Bij de onthulling van het driedorpenpunt-monument Heeze-Leende-Sterksel

Heemkronijk jaar:1997, jaargang:36, nummer:4, pag:30 -34

BIJ DE ONTHULLING VAN HET DRIEDORPENPUNT-MONUMENT HEEZE-LEENDE-STERKSEL

door: Chris Derksen

 

Ik voelde mij zeer vereerd toen mij gevraagd werd een beeld te maken.* Een beeld, bedoeld om het samengaan van Heeze, Leende en Sterksel in materie vast te leggen.

 

Welke ideeën speelden door mijn hoofd?

-- > Ik ken als Nederlander natuurlijk het drielandenpunt in Vaals.

Drie aparte zuilvormige grenspalen; voor mij leggen die meer accent op de verschillen dan op de overeenkomsten.

*   Moet ik de verschillen accentueren?

*   Moet ik verbeelden, dat de drie dorpen - ik kies de alfabetische       volgorde Heeze, Leende en Sterksel tegen wil en dank samengaan?

*   Moet ik de gezonde - en wellicht ook minder gezonde - vormen van 
rivaliteit accentueren?

-->   Het eerste idee is geboren: een driehoekig grondvlak waaruit drie stevig verankerde elementen zich afzonderlijk van elkaar losmaken.

*  De dorpen zijn gevangen in en gevoed door hun eigen historie:

Ze hebben hun afzonderlijke geschiedenis; ze hebben ieder hun eigen karakter; hun eigen folklore; hun eigen politieke keuzes . . .

-  Je kunt dit negatief duiden; je kunt dit als een ballast ervaren; als een terugkijken op het mooie - en kleine - wat er eens was.

-  Je kunt dit positief duiden; elkaar verrijkend samen op weg naar een gouden toekomst;

Voor sommigen een ontroerende fase?

(Of riekt dit te veel naar het woord onroerend?)

-->   Een tweede idee:

- de eigen lijnen moeten herkenbaar blijven; in vorm en zeker ook in hoogte. Verschillen moet je en mag je niet verdoezelen. Ieder heeft zijn eigen inbreng: in aantal inwoners; in verworven-heden.

-  de eigen lijnen - kolommen - hebben nog scherpe kantjes.

 

Ik weet niet waaraan ik toen gedacht heb:

* Speelden de stekeligheden over en weer me door het hoofd?
* Dacht ik aan voorvalletjes uit het recente verleden; vormen van 
rivaliteit, of moet ik zeggen: kleine plagerijen over en weer?

Ik ben een positief ingesteld mens: misschien was er wel aan de orde: "Was sich liebt, das neckt sich" . . .

 

 -->  Het concept is nog niet klaar.

Ik heb nog niets gedaan met de drang om te zoeken naar gemeen-schappelijkheid. Wat bindt - wederom alfabetisch, maar dan omgekeerd - Sterksel, Leende, Heeze?

Gedwongen huwelijken hoeven - zo leert de geschiedenis - niet per definitie slecht te zijn.

Als we maar proberen de scherpe kantjes eraf te halen; als we elkaar maar open tegemoet treden; als we - om het beeld van het huwelijk nog even vast te houden - maar niet verzeild raken in een driehoeksverhouding . . .

Het wordt tijd om de ideeën om te zetten in vaste vorm:

*  met respect voor de eigen geschiedenis;

*  met respect voor de eigen verworvenheden;

*  met respect voor de afzonderlijke gemeenschappen met hun eigenheid maar ook  niet vergetend wat samenbindt.

Op een basis drie poten - afzonderlijk oprijzend - gescheiden poten die samenvloeien; of moet ik zeggen: die samen moeten vloeien?

Tot een eenheid in verscheidenheid; naar een toekomst waarin de afzonderlijke lijnen nog steeds te onderscheiden zijn, maar niet te scheiden.

En die scherpe kanten?

Misschien blijven ze nog even, maar het beeld bevat ook voldoende openingen.

Openingen voor eigen invullingen; openingen om elkaar nog ruimte te geven en openingen om samen op zoek te gaan naar een nieuwe expansie.

Ik wil - zeker vandaag - in optimisme eindigen:

Waar de drie grondvlakken, de drie zijden van de driehoek bij elkaar komen heb ik de scherpe punten al weggelaten.

Hoe kan het ook anders; onze dorpen - en ook het beeld - zijn gesitueerd in het prachtige Brabantse landschap.

Een stukje Brabant met een rijke cultuur.

Een landschap - en misschien is dat wel het meest positieve - waar nu een beeld deel van uitmaakt en niet een landschap een vuilstortplaats . . .

In deze kwestie waren en zijn we zeer eensgezind: op een piramidale overheersende vorm met restanten van een welvaartsmaatschappij op weg naar de 21e eeuw zitten we niemand te wachten . . .

Het beeld laat in zijn openheid gelukkig een ander landschap toe en  andere, betere, creatievere invullingen laat ik aan anderen over.

 

*       Noot van de Heemkronyk-redactie

Het driedorpenpunt-monument is op 25 mei 1997 door burgemeester N. van den Heuvel-Planje van de gemeente Heeze-Leende officieel onthuld in aanwezigheid van talrijke personen. De ontwerper van het monument, beeldend kunstenaar Chris Derksen (1928) uit Heeze, hield tijdens die plechtigheid de hier gepubliceerde toespraak.

Het monument ontleent zijn naam aan de plaats waar vóór 1 januari 1997 de grenzen van de gemeente Heeze, de gemeente Leende en de gemeente Maarheeze samenkwamen.

Dit punt ligt enkele honderden meters westelijk van de spoorwegovergang Sterksel aan de Oostrikkerdijk, precies waar de hoogspanningsleiding laatstgenoemde weg kruist.

De Oostrikkerdijk is de asfaltweg die vanuit de Leendse wijk Oosterik, over de Groote Aa, recht naar Sterksel leidt. Wie van de richting Leende komt treft het monument rechts van de weg aan, onder de hoogspanningsleiding.

Het driedorpenpunt-monument was een initiatief van Eric Kolen van Bureau Erasmus, cultuur & communicatie, te Geldrop. Kolen, lid van onze heemkundekring, hield in september 1996 een interview met drie voormalige gemeenteraadsleden uit Heeze, Leende en Sterksel (destijds behorend tot de gemeente Maarheeze), welke drie dorpen ten gevolge van een gemeentelijke herindeling op 1 januari 1997 zijn samengevoegd tot de gemeente Heeze-Leende. Kolen suggereerde tijdens het interview op het driedorpenpunt een monumentje te plaatsen “dat de drie kernen weergeeft als afzonderlijke grootheden en toch een éénheid vormend". Chris Derksen uit Heeze verklaarde zich toen bereid het gedenkteken te vervaardigen om niet. In de sokkel van het monument bevinden zich stukken betreffende de samenvoeging van Heeze, Leende en Sterksel tot één gemeente en stukken betreffende dit beeld.

Zie ook: Eric Kolen, ”Liever een trottoirtegel . . . .”, in E. Kolen en L. Hollanders (red.), De sgonste Parel van Brabant. Een kleurrijk mozaïek gevormd door Heeze-Leende-Sterksel, Geldrop, 1997, blz. 117-124.

 

Ga terug