Bruggerhuizen gered van een bestuurlijke blunder

Heemkronijk jaar:1997, jaargang:36, nummer:4, pag:19 -24

BRUGGERHUIZEN GERED VAN EEN BESTUURLIJKE BLUNDER

door: ir. C.L. de Wit

 

Het artikel van de heer Driessen over Bruggerhuizen vraagt om een reactie, mede omdat hij, zonder mijn naam te noemen, mij een paar maal citeert.(1)  

Daarbij zal ik mij beperken tot een aantal punten en zoveel mogelijk de volgorde van zijn artikel gebruiken.

Bij de gemeentelijke herindeling van onze provincie waren de uitgangspunten voor de landelijke gemeenten o.a.:

1. Niet knippen in een bestaande gemeente tenzij de overgrote 
meerderheid van de bevolking van een kern dat wil.

2. Vorming van zo groot mogelijke groene gemeenten.

Toen er op 15 oktober 1992 in het Eindhovens Dagblad een bericht stond over de herindelingsplannen voor Zuidoost-Brabant zijn er onmiddellijk vanuit Bruggerhuizen een aantal Statenleden benaderd om ze erop te wijzen dat aan punt 2 niet voldaan werd. Een latere peiling door de gemeente Leende gaf aan dat ook aan punt 1 niet werd voldaan.

De Strabrechtse Heide en ook de Groote Heide zouden zoveel mogelijk bij Heeze komen. Later werd heel Sterksel erbij gevoegd omdat de grote meerderheid van de bewoners dat wilde; prima!

Bij de behandeling van het voorstel in de Statencommissie en later in de volledige Statenvergadering zijn onze bezwaren behandeld. De meerderheid van de bewoners was tegen herindeling en het was logisch dat het natuurontwikkelingsgebied rond de Achelse Kluis naar het noorden uitgebreid zou worden. Het was dus dwaas een toekomstig natuurgebied uit een groene gemeente te lichten.

Helaas kregen we de meerderheid niet mee. Er werd o.a. gesteld dat die uitbreiding van het natuurgebied niet gepland was.

Het enige dat we bereikten was dat de naam van de nieuwe gemeente werd gewijzigd in Heeze-Leende; leuk, maar niet de hoofdzaak.          We lieten het erbij zitten. Als de meeste Statenleden niet voldoende visie hebben bereik je niks.

Op 19 maart 1996 verscheen in het Eindhovens Dagblad een artikel met als kop: 'Bruggerhuizen wordt enclave in de natuur’. Inzage van het voorontwerp Dommeldal Zuidwest leerde ons dat we gelijk hadden met de veronderstelling aangaande de uitbreiding in noordelijke richting. We roken onze kans en in een bliksemactie slaagden we erin alle argumenten op papier te zetten en op 22 maart onder de aandacht te brengen van de Kamercommissie die Zuidoost-Brabant bezocht. Afgaande op wat ons uit krantenberichten daarover bereikte hebben we in een drietal brieven de tegenargumenten van de staatssecretaris bestreden.

Er kan dus niet gesteld worden dat wij erg laat waren, wél dat de politiek pas laat, maar nog net niet te laat, naar de burger heeft geluisterd.

Was dat in 1977 bij de behandeling van de ruilverkaveling Schaft ook maar gedaan. Veel van de ‘verworvenheden’ van die ruilverkaveling zullen volgens het voorontwerp Dommeldal Zuidoost weer teruggedraaid worden.

Denk eens aan het geld dat bespaard had kunnen worden.

Toen zich in februari 1961 de gelegenheid voordeed een boerderij met 5 ha in Bruggerhuizen te kopen, heb ik uiteraard contact opgenomen met de gemeente Leende over mogelijkheden en beperkingen. Omdat ik als burger geen behoefte had aan veel grond, heb ik o.a. voorgesteld alleen de huiskavel (± 1 ha) te kopen zodat de verkopende boer, die de ernaast gelegen grotere boerderij had gekocht, over nog meer grond zou beschikken. Dat leek de gemeente een goed idee en ook het Landbouwschap had er oren naar.

Aldus werd besloten en, samen met de verdere afspraken, werd dit op papier vastgelegd. Een architect ging een ontwerp maken en ik begon alvast met de noodzakelijke reparaties aan fundatie, vloeren, ramen en dak.

Welstand keurde de tekeningen goed en de verbouwvergunning had dus verleend kunnen worden, ware het niet dat een ijverige ambtenaar van bouw- en woningtoezicht, terecht, nog even in het bestemmingsplan keek. Het was tenslotte voor het eerst dat er in Bruggerhuizen niet-agrarisch gebouwd zou worden.

 

 

Hij zag dat het kon, maar ontdekte, en dat tot zijn schrik, dat men dan 5 ha in eigendom moest hebben. Er mochten dan, behalve het eigen huis, ook nog twee dienstwoningen gezet worden.

En toen zat de gemeente Leende met een probleem. Een bouwvergunning kon niet en dus dreigde er, gezien de gedane toezeggingen, een forse schadeclaim.

In die situatie sprak de burgemeester, de heer Van de Lokkant, de woorden uit: "Meneer De Wit, u gaat uw gang maar, er komt daar toch niemand kijken."

Het is aardig te constateren dat het gebruik van overtollige agrarische gebouwen voor burgerbewoning nu provinciaal beleid is en sinds april 1997 door gedeputeerde drs. P. van Geel wordt aanbevolen.

De heer Van de Lokkant en ik waren onze tijd dus vooruit.

In de tweede helft van de jaren zestig zijn er in Bruggerhuizen drie nieuwe burgerwoningen gebouwd. De eigenaars daarvan, waaronder de heer Driessen, hebben profijt getrokken van mijn ervaringen en het anders aangepakt. Ze hebben voorgewend een boerenbedrijf te stichten, daar had je maar 0,5 ha eigen grond voor nodig en de rest mocht gehuurd of gepacht zijn. Dat laatste deden ze dan ook, op papier althans. Wel eerst de schuur en/of stal bouwen en pas daarna het woonhuis. Dankzij dit slim omgaan met de mogelijkheden van het toen geldende bestemmingsplan hebben we er drie prettige buren bij gekregen.

De heer Driessen haalt een document aan uit 1796 om aan te geven dat Bruggerhuizen toen geïsoleerd lag. We behoeven niet zo ver terug te gaan in de historie. In mei 1940 werd de brug over de Tongelreep opgeblazen en later in dat jaar provisorisch gerepareerd. Die reparatie hield het tot mei 1961, toen zakte er een vrachtwagen door. Vanaf die maand tot 1970 was Bruggerhuizen vanuit Valkenswaard, behalve voor fietsers, slechts te bereiken via een flinke omweg.

In het voorjaar van 1963 was de weg naar die fietsbrug zo slecht dat ook de postbestelling stopte. ‘s Avonds na mijn werk reed ik daarom eerst naar Valkenswaard om de post op te halen, vervolgens naar Leende en vandaar naar Bruggerhuizen om dan te voet bij de toen vijf buren langs te gaan.

De kinderen van de heer Driessen hebben de middelbare school in Hamont bezocht en onze kinderen gingen daarvoor naar Eindhoven. Ze hebben daardoor niet alleen in Leende en Valkenswaard (onze dochter promoveerde met Dames 1 van De Valk) vrienden gekregen maar ook in Mierlo, Nuenen, Eindhoven en Riethoven. Vriendschappen die blijven, ook al zijn ze nu uitgezwermd over de hele wereld.

De gemeente Heeze-Leende heeft een servicepunt voor vrijwel alle burgerzaken in het voormalige gemeentehuis van Leende. Men kan daar, net als in Heeze, elke werkdagochtend en één avond in de week terecht. Ook de meeste andere voor ons van belang zijnde afdelingen vinden er onderdak. Het is maar 7 kilometer fietsen en als je van tevoren even belt ligt alles al voor je klaar.

Over de begaanbaarheid van wegen zullen onze meningen wel verschillen, maar met de huidige telecommunicatiemogelijkheden speelt dat nog maar een geringe rol, mede dankzij de ingrijpende ontwikkelingen in de laatste twee eeuwen.   

Overigens is een goed contact tussen burger en bestuurder veel meer gerelateerd aan de omvang van de gemeente dan aan de geografische afstand en daarbij wint de kleine het van de grote.

 

NOOT

1           Zie voor het bedoelde artikel: Leo Driessen, ‘De blunder met Bruggerhuizen. Persoonlijke herinneringen rondom een amendement’ in Heemkronyk, jrg. 36 (1997), nr. 1, blz. 12-27.

Zie in de huidige aflevering van de Heemkronyk tevens: ‘Van de redactie’, blz. 2; ‘Bruggerhuizen in Heeze-Leende, blz. 15-18; 'Notitie bij twee schriftelijke reacties over Bruggerhuizen’, blz. 24-29.   

 

Ga terug