D'welk doende (1/2)

Heemkronijk jaar:1990, jaargang:29, nummer:1/2, pag:25 -30

D’WELK  DOENDE 

door: J. de Waal

 

OVER  DE  TITEL

”D'welck doende" is de titel van een rubriek in deze en volgende afleve-ringen van de "Heemkronijk". Hier zal aandacht worden geschonken aan allerlei opvallende begrippen, uitdrukkingen, formuleringen, termen of woorden die lezers van oude archiefstukken voor problemen kunnen stellen omdat ze in hedendaags taalgebruik praktisch niet meer voorkomen en ook in woordenboeken of naslagwerken moeilijk te vinden zijn.

"D'welck doende etc." of "Hetwelk doende enz." is een typisch voorbeeld van zo'n fossiele formulering. Wie weet nog wat met deze woorden als besluit van een verzoekschrift bedoeld werd? Een verzoekschrift had een vaste redactie, waarvan het begin heel wat begrijpelijker was en gewoonlijk aldus luidde: "Geef met alle eerlijkheid te kennen . . .", of: "Vertoonen reverentelijck . . .". of varianten hiervan.

 "Hetwelk doende enz.", d.w.z. "Wanneer gij (aan wie het verzoek gericht is) doet (waarom verzocht wordt) enz.”, vormde zoals gezegd het besluit van een verzoekschrift, gevolgd door de ondertekening van de indiener ervan. Volledig luidde dit slot vroeger:

"Hetwelk doende, zo zult gij weldoen, en wij zullen God (de maagd Maria enz.)  voor U bidden".

 

DE  INVENTARIS  VAN  DE  GOEDEREN  VAN  VROUW VERHEIJEN

Op 8 juni 1690 stelden schepenen Jan Gulden en Jan Thomas van der Putten uit Geldrop de inventaris vast van de goederen van Peternella Versantvoort, weduwe van Hendrick Verheyen, ook bekend als Vrouw Verheyen (Streekarchief Regio Eindhoven-Kempenland te Eindhoven. Oudrechtelijk archief van Geldrop, inventaris- nummer 44). Het laten opmaken van boedelbeschrijvingen of inventarisaties, dat behalve door schepenen ook door notarissen werd gedaan, was vroeger in bepaalde gevallen verplicht, bijvoorbeeld bij aanvaarding van voogdij over minderjarigen. Ook bestond zo'n verplichting voor personen die op een of andere wijze in een nalatenschap betrokken werden, voor execu-teurs-testamentair of voor vruchtgebruikers.

De inventaris van Vrouw Verheyens goederen levert niet zoveel moeilijkheden voor de lezer op. De inventaris is ten overstaan van de plaatselijke schepenen opgemaakt. Er moet rekening mee worden gehouden dat er hier en daar een Geldrops woord in voorkomt.

De indeling van de drie bladzijden beslaande inventaris is overigens nogal simpel, hoewel inconsequent. Op het volgende wordt hier de aandacht gevestigd.

 

Bladzijde 2:

Regel  1-4:    "Item eenen ackerneffen Jan van Mierlo, met een driesken daer teijnen aen gelegen, groot samen  2 Lop., 3 roijen"  (Evenzo een akker naast Jan van Mierlo, met een braakliggend akkertje daar ten einde aan gelegen, groot samen 2 lop., 3 roeden).

Lop.= loopense;   roijen= (vierkante) roeden.

Loopensen en roeden waren naar plaats en tijd wisselende akkermaten. In de Meierij van 's-Hertogenbosch bedroeg 1 loopense 0,17 ha, 1 (vierkante) roede 33 m2.

Regel 11-13:    "In den iersten een koets in den hert ofte ceucken. Item een schaep" (Op de eerste plaats een bed in het woonvertrek of de keuken. Evenzo een houten rek (of kast)).

Koets: bed met ombouw;

hert = woonkamer/-keuken/-vertrek, het vertrek waar gestookt werd, waar de haard (hert) zich bevond;

schaep = schap, houten rek, planken kast.

 

 

Regel 29-30     "Teljoren”  = teljoren;  een taeljoor of teljoor was een schotel. Vergelijk het Duitse Teller = bord.

N.B.: Er is in deze inventaris onderscheid gemaakt tussen houten en witte (vermoedelijk van aardewerk) teljoren; in regel 31 worden bovendien "erde schotelen" genoemd (schotels van aardewerk).

Regel 32-33     "Item 2 lampen. Item een lanterne". Kennelijk bestond  er een verschil tussen lamp en lanterne. Een lamp kan zijn: ieder brandend licht, ook: kaars, fakkel; ook: een klein lichtje. Een lanterne kan zijn: een lantaarn; ook: kaars.

Regel 34:          "Item twee par gaurdijnen" (Evenzo twee paar gordijnen.

Bladzijde 3:

Regel 6:            "Item 3 paer offerwijnen"  (Evenzo 3 paar kussenslopen). Het woord offerwijn is vermoedelijk een verbastering, veroorzaakt door een samentrekking van de woorden "oor" (zoals in: "oorcussen" = hoofdkussen; vergelijk: ledigheid is des duivels oorkussen) en ”fluwine” (kussen sloop). Oorfluwijn is kennelijk offerwijn geworden.

Regel 11:          "Item 1 tragh' (Evenzo 1 trog). Tragh staat hier voor trog: houten waterbak, houten voederbak.

Regel 13:          . "Item 4 buijsteltonnen" (Evenzo 4 afvalonnen). Buystel   betekent afval, schillen.

Regel 14:          "Item 1 scherfbeurt" (Evenzo 1 hakbord). Een “scherfbord” was een hakbord: keukengerei, een houten plankje om vlees of groenten op fijn te hakken.

Regel 20:          ”Bierhellingh": woord dat is samengesteld uit bier en  hellingh; een ”hellingh" of ”hallinc” was een klein gewicht; zo was ook een ”hellincvat” een inhoudsmaat voor natte waren; een bierhellingh zou dus een gewicht om bier te wegen of een inhoudsmaat voor bier moeten zijn.

Regel 21-25       "Item 2 koijen met 1 kalf, d'een koij hebbende eenen  witten cop, anders swart, ende d'ander koij rootwit, eenen witten rugh”.

Uit het voorgaande volgt dat Vrouw Verheyen uit Geldrop dus in het bezit van 2 koeien (koijen) en 1 kalf is geweest. In de tijd dat er van het zogenaamde kalveren schetsen nog geen sprake was, konden de beesten slechts summier met bepaalde kenmerken worden aangeduid. De ene koe van Vrouw Verheyen had een witte kop en was voor de    rest zwart, de andere koe was roodwit en had een witte rug.

 

Ga terug