De mooiste rol die ik kreeg toebedeeld: Sint Nicolaasi

Heemkronijk jaar:1988, jaargang:27, nummer:3, pag:73 -80

DE MOOISTE ROL DIE IK KREEG  OEBEDEELD: SINT NICOLAAS

door: Guusje Veldhuizen

 

Gerardus Hansen uit Heeze: hét type van de gemoedelijke, warme Brabander; men kent hem hier. Geen wonder, als je in het hartje van het dorp woont en flink aan de weg timmert. Zo'n drieëndertig jaar speelde hij Sint Nicolaas in Leende, twintig verjaardagen van de Sint vierde hij in Asten en in Heusden, hij verzorgt de "Datjes" in "Het Pareltje", was jarenlang regisseur van twee toneelclubs, tientallen jaren humorist-conferencier en vijftien jaar hoofdrolspeler van het operagezelschap "De Brabantse Zonnekanters". Hiermee zal de lijst nog niet compleet zijn.

"Het toneelspelen zit me in het bloed. Dat heb ik meegekregen van mijn vader, die het ook niet kon laten," vertelt hij.

Deze week maakt de sprookjesfiguur die werkelijkheid wordt, weer zijn triomfantelijke intocht in de steden en dorpen van Nederland. Gerardus Hansen maakt zich op om zijn mooiste rol weer te gaan spelen. In Asten en Heusden. Na ruim dertig jaar niet meer in Leende, daar vond het St.Nicolaas-comité hem te oud worden voor Sinterklaas(!).

Dat was een bittere pil die nog niet verwerkt is. Graag willen we en vooral de inwoners van Leende, waaronder vele vaders en moeders die zelf nog als peutertje op de knie van deze Sinterklaas zaten, horen hoe hun Sint herinneringen ophaalt van weleer en hoe het allemaal begon.

 

DE HOOFDROL:   SINT NICOLAAS VAN MYRA

Zo'n vierendertig jaar geleden werkte ik bij "Van Engelen en Evers " toen de hoofdboekhouder uit Leende mij vroeg of ik dat jaar Sint Nicolaas wilde zijn in Leende. Hij zat in het St.Nicolaas-comité en voor het komende feest zaten ze nog zonder Goedheiligman. Zonder ook maar één seconde na te denken zei ik volmondig JA, zonder de consequenties te overwegen. Vele jaren zou ik als St.Nicolaas optreden.

Op de dag van de intocht fietste ik gewoon naar Leende, want er was nog bijna niemand die ‘n auto had in die tijd. Dikwijls kwam ik er als een sneeuwpop aan en na afloop van het feest fietste ik ook weer terug. Op 'n keer was het weer bar en boos, toen nabij brouwerij Godschalx de weg was opengebroken en midden in de weg een groot gat zat van wel twee vierkante meter, slechts afgezet met 'n paar paaltjes en 'n touw. Het was laat en aardedonker, zodat ik het gat niet opmerkte en er pardoes inreed. Ik duikelde het gat in met de fiets boven op me. Daar lag de heilige man uit Spanje. Gelukkig lagen de kinderen al in bed. Het kost- te me heel wat moeite en inspanning voordat ik er uitgeklauterd was. Geen hond op de weg om me te helpen!

Bij de intocht van Sint Nicolaas is het de gewoonte dat hij een rijtour maakt door het dorp, waarna hij dan plechtig door de pastoor en de burgemeester wordt ontvangen, waarbij de pastoor het welkomstwoord spreekt. Dit gebeurt altijd in een parochie- of gemeenschapshuis waar alleen de allerkleinsten, die nog niet naar school gaan, de Sint een hand- je mogen geven, in ruil voor 'n zakje snoep.

Ook de burgervader houdt altijd een speech. Leende heeft eens 'n burgemeester gehad die het niet kon laten om altijd een steek onder water te geven aan de Heezenaren. In zijn officieel welkomstwoord zei hij eens: "Ik weet niet, Sint Nicolaas, of U Heeze kent (terwijl hij heel goed wist dat ik van Heeze kwam) maar de Heezenaren zijn niet zo gezien in Leende."!?

In dat jaar had men met Carnaval een slagboom geplaatst op de grens Heeze-Leende op de Leenderweg met aan de Heeze kant een plaat met de tekst: "U bent niet welkom!" en aan de andere kant: "We zijn blij dat U weer gaatl" (Een uiting van de al eeuwenlang bestaande goedhartige rivaliteit tussen de twee dorpen.)

In mijn antwoord zei ik: "Burgemeester, natuurlijk ken ik Heeze en de Heezenaren heel goed, Sinterklaas weet toch alles! Als ik naar Leende kom, gaat mijn weg eerst door Heeze. Zo ook vandaag: Juist toen ik door dat mooie dorpje kwam, lag er een oude man op sterven en wilde nog graag mij even zien. Ik gaf hem mijn zegen en vroeg of ik nog iets voor hem kon doen. De man antwoordde: "Ja, Sinterklaas, ik zou  graag ingeschreven worden als inwoner van Leende." Verbaasd vroeg ik: "waarom dan toch zo'n vreemde wens, terwijl we allebei weten dat ge nog geen halve dag meer te leven hebt. "Och", zei de stervende man,: "er kan beter 'n mens van Leend' dood gaan dan ene van Hees!“

De burgemeester begreep het en liet de venijnige steekjes in zijn welkomstwoord voortaan achterwege.

 

SINT  NICOLAAS  TE  PAARD,  IN  EEN  KOETS  EN  KAR

De heilige man heeft diverse voertuigen tot zijn beschikking; hij houdt van variatie. Het mooiste (en het goedkoopstel) is als hij hoog te paard en temidden van zijn knechten door het dorp rijdt. Als hij erg moe is, zit hij toch ook graag in een koets, maar meestal vindt hij alles best. Zijn comité regelt dat allemaal zo goed mogelijk en kan er dan ook niets aan doen als het eens 'n beetje anders uit valt dan de bedoeling is.

Eens zat ik in zo'n krakkemikkerig sjeesje dat het me verbaasde dat ik er niet doorzakte. Een andere keer werd ik binnengehaald in een schitterende koets met alles er op en eraan inclusief mooi uitgedoste palfreniers. Het is alweer ettelijke jaren geleden dat het Sinterklaas- comité eens heel orgineel voor de dag wilde komen. Ik, moest plaatsnemen in een, uiteraard schoongeboende, boerenhoogkar met een echte 'Belse' knol er voor, mooi opgetuigd met glimmend koper. De hele gemeente lag dubbel van het lachen.

PER  BOOT

De laatste tijd was het in Leende de gewoonte dat de Sint per boot aankwam. Hoe kreeg men het bedacht! Het Comité had een roeiboot van Waterschap "De Dommel” gehuurd. Deze werd voorzien van een kartonnen kajuitje met een heel grote schoorsteen. Van het leger in "Het Harde” hadden ze een stapeltje rookbommen gekregen en deze werden op de bodem van de schoorsteen aangestoken. Een buitenboordmotor, 'n flinke toeter en vrolijk wapperende vlaggetjes kompleteerden het geval.

Die rookbommen deden het geweldig goed. Vooral als de wind uit de verkeerde hoek kwam. Ik stond dan gehuld in dikke smog te hoesten en te proesten en geen mens die me zag. Met de baard en schmink nat van tranen kwam ik daaruit te voorschijn. Dikwijls stond ik bevend van schrik op "de voorplecht" met niets om me aan vast te houden dan mijn staf, omdat de zwarte pieten er de grootste lol in hadden om het bootje flink te laten schommelen. Sta dan maar eens plechtig en statig!

Op 'n keer was het moment gekomen om aan wal te gaan bij de brug in Leende, waar de oude vuilnisstort was. Het zag zwart van de mensen en vooral kinderen. Het was dat men het wankele bootje niet goed vasthield, als ik aan de kant wilde stappen, met de andere voet het bootje weer weg duwde. Ik zag mezelf al plat in vallen. Dat nooit!

In opperste nood greep ik de eerste de beste man bij z'n kladden beet . . .  en stond op vaste grond. De man in kwestie was de burgemeester zelf die met ketting en al bijna omgetrokken werd.

De arme man was nog erger geschrokken dan ik. En weer lag de hele goegemeente slap van het lachen!

 

DE  BANKETLETTER

In Asten en Heusden waar ik dit jaar voor de twintigste keer Sint- Nicolaas mag zijn, krijgt de burgemeester altijd van de Sint een grote banketletter voor zijn vrouw aangeboden. Daar zit ik altijd alleen in de koets en wacht de burgervader mij op bij het gemeenschapshuis. De doos met daarin de banketletter heb ik dan bij me, plus grote zakken snoep, waaruit de Pieten kunnen bijvullen voor het strooien onderweg. Op 'n keer stond de doos op de vloer en stapte 'n Pieterman binnen om zijn snoepzak bij te vullen en natuurlijk ging hij met z'n grote voet op het banket staan.  OEI!  En ik maar door zwaaien!

Om verder onheil te voorkomen zette ik de gebaksdoos maar naast me op de bank. Wat gebeurde . . . natuurlijk, weer komt zo'n zwartneus binnen, ploft naast me neer met zijn volle gewicht op het banket voor de burgemeestersvrouw. De banketletter was totaal verpulverd.

Ik heb nog nooit zo'n binnenpret gehad tijdens mijn gebruikelijk toespraakje, daar ik het verbaasde gezicht van de vrouw levendig voor me zag wanneer ze thuis de doos zou openmaken. Ik hoopte tenminste vurig dat ze dat thuis zou doen. "Sinterklaas is vandaag wel heel vrolijk," merkte de burgemeester 'n beetje fronsend op, na mijn dankwoord, waarbij ik voor het eerst in drieëndertig jaar niet uit mijn woorden kon komen.

Nooit is hier enige toespeling op gemaakt. Waarschijnlijk dacht men dat de Goedheilig man hier onwetend van was. Zo hoort het ook!

 

DE  NIEUWE  SINT  JANSSCHOOL  TE  LEENDERSTRIJP

In Strijp had men een heel oud versleten schoolgebouw waar ook de kleuters school hielden.

Ieder jaar vroeg het schoolbestuur bij het bezoek van de Sint om een nieuwe school, wat grif door de Goedheiligman werd beloofd. Maar steeds kwam er niets van. In december 1969 reed de burgemeester tijdens de intocht zoals altijd met zijn echtgenote mee in de koets. Tijdens die rit vertelde hij me het goede nieuws dat hij zojuist de vergun- ning voor een nieuw schoolgebouw in Strijp binnen had gekregen. Toen het schoolbestuur voor de zoveelste keer die vraag aan mij stelde, antwoordde ik: "Ja, beste mensen, eindelijk is het mij gelukt een bouwvergunning voor jullie mee te brengen. Ik kom zojuist uit Den Haag en de nodige papieren heb ik al aan de burgemeester gegeven." Het mooiste was dat geen mens het geloofde.

Toen men erachter kwam dat ik geen flauwekul vertelde, was het schoolbestuur zo blij dat het me spontaan uitnodigde het nieuwe gebouw t.z.t. te komen openen.

Belofte maakt schuld, zodat ik in augustus 1970 helemaal uit Spanje moest komen, om die belofte waar te maken. Het schoolbestuur was van vreugde zo door het dolle heen dat ze een legertank hadden gecharterd waarop ik in vol ornaat moest plaatsnemen. Vanuit het kantoor van de boswachterij aan de Valkenswaardseweg reden we dwars door de bossen en velden linea recta naar Strijp. Na de vele toespraken mocht de Sint een Spaanse vlag wegtrekken, waardoor de nieuwe naam in chocoladeletters werd onthuld.

Na deze zeer vermoeiende bezigheden vroeg het hoofd van de school of Sint Nicolaas wellicht een kopje Spaanse thee lustte. Nu lust ik helemaal geen thee, maar voor de kinderen moest ik me wel goed houden en zei: "Ja graag!"  Het schoolhoofd glimlachte heel geheimzinnig, terwijl kleine Marietje de thee ging halen. Netjes op een dienblaadje, kompleet met lepeltje en suiker, een servetje over de arm, kreeg de Sint een kop vol "Spaanse thee". Ik dacht: ogen dicht en maar denken dat het bier of een borreltje is. Ik nam het volle kopje van het blad, maar toen het onder mijn neus kwam, rook ik iets heel anders. Ik proefde voorzichtig met kleine teugjes, zoals je thee deftig moet drinken, en vond het heel lekker. Met pretoogjes vroeg de bovenmeester of ik nog 'n kopje wilde. "Heel graag meneer" antwoordde ik, al had ik geen benul wat het was. Ik vroeg of ik het merk van die thee mocht weten, dan kon ik het ook in Spanje kopen. Marietje kwam terug met een flesje waarop stond; "Jamaica rum -40%". Gelukkig dat Marietje nog niet kon lezen.

 

VOOR  DE  KINDEREN   IS  HET  ÉÉN  GROOT  FEEST

Zoals bekend worden ook de scholen door Sinterklaas bezocht. De "gelovige" kinderen moeten dezelfde 'Klaas' zien als bij de intocht. Vroeger was het bezoeken van scholen veel aardiger dan nu, omdat de kinderen verwender zijn op het gebied van vertier. Via de TV zien ze zowat alles. Daarom zijn ze ook vroeger rijp.

Het Sinterklaasfeest was een van de hoogtepunten van het jaar. Nu geloven alleen nog de allerkleinsten en de tweede klassers vinden het flauwekul, die zitten er dan ook voor joker bij. Was het gebruikelijk om dertig jaar geleden klas voor klas af te raffelen en zag men algauw dat daar geen aardigheid in was, nu worden de eerste drie klassen bij el- kaar gezet in zaal of aula en vieren we samen 'n paar uur feest. Er worden toneelstukjes voorgedragen, sketches gespeeld, en er wordt veel gezongen.

Het mooiste zijn en blijven de kleuters. Deze kinderen zijn vooral in Heusden zo intens en plezierig door de leidsters voorbereid, dat de verwachtingen hoog gespannen zijn. Het is dan ook een schitterend gezicht: die kindersmoeltjes met de feestmuts op, en uitgestoken handjes voor 'n snoepje Voor deze frutsels speel ik het spel zo enorm graag. (Daarom kom ik als Sinterklaas nooit naar bejaardentehuizen, verenigingen en huisbezoek. Laat dan een humorist- conferencier komen als men zo graag wil lachen.)

En dan de vragen:

Sinterklaas hoe oud bent U?

Ik antwoord: 600 jaar!

Hoe komt het dat Uw paard niet van het dak valt?

Omdat hij van mij gymhoefjes aankrijgt, net zoals jullie schoenen bij de gymnastiek. En dan geven ze me raadseltjes op en vertellen hele verhalen hoe ze me op de TV hebben gezien.

Ze vragen ook altijd hoe al dat speelgoed door de schoorsteen kan e.d. De antwoorden zijn nooit moeilijk, want ik geef antwoorden die de kinderen kunnen begrijpen en waardoor ze zich niet voor de gek gehouden voelen. Waarom zou ik ook! De schoorsteenpiet is zo mager dat hij er gemakkelijk door kan. Hij maakt de deur open zodat de kadopiet binnen kan.

Ik speel 'n spel met ze en de kinderen doen mee. Het is hartverwarmend als je ziet wat de kinderen allemaal voor me meebrengen. Veel tekenin-gen, wortels, plakplaatjes, sigaren of iets wat voor hen veel waarde heeft. Ik ben nu al in een periode dat de ouders zelf als peutertje nog bij mij op schoot hebben gezeten. Ook moet ik erg oppassen om niet te veel te beloven. Vroeger vroegen ze een speelgoedautootje of een pop en kon ik gerust beloven. Nu vragen ook de allerkleinsten electrische treinen, racebanen, crossfietsen etc. Ik kijk altijd even naar de ouders, gebaren die ja of nee, zo kan ik het antwoord bepalen.

Op 'n keer vroeg zo'n klein knulletje een fiets. De ouders schudden achter z'n rug van Nee. Wat zeg ik: "Wat jammer nou, ik heb al aan zo veel kinderen 'n fiets beloofd, zodat ze allemaal op zijn." Wat zei het slimme kereltje: "Bij van "Laarheuve" staat er nog ene voor het raam." Piet kreeg 'n standje omdat hij die fiets nog niet had opgehaald. Het volgend jaar was hij het eerst aan de beurt!

Moe, voldaan, ontspannen en vooral zwetend in zijn dikke pak verlaat de Sint met zijn gevolg de blijde kinderen. Zolang de Goed-Heiligman naar de kinderen wil komen, zullen ze blijven geloven in het mooiste sprookje van het jaar.

Ga terug