De verering van Sint-Nicasius

Heemkronijk jaar:2002, jaargang:41, nummer:2, pag:15 -21

DE VERERING VAN SINT-NICASIUS

door: Ottie Thiers

 

De verering voor Nicasius lijkt in zijn geboorteplaats Heeze in de eerste decennia van de 19e eeuw op gang te zijn gekomen. De heiligverklaring van de martelaren van Gorcum gaf in 1867 een sterke impuls. De pastoor kocht toen ook de veronderstelde geboortegrond van de heilige aan. Dit ‘Nicasiusplekske’ trok sindsdien vele vereerders uit Heeze en naaste omgeving; overigens zagen de opeenvolgende pastoors hen liever naar de kerk komen. Een jaarlijkse tocht naar het plekske raakte, als officieus gebruik, in zwang. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam te Kreijl een kapelletje en werden er officiële plechtigheden gehouden. Vanuit Heeze ging men van 1930 tot 1994 ook jaarlijks op bedevaart naar Brielle.

 

Topografie

Kapel te Kreijl

- Het gehucht Kreijl ligt ten zuidoosten van Eindhoven, tussen Geldrop en Heeze. Nabij de spoorlijn ligt het kapelletje langs de weg, bij enkele boerenschuren. Het halfopen bakstenen gebouwtje in gotische stijl met zadeldak werd kort na de Tweede Wereldoorlog op initiatief van de buurtbewoners gebouwd. Architect Gubbels maakte de tekeningen en aannemer Toon van Eert, die in de buurtschap woonde, bouwdc de kapel. Het gebouwtje is enkele vierkante meters groot en huisvest, in een nis in de achterwand, het borstbeeld van de heilige, waarvoor op een gemetselde verhoging kaarsen kunnen worden opgestoken. In de zijmuren bevinden zich glas-in-loodraampjes, gemaakt door J. van Leeuwen en Zoon uit Geldrop, met voorstellingen van de wapens van Noord- Brabant en Heeze, de Martinuskerk en landelijke flora en fauna. Voor de jaarlijkse feestelijkheden wordt een driehoekige plaat hardboard, beschilderd met een portret van de heilige uit 1972, boven de ingang bevestigd. Een altaar met baldakijn staat dan voor het kapelletje opgesteld.  

 

Parochiekerk te Heeze

- De geschiedenis van de parochiekerk van St. Martinus en St. Jan in Heeze gaat terug tot circa 800 na Christus. Het kerkgebouw dat na de Vrede van Munster in 1648 moest worden afgestaan aan de protestanten, dateerde uit het laatste kwart van de 15e eeuw. Na 1648 kerkten de Heezenaren de eerstvolgende decennia in een grenskapel bij Nederweert. In 1681 bouwden zij een schuurkerk enkele kilometers ten noorden van de oude kerk, in de huidige dorpskom; deze werd in 1780 vervangen. Toen de katholieken hun oude kerk in de 19e eeuw terugkregen, was het gebouw zo vervallen dat tot sloop werd besloten; alleen de toren bleef bewaard. Pastoor Johannes Gast liet een Waterstaatskerk bouwen, die hij in 1833 kon inwijden. De stenen van de oude kerk zijn gebruikt voor het fundament. In 1853 kreeg dit gebouw een nieuwe toren.

- In de jaren 1820-1822 liet de pastoor ook een nieuwe pastorie optrekken. Aan weerszijden van de toegangspoort van de pastorie stonden pilaren met daarop de borstbeelden van St. Nicasius en St. Martinus. Het beeld van Nicasius staat nu in het kapelletje in Kreijl.

- Het huidige kerkgebouw, ontworpen in gotische stijl door de Bossche architect H.W. Valk, is gebouwd in 1932-1933 tijdens het pastoraat van C. de Bruyn. De gebrandschilderde ramen boven het priesterkoor zijn afkomstig uit de oude kerk. Ze zijn vervaardigd in 1873 en tonen rechts de heiligen Martinus en Nicasius, links Leonardus van Veghel. Nicasius is afgebeeld als priester met  palmtak en boek. Achterin de kerk bevinden zich drie devotiekapellen, ter ere van de heiligen Maria, Job en Nicasius. In de laatste kapel staat Nicasius’ beeld op de afgedekte doopvont; de ruimte was tot 1968 in gebruik als doopkapel.

 

Cultusobject

- De H. Nicasius Werd omstreeks 1522 geboren te Heeze. Algemeen wordt verondersteld dat zijn ouderlijk huis in de buurtschap Kreijl stond, maar er gaan ook stemmen op dat het gehucht Strabrecht betere papieren heeft. Nicasius en zijn heeroom Dirk (Hezius), die secretaris was van paus Adriaan VI, zijn de ‘boegbeelden' van de geschiedenis van Heeze. Nicasius studeerde theologie in Leuven, mogelijk met een beurs van oom Dirk, en werd priester en minderbroeder. Hij wordt beschreven als een geleerde die standvastig was in het geloof, zich aangetrokken voelde tot de mystiek en strikt leefde naar de gelofte van armoede. In 1572 woonde hij in het minderbroederklooster te Gorinchem, waar hij met een aantal andere geestelijken door de watergeuzen gevangen werd genomen, naar Brielle werd gebracht en daar op 9 juli werd opgehangen. Nicasius zou een extra losse strop om de hals gekregen hebben, zodat zijn doodsstrijd acht uur duurde. Spoedig werden de 19 geestelijken als martelaren voor het geloof vereerd, eerst in de Zuidelijke, later ook in de Noordelijke Nederlanden. Vanaf 1621 was de verering door de Romeinse Congregatie van de riten toegestaan. In 1675 werden zij zalig verklaard. De heiligverklaring in 1867 gaf een nieuwe impuls aan de verering.

- Na aanhoudend verzoek verkreeg de parochie op 13 juli 1816 een reliek van de Martelaren van Gorcum, geschonken door de bisschop van Namen. De heren A. van Gils en G. Moser, professoren van het seminarie te ‘s-Hertogenbosch, hadden de overdracht geregeld. De reliek was geapprobeerd in 1815 in Namen, vervolgens bevestigd op 11 juli 1816 door A. van Alphen, apostolisch administrator van het hisdom Den Bosch, en op 14 juni 1833 nogmaals goedgekeurd door diens opvolger H. den Dubbelden, omdat de brieven zo versleten waren.

- De hulpbisschop van ’s-Hertogenbosch, J.P. Deppen, keurde in 1863 eveneens de verering van relieken van de martelaren goed. Deze zijn waarschijnlijk bestemd geweest voor een zilveren reliekhouder op een eikenhouten troon, die in hetzelfde jaar op de feestdag van de martelaren voor het eerst werd uitgesteld. Deze reliekhouder werd geschonken door de eerwaarde heer Leonard Gast en mej. Leonarda Gast. De eikenhouten troon, hoogte 65 centimeter, stelt twee geknielde engelen op wolken voor die een console dragen. De reliekhouder, hoogte 53 centimeter, is gemerkt met een zwaardje. De troon staat nu in de archiefkelder.

- Voorts bezit de parochie nog certificaten van martelarenrelieken uit 1868, 1871 en 1884. Niet duidelijk is of de bijbehorende relieken nog allemaal aanwezig zijn.

- In de Nicasiuskapel van de parochiekerk staat een gepolychromeerd houten beeld, 1,70 meter hoog, uit de 19e eeuw. Het stelt de H. Nicasius voor, staande, gekleed als franciscaan. In zijn rechterhand draagt hij een boek, tiara en vlam; aan zijn arm hangt een rozenkrans. In de linkerhand houdt hij een palmtak. Het stond in de Waterstaatskerk Iinks bij het hoofdaltaar, aan de andere kant stond een beeld van Leonardus van Veghel uit 1850.

- In het kapelletje te Kreijl bevindt zich een borstbeeld van de heilige, afkomstig van een zuil aan de ingang van de voormalige pastorie, die gebouwd werd in 1820-1822.

 

Verering

- De enig mogelijke aanwijzing voor het begin van de verering van de H. Nicasius in Kreijl voor 1800 vormt de aanwezigheid in de pastorie van twee schilderijen uit de 17e/18e eeuw met voorstellingen die naar de martelarengeschiedenis verwijzen, en van een van de oudste boeken over de martelaren, uit 1604, in het parochiearchief. Het is echter niet bekend hoelang deze voorwerpen al in Heeze zijn. In de 17e en 18e eeuw kwam de voornaam Nicasius in Heeze slechts sporadisch voor, in tegenstelling tot na de heiligverklaring, toen betrekkelijk veel jongens de naam Kaas of Niek kregen. De aanschaf van relieken en beelden vanaf 1816 duidt op een toenemende belangstelling in de 19e eeuw.

De reliek die als eerste was verworven, werd in elk geval vereerd. Voor Hendrik van Moorsel, die in de jaren 1840 zijn Kronijk schreef, begon de geschiedenis van Heeze zelfs met Nicasius’ geboorte.

Omstreeks 1850 werd het martelarenfeest in Heeze plechtig gevierd. In 1863 werd bij die gelegenheid de troon met reliek voor het eerst uitgesteld.

- Op 29 juni 1867 bevond pastoor Petrus Stephanus Gast zich in Rome, waar hij de heiligverklaring van de martelaren van Gorcum bijwoonde. Na zijn terugkeer werd op 14 september met octaaf het heuglijke feit thuis nog eens plechtig gevierd. Paus Pius IX verleende een aflaat, te verdienen bij een bezoek aan de kerk van Heeze op de feestdag van de martelaren. In 1872 vierde men het derde eeuwfeest van de martelaarsdood met grote luister in aanwezigheid van de hulpbisschop van Den Bosch en de abt van de trappistenabdij de Achelse Kluis. Die dag trok een optocht met onder andere de harmonie van Leende en de ‘liedertafel’ van Heeze naar het ‘Nicasiusplekske’ op Kreijl, dat in 1866 door de pastoor was aangekocht op aanwijzing van een hoogbejaarde man uit Maarheeze. Bij die gelegenheid werd voor het eerst het nieuwe Nicasiusfeestlied gezongen, met de  openingsstrofe ‘O, dier’bre plek, waarop hij werd geboren ...’, ofschoon sommigen zich afvroegen of men wel de juiste plek bezong. Toen de pastoor enige jaren later de grond liet omspitten, kwamen er geen sporen van Nicasius’ verleden boven.

- Inmiddels was jhr. H. van Rijckevorsel benoemd tot kapelaan in Heeze (1877-1886). Hij had grote belangstelling voor de historie, en vond archiefstukken waarvan hij meende dat deze het juiste ‘plekske aangaven. Vervolgens herinnerden Heezenaren die verwant zouden zijn aan de heilige, zich de overlevering van een in 1884 overleden dorpsgenoot, wiens grootvader hem in zijn jeugd - in de jaren 1820 - de juiste plek zou hebben aangewezen. Opgravingen brachten de fundamenten van een boerenwoning aan de oppervlakte, resten van een groot aantal vaten en enkele Spaanse munten. Men concludeerde het ouderlijk huis van Nicasius te hebben gevonden, aangezien zijn familie een herberg zou hebben gehad. In 1911 dreigde het plekske‘ onderdeel van het tracé van de spoorlijn Eindhoven-Weert te worden, maar deze werd uiteindelijk 80 meter oostelijker aangelegd.

- Intussen nam de verering te Kreijl toe. Toen in 1920 de bomen op het perceel gerooid werden om plaats te maken voor landbouw, ontving pastoor H. de Bruyn een verzoekschrift van de bewoners. Zij zouden ter plekke graag een kapelletje zien verrijzen met een beeld van de heilige. Zij waren bang dat de verwijdering van de bomen de bloeiende verering geen goed zou doen. De pastoor meende dat hun argumentatie precies weergaf waarom hij, evenals zijn voorgangers, tegen de bouw van een kapelletje was: de bedevaartgangers  vereerden, voornamelijk paarsgewijs, de bosjes in plaats van de heilige. Volgens de pastoor wilde Nicasius zonder twijfel liever vereerd worden in de kerk, waar hij op het hoofdaltaar naast het H. Sacrament een veel waardiger plaats had. Een jaarlijkse tocht naar het Nicasiusplekske, die kennelijk toen al gebruikelijk was, keurde hij overigens niet af.

- In 1922 vierde men de 350e sterfdag van de martelaren. De plechtigheid trok 400 deelnemers. Er was ook een nieuw feestlied gedicht: ‘U, heilge Nicasius, ter eere ...’, maar dit heeft het oudere lied nooit in populariteit geëvenaard.

- Omstreeks 1930 ontstond de gewoonte jaarlijks op bedevaart te gaan naar  Brielle. Aanvankelijk ging men vanuit Heeze mee met de Weertse processie, maar het gezelschap werd zo groot dat men in 1933 de groep splitste in een Limburgse en een Brabantse bedevaart. Heeze werd de officiële zetel van de Brabantse afdeling van de broederschap ter ere van de Martelaren van Gorcum, de afdeling ‘Heeze en omstreken’. In juli 1942 verkochten de organisatoren van de bedevaart het ongekend hoge aantal van 222 kaartjes. In de loop van de jaren vijftig en zestig verminderde de belangstelling, zodat de afdeling van de broederschap uiteindeIijk ophield te bestaan. De bedevaarten naar Brielle werden tot 1994 gehouden, maar op particulier  initiatief.

- Tijdens de Tweede Wereldoorlog had men zich in toenemende mate tot de H. Nicasius gewend in de hoop op bescherming en een goede afloop. Kort na de oorlog liet koster Verest een programmablaadje drukken in verband met de organisatie van de jaarlijkse tocht naar Kreijl, die nog steeds werd gehouden. Na het lof in de kerk stelde men zich buiten op. Voorop liepen de schoolkinderen, dan de gidsen, jong Heeze, de kajotsters (vrouwelijke leden van de Katholieke Arbeiders jeugdorganisatie, KAJ), de boerinnenbond, de harmonie, de kajotters (mannelijke leden van de KAJ), de jonge boeren, de vrouwen en meisjes, de jonge middenstand en tot slot de mannen en jongens. De jeugd werd in verenigingsverband verwacht, zoveel mogelijk in uniform en met vaandels. Opvallend is de afwezigheid van de geestelijkheid en van religieuze attributen, zodat er geen sprake was van een officiële kerkelijke processie. De koster cum suis probeerde dit klaarblijkelijk spontane volksgebruik ‘ordelijk, devoot en stichtend voor buitenstaanders’ te laten verlopen. Men mocht niet praten tijdens de tocht. In plaats daarvan werd het rozenhoedje gebeden, afgewisseld met stichtende nummers, gespeeld door de harmonie.

 

- Deken W. van Haaren, die van 1946 tot 1950 pastoor van Heeze was, had een andere kijk op de Nicasiusverering dan zijn voorgangers. Pastoor en kerkbestuur steunden het idee een Nicasiuskapelletje te Kreijl te bouwen uit dankbaarheid voor de bescherming van Heeze tijdens de oorlog en daarna van de militairen in Indië. De bisschop stond in principe niet afwijzend tegenover  het voorstel maar verleende uiteindelijk geen vergunning wegens mindere urgentie, waarop de buurtbewoners het heft in eigen hand namen en een kapel bouwden. Op 8 juli 1948 werd het kerkbestuur officieel van het voldongen feit op de hoogte gesteld, waarna de pastoor de volgende dag na het lof in processie met het hele dorp naar de kapel trok en de inwijding verzorgde. Het volgende jaar nam het kerkbestuur de kapel met schulden en baten van de buurt over.

- Vanaf die tijd werd elk jaar op de zondag na de martelaarsdag een lof op het Nicasiusplekske gehouden met bloemenhulde door de kinderen. De fanfare en de gilden trokken op vanuit het dorp terwijl de priesters en misdienaars zich gereed maakten in een naburige woning. Het pad van dit huis naar het kapelletje was versierd met wit-gele vlaggen; op de grond beeldde Wiel Dohmen met geel zand en verschillende kleuren zaagsel christelijke symbolen uit, zoals het kruis, de monstrans, de kelk en de hostie. Alleen de priester die de monstrans met de hostie droeg, mocht eroverheen lopen. Hij probeerde de voorstellingen te vermijden, want na de plechtigheid wilde iedereen ze bewonderen.

- In 1959 werd voor het eerst op 9 juli een mis bij de kapel gehouden, met reliekverering; op de zondag erna was er het gebruikeiijke lof. In de loop van de jaren zestig verdween het lof, om plaats te maken voor een jaarlijkse buitenmis, als het weer meewerkt. In 1972 werden ter gelegenheid van het 400e sterfjaar ook een lezing en een tentoonstelling gehouden.

- In de jaren negentig wordt op 9 juli een mis in de parochiekerk opgedragen; op de zondag erna gebeurt dit bij het kapelletje. De buurtschap is tevoren versierd met geel-witte vlaggen. De schutterijen halen de pastoor af van het naastgelegen woonhuis. De fanfare zorgt voor muziek en na de dienst brengen de kinderen de traditionele bloemenhulde. Terwijl de misdienaars tijdens de consecratie voor wierook zorgen brengen de gilden onder tromgeroffel een vendelgroet. Na de zegen zet de fanfare het oude Nicasiuslied in. Zo nu en dan overstemt een passerende trein de plechtigheid. Na afloop begeleiden de schutters de pastoor weer naar de woning die als sacristie fungeert. In 1996 waren er zo’n 500 bezoekers uit Heeze en omgeving, waaronder ex-Heezenaren die jaarlijks voor het feest terugkomen. - In Heeze is de naam Nicasius goed vertegenwoordigd: het bejaardenhuis, de fanfare, een scoutinggroep en een straat zijn naar hem vernoemd.

 

Materiële cultuur

Zilver

- Expositieciborie, hoogte met deksel 53 centimeter, voet 18 centimeter, verguld zilver, neogotisch, merken: HvG boven 9 en HG9 (= H. van Gardinge, Eindhoven), jrl. X (= 1907), lopend leeuwtje, minervakopje, zwaardje. Op de zeslobbige voet zes reliefs, waaronder Nicasius als monnik met boek en palmtak; op de cuppa de inscriptie ‘SSmO Cordi Jesu me dedicavit Barth. Kemps dec. et past. Heeze ao 1907‘.

- Ciborie, hoogte met deksel 30,5 centimeter, voet 18,5 centimeter, verguld zilver, neogotisch, merken: jaarletter J (= 1919), lopend leeuwtje, minervakopje, Jorna, ’s-Hertogenbosch. Op de welving tussen wingerd en arcaden zes reliëfs, waarvan een Nicasius als monnik met bijbel.

- Torenmonstrans, 1922, hoogte 76 centimeter, voet 20 centimeter, verguld zilver, Zimmerman en Wijnhoven, Eindhoven, op de ronde voet staan onder gotische arcaden zes gedreven reliëfs, waarvan een Nicasius als monnik met strop en palmtak voorstelt, geschenk van de parochie bij het zilveren priesterfeest van pastoor H.J. de Bruyn.      

- Op een monstrans uit 1933 staat op de voet eveneens o.a. een afbeelding van Nicasius.  

 

Vaandels

- Groot vaandel, 1881 of ouder, Maria en St. Nicasius, op rood fluweel met sterren in medaillon een voorstelling van Nicasius die zijn strop aan Maria aanbiedt. Op keerzijde de tekst: ‘H. Maria en Nicasius zijt uwer congregatien gedachtig‘.

- Kleiner vaandel, St. Nicasius, staande in medaillon.

- Een vaandel, ooit vervaardigd door enkele bedevaartgangers naar Brielle, naar aanleiding van het ontbreken van het Nicasiusvaandel daar. Het volgende jaar bleek dit weer present, waarna het nieuwe vaandel mee teruggenomen is. Het wordt bewaard te Kreijl.

 

Overig

- Schilderij (75 x 53,5 cm) 17e / 18e eeuw, verheerlijking van de Martelaren van Gorcum (zie Bronnen B. Staal (1997).

- In de sacristie hangt een reproductie van een grafiek van de H. Nicasius in vergulde lijst.

- Gepolychromeerd gipsen beeld van Nicasius, ca. 1 meter hoog, op zolder.

- Een stenen beeld, voorheen geel, nu lichtgrijs geverfd, hoogte 1,55 meter, uit het begin van de 20e eeuw, toont de H. Nicasius, staande, gekleed in habijt met een rozenkrans, in de rechterhand een palmtak, in de linker een boek, tiara en sleutels. Hij draagt een strop om de hals. Het beeld is afkomstig uit de pastorietuin en bevindt zich nu bij het Nicasiushuis (bejaardentehuis).

- Nicasiusklok, in 1960 geschonken door de parochie; 1250 kilogram. Deze klok verving de klok die de jeugd, op voorstel van de pastoor, in 1948 aan de parochie schonk uit dankhaarheid jegens H. Nicasius; deze was in 1959 gebarsten.

- Houten zitbank, gemaakt door Jonkers uit Vught naar een ontwerp van architect Valk, geschonken in 1948, toont op een der leuningen de buste van Nicasius.

 

Devotioneel drukwerk

Liederen

- 1572-1922, Feestzang ter gelegenheid van de 350-jarige herdenking van den marteldood van den Heiligen Nicasius, gezongen op zijn geboorte-plaats te Heeze, den 9 juli 1922 (Eindhoven: Electr. Druk. J. Koonings Jz., [1922]; ca. 20 x 27 cm, 1 p.).

- Feestlied ter eere van den Heiligen Nicasius van Heeze, gezongen op 9 juli 1922 (Eindhoven: Electr. Druk, J. Koonings Jz., [1922]; ca. 21 x 29 cm, 1 p.).

 

Programma’s

- Aan alle vereerders van St. Nicasius (Heeze: F. Verest, koster, [na 1945]; 16 x 24,5 cm, 1 p.) organisatie optocht naar Kreijl.

- Programma van de bedevaart naar Brielle van Heeze en omstreken op maandag 16 juli 1934 (Asten: Drukkerij Mennen, [1934]; 8,5 x 11 cm, 4 p).

- Bedevaart naar Brielle van Heeze en Omstreken, donderdag 7 juli 1838 [sic!] (Asten: Druk Mennen, [I938]; 9 x 11,5 cm, 4 p.).

- Programma der bedevaart naar Den Briel van Heeze en omstreken, Eindhoven en Oisterwijk op donderdag 5 juli 1959 ([z.p.] [1956]; stencil, tweezijdig bedrukt; ca. 29 x 20,5 cm).   

 

Misboekjes

- Eucharistieviering op het feest van de heilige Nicasius (Heeze; St. Martinusparochie, [z.j.]; 15 x 21 cm, 19 p.).

- Hoogfeest van de heilige Nicasius (Heeze: Parochie St. Martinus en St. Jan, [z.j.]; 15 x 21 cm, 16 p.) gebruikt in mis op Kreijl 1996.

 

Broederschapsreglementen

- Reglement van de broederschap ter verering van de H.H. martelaren van Gorcum, door Z.D.H. den bisschop van Haarlem Mgr. C.J.M. Botlemanne opgericht in de Conventus Prosynodalis van 16 december 1889 (Haarlem: St. Jacobs-Godshuis; gezien en afkondiging toegestaan, 13 maart 1918, Augustinus Josephus, bisschop van Haarlem; 10 x 12,5 cm, 14 p.).

- Broederschap ter verering van de HH. Martelaars van Gorcum. Bijzondere regels voor de afdeling Heeze, Eindboven en omstreken (z.p.  z.j.; gezien en goedgekeurd ’s-Hertogenbosch, 23 juni 1933, A.F. van Diepen; 8 x 12 cm, 4 p.) op de voorzijde een afbeelding van de martelaren in processie rond een galg, tekst in banderol ‘Te Deurn laudamus’.

 

Bedevaartboekjes

- Pelgrimsboekje ter eere der H.H. Martelaren van Gorcum ten dienste van de bedevaart Heeze en omstreken naar Brielle (Asten: Drukkerij Mennen, [1933]; nih. obst. Arn.J.M. de Beer Libr. Censor, Buscoduci, die 30 Maji 1933; impr. F.N.J. Hendrikx Vic. Gen., Buscoduci, hac 30 Maji 1933); 10,5 x 13,5 cm, 80 p.).

- Pelgrimsboekje ter eere der H.H. Martelaren van Gorcum ten dienste van de bedevaart Heeze en omstreken naar Brielle (Eindhoven: Drukkerij Lindner, [1937] 2e en verm. dr.; nih. obst. Arn.J.M. de Beer Libr. Censor, Buscoduci, die 8 Maji 1937; impr. F.N.J. Hendrikx Vic. Gen., Buscoduci, hac 8 Maji 1937; 10,5 x 13 cm, 96 p.).

- Pelgrimsboekje ter ere van de H.H. Martelaren van Gorcum ten dienste van de bedevaart Heeze en omstreken naar Brielle (Hilversum: N.V. Gooi en Sticht, 1948; 9,5 x 13 cm, 100 p.) op de voorzijde een afbeelding van de martelaren in processie rond een galg met in banderol de tekst ‘Te Deum laudamu’'.

 

Prentje

(13.5 x 8.5 cm) met op de voorzijde een foto (Toine van Berkel, Heeze) van het beeld van Nicasius in de parochiekerk van Heeze en op de achterzijde een  beschrijvende tekst in het Nederlunds en het Deens.

 

BRONNEN

A1  Heeze, archief St. Martinusparochie: o.m. liber memorialis,  notulenboeken; St. Martinuskerk te Heeze, informatieblad St. Martinus-kerk; hs. H.V.M. van Rijckevorsel van Kessel, ‘De H. Nicasius Hezius en familie‘ (Groot-Linden, 28 mei 1911, zie ook onder B). ’s-Hertogenbosch,  bisdomarchief: dossier St. Martinusparochie Heeze; map C varia en liturgica.

A2  Hendrik Godefridus van Moorsel, Kronijk of aantekening der merkwaardige voorvallen binnen de gemeente Heeze en eenige omliggende dorpen etc.. Dominicus de jong ed. (Borkel en Schaft: Achelse Kluis, 1953) p. 4-5, 164, het origineel, geschreven in 1842- 1844, bevindt zich in handschrift in het parochiearchief in Heeze; Peter Meurkens ed., De dagboeken van P.N. Panken 1819-1904, Memorieboek van een brabantse schoolmeester, 6 dln. (Eindhoven: Kempen Uitgevers, 1993-1997) dl. 2, p. 104.

B  [Willem Estius Hessel-sone], Waerachtighe historie van de martelaers van Gorcom etc. (Antwerpen: Ian Moerentorf, 1604) vertaling B. Willem Spoel-bergh; [Antonius van Gils], Katholyk Meyerysch memorieboek ('s-Hertogenbosch: J.J. Arkesteyn, 1819) p. 356, de reliek van de martelaren wordt in Heeze geëerd; A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, dl. 5 (Gorinchem: Noorduyn, 1844) p. 324, Heeze als geboorteplaats van H. Nicasius, geen bijzondere verering genoemd; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom ‘s-Hertogenbosch, dl. 4 (St. Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1873) p. 102-103, Nicasius geboren te Kreijl, pastoor heeft geboorteplekje aangekocht in 1867, leven Nicasius en verering te Heeze met groot 300-jarig feest in 1872, J.A.F. Kronenburg, Neerlands heiligen in later eeuwen, dl. 1 (Amsterdam: Bekker, 1901) p. 12-13, 103-104; [Door een minderbroeder], De H. Nicasius van Heeze; een der Martelaren van Gorcum (Weert: Franciscaanse missiebond, 1936); L.J. Rogier, Geschiedenis van het katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en 17e eeuw (Amsterdam: Urbi et Orbi, 1945-1946) dl. 1, p. 493-495, dl. 2, p. 767-770; Sterk in het geloof (Heeze: parochie Heeze, mei 1948, juni 1948, september 1949, juli 1950); D. de Lange, De Martelaren van Gorcum (Utrecht-Antwerpen: Spectrum, 1954); D. de jong, ‘De kerken en kapellen van Heeze’, in: Anton van Oirschot ed., ‘Heeze’, een heerlijkheid in Brabant (Heeze: heemkundekring ‘De Heerlijkheid Heeze-Leende-Zesgehuchten’, 1963) p. 37-71; W. Lampen, ‘Twee bekende inwoners, Dirk van Heeze en St. Nicasius’, in: Anton van Oirschot ed., ‘Heeze', een heerlijkheid in Brabant (Heeze; heemkundekring ‘De Heerlijkheid Heeze-Leende-Zesgehuchten’, 1963) p. 121-134; Benjamin de Troeyer, ‘De H. Nicasius van Heeze, martelaar van Gorcum en verdietser van Gerlacus Peters’ Soliloquium’, in: Franciscana 19 (1964) nr. 3, p. 73-87; L.H.M. Aerts, Heeze in oude ansichten (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1971) waterstaatskerk met Nicasiusbeeld, pastoor Gast in Rome en oude pastorie met Nicasiusborstbeeld; A.F.N. van Asten, ‘Families rondom de H. Nicasius van Heeze’, in: Heemkronyk 11 (1972) nr. 1/2, p. 1-7; E. Kolen, ‘Nieuwe gegevens over het geboortejaar van H. Nicasius van Heeze’, in: Heemkronyk 19 (1980) nr. 1, p. 26-40, waarin opgenomen overdruk: B. de Troeyer, Bibliographia Franciscana Neerlandica saeculi XVI, pars biographica p. 306-315, pars bibliographica p. 119-120; H. Rijckevorsel van Kessel, ‘De H. Nicasius Hezius en familie’, in: Heemkronyk 19 (1980) nr. 3/4, p. 102-113; P.J. Margry, Bedevaartplaatsen in Noord-Brabant (Eindhoven: Bura Boeken, 1982) p. 147-151, 336-337; Van kerkgebouw tot kerkgemeenschap 1933-1983 (Heeze: St. Martinusparochie, [1983]) waarin bijdragen van W. van Leeuwen en J. Aerts, voor Nicasiusverering zie p. 29, 63, 84; Max M.P. Cornelissen, ‘Een ander Heezer lied dan de welbekende “Parel”’, in: Heemkronyk 27 (1988) nr. 4, p. 104-109; Peter Vermeulen, Langs ‘s-Heren wegen. Veldkapellengids voor Noord-Brabant (Eindhoven: Kempen Uitgevers, 1996) p. 80-81; Piet Brock, ‘Kleine kroniek van de parochie. De heilige Nicasius van Heeze’, in: Kontakt (Heeze: parochie, juni- december 1996); Casper Staal & Marc Wingens, Bedevaarten in Nederland (Zutphen: Walburg Pers, 1997) p. 193-194.

C  PJMI BiN-dossier Kreijl; PJMI VKVL 64a+b (1993); SKKN dossier; Nijmegen, KDC-Klib: bedevaartfoto’s Margry (1981); informatie van parochiearchieflbeheersters D. Verest-Diepstraten en Z. Vertogen in 1997.

 

Bovenstaand artikel is met toestemming overgenomen uit Peter Jan Margry en Charles Caspers, Bedevaartplaatsen in Nederland deel 2: Provincie Noord-Brabant, Amsterdam - Meertens Instituut, Hilversum-Uitgeverij Verloren (1998).

Typografisch is het enigszins bewerkt.

Redactie Heemkronyk.

Ga terug