SINT-JAN HEEZE De geschiedenis van een jonge parochie

Heemkronijk jaar:1983, jaargang:22, nummer:2, blz.52- 60

SINT-JAN HEEZE,   DE  GESCHIEDENIS  VAN  EEN  JONGE  PAROCHIE

door: Mr. G.A. Engels

INLEIDING

In de jaren dertig telde Heeze ruim 4000 inwoners, een aantal dat voornamelijk door een constant geboortenoverschot vrij rustig groeide. Heeze had een bevolking die in sociaal opzicht als gevarieerd kon worden aangemerkt. Meer dan de helft vond haar inkomen in de industrie, zowel ter plaatse als in Geldrop, Helmond en Eindhoven. Het agrarische deel van de bevolking was verhoudingsgewijze van afnemende betekenis en bewoog zich rond de 15%. De middenstand was goed voor zo'n 10%. Betrekkelijk hoog scoorde de groep vrije beroepen met 20%.

Ongeveer 95% van de bevolking was katholiek en doorgaans ook praktizerend. Deze geloofsgemeenschap, afgerond 4000 leden tellende, ressorteerde onder de éne R.K. Parochie Sint-Martinus, die in het bezit was van een uit 1933 daterende, dus vrij nieuwe, gunstig gelegen en ruime kerk. De parochie werd sedert 1925 geleid door pastoor-deken C.W.J. de Bruijn, die op 2 oktober 1946 overleed.

Op 18 oktober 1946 werd hij opgevolgd door pastoor-deken W.J.A.van Haaren. Bij diens vertrek als pastoor-deken naar Helmond op 29 december 1950 volgde pastoor-deken C.F.Berkelmans hem op, welke, wegens gevorderde leeftijd, op 15 februari 1967 ontslag nam om vervolgens nog gedurende een korte tijd als rector van het Epilepsiecentrum Kempenhaeghe te fungeren. Hij werd per 15 juli 1967 opgevolgd door Drs. J.J.Somers, de huidige pastoor van de Sint-Martinusparochie en tot 1 maart 1980 tevens deken van het Dekenaat Heeze.

De onderscheiden pastoors werden bijgestaan door (doorgaans) twee kapelaans.

De parochie Sint-Martinus, die, gelijk het dorp Heeze, een Parel van Brabant genoemd kon worden, floreerde.

ER ZIJN GRENZEN

Zoals uit het hiernavolgende overzicht van de bevolkingsomvang van Heeze kan worden afgeleid, kende Heeze in de jaren 1949 tot 1963 een gemiddelde groei van 100 inwoners per jaar. Vooral vanaf 1959 versnelde die groei, waaraan naast het toenemende geboorten-overschot de trek naar Heeze, dat zich sedert ± 1950 leende voor zogenaamde vrije vestiging, debet was.

BELOOP EN SOCIALE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING

    31/12                  Bevolking           Geboorten-          Vestiging   

                                                            overschot             en vertrek

1949                       4348                       101                        6

1950                       4455                       107                      32

1951                       4594                         87                     -25

1952                       4656                         93                     -46

1953                       4793                         86                       29

1954                       4818                         87                      -53

1956                       4921                         89                       -60

1957                       4950                         94                          6

1958                       5050                       78                           -9

1959                       5119                       104                        49

1960                       5272                       132                      160

1961                       5564                       125                        57

          1962                       5746                       147                       -47        

1963                       5846                                                      

In de weibossen (spreek uit: Wiebossen), een in 1963 bijna voltooide nieuwe wijk, telde men inmiddels al ruim 300 woningen, deels aan te merken als particuliere woningbouw en deels in hoofdzaak toebehorend aan de in 1962 opgerichte Stichting Meulenstat.

Intussen was er ook een begin gemaakt met de snelle ontwikkeling van een tweede nieuwe kern, de ENGELSE TUIN, een voormalig onbewoond akkerbouwgebied, doorkruist door een zandweg, de Lorreweg genaamd, met nagenoeg parallel daaraan de paardetramlijn, die, verderop via de Rul en de Zegge, naar Geldrop leidde.
Omstreeks 1921 is deze tramverbinding opgeheven. De Lorreweg was dé verbindingsweg van de Rul naar het dorp.

Ongeveer ter hoogte van de huidige Europalaan(zie afb.1.) werd in het begin van deze eeuw door een (of twee) niet-in- gezetene(n) (de meningen zijn verdeeld: het betrof of een Belg of een tweetal Engelse dames) een ± één hectare groot bouwterrein (sectie A 2902 en 2903) aangekocht. Dit aan weerszijden van de Lorreweg gelegen bouwterrein werd, met het oog op de voorgenomen nieuwbouw, al spoedig met een beukehaag omheind en met sparre-, kastanje- en appelbomen beplant, terwijl er tevens een waterput werd geslagen.

De bouwplannen vielen echter in duigen en de aanplanting verwilderde in de loop van de jaren en werd een waar eldorado voor de spelende Heezer jeugd. In het begin van de mobilisatie (1939) liet een Nederlandse militaire eenheid het oog erop vallen en vorderde "de tuin" voor opslag van foerage en plaatste in de nabijheid een paar barakken ten dienste van de soldaten.

De getroffen voorzieningen werden in 1940 door Duitse en in 1944 door geallieerde militaire eenheden benut.

Heeze kende van oudsher al een Engelse tuin en wel een naar Engels model ontworpen en beplant deel van het kasteelpark, verscholen aan de noordzijde van de Boschlaan, ter hoogte van de samenvloeiing van de Groote Aa en de Sterkselse Aa. De naam van deze tuin (toentertijd door achterstallig onderhoud erg verwilderd), werd schertsenderwijs toebedeeld aan het eveneens verwilderde bouwterrein aan de Lorreweg. Deze spontane naamgeving werd later gelegaliseerd en toe- bedeeld aan de nieuwe wijk in het geheel die sindsdien de naam Engelse Tuin voert.

In studie bij plaatselijke en andere autoriteiten was een derde en vooralsnog laatste groots plan, de Nieuwe Hoeven, dat echter eerst jaren later verwezenlijkt zou worden.

Burgerlijke en kerkelijke overheden zagen Heeze binnen twintig jaar uitgroeien tot een gemeente met ten naaste bij 10.000 inwoners, naar verwachting voor 80% katholiek. Het adagium "regeren is vooruitzien" gold niet alleen voor de burgerlijke overheid; ook de kerkelijke instanties dienden de hen regarderende gevolgen van een snel groeiend Heeze tijdig onder ogen te zien.

Het Kerkbestuur van de Sint-Martinusparochie zag in dat er voorzieningen getroffen dienden te worden om katholiek Heeze ook in de toekomst de vereiste service te kunnen (doen) verlenen.

Het probleem "Heeze" werd voorgelegd aan Mgr. W.M. Bekkers, bisschop van 's-Hertogenbosch, die de Centrale Adviescommissie Parochieplanning opdracht gaf advies uit te brengen.

Aan het in april 1964 door Mgr. H. van Helvoort, voorzitter van de commissie, uitgebrachte rapport ontlenen wij:

"Heeze telde in 1963 ongeveer 1100 katholieke gezinnen (en alleenstaanden), het aantal parochianen bedroeg 5202, waaronder 908 kinderen beneden de zeven jaar. Het kerkbezoek werd geschat op 90%”.

 

Met het oog op de verdere groei van Heeze werd o.m. vermeld:

"Het aantal van 5202 parochianen in 1963 begint zo groot te worden, dat er maatregelen genomen moeten worden, om een rustiger zielzorg te bereiken”.

En verder:

"Naar schatting van de deken zal het zondagsverzuim ongeveer 10% zijn. Gezien het aantal kerkgangers (4294), gezien de kerkgrootte (1130 zitplaatsen) en net aantal H.H. Missen (5) moet de kerk nog niet te klein geacht worden.. Lang zal hij Heeze echter niet meer bedienen”.

Mgr. Van Helvoort adviseert, de parochie Heeze op te splitsen in twee parochies. De nieuw te stichten parochie noemt hij "Engelse tuin", die, naast de vanouds bestaande wijken Creijl, Rul, Kapelstraat (ten dele), Strabrecht en Geldropseweg, de nieuwe wijken "de Weibossen" en "de Engelse Tuin" dient te omvatten. Hij besluit zijn rapport met:

"Conclusie en advies”

1.   De parochie H. Martinus wordt te groot.

2.   In de parochie “Engelse Tuin” wonen reeds ± 2000 mensen.

3.   In 1964 kan men deze tweede parochie oprichten”.

KAPITEIN ZONDER SCHIP

Het door Mgr. Van Helvoort namens de commissie in april 1964 uitgebrachte rapport kreeg in Den Bosch blijkbaar de nodige bijval want het daarin opgenomen advies om tot de oprichting van een nieuwe parochie te besluiten resulteerde drie maanden later al in het aanwijzen door de bisschop van een bouwpastoor, welke benaming overigens in de desbetreffende stukken niet werd genoemd. 

Bij schrijven van Bisschop Bekkers van 15 juli 1964 werd aan kapelaan  Th.A. Versteegde van de Parochie H.Dionysius 't Goirke te Tilburg opgedragen:

             “. . . de mogelijkheid van de oprichting ener nieuwe parochie (in Heeze) te onder-zoeken en ons (de bisschop) daaromtrent schriftelijk rapport uit te brengen”.

Deze opdracht ging gepaard met de benoeming tot "assistent van de Parochie H. Martinus te Heeze”.

Het bisschoppelijk schrijven aan kapelaan Versteegde hield voorts in:

"Indien U meent te moeten besluiten tot de wenselijkheid en mogelijkheid  der oprichting ener nieuwe parochie, gelieve U ons tevens een voorstel te doen betreffende de Titularis Ecclesiae en de te benoemen kerkmeesters, ons opgave te verstrekken van het aantal parochianen en communicanten en - in overleg met de betrokken pastoors en onze Bisschoppelijke Commissaris voor parochieplanning de Hoogeerw. Heer Mgr. H. van Helvoort te Nuland – een omschrijving te willen geven van de voorgestelde parochiegrenzen, voorzien van de accoordverklaring van de betrokkenen. U gelieve zich op  korte termijn in verbinding te willen stellen met de zeereerw. Heer P. van Hoeckel van ons Bisschoppelijk Bouwbureau”. Van harte wensen we U goed succes bij de voorbereidende werkzaamheden tot oprichting van een nieuwe parochie te Heeze”.

Voor "assistent Versteegde", geboren (1917) en getogen in Volkel als zoon van een aannemer en Brabander in hart en nieren, was dat een kluifje naar zijn hart.

Een maand na zijn benoeming tot bouwpastoor was hij al gehuisvest in Heeze en wel op de pastorie van de Martinusparochie en begon hij met noeste vlijt, ruim inzicht en vooral met veel tact aan de uitwerking van de hem gegeven bisschoppelijke opdracht.

Uitgangspunt was het rapport van Van Helvoort, dat door hem werd onderschreven. Van de zijde van het Kerkbestuur van de Martinus-parochie werd alle medewerking ontvangen en werd bij schrijven aan de bisschop van 22 september spontaan ingestemd met de door Van Helvoort voorgestelde grenslijn tussen de twee parochies. Op 30 september 1964 (een goede maand na zijn komst in Heeze) richtte bouwpastoor Versteegde zich tot de Bisschop van Den Bosch met het volgende schrijven:

"Overeenkomstig de ons door U verstrekte opdracht d.d. 15 juli 1964, No. 1502/64 doen wij U bij deze het rapport omtrent een op te richten parochie te Heeze toekomen.

Wij hopen dat U op korte termijn kunt overgaan het rapport goed te keuren en de parochie canoniek op te richten.

Wij danken U oprecht voor het vertrouwen, dat U door deze opdracht in ons stelde.

 Van Uwe Hoogw. Excellentei de Dw. Dn.

                                                                                      Th.A.Versteegde

Bijlagen:

 a.  rapport betreffende het onderzoek voor een nieuw op te richten parochie te H E E Z E .

b. afschrift betreffende parochiegrenzen.

c. accoordverklaring kerkbestuur St-Martinus te Heeze”.

Inmiddels had bouwpastoor Versteegde twee kandidaten aangezocht om samen met hem het eerste kerkbestuur van de nieuwe parochie te vormen, te weten de heren Henricus Franciscus Cornelius (Harry) Verbeek en Drs. Gerardus Josephus Franciscus van der Westen en had hij voorts een "kandidaat- parochieheilige" gevonden, t.w. de Heilige Johannes Evangelist (roepnaam Sint-Jan), daarmee zijn geesteskind de naam van zijn vader Johannes (Has) Versteegde uit Volkel toebedelend.

Het op 30 september door bouwpastoor Versteegde uitgebrachte bisschop, voldeed blijkbaar aan de verwachtingen van de Bisschop, die daardoor in staat werd gesteld slagvaardig te reageren en per 16 oktober d.a.v. al een schrijven naar Heeze zond, gericht aan de parochianen van de parochie Sint-Martinus en bestemd om op zondag 25 oktober in de parochiekerk tijdens de diensten te worden afgekondigd.

Dit bisschoppelijk schrijven hield o.m. in:

- -  dat met ingang van 25 oktober 1964 een "nieuwe afzonderlijke en zelfstandige parochie, met alle rechten en verplichtingen die daaraan volgens het kerkelijk recht verbonden zijn”, werd opgericht;

- -  dat de nieuwe parochie de naam zou dragen van H. Johannes Evangelist  en dat de nog te bouwenparochiekerk aan dezelfde heilige zou worden toegewijd;

- -  dat  de parochie zelf als patroon zou vereren de H. Martinus, de patroon van Heeze;

- -  dat tot eerste pastoor van de parochie werd benoemd de weleer- waarde heer Theodorus Adrianus Versteegde, assistent van de parochie H. Martinus;

- -  dat een kerkbestuur werd ingesteld, bestaande uit Pastoor Versteegde, voorzitter, en de heren H.F.C. Verbeek en Drs. G.J.F. van der Westen;

- -  dat de parochianen van de nieuwe parochie, zolang deze nog niet over een eigen kerkgebouw beschikte, voorlopig nog zouden worden beschouwd als behorend tot de parochie van de H. Martinus.

Daarmee was de oprichting van de parochie Sint-Jan een feit evenals de benoeming van haar eerste pastoor en haar eerste kerkbestuur.

Een belangrijke en dankbare nieuwe taak die pastoor Versteegde wachtte, was de totstandkoming van een nieuwe kerk.

Voorlopig was hij echter een kapitein zonder schip.

 

Ga terug