De familie Rutten en de post in Leende

Heemkronijk jaar:2008, jaargang:47, nummer:4, pag:77 -79

DE FAMILIE RUTTEN EN DE POST IN LEENDE 

door: Piet Willems  

Tot aan de privatisering van de PTT waren de begrippen post, telegraaf en telefoon in Leende gedurende tientallen jaren onlosmakelijk verbonden met de familienaam Rutten. Met het recente overlijden, eind november, van Jan Rutten (1927-2008) is daaraan definitief een einde gekomen. Niet dat de laatste in de rij van de Ruttens zich nog met de post bezighield, maar hij werd door vele ouderen in Leende nog dikwijls ‘Jan de post’ genoemd. Behalve hij hebben ook zijn vader Theodoor, zijn moeder Lena de Bont, zijn zus

  78

Anny, oom Sjang (broer van zijn vader) en neef Siem (zoon van Sjang) zich met de post in Leende onledig gehouden. Nochtans werd de eerste Rutten in Leende er pas op 1 mei 1861 geboren. Het was Johannes, Jantje in de volksmond, de oudste zoon van koopman en olieslager Jacobus Theodorus Rutten (Budel, 1833-Leende, 1888), in 1860 te Budel getrouwd met Maria Allegonda Meulenhof(f) (Budel, 1837-Leende, 1875). De Leendse Ruttens komen dus uit Budel.    

 

 

 Jacobus Rutten was een van de zeven kinderen uit het derde huwelijk3 van zijn vader Jan                                                 

3 In 1819 trouwde Jan Rutten met Helena Meurkens (Budel, 1800-1821) en in 1823 met Henrica Murkens (Budel, 18011827). Bij beide vrouwen kreeg hij een kind. Als 20-jarige vocht Jan bij Waterloo mee tegen het leger van Napoleon, zo lezen we op bladzijde 232 in het boek Budel en Cranendonck,

Rutten (1795-1880). Zijn moeder was Maria Kuppens (Budel, 1798-1858). Jacobus werd geboren op 6 april 1833. Hij huwde op 21 juli 1860 te Budel met Maria Allegonda Meulenhoff, dochter van Jan Meulenhoff (Budel, 1800-1864) en Barbara Spo(o)renberg (Woensel, 1804-Budel, 1888). Maria Aldegonda werd geboren te Budel op 21 november 1837 en overleed te Leende op 12 april 1875. Zij werd dus maar 37 jaren oud. Haar ouders waren in Budel logementhouders. Ze bracht in Leende tien kinderen ter wereld, van wie er enkelen jong overleden. Jacobus overleed in Leende op 20 april 1888. Hij was er boer. In 1869 zou hij van de erven Tielemanus Kemps een huis, erf tuin en gronden voor de som van 11.772 gulden hebben gekocht. Dit was een pand aan de rand van het kerkplein. Daarvoor was hij in Leende al een goede bekende. Hij kocht bij openbare verkopingen geregeld koolzaad. Naast olieslager was hij ook koopman in granen, zaden, olie, raapkoek, bloem, grit, guano4 en steenkool. Hij was volgens het register patentverplichtingen vanaf 1894 slijter in sterke dranken. Zijn adres was wijk B, huisnummer 71.

 

In 1889 leverde zijn zoon Jan aan de gemeente de nodige steenkool voor de dorpsschool. Op de rekening is Th. Rutten doorgestreept en vervangen door J. Rutten. Een aanwijzing dat de oudste zoon de zaak overgenomen had. Deze Jan Rutten (18611937) was een ondernemend man: boer, olieslager, verzekeringsagent. In 1891 trouwde hij met de Leendse boerendochter Johanna Maria Bax (1866-1951). In de trouwakte wordt hij brievengaarder genoemd, een activiteit die mogelijk zijn vader met hulp van zijn kinderen al ter hand had genomen. Hij mag wellicht beschouwd worden als de eerste postman van Leende. Jan en Marie Rutten-Bax kregen samen 15 kinderen. Drie ervan overleden jong, eveneens drie werden meer dan 90 jaren oud. 
                                                                         

voorheen en thans van S.H.Winkelmolen. Jan was bouwman en olieslager 4 Gedroogde uitwerpselen van dieren. 
 

79

De Nederlandse Postwet 1850 regelde het staatsmonopolie voor de post, de tarieven, de betaling van het briefport en de inrichting van de postadministratie. De wet werd op 27 april 1850 aan de postbeambten toegezonden. De wet verving de Franse postwet van 1810. De Postwet 1850 regelde ook de invoering van postzegels en vrijwillige frankering met postzegels. Dit was door de Tweede Kamer afgedwongen. Aldus was de burger niet langer afhankelijk van de aanwezigheid en de openingstijden van een postkantoor. Een brievenbus was voldoende om een brief gefrankeerd met een postzegel op de post te doen. De eerste Nederlandse postzegels verschenen op 1 januari 1852. 

In zijn boek Leende. Een dorp met een ondernemende bevolking schrijft auteur Jean Coenen op bladzijde 304: ‘Het tijdperk waarin de diligence van Weert naar Eindhoven de post in Leende op het hulppostkantoor bezorgde was in 1905 definitief afgesloten. Initiatieven om meteen met de moderne tijd mee te gaan werden door de gemeente niet genomen. Leende liet de nieuwe ontwikkelingen op zich afkomen. Sigarenfabrikant Van Susante uit Boxtel, die in Leende een fabriek had, zou gebaat zijn met een telefoonverbinding naar zijn bedrijf. Hij deed een verzoek om in Leende een telefoon- en telegraafverbinding te krijgen. Leende kende sinds 1860 een hulppostkantoor. In 1911 werd dit hulppostkantoor bij Rutten uitgebreid met een hulptelegraaf- en hulptelefoonkantoor. J. Rutten werd benoemd tot brievengaarder en kantoorhouder. Postbode J. Donders5 werd vervangend kantoorhouder. Als het aan Rutten of aan burgemeester Vogels6 had gelegen was er voorlopig geen telefoonkantoor gekomen. In 1911 moest de gemeente meegaan met haar tijd.’ 

Het eerste Leendse hulppostkantoor was gevestigd in het woonhuis van de familie Rutten, B73. In 1921 verhuisde het hulppostkantoor echter naar Oostrik, waar zich nu het Postkantoorstraatje bevindt. Jacobus Theodorus (1892-1966), de oudste zoon van Jan en Marie Rutten-Bax,
                                                

5 Jan Donders (Geldrop, 1867-Leende, 1948) vestigde zich met zijn Geldropse echtgenote Brigida Ketelaars (1871-1956) na hun huwelijk in 1897 in Leende. 6 Bedoeld is hier burgemeester Cornelis Notten (Leende, 1847- 1911), die vanaf 1877 tot zijn overlijden burgemeester was van Leende. Let op het jaartal van zijn overlijden!

trouwde in dat jaar met Helena Maria de Bont (1892-1977) uit Oerle, dochter van gemeentesecretaris Petrus de Bont (1846-1912) en Gerdina Snelders (1859-1935), beiden ‘echte’ Oerlenaren. Zij stichtten samen een gezin van 11 kinderen, maar enkelen bleven niet lang in leven. Voor het huis dat Theodoor en Lena lieten bouwen voor hun huwelijk kochten ze de grond van hun toekomstige buren Francis en Hanne Spooren-Guns.  In hetzelfde jaar (1921) als Lena trouwde ook haar broer Anton7, met Henriëtte van der Zee uit De Rijp. Theodoor Rutten had zijn vrouw via de telefoon leren kennen. Ook haar oudste broer Wouter was brievengaarder. Lena was in het postkantoor van Leende de telefoniste, bedreven in het omgaan met de stekertjes en op haar hoofd een koptelefoon. In 1965 was ze 40 jaar bij de post, een mijlpaal die ook bereikt werd door haar man ‘Tiddoor’ en zoon Jan. Theodoor en Lena kregen 4 kinderen, van wie 3 dochters. Dochter Anny (Leende, 1925) is de enige van het kwartet die nog leeft. Ze trouwde met Wiel Luijckx en woont in IJsselstein. Enige zoon Jan trouwde op 44-jarige leeftijd met Nelly Scheutjens (1930-2007) uit Heeze. Zij was eerder (in 1954) gehuwd met Jans buurman en leeftijdgenoot kruidenier Willie van Hooff  (1927-1966) uit Leende. Jan heeft ook nog een tijd gewerkt op het postkantoor in Heeze. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat de Ruttens in het Leendse postkantoor vriendelijkheid en dienstbetoon niet al te hoog in het vaandel hadden staan. Je moest niet tegen sluitingstijd komen aanzetten, dan was het loket dikwijls al gesloten… Jan Rutten liet zich in een interview eens ontvallen dat hij nogal eens telefoongesprekken afluisterde. Pogingen om door middel van de telefoon aan een relatie te komen liepen op niets uit.
                                                

7 Anton (A.P.) de Bont (1889-1973) was onderwijzer in Nijnsel, later leraar aan de kweekschool in Nijmegen en uiteindelijk docent en adjunct-directeur aan de rijkskweekschool in Deventer. Tot aan zijn dood heeft hij zich beziggehouden met het beschrijven van het dialect van Kempenland, in het bijzonder van d’Oerse taol. De eerste drie delen daarover verschenen in 1958, 1962 en 1969, dus tijdens zijn leven. Na zijn dood werd in de bibliotheek van Deventer een doos gevonden met een nooit uitgegeven manuscript van zijn hand over planten en dieren. In 2006 verscheen postuum het 4de deel, Bestiarium, dialectwoorden over de dierenwereld. Begin 2009 komt deel 5 uit, getiteld Herbarium, dus over planten. Streektaalfunctionaris Jos Swanenberg van de stichting Erfgoed Brabant in Den Bosch noemt het werk van De Bont ‘de enige volledige beschrijving van een dialect uit NoordBrabant met woordenboek, grammatica en toponymie’.

 

Ga terug