Er is nog veel te doen

Heemkronijk jaar:1992, jaargang:31, nummer:1/2, pag:9

ER IS NOG VEEL TE DOEN

door: Jan A. van Oudheusden

 

Er is een tijd geweest dat het Brabants heem voor de Brabanders de vanzelfsprekende achtergrond vormde voor hun alledaagse bestaan. Zij beseften het niet, evenmin als een vis zich bewust is van het water waar hij in rondzwemt. Het leven, vooral dat op het platteland, volgde een spoor dat door de traditie was uitgezet en het werd om die reden als juist ervaren en aanvaard.

Verandering en ontwikkeling waren er altijd geweest, maar zo geleidelijk en traag, dat een mensenleven te kort was om het te beseffen.

In de dagelijkse omgang zetten de traditionele normen en de overgeleverde gewoontes de toon, terwijl de melodie werd bepaald door het eigen, voor buitenstaanders onnavolgbare dialect. De boerderijen werden nog gebouwd volgens ontwerpen die door de eeuwen heen hun waarde hadden bewezen. Ze leken met het landschap vergroeid. De Brabander leefde en werkte zoals zijn voorouders dat ook hadden gedaan. Hij maakte zijn gang door de dagen, de seizoenen en de jaren, daarbij omringd door zegeningen, rituelen en gebruiken die weliswaar soms van vorm veranderden, maar zelden van inhoud.

Bezien vanuit onze nerveuze tijd met zijn onbarmhartige tempo en drukte, had dit leven iets arcadisch. De foto's die uit de tijd rond de eeuwwisseling bewaard zijn gebleven, suggereren een samenleving die evenwichtig was, ongecompliceerd en nog vol stilte. Maar iedereen heeft weet van de schaduwzijden die op het levenspad van de toenmalige Brabanders lagen. Talloze van onze voorouders leidden een bestaan dat werd gemarkeerd door armoede, onwetendheid en uitzichtloosheid. Wie kan het die mensen daarom kwalijk nemen dat zij het moderne leven dat zich in de loop van de twintigste eeuw aandiende met de verlokkende glans van welvaart en vrijheid, met overtuiging verwelkomden?

Pas achteraf werd de rekening voor dit festijn gepresenteerd. Binnen twee of drie generaties was het beeld van het oude Brabant zover naar de achtergrond gedrongen, dat het onbereikbaar was geworden. Het decor was ongemerkt maar onmiskenbaar veranderd, en veel van de acteurs wisten zich met hun rol geen raad meer. Toen ontstond de heemkunde, die voortkwam uit het besef dat het vertrouwde, het eigene, ondanks alle beperkingen, ook veel waardevols bevatte. De heemkunde is een conservatieve bezigheid, niet in de zin dat haar beoefenaren alle vooruitgang afwijzen, maar doordat zij beseffen dat er een prijs voor betaald moet worden en zij vragen zich voortdurend af of deze niet te hoog is.

Aanvankelijk was dit het werk van eenlingen die, ook al keken zij terug, toch beschikten over een vooruitziende blik. De laatste jaren is de belangstelling voor de heemkunde en de lokale en regionale geschiedenis alleen maar toegenomen. Het aantal kringen is spectaculair gegroeid, hun leden zijn talrijker en actiever dan ooit. Seriewerken als Ach Lieve Tijd en Als de Dag van Gisteren halen ongekende oplagen.

Dat is niet zo verwonderlijk. Tenslotte is het tempo van verandering zo hoog geworden, dat zelfs een terugblik naar een of wat decennia een bijna schokkende ervaring van vergankelijkheid oplevert. Hoe oneindig ver is bijvoorbeeld het leven van de jaren vijftig nu van ons verwijderd.

 

Maar de massale toeloop naar de heemkundekringen duidt er ook op dat steeds meer mensen zich bewust worden van die veranderingen in hun omgeving. Dat ook zij zich de vraag stellen of zij bereid zijn het vertrouwde, het eigene op te offeren aan wat wij nog steeds vooruitgang noemen.

Niet dat we daarbij een echte keuze hebben: de processen van maatschappelijke verandering zijn zo veelomvattend, zo autonoom en zo ingrijpend dat het een illusie is te denken dat daarop een meer dan marginale invloed kan worden uitgeoefend.

Maar de heemkunde kan proberen bij te sturen. Zij kan wellicht een beschermende hand uitstrekken en zo van heemkunde tot heemschut worden. Het ligt doorgaans niet in de aard van heemkundigen om zich met kracht te verzetten tegen maatregelen en besluiten waarvan wordt beweerd dat zij het 'algemeen belang' dienen. Het erfgoed van onze Brabantse cultuur is echter kwets-baarder dan ooit tevoren. Het gaat reddeloos verloren als men niet tot inzicht komt dat zelfs de sterkste boom sterft als hij van zijn wortels wordt losgesneden.

Daarom moet niet alleen strijd worden geleverd voor het behoud van wat van het oude Brabant is overgebleven. Het is tevens van het grootste belang dat het leven in het oude Brabant wordt vastgelegd en gedocumenteerd, zodat onze band met het verleden zichtbaar wordt. Op die manier wordt de waarde van het vroegere, en daarmee de betrekkelijkheid van ons huidige bestaan benadrukt, iets wat de kwaliteit van onze samenleving in belang-rijke mate ten goede komt.

De heemkunde is dan ook niet achterhaald, integendeel. Naarmate de verbanden waarin wij leven meeromvattend worden, zal de behoefte groeien aan kennis van het oorspronke-lijke, het karakteristieke. Zo kan de heemkunde ons helpen onze plaats te bepalen in deze hectische samenleving. Er is nog veel te doen.

Ga terug