Een overval in Heeze in 1751

Heemkronijk jaar:1980, jaargang:19, nummer:2, blz.51 -52

EEN OVERVAL IN HEEZE IN 1751

door: A.F.N. van Asten

In 1751 woonden er te Heeze op de Rul de gebroeders Willem en Geerit van Asten samen met hun zuster Goverdina; ze waren alle drie ongehuwd en Johanna Booms woonde bij hen in als dienstmaagd.

Op donderdag 26 augustus 1751 zaten ze met hun vieren rond acht uur in de avond aan tafel te eten. De deur gewoon op de klink gesloten, werd ineens open gedaan en er stapten twee manspersonen den herd binnen. De één was tamelijk lang en mager met zwartkrullend haar en gekleed in een blauwe rok, terwijl de ander, rond en vol in zijn gezicht, een bruine rok droeg en tevens een hoed op had.

Ze vroegen of ze een pijp mochten opsteken. Willem van Asten, de oud- ste van de drie antwoordde:

- "Ge kunt zulks wel doen!"

Eén der twee vreemden zei hierop:  -"Is er wel vuur?"

- "Ja", zei Willem, "daar liggen wel swevels!"

Ze maakten beide niet de minste aanstalte om te willen roken en zeiden:

- "We zijn reizende personen en moeten daarom reisgeld hebben, geeft ge dat niet, dan schieten we jullie overhoop.

" Willem antwoordde hierop: "Zo het zijn moet dat ge geld wilt hebben, we zullen het U langen.

" Hierop trokken de twee ieder een pistool tevoorschijn en riepen: "Zo gij uw niet rept, zullen we uw aanstonds omver schieten."

Tegelijkertijd sprongen ze op de twee broers toe en bonden hen de handen op de rug, ook hun benen werden met fijne dunne koorden aan elkaar gebonden.

Hierna werden Johanna en Goverdina eveneens vastgebonden en moesten alle vier op de grond gaan liggen.

- "En nou willen we geld, dat zult ge ons langen of anders maar sterven!"

-"Goverdina , zei Willem, "wijst gij het geld maar."

Hierop maakten de schelmen Goverdina's handen los en zij wees hierop waar het geld lag.

De buit bestond  "in goede schellingen permissie en sesse halven en eenige vijf blauw muiters stucken te zamen ter waarde van ongeveer ellef gulden tien stuivers."

De vele duiten die erbij waren, smeten ze vloekend op de grond, die moesten ze niet hebben. 

Trouwens, ze waren met het geld niet tevreden en wilden meer hebben. Ze eisten dat van Willem, terwijl ze hem met een hout, zeer hard op het dik van zijn been sloegen.

- "Nou," zei Willem, " sla me niet meer, ik zal het wel wijzen."

Ze maakten hem de benen los en Willem ging met de kerel in bruine kleren naar de zolder. Daar vonden ze een gouden dukaat, twee gouden guinjes ( oude Engelse gouden munt ) en twee "merlitons". Weer beneden gekomen, werden Willems benen opnieuw vastgebonden met de zelfde touwen. Toen trokken de schelmen in huis alle kasten en kisten open en haalden er naar hun gading linnen en wollen kleren uit zoals o.a. " 'n bruinlaken cammisool, twee leeren broeken, drie à vier hoosen en een calamenten hemtrok."

Vervolgens pakten de schelmen alles te zamen en zeiden ondertussen te- gen Johanna de meid: “van uw goed zullen we niets pakken."

Klaar met pakken, gingen de schavuiten op hun gemak aan tafel zitten eten!

Toen ze opstonden om te vertrekken, dreigden ze: "als ge lawaai maakt of ons vervolgt, komen we een andere keer terug om het huis in brand te steken!

" De deur viel terug in de klink, het was avond en de familie van Asten op de Rul was een stuk armer geworden!

Dit alles kon zo'n 230 jaar geleden in Heeze gebeuren bij een paar van mijn familieleden.

Deze voor de schepenen van Heeze Jan van Dommelen en Nicolaas de Jonge afgelegde verklaring aan handen van de drossaard Govert van der Hoeven en met hun eed bekrachtigd - zo waarlijk helpe mij God almachtig - was door de secretaris P. Eckringa opgeschreven en vervolgens door hem duidelijk voorgelezen en gedateerd op 26 augustus 1751.

De akte hiervan is te vinden in RA Heeze R 169; folio 193 verso t/m 194; d.d. 26 augustus 1751.

Uit het huwelijk van Dirk Goorts van Asten die op 30 juni 1697 te Heeze was gehuwd met Joanna, dochter van Johannes Thomas, werd op 8 maart 1701 een zoon gedoopt te Heeze: Willem van Asten. Hij overleed op 15 december 1766 en was ongehuwd. Hij woonde op de Rul in het huis nr. 1.

 

 

Ga terug