Een middeleeuws zegelstempel van de priorij van Hooidonk

Heemkronijk jaar:1994, jaargang:33, nummer:2, pag:65 -70

EEN MIDDELEEUWS ZEGELSTEMPEL VAN DE PRIORIJ VAN HOOIDONK UIT GENOEN- HUIS TE GELDROP

door: Nico Arts

 

In maart 1989 werd door Marc van der Aa, lid van de Archeologische Werkgroep Eindhoven, op een ontgronde akker bij het gehucht Genoenhuis te Geldrop een metalen voorwerp gevonden. De vondst werd gedaan met behulp van een metaaldetector en was tijdens het vinden onherkenbaar vanwege een dikke laag groen aankoeksel. Na deskundige reiniging door de vinder bleek het om een gaaf bewaard ovaalvormig bronzen zegelstempel te gaan dat afkomstig is van de voormalige priorij van Hooidonk bij Nederwetten (gem. Nuenen), het oudste vrouwenklooster in de Meierij van 's-Hertogenbosch.

 

Hooidonk

Ongeveer 8 km ten noorden van het middeleeuwse stadsgebied van Eindhoven ligt tussen de dorpen Nederwetten en Breugel een door de Dommel omsloten kunstmatige verhoging. Op deze plaats werd in 1146 het adellijk vrouwenklooster Hooidonk gesticht. De stichting zou hebben plaatsgevonden voor de drie dochters van de heer van Stakenborch, een telg uit de adellijke familie De Roovere van Rode. Hooidonk heeft gedurende ruim vijf eeuwen, tot in 1650, bestaan. Van dit augustines-senklooster zijn geen afbeeldingen bekend en het kloosterarchief is grotendeels verloren. De geschiedenis van Hooidonk is daardoor moeilijk te reconstrueren. Bekend van Hooidonk is het Bloedwonder dat daar in de 13e eeuw zou hebben plaatsgevonden tijdens een test voor de echtheid van op Hooidonk bewaarde houtsplinters van het Heilig Kruis. Hooidonk is daardoor langdurig een bedevaartplaats geweest, een status die in 1953 opnieuw werd ingevoerd. Ook is bekend dat het klooster een aanzienlijk goederenbezit had en dat de bewoners - niettegenstaande de kloostergeloften - ook persoonlijk bezittingen kenden.

Bij de vrede van Münster in 1648 werd bepaald dat de vrouwenkloosters in de Bossche Meierij mochten blijven bestaan maar dat het verboden was nog nieuwe vrouwen aan te nemen. De kloosters waren dus gedoemd uit te sterven. Voor twee kloosters werd een uitzondering gemaakt, namelijk de priorij van Hooidonk en het klooster Binderen bij Helmond. Vermoedelijk gebeurde dat om het aanzienlijke goederenbezit van deze kloosters te confiskeren. Het klooster werd verkocht aan de protestantse jonkheer Cornelis Proeningh van Deventer, de kwartier-schout van Peel- land. Zijn nazaten bewoonden het voormalige klooster tot in 1734. In dat jaar werd het weer verkocht; vermoedelijk zijn de voormalige kloostergebouwen kort na 1785 afgebroken, want in 1799 resteren alleen nog ruïnes.

Tot op de dag van vandaag bevindt zich op het kloosterterrein nog een sterk vervallen bakstenen tongewelf. Op de plaats van een van de kloostergebouwen staat nu een huis, vroeger een boerderij. In de vroegere stal bevindt zich een fraai gebeeldhouwde eiken moerbalk uit het begin van de 16e eeuw. In de buitengevel is nog een 16e-eeuwse haardsteen te vinden. Ook zijn van het terrein tal van archeologische vondsten bekend waarvan de keramiek ondubbelzinnig wijst op welgestelde gebruikers. Dit - en ook het zegelstempel - zijn vrijwel de enige overblijf-selen van de middeleeuwse priorij.

 

Het zegelstempel

Het zegelstempel heeft afmetingen van 57 x 31 mm, in het midden be- draagt de dikte 4 mm. Het is geheel compleet, de enige beschadiging is een door corrosie ontstaan putje op de achterkant. Het heeft de beeltenis van St.-Jan Evangelist met het randschrift SIGILL:PRIO RIS:IN HODVNC ( = dit is het zegel van de prior van Hooidonk).(1)  

Voor de datering van het zegelstempel is vergeleken met afdrukken van zegels aan en op archiefstukken. Van de priorij van Hooidonk zijn slechts vier afdrukken gevonden waarvan er drie bewaard zijn gebleven. De oudste hangt aan een oorkonde van 9 september 1242 waarin door de abt van 's-Hertogenrade (Rolduc) en de prior van Hooidonk, Theodericus genaamd, een tiende in Someren wordt verkocht aan de abdij van Postel. Behalve die van Hooidonk hangt aan deze oorkonde ook het zegel van de abt van ’s-Hertogenrade.(2)  

Een tweede zegel van Hooidonk zal hebben gehangen aan een in het Rijksarchief te Brussel bewaarde oorkonde uit 1292. Helaas is dit zegel verloren gegaan. In die oorkonde is sprake van weldaden van de St.-Geertrui-abdij te Leuven ten gunste van de priorij van Hooidonk.(3)  

De derde hangt aan een akte van 24 (juli?) 1606 waarop de beeltenis van Johannes en daaronder het familiewapen van Elisabeth van Steenhuys, priorin van Hooidonk (1593-ca. 1610) met als randschrift + S JOHANNES + H + EVANGELISTA Ao 1593.(4)  In die akte wordt door de nonnen van Hooidonk een nieuwe rector voor de kerk van Aalst voorgedragen.

 

De jongste afdruk hangt aan een akte van 19 maart 1618.(5)  In die akte worden door Engelberta van Pollaert, priorin van Hooidonk (ca. 1610-ca. 1620), namens het Hooidonkse convent de deken van Eindhoven en de pastoor van Sint-Oedenrode als examinatoren afgevaardigde.(6)

Uit de hier opgesomde zegelafdrukken blijkt dat er in de loop van de tijd meerdere stempels hebben bestaan. Het te Genoenhuis gevonden stempel moet zijn gebruikt voor het bezegelen van de oorkonde van 1242. Deze oorkonde wordt bewaard in de abdij van Postel en werd eind vorige eeuw in facsimile uitgegeven (zie afbeelding).(7)

 

Besluit

Om verschillende redenen is het zegelstempel een raadselachtige vondst. Het moet een kostbare bezitting zijn geweest want de echtheid van documenten werd ermee gegarandeerd. Om misbruik te voorkomen werden dergelijke stempels op de borst gedragen van de persoon die gerechtigd was het te gebruiken. In het geval van Hooidonk moet dat de prior zijn geweest. Wij weten de naam van in ieder geval een van die priors, namelijk Theodericus. Hij heeft dit stempel immers in 1242 gebruikt voor het bezegelen van een oorkonde. Door het ontbreken van meer middeleeuwse afdrukken van dit stempel is de periode van gebruik van het stempel onbekend. Daardoor staat niet vast wanneer het op Genoenhuis is terecht gekomen. Ook staat niet vast op welke wijze dat gebeurde, maar vermoedelijk is het verloren. Daarmee komt de vraag op wat de prior van Hooidonk, toentertijd ongetwijfeld een bijzonder aanzienlijk persoon in de regio, op Genoenhuis deed.

Sinds 1989 wordt enkele honderden meters ten oosten van Genoenhuis grootschalig archeologisch onderzoek verricht. Daarbij zijn o.a. tal van middeleeuwse nederzettingssporen en een grafveld gevonden daterend uit de periode ca. 650-1250.(8)  De archeologische ondergrond van de akker waarop het zegelstempel werd gevonden, is verwoest tijdens een ontgronding, maar de hier gevonden scherven wijzen vermoedelijk eveneens op een nederzetting die heeft bestaan tot in de 13e eeuw. Dit geeft enige informatie over de context van het zegelstempel. Dit valt te vertalen in een bezoek van de prior van Hooidonk aan een huis of een nederzetting op Genoenhuis. Wie woonde daar? Wat voor relatie had die met de prior?

Dit zijn vragen waarvoor een van de lezers van dit artikel wellicht nog eens mogelijke antwoorden kan aandragen.

 

LITERATUUR EN NOTEN

Arts, N., 1994. 'Geldrop, Genoenhuis'. In W.J.H. Verwers, 'Archeologische Kroniek van Noord-Brabant 1992'.Brabants Heem 46, blz. 40-41.

Bazelmans, J. en F. Theuws (red.), 1990. Tussen zes gehuchten. De laat-Romeinse en middeleeuwse bewoning van Geldrop-'t Zand. Amsterdam.

Camps, H.P.H., 1979. Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. I. De Meierij van 's- Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert). Eerste stuk (690-1294). 's-Gravenhage.

Frenken, A.M., 1948/49. 'De voormalige Priorij van Hooidonk'. Bossche Bijdragen. Bouw- stoffen voor de geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch 19, 1-93.

Theuws, F., 1993. 'Heren en boeren in vroeg-middeleeuws Geldrop'. In N. Roymans en F. Theuws (red.), Een en al zand. Twee jaar graven naar het Brabantse verleden, blz. 88-104. 's-Hertogenbosch.

Welvaarts, Th.I., 1892. Zomeren naar de archieven van Postefs abdij. Helmond.

 

1      Het stempel werd reeds eerder afgebeeld en/of beschreven: o.a. Arts 1994 en Theuws 1993, blz. 102. Het voorwerp is in november 1993 aangekocht door het Noordbrabants Museum in 's-Hertogenbosch.

2       Camps 1979, blz. 274-275, en Welvaarts 1892, blz. 85-86.

3       Camps 1979, blz. 579.

4       Archief Bisdom 's-Hertogenbosch, Institutiones fo. 55.

5       Archief Bisdom 's-Hertogenbosch, collectie Hooidonk.

6       Frenken 1948/49, blz. 75-76.

7       Welvaarts 1892.

8       Bazelmans en Theuws (red.) 1990; Theuws 1993.

 

Ga terug