Wie was het haasje?

Heemkronijk jaar:1990, jaargang:29, nummer:1/2, pag:47 -48

WIE WAS HET HAASJE?

door: Guusje Veldhuizen

 

Op een warme zomerse dag ging boer Cint Jutte uit Leenderstrijp met paard en kar op pad om hei te halen op de grote heide tussen Strijp en de Kluis. Generaties boeren waren voor hem dezelfde weg gegaan met hetzelfde doel, waardoor de karresporen diep uitgesleten in het landschap lagen en het paard  -als een trein op de rails-  zijn weg vond. Daarom ook kon Jutte, op die warme dag, op die grote stille heide, rustig 'n beetje doezelen op de bok, tot plotseling een opgeschrikt haasje vóór het paard uit wegrende. De voerman schoot wakker doordat zijn paard de achtervolging inzette. Het beestje verloor spoedig terrein door tevergeefs links en rechts uit het diepe spoor op te springen en werd  - 'ocherm'  - door hoef of rad geraakt. Blij met de onverwachte buit, wikkelde Cint Jutte snel het zachte warme diertje in zijn jas en legde het achter op de kar om het te verbergen voor de alomtegenwoordige jachtopziener en ging alleen de hei op om te doen waarvoor hij gekomen was.

Jachtopziener "Frit de Schatter" was inderdaad in de buurt en dat niet alleen. Vanachter de struiken had hij het hele tafereeltje gezien en lachte in z'n vuistje: ook hij zou vandaag 'n haasje strikken. "Frit de Schatter", jachtopziener in dienst van de baron, doch voor deze aanstelling beroemd en berucht om zijn stroperstalent, kende als geboren 'Strijper' de hei als z'n broekzak en het stropersgilde met al z'n trucjes van haver tot gort. Terwijl hij op z'n gemak tegen 'n boom gezeten de komst van vriend Cint afwachtte, zag hij met verwondering enige beweging onder het bundeltje jas op de kar, waarna langoor tevoorschijn kroop. Deze schudde eens met zijn kopje, knipperde tegen het zonlicht, zette zich op z'n achterste pootjes en nam  - weer helemaal bij de pinken  - met een sprong de benen, zoals alleen een haasje doen kan. De jachtopziener keek nóg verbaasd, toen Cint Jutte met een grote bussel hei aan kwam sjouwen en hem achteloos begroette met een "Hoi Frit, hoe is't"?

"Ik kwam zojuist een haasje tegen," antwoordde Frit "en weet je wat hij zei? Bij nader inzien paste die jas me toch niet!"

 

BRONVERMELDING

Dit verhaal werd verteld door Frans van Dijk uit Leenderstrijp.

Ga terug