De kruiswegstaties in de St-Martinuskerk

Heemkronijk jaar:1983, jaargang:22, nummer:4, blz.136- 141

DE KRUISWEGSTATIES IN DE ST-MARTINUSKERK

door: M.P. Cornelissen

Met de viering van het 50-jarig kerkwijdingsfeest van de St-Martinuskerk te Heeze achter de rug, is het goed bij één van de vele bezienswaardig-heden van deze parochiekerk stil te staan: de kruisweg. Dankzij de welwillende medewerking van de heer G. Vrins te Geldrop kan een misverstand worden weggenomen. De schilder blijkt niet de in de "Kronijk” genoemde eindhovense kunstschilder Lambert van den Wildenberg te zijn, doch Lücker Senior. De kruisweg werd in 1894 door de firma Stoltzenberg te Roermond geleverd. Komend jaar is de serie schilderingen dus negentig jaar oud.

Wie deze taferelen van Lucker Sr. bekijkt zal meer getroffen worden door het ambachtelijke vakmanschap dan door oorspronkelijkheid en creativiteit. Het zijn m.i. keurige, gevulde -zij het wat vlakke- platen geworden, netjes en bekwaam afgebeeld en afgewerkt.

Persoonlijk vind ik de houten lijsten met het houtsnijwerk van de bovenlijsten, waarop de nummering van de staties zijn aangebracht, fraai uitgevoerd.

DE OPZET

Lücker heeft de indeling gebruikt, zoals deze door de franciscaan, de H. Leonardus a Portu Mauritio (1676 – 1751) werd opgezet. Een indeling van veertien taferelen, die in de kerk van Heeze als volgt zijn opgehangen: van voor naar achter hangen aan de linker zijmuur de staties 1 t/m 6, achterin van links naar rechts de staties 7 en 8, terwijl 9 t/m 14 volgen aan de rechterwand van achter naar voren.

De heilige franciscaan richtte in zijn leven niet minder dan 572 kruiswegen -o.a. in het Colosseum te Rome- op, om met deze expressieve afbeeldingen van de "lijdensweg" van de Heer, de vroomheid te bevorderen. Interessant is daarbij, dat hij het idee had overgenomen van een zuidnederlandse carmeliet, Jan van Paeschen, die in het begin van de zestiende eeuw via afbeeldingen "een geestelijke pelgrimage naar het Heilige Land" wilde opwekken.

Historisch is het niet zo gemakkelijk de juiste "Kruisweg" van Jezus vast te stellen; er heerst nog steeds onzekerheid over de juiste plaats van het Pretorium, het gerechtshof waar Pilatus zetelde. En dit Pretorium werd juist als "vertrekpunt", dus als eerste statie gekozen!

BIJBELSE NAUWKEURIGHEID

Bij het bezien van kruiswegstaties zal men als moderne, bijbel georiënteerde christen moeite hebben met de devotieuze ontroeringstaferelen, die naar de aard van de middeleeuwse eerbied, zijn opgezet. Vijf van de veertien staties, dus ruwweg een derde deel, zijn niet in de lijdensverhalen van de Evangeliën terug te vinden: de eerste, tweede en derde val van Christus onder het Kruis, de ontmoeting met de H. Maria en de scène waarbij Veronica het gelaat van Jezus afdroogt. Dat laatste beeld is gebaseerd op een oude legende uit de elfde eeuw, waarbij het gelaat van de Heer op de doek afgedrukt achterbleef. De legende heeft ook wortels in de zgn. Acta Pilati uit de vierde eeuw waarin haar naam Berenice of Beronike luidt. In de naam Veronica vindt men Vera Icon, dus Ware Beeld (van Christus).

Laten we de staties eens beeld voor beeld bekijken. Te beginnen met een kijkje bij het verhoor door landvoogd Pilatus. Schilder Lücker toont ons onder de titel “Jezus wordt ter dood veroordeeld”, een geboeide, staande Christusfiguur, die door drie romeinse soldaten wordt vastgehouden. Terwijl Pilatus zijn handen wast en een joodse dienaar de lictorenbundel als teken van de romeinse rechterlijke macht toont, kijkt Jezus Pilatus niet aan. De uitslag staat immers van te voren vast. De joodse hogepriester en het volk, dat meeluistert, vullen het vlak verder op.

DE STRATEN VAN JERUZALEM

Bij Johannes XIX, 17 kan men lezen: “Zelf droeg hij de kruisbalk de  stad uit naar de zogenaamde schedelplaats, die in het Aramees Golgotha heet”.

Bij de tweede statie: ‘’Jezus neemt het Kruis op Zijn Schouders’’ zien we dus een in smetteloos wit geklede Jezus, die 'n kleine doornenkroon draagt en bijna achteloos het Kruis, dat twee helpers aanreiken, aanpakt. Het is niet duidelijk of de schilder bewust dit zware kruishout wat naast de schouder laat "hangen". Onbeholpenheid of opzettelijk uitgebeelde ongeïnteresseerdheid?

In de derde statie:”Eerste val van Jezus onder het kruis” vermijdt de schilder elke dramatiek. Eén gerechtsdienaar trekt aan zijn gordelkoord. De romeinse soldaten, die Hem begeleiden, kijken onbewogen toe. Dit tafereel heeft men wel willen verklaren met de woorden van de psalmist (38:7). "Ellendig ben ik geworden en geheel teneergebogen; ontferm U over mij, oHeer, want geschokt is mijn gebeente”.  Een bijbeltekst, die er met de haren lijkt bijgesleept. De huizen van Jerusalem zullen in de loop van de staties 2 t/m 6 langzaam maar zeker van de schilderingen verwijderen.

Ga terug