De vondst van een put bij de ijzeren man in Zesgehuchten

Heemkronijk jaar:1987, jaargang:26, nummer:4, pag:119 -122

DE VONDST VAN EEN PUT BIJ DE IJZEREN MAN IN ZESGEHUCHTEN

door: de Werkgroep Archeologie

 

Begin mei 1985 werd onze werkgroep op de hoogte gebracht van het feit dat bij ontgrondingswerkzaamheden bij de "IJzeren Man" "houtresten" waren gevonden. De manier waarop de verschillende delen gegroepeerd lagen, deed vermoeden dat er sprake was van een put. Spijtig was wel dat de bulldozer- machinist niet tijdig, of door onwetendheid of door haast, met het werk was gestopt, waardoor nogal wat werd vernield. Op dezelfde avond nog, nadat wij door de heer Van de Heide, opzichter bij de Gemeentebedrijven Geldrop, waren gewaarschuwd, werd door onze vrijwel voltallige werkgroep de vondstsituatie bekeken en werd onmiddellijk begonnen aan een noodopgraving.

Allereerst bestond ons werk in het inventariseren van datgene wat zichtbaar was. Over een nogal groot oppervlak lagen de "balken" en "planken" verspreid. Pas na het nodige spitwerk werd duidelijk dat het grootste deel van het materiaal niet meer in situ aanwezig was. Daarna werd besloten eerst het losse materiaal te verzamelen en vervolgens aan het echte graafwerk te beginnen.

Tijdens dat voorzichtig graafwerk werd vooral met de schop dun geschaafd om mogelijke grondsporen niet te vernielen. Terwijl wij daarmee bezig waren, werd er toch nog enig plankmateriaal in situ aangetroffen. De vulling van de put leverde tot onze spijt erg weinig op, waardoor datering middels deze vondsten onmogelijk was. Het weinige dat in de put gevonden werd, bestond slechts uit bladeren van eiken en een boomstronk, die in de leemlaag, onderin de put, vastzat. Aan de grondsporen was in ieder geval te zien waar twee van de hoekpalen hadden gezeten. De andere twee paalgaten waren niet meer terug te vinden.

Het gevonden materiaal bestond uit:

- vier rechthoekige palen met vierkant gehakte punt voorzien van met houten pen gevulde en ook lege pengaten, aan de bovenzijde aanzienlijk beschadigd (ontstaan door voornoemd graafwerk?). De palen verkeerden overigens nog in een behoorlijke staat. Bij latere rekonstruktie werd het duidelijk dat het om de hoekpalen van een put ging.

- een aanzienlijke hoeveelheid planken, van uiteenlopend formaat. Twee ervan vielen sterk op door hun grootte, dikte en de aanwezigheid van pengaten.Ook deze planken waren gehakt in plaats van gezaagd.   Opvallend bij het kleinere materiaal was, dat wij niet alleen met eikehout te maken hadden, maar ook met andere houtsoorten, die zo niet te determineren waren. Dit hout was zacht en sponzig van struktuur.

 

Tijdens de rekonstruktie enige weken later werd vooral naar aanwijzingen gezocht om de put te kunnen dateren. Hoe waren de verbindingen van balken en planken geweest? Hoe hebben de kleinere planken bevestigd gezeten aan de balken? Zaten de planken aan de buitenkant of aan de binnenkant van de balken?

Een groot voordeel bij dit puzzelwerk was dat wij ontdekten dat er zowel in de palen als in een aantal planken pengaten zaten, die wij maar hoefden te laten korresponderen met elkaar.

Met behulp van de gemaakte dia's en de plank-balk-rekonstruktie werd duidelijk dat de planken aan de buitenkant hebben gezeten. Na de nodige navorsingen en na het inwinnen van de nodige informatie, werd het ons duidelijk dat wij te maken hadden met een put uit de Romeinse tijd.   

 

DIVERSE GEGEVENS.

Lengte en breedte van de put:  ca.95 cm. Huidige lengte van de palen: ca. 150 cm. De top van de palen is echter aangetast, zodat de lengte wellicht groter zal zijn geweest. Dikte van de planken:  lO cm. De meeste planken hebben aan beide zijden een pengat. Bij sommige planken, vooral bij de kleinere, ontbreekt dit. Overigens werden niet alle gaten in de planken als pengat gebruikt. Het aantal pengaten in de planken varieert. Drie planken hebben ingehakte sleuven; vermoedelijk zijn deze planken oorspronkeiijk voor iets anders gebruikt. Ook een hoekpaal vertoont een inkeping die niet te verklaren is.   

 

LITERATUUR

A.Jansen. "De merkwaardige puttenreeks van Geldrop. " In: Heemkronijk, Jaargang VII-nr.1- nov. 1968

W.H.Th.Knippenberg. "Waterputten uit de Romeinse tijd te St.Michielsgestel en elders." In: Tijdschrift Brabants Heem, 1965

J.Slofstra, H.H.van Regteren Altena, N.Roymans en F.Theuws HET KEMPENPROJECT. Een regionaal—archeologisch onderzoek. Uitgegeven door: Stichting Brabants Heem, 1982

J.Slofstra, H.H.van Regteren Altena, F.Theuws. HET KEMPENPROJECT 2. Een regionaal -archeologisch onderzoek. Uitgegeven door: Stichting Brabants Heem, 1985

W.J.H.Verwers. Archeologisch Kroniek van Noord-Brabant 1974-1976. Stichting Brabants Heem 1978

W.J.H.Verwers. Archeologisch Kroniek van Noord-Brabant 1979-1980. Stichting Brabants Heem 1983

W.J.H.Verwers. Archeologisch Kroniek van Noord-Brabant 1981-1982. Stichting Brabants Heem 1986

Ga terug