol. 25v dd 20-3-1784.)

 

Het komt er dus op neer dat Anthonij Deelen en Hendrik Scheepers zich voor f 1000,- borg stellen en dat Adriaan Scheepers reizende bode wordt vanaf 20 maart 1784. Hij heeft dit beroep echter niet erg lang uitgeoefend omdat, zoals we hiervoor zagen, in 1790 Jan Gutjens benoemd werd. Maar  . . . het bleef in de familie zoals we verder zullen zien.

 

Arnoldus Mathijszoon Scheepers, geboren te Heeze op 12 maart 1704 en aldaar overleden op 14 december 1748, dus op 44-jarige leeftijd, huwde op 26 novemher 1730 in Heeze met Adriana van Asten, gedoopt op 17 februari 1706 als dochter van Paulus Goort Dirx van Asten, bijgenaamd “den Cuiper”, landbouwer en timmerman en Maria Adriaensdr. Deelen. Arnoldus en Adriana kregen tien kinderen. De hierboven genoemden Hendrik en Adriaan, de nieuwe bode, waren zonen van hen en Anthony Deelen was gehuwd met de oudste dochter Henrica Scheepers, die soms ook wel Hendrina genoemd werd.

We nemen de drie hij de borgstelling betrokken partijen nog wat nader onder de loep.

Allereerst de nieuw bode Adriaan Scheepers. Hij was gedoopt op 16 januari 1745 te Heeze en is aldaar overleden op 29 december 1811. Hij trouwde op 28 juli 1771 te Heeze met Catharina Deelen, geboren in Heeze op 19 februari 1748 als dochter van Jan Gerrit Tijszn. Deelen en Geertrui Arnoldsdr. Raessen. Catharine is overleden, 50 jaar oud, op 13 december 1798.

Adriaan en Catharina kregen vijf kinderen. De oudste dochter, Johanna, gedoopt in Heeze op 24 februari 1778 en aldaar overleden op 17 februari 1840, huwde op 4 maart 1810, 32 jaar oud met de metselaar Hendrik Janssen, gedoopt in Heeze op 22 oktober 1779 en aldaar op 9 oktober 1832 overleden. Van hem lezen we in de bekende “Kronijk van Heeze” dat hij op 19 mei 1829 te Heeze begonnen is met de fundamenten te leggen voor de nieuwe kerk, waarmee de z.g. Waterstaatskerk bedoeld is. Voor de fundamenten werden de oude stenen gebruikt van de afgebroken oude kerk op de Kerkhof. Verder vermeldt de Kronijk dat op de Rul een steenoven werd opgericht en dat daar nog 111 000 stenen voor de nieuwe kerk werden gebakken.

 

De twee borgen

Van Hendrik Scheepers weten we alleen dat hij in Heeze gedoopt is op 7 januari 1740. Vermoedelijk bleef hij vrijgezel en dus een geschikte persoon om als borg op te treden.

Van Anthony Deelen weten we alleen dat hij een zoon was van Willem Deelen en dat hij op 14 oktober 1770 huwde met Henrica Scheepers. Van Henrica, ook genoemd Hendrina, het zusje van de nieuwe bode, weten we zoveel te meer. Zij was gedoopt in Heeze op 3 oktoher 1731 en is aldaar overleden op 14 januari 1806. Ze werd dus 74 jaar oud.

Ze was 25 jaar toen ze voor de eerste keer trouwde op 23 januari 1757 met Gerrit Deelen, gedoopt te Heeze op 20 september 1728 als zoon van Mathijs Deelen, herhergier in “De Keizer", en Anna Gerritsdr. Vesters, die herbergierster is geweest in “De Engel”.

Henrica en Gerrit kregen twee kinderen die we hierna nog tegen zullen komen. Maar eerst, op 22 novemher 1769 overleed Gerrit, 41 jaar oud. Henrica trouwde voor de tweede keer op 39-jarige leeftijd met de hierboven genoemde borg Anthony Deelen.

Tenslotte was Henrica 59 jaar toen ze voor de derde keer trouwde en wel op 15 mei 1791 te Heeze met ene Jan van Engeland.

 

We zijn toe aan de ontknoping. Op 14 januari 1806 maakte Henrica haar testament en vermaakte al haar bezittingen aan haar  kleinkinderen Anna Geertrui Geutjens en Maria Elisabeth Geutjens. Wat is het geval. We zagen hierboven dat Henrica uit het eerste huwelijk twee kinderen kreeg. De oudste, Anna Elisabeth gedoopt te Heeze op 15 juli 1758, huwde met bierbrouwer Martin Vromans en vertrok naar Hamont. De tweede dochter, Anna Maria gedoopt in Heeze op 26 juli 1760, huwde op 10 oktober 1784 te Heeze met Jan Geutjens. Jan Geutjens was op 6 april 1759 gedoopt te Nederweert en is in Heeze overleden op 8 mei 1818. Hij was van 1811 tot 1818 loco-burgemeester van Heeze en verder was hij inmiddels eigenaar van herberg “De Engel” en hij was ook de vader van de twee hierboven genoemde kleinkinderen van Henrica. Tenslotte was hij ook de bode (Jan Gutjens) genoemd in het begin van dit verhaal en daarmee is de cirkel rond. Het bleef dus in de familie.

Harrie Berkers, Van Asten tot Heeze, Heemkronyk jaargang 40 nr. 3

Ga terug