Het verdorven genootschap

Heemkronijk jaar:2011, jaargang:50, nummer:2, pag:36 -39

HET VERDORVEN GENOOTSCHAP 

door: Leo Driessen 

In Rheinland-Pfalz – het Duitse Toscane – werd in 1989 herdacht dat Paul Thiry baron d’Holbach tweehonderd jaar daarvoor in Parijs overleed. In Edesheim, waar hij in 1723 werd geboren, werd in achttiende-eeuwse kledij een toneelstuk over zijn leven opgevoerd. Aan de rechterpilaar van de entree van het historische  gebouw ‘Schloss Kupperwolf’ – in 1724 gebouwd door Franz Adam baron von Holbach, oom en opvoeder van de wetenschapper-filosoof Paul Thiry – werd een gedenkplaat bevestigd en in het nabijgelegen ‘Hambacher Schlosz’ werd een tentoonstelling onderdeel van de herdenking. 

Heemkronyk

In het jaar 2000 werd in het tijdschrift Heemkronyk, om precies te zijn in de nummers 3 en 4, aandacht geschonken aan de betekenis van oom en neef Holbach. In de achttiende eeuw waren ze, na elkaar, eigenaar van het kasteel van Heeze en heer van de “Heerlijkheid Heeze-Leende-Zesgehuchten”.  Op bladzijde 131 van nummer 3 (juli 2000) van de Heemkronyk wordt de lezer opmerkzaam gemaakt op de vele heruitgaven van en nieuwe literatuur over deze Paul Thiry, die later ook baron d’Holbach werd. 

Nieuw boek

In 2010 is in New York onder de titel The Wicked Company een boeiend, aangenaam lezend boek verschenen over een groep radicale denkers van de Franse Verlichting die samenkwam in het Parijse huis van Paul d’Holbach. Tweemaal per week ontving deze baron daar aanvankelijk tien, later twintig en enkele keren zelfs achtentwintig geleerden. Tijdens voortreffelijke diners en onder het genot van Bourgondische wijnen werden er op zondag en donderdag wetenschappelijke en filosofische ideeën besproken.  
De auteur van dit nieuwe boek over dat gezelschap, Philipp Blom (historicus, romanschrijver, journalist en vertaler), beschreef eerder o.a. het ontstaan van de Encyclopédie van Diderot (en eveneens enige tijd van D`Alembert. Na het verschijnen van het eerste deel van de Encyclopédie zou de latere baron Paul d’Holbach, in de literatuur ook vaak kortweg Holbach genoemd, vele bijdragen gaan leveren, in het bijzonder op het gebied van mineralogie, metallurgie en natuurkunde, maar ook op de gebieden van filosofie en geloof.) De kracht en het elan van dit nieuwe boek over dit gedeelte van de Verlichting – het boek is uit het Engels in het    

Nederlands vertaald door Pon Ruiter – weet de Nederlandse uitgever, De Bezige Bij uit Amsterdam, zeer duidelijk te treffen in zijn
   
37
aanbeveling. Staat u mij toe dat ik daaruit twee zinnen weergeef. “Dit is het bijzondere verhaal van de achttiende-eeuwse Parijse salon van Baron Thiry d’Holbach, waar de grootste geesten van die eeuw – Diderot, Hume, Rousseau – samenkwamen. De radicale filosofie die tussen 1750 en 1770 in deze salon tot bloei kwam, is van historisch belang geweest voor de ontwikkeling van het sceptische moderne denken.” 

Holbach

Na de middelbare school in Parijs is Paul Thiry (d’Holbach) op kosten van zijn oom, op dat moment nog de enige baron d’Holbach, gaan studeren in Leiden. Hij kreeg een mannelijke bediende mee die voor dagelijkse zaken zorg droeg. Holbach, zoals we hem zullen noemen, sloot in Leiden een levenslange vriendschap met de Engelsman John Wilkes en raakte erg gesteld op levendige discussies met medestudenten. “Toen Holbach in 1748 uit de Nederlanden naar Parijs terugkeerde, nam hij nieuwe ideeën mee en een grote honger naar intellectuele ontdekkingen.” (blz. 97) Hij besloot de studentenmaaltijden uit de Leidse tijd ook in Parijs tot leven te wekken. Het inkomen dat hij ontving van zijn oom en later de erfenis van deze baron d’Holbach gaf hem de ruimte “een gestage stroom gasten en van progressieve signatuur” te ontvangen. Er werd gediscussieerd over politiek, filosofie en geschiedkunde. Wetenschappers vertelden er over nieuwe experimenten. “Dank zij het unieke karakter van de salon van Holbach, plus de uitstekende naam van zijn kok en zijn voortreffelijke wijnkelder, kwamen al snel de helderste geesten van de stad bij hem langs.” (blz. 99) Verschillenden van hen worden in dit nieuwe boek beschreven voornamelijk op basis van hun geschriften. Toen Holbach ernstig leed door het overlijden in 1754 van zijn jonge vrouw, is hij samen met Grimm, een van de gasten van zijn salon, enige tijd gaan zwerven door Frankrijk. Hij
heeft toen overwogen zijn salon definitief te sluiten. Plotseling besloot hij te hertrouwen met het zusje van zijn overleden vrouw. Dit meisje zou na het overlijden van haar moeder eigenaresse worden van de helft van de erfenis van de inmiddels overleden baron Franz Adam Holbach. De andere helft was (op het slot in Edesheim na) toegekend aan Paul Thiry d’Holbach, de hoofdpersoon in het boek. Deze verzocht de paus toestemming om met dit achternichtje te mogen trouwen en zo zou de erfenis weer in één hand komen. In Parijs werd een ander huis gezocht en de salon d’Holbach werd heropend. 

Wetenschappelijke veranderingen 

Omdat al een eeuw lang door mensen als Newton wetenschappen als natuurkunde en mechanica als gevolg van hun empirische, op observeren gebaseerde benadering van de wereld steeds meer vruchten afwierpen, “kregen de verdedigers van het geloof het allengs moeilijker”. Blom schetst hoe vooral in de tweede helft van de achttiende eeuw de overgang van mythisch en religieus denken naar wetenschappelijk denken zich voltrok. Uit de Griekse en Romeinse tijd werden boeken van Epicurus en Lucretius gelezen. Holbach heeft het boek De rerum natura van Lucretius zelf in het Frans vertaald. (Onlangs is De rerum natura weer verschenen bij de Groningse Historische Uitgeverij, maar nu in het Latijn en in het Nederlands in de vertaling van oud-professor Piet Schrijvers.) Het waren echter vooral gedachten in de lijn van Spinoza en Meslier die Holbachs gezelschap als munitie dienden voor de intellectuele debatten, waarin behalve discussie ook provocatie een rol speelde. De inzichten van de radicalen van de Verlichting hebben tal van gevestigde waarden ondermijnd. De auteur spreekt van een bijdrage aan het vormgeven van wat een keerpunt zou worden in het westerse intellectuele denken. Het wordt reeds tijdens het lezen van dit uitgebreide boek snel duidelijk aan welke zijde van dit keerpunt de schrijver zelf met nadruk is gaan

staan. Zulk een vooringenomen positie innemen wordt echter pijnlijk als de schrijver nalaat zijn bronnen te vermelden. Daarentegen komen we op bladzijde 33 plotseling wel de weinig tot nietszeggende term tegen: “volgens alle bronnen”. Deze term suggereert dat er ernstig onderzoek is gedaan. Het gaat in de tekst op dat moment over de mededeling dat Holbach een modelechtgenoot is geweest.  Maar de term “volgens alle bronnen” wordt gelogenstraft in het boek “Het Europese denken in de achttiende eeuw”. De schrijver van dat boek uit 1946, de Parijse professor Paul Hazard, spreekt daarin duidelijk van de maîtresse van Holbach. Overigens blijkt uit het boek van Philipp Blom wel dat de tweede echtgenote passie boven trouw stelde. Op bladzijde 39 wordt gesproken over Edesheim, de geboorteplaats van Holbach. Opvallend verzuimt de auteur daar een uiterst belangrijk voorval te vermelden, dat van betekenis geweest kan zijn in het denken van  

de latere Holbach. Ook zijn oom kan er de rest van zijn leven over na hebben gedacht.
Wat was er gebeurd? De vader van de jonge Holbach had erin toegestemd dat zijn zoontje zou worden opgevoed door de intussen rijk geworden oom baron Franz Adam Holbach. Deze liet uit Parijs een priester als huisleraar overkomen. Na verloop van tijd begon de pastoor van Edesheim te vermoeden dat die Franse priester jansenistische ideeën aanhing. Hij meldde dit aan de bisschop van Speyer. Ter controle moest de huisleraar zijn leerboeken bij de bisschop inleveren. Toen dat niet gebeurde, deed een soort knokploegje een inval bij de baron, die zich aanvankelijk verzette en weigerde de boeken mee te geven. Tegen deze overmacht viel hij echter te licht. De boeken van de priester werden in beslag genomen. De priester zelf vluchtte naar het naburige, protestantse Rhodt. En Franz Adam Holbach vertrok met zijn neefje naar … Parijs. Zij hadden de macht van de bisschop ervaren. Merkwaardig dat Philipp Blom deze ingrijpende gebeurtenis niet vermeldt! Op de bladzijden 150 en 151 worden wel twee andere verhaaltjes verteld over ontstaan en groei van Holbachs compromisloze en materialistische atheïsme.    

  
   
39
Ook vermeldt de auteur niet dat Holbach in Heeze (een plaats die in het boek niet voorkomt) missen laat lezen voor zijn overleden eerste vrouw. En evenmin vermeldt hij dat Holbach, wiens parochiepastoor in Parijs hem een goed katholiek noemde, op zondagmorgen steeds naar de kerk ging alvorens hij later die dag thuis geleerde personen ging ontvangen om met hen te dineren, al delibererend over materialistische en atheïstische onderwerpen. Holbach schrijft in zijn in het buitenland onder een valse naam uitgegeven boeken over materie en beweging en dat er niets anders bestaat, ook geen God. “De kern van het probleem, schreef Holbach (blz. 145), was niet het christelijke geloof, maar de gedachte dat elke religie … van een God gegeven was. Alle religies pretenderen uit de hemel afkomstig te zijn … (en) pretenderen (ze) de waarheid in pacht te hebben.”  Wat betekent het echter dat hij op het familiale buitenverblijf Grandval, als hij daar was, een priester liet overkomen om er de mis te lezen? Wat betekent het dat Holbach net als Diderot en Helvetius zich in de crypte van de Parijse parochiekerk Saint-Roch heeft laten begraven? De auteur van het boek maakt hier echter geen punt van.
Heeft Holbach in een geweldige spagaat geleefd of waren de ontmoetingen in zijn salon voor hem vormen van intellectueel bravoure? Maar in geschiedenisboeken blijft Holbach nog steeds vernoemd als atheïst. Wellicht is het mogelijk om op dit boek in de toekomst nog eens terug te komen aan de hand van Kritik der reinen vernunft van I. Kant en van Existiert Gott? van H. Küng. Dan kunnen ook enkele fouten in de tekst van het boek, zoals het jaar van verschijnen van Holbachs Système de la nature, worden vermeld. Het is dan wellicht ook zinvol na te gaan hoe toenmalige bestuurders van Leende en bewoners van Bruggerhuis reageren op Bloms kwalificaties “nobel en edelmoedig” als hij in het boek over Holbach spreekt. Dan bestaat de mogelijkheid aandacht te schenken aan bezoekers van salon d’Holbach zoals de Fransen Diderot en Rousseau, de Duitser Grimm en de Engelsman Hume. Intussen hebt u wellicht gelegenheid gehad om dit levendige, meeslepende boek van Blom te lezen.                                            

Philipp Blom (vertaler Pon Ruiter), Het verdorven genootschap – De vergeten radicalen van de Verlichting, De Bezige Bij, Amsterdam 2010; 444 bladzijden; € 29,90.  

Ga terug