Notitie bij twee schriftelijke reacties over Bruggerhuizen

Heemkronijk jaar:1997, jaargang:36, nummer:4, pag:25 -29

NOTITIE BIJ TWEE SCHRIFTELIJKE REACTIES OVER BRUGGERHUIZEN

door: Leo Driessen

 

Het artikel 'De blunder met Bruggerhuizen. Persoonlijke herinneringen rondom een amendement” beschrijft de gang van zaken rondom de herindeling van Bruggerhuizen vanuit persoonlijke herinneringen die echter hun basis vinden in de Wet Regeling Herindeling, in publicaties van provincie en kabinet, in de Handelingen van de Tweede Kamer en in die van de Eerste Kamer.(1)

 

Provincie en kabinet achtten bestuurlijke aanpassingen in de vorm van gemeentelijke herindelingen onvermijdelijk. In hun gedachtenontwikke-ling zouden bestuurlijke regels daarbij richtingbepalend moeten zijn, niet de wensen van de plaatselijke bevolking. Het kabinet-Kok had aan dat primaat van bestuurlijke argumenten nog een tweetal uitgangspunten toegevoegd:

-     iedere gemeente dient in staat te zijn nu en in de naaste toekomst in de lokale behoeften te voorzien;

-    zo groot mogelijke reductie van intergemeentelijke samenwerkings-
vormen.

In het geval Bruggerhuizen hield die stellingname in dat alleen indeling bij Valkenswaard aan de bestuurlijke voorwaarden kon voldoen. Toen op basis van een amendement plotseling anders werd besloten, waren het dan juist bestuurders die verrast waren. Niet alleen lokale bestuurders maar ook provinciale en parlementaire.

Ook ik was verwonderd. Daarom nam ik contact op met de parlementaire indiener van het amendement. Twee langdurige gesprekken heb ik met hem gehad. Hij is bij me op bezoek gekomen. Hem heb ik rondgeleid op Bruggerhuizen, in Leende, in Heeze en in Valkenswaard.

In ons eerste onderhoud bleek al gauw dat deze parlementariër blind gevaren had op gegevens die hem na de officiële sluiting van de inzendingstermijn vanuit Bruggerhuizen waren aangereikt. Die gegevens heeft hij niet geverifieerd, niet doorgesproken met de provincie, niet met de burgemeester van Leende.

Later werd in de Eerste Kamer afkeurend gesproken over de manier waarop de Tweede Kamer was omgegaan met het wetsontwerp van de herindeling van een gedeelte van de provincie Noord-Brabant. Eigenlijk was, op een partij na, niemand gelukkig met de verminking van het wetsontwerp door de vele ad-hoc-ingrepen in de Tweede Kamer. Toen ook viel de ronde uitspraak ‘De blunder met Bruggerhuizen`. Die uitspraak werd daar niet weersproken.

De staatssecretaris zag in dat het proces van gemeentelijke herindeling zoals het had plaatsgevonden geen bijdrage was aan het gevoel van veel mensen dat het allemaal op basis van objectieve en weloverwogen gedachten gebeurde. Zij zegde toe met de Tweede Kamer een gesprek te zullen aangaan teneinde dit soort effecten in de toekomst te voorkomen.

De unieke informatie waarover ik kwam te beschikken, heb ik vastgelegd in genoemde Heemkronyk. Daarin kan de lezer of lezeres mogelijk een verklaring ontdekken voor het resultaat van de herindeling van Bruggerhuizen. (Maar eerst had ik met de burgemeester van Leende een in bestuurlijke zin reëel onderhoud, in een aimabele sfeer.)

Kernpunten in dat artikel 'De blunder met Bruggerhuizen. Persoonlijke herinneringen rondom een amendement’ waren:

-        het feit dat een lid van de Tweede Kamer de ongelooflijke fout maakte te laat aangereikte argumenten niet op hun deugdelijkheid te toetsen;

-        het feit dat hij (hoewel zelf socioloog) niet het sociale mechanisme heeft onderkend dat in werking treedt als in een kleine omgeving van een tiental woningen een brief van een buurman ter tekening wordt aangeboden;

-        het feit dat de parlementariër die het amendement had ingediend zelf de weg aangaf om op termijn het effect van het amendement, dus de indeling van Bruggerhuizen bij Leende, door middel van een grenscorrectie ongedaan te maken; dit herhaalde aangeven was geen Postbus-51-mededeling.   

Die essentie van het artikel is in de beide brieven waar het hier over gaat niet weersproken.(2)

Bij hetgeen de twee ingezonden brieven wel aan de orde stellen en voorzover althans hun inhoud direct van doen heeft met de inhoud van mijn artikel plaats ik, na het voorgaande en kortheidshalve, de volgende zeven opmerkingen:

-        mijn artikel is geen actieprogram voor een nieuwe herindeling maar een historisch verslag; vanuit dat oogpunt is een terminologie die letterlijk in de Eerste Kamer is gebruikt en die de thematiek van mijn artikel exact weergeeft, terecht ook als titel boven het stuk geplaatst;

-       een gelegenheidsbrief van het gemeentebestuur van Leende hoeft een helder inzicht, van datzelfde bestuur, in datgene waar het bij de herindeling bestuurlijk eigenlijk over ging, niet in de weg te staan;

-        de (overigens niet geheel correcte) weergave van de bouwgeschiedenis op Bruggerhuizen bevestigt het aan mij opgegeven, achterliggende motief om bij Leende te willen blijven; eveneens bevestigt die weergave dat Bruggerhuizen weliswaar nog wel een kleinschalige samenleving is, maar al langer dan een kwart eeuw geen agrarische gemeenschap meer;

-        vanuit de benadering natuur en landschap in het 'Voorontwerp Dommeldal Zuid-West’ is het gebied Bruggerhuizen langs de groene  scheidingswand van het Leenderbos duidelijk losgemaakt van Leende; ook in de aanpak zal het gebied in het 'dal van de Tongelreep’ één geheel vormen met de Valkenswaardse natuur vanaf Opperheide via Brugven naar Stepkesberg en omgeving; daarom zou het bestuurlijk logisch zijn geweest dat het totale te ontwikkelen gebied onder een gemeentelijk bestuur was gekomen, nu dat heel eenvoudig mogelijk was;

-        in mijn artikel is op een gegeven moment (pp. 18-20) de vraag aan de orde of het argument: langdurige verbondenheid met Leende, wel rechtdoet aan de historische werkelijkheid; Binnen die context wordt daar dan bezien of de invoering van de Leerplichtwet geleid heeft tot een (grotere) verbondenheid met Leende; Het antwoord dat daarop wordt gegeven, is gebaseerd op de algemene teneur op Bruggerhuizen gedurende een periode van meer dan een eeuw; omdat in dat verband bovendien gesproken wordt van kinderen 'op jonge leeftijd’ (p. 20) zou het duidelijk kunnen zijn dat het in die tekst gaat over het elementaire onderwijs; een van de ingestuurde brieven vult daarop aan dat het oprekken van de leerplichtige leeftijd evenmin geleid heeft tot een grotere verbondenheid met Leende, zelfs niet op verenigingsgebied;

-        de desbetreffende parlementariër weet dat het een ernstige          beginnersfout is zaken niet te controleren en toch een amendement in te dienen; maar nu hij in het geval Bruggerhuizen niet deskundig         heeft gehandeld, is hij nog geen politiek brekebeen;

-        tot slot: de gang van zaken met betrekking tot de herindeling van  Bruggerhuizen verdient inderdaad op geen enkel moment een schoonheidsprijs; maar die gang van zaken behoort voortaan wel tot     het verhaal Bruggerhuizen.

 

NOTEN

1           Zie voor het bedoelde artikel: Leo Driessen, 'De blunder met Bruggerhuizen. Persoonlijke herinneringen rondom een amendement’ in Heemkronyk, jrg. 36 (1997), nr. 1, blz. 12-27.

Zie in de huidige aflevering van de Heemkronyk tevens: ‘Van de redactie’, blz. 2; ‘Bruggerhuizen in Heeze-Leende`, blz. 15-18; ‘Bruggerhuizen gered van een bestuurlijke blunder’, blz. 19-23.

2            Met "beide brieven" en, verderop, "de twee ingezonden brieven" en "de ingestuurde brieven" worden de schriftelijke reacties van A.C. Maas en ir. C.L. de Wit op bladzijden 15-23 van de huidige aflevering van de Heemkronyk bedoeld.

Ga terug