De slag om Heeze, 23-26 augustus 1875

Heemkronijk jaar:2005, jaargang:44, nummer:4, pag:70 -74

DE SLAG OM HEEZE, 23-26 AUGUSTUS 1875 

door: Geert van Uythoven 

Welk een prachtig gezicht eene cavalerie charge oplevert, en hoe rustig de infanterie die charge afwacht, om met de meest mogelijke vuurwapens die cavalerie, die in onstuimige vaart alles dacht neer te sabelen, door haar bedaard en goed gericht vuur te doen afdeinzen. Al ziet de milicien met verlangen den dag van naar huis gaan te gemoet, toch trekt hem dit alles aan en verzuimt hij later niet, zijn huisgenooten te verhalen van zijn tocht naar de Peel. [Niermans] 

Bij Zijne Majesteits besluit van 16 juni 1875 werd bepaald dat in de maand augustus uitgebreide veldmanoeuvres uitgevoerd zouden worden in delen van Limburg en Noord-Brabant. Het laatste deel van de oefeningen vond plaats rondom Heeze. Dit was op zich niet zo verbazingwekkend; het gebied van de voormalige Heerlijkheid (Heeze-Leende-Zesgehuchten) leende zich uitermate voor militaire oefeningen op grote schaal door de bebouwde gebieden, de diverse waterlopen, de uitgebreide bossen en heidevelden. Bovendien kon er gesproken worden van een strategische ligging ten zuidoosten van het spoorwegknooppunt bij Eindhoven2 en op het kruispunt van enkele belangrijke wegen. De toenmalige bewoners moeten echter raar opgekeken hebben van de grootschalige troepenverplaatsingen die zich gedurende de laatste dagen van augustus in het jaar 1875 in en rondom hun woonplaatsen voltrokken. Daarbij mochten ze van geluk spreken dat er dit keer geen boerderijen in brand geschoten werden! Kapitein der infanterie G.H. Niermans woonde deze oefening bij en nam een beschrijving op in de regimentsgeschiedenis die hij van zijn 2e Regiment Infanterie schreef (zie bronopgave). Deze beschrijving vormt de basis voor dit  
                                                

1 Dit spoorwegknooppunt werd gevormd door de spoorlijn Tilburg - Eindhoven - Venlo en de spoorlijn Eindhoven - Hasselt. Beide spoorlijnen kwamen in 1866 gereed.  

artikel, eveneens interessant voor ons omdat hij ook enkele geografische benamingen  gebruikt die in onze huidige tijd in onbruik zijn geraakt. 

De Divisiestaf die de oefening leidde vertrok op 22 augustus omstreeks 10 uur uit Weert naar Heeze. Ik wil u het volgende citaat van Niermans hierover niet onthouden: Het muziek van het 2de regt. inf. en een groot aantal officieren hadden zich verzameld aan de brug naar Maarheeze, om den divisie commandant uitgeleide te doen. Dat eerbewijzen als deze treffen, wie zal het ontkennen? Weinig geteld in diepen vrede, reeds geacht bij dreigend oorlogsgevaar en als redder beschouwd, wanneer werkelijk de oorlogsfakkel is ontstoken, ziedaar de maat waarmede den Nederlandschen krijgsman zijn deel wordt toegemeten . Op dit gebied was er in 1875 niets nieuws onder de zon... 

23 augustus 1875

Het scenario voor deze dag was het volgende: een zuidelijke legermacht (de 1e Brigade, bestaande uit infanterie  voetvolk, cavalerie  paardenvolk en artilleriekannonnen) heeft zich meester gemaakt van Weert en Nederweert en zet haar mars voort om zich meester te maken van de spoorwegverbinding bij Eindhoven. Het doordringen naar Eindhoven moest belet worden door de noordelijke legermacht, de vijand . Volgens berichten binnengekomen bij de 1e Brigade was deze legermacht teruggetrokken naar Someren en Asten. Om te voorkomen dat de vijand het bezetten van Eindhoven kon verhinderen, moest de 1e Brigade proberen zo snel mogelijk Ginderover en Heeze te bezetten en stelling te nemen achter de Sterkselsche Aa3 om een voortrukken van de  vijand langs de 
                                                

3 Voor wat betreft de topografische namen heb ik de schrijfwijze van Niermans aangehouden. 
 71

grintweg4 Asten, Someren, Ginderover en Heeze te beletten. 

 

   

Om het bovenstaande te bereiken werd een voorhoede samengesteld van troepen die zich snel konden verplaatsen: twee eskadrons van het 2e Regiment Huzaren, de 3e Batterij van het Regiment Rijdende Artillerie, en tien mineurs (genisten) die per as vervoerd werden. Deze troepen werden onder bevel gesteld van Majoor Van Overveldt, die opdracht kreeg om in de morgen van 23 augustus af te marcheren, van Hushoven aan de straatweg van Weert, zo snel mogelijk Heeze te bezetten en stelling te nemen achter de Sterkselsche Aa. Hier moest hij een voortrukken van de vijand langs de weg Someren, Ginderover en Heeze beletten totdat de hoofdmacht zou zijn aangekomen. Had de vijand Ginderover en Heeze al bezet, dan was zijn opdracht de vijand vast te houden totdat de hoofdmacht zou zijn aangekomen. 

De hoofdmacht bestond uit vier bataljons van het 2e Regiment Infanterie (standplaats Maastricht), de 6e Batterij van het Regiment  Veldartillerie, het overschot van het peloton
                                                

4 Niermans spreekt nu eens van de grintweg tussen Someren-Ginderover, dan weer over straatweg. Ik heb hierbij de schrijfwijze van Niermans gevolgd.

mineurs en de 2e Compagnie Artillerie Transporttrein. Deze volgde de voorhoede in de loop van de ochtend vanuit haar verzamelgebied bij de Maarheezer Hutten, in de richting van Maarheeze. Hier gearriveerd werd het 4e Infanterie Bataljon als rechterflankdekking over Vogelberg en Euvelwegen naar Ginderover gestuurd. Zijn verdere bestemming was het aflossen van de cavalerie bij de overgangen aan de Sterkselsche Aa en versterking van de cavalerie bij Ginderover. Als de vijand geen of slechts een zwakke poging zou wagen om langs de weg Someren-Ginderover op te rukken, dan moest de hoofdmacht over Leende, Boshoven, Aalsterhut en Heinend naar de straatweg Hasselt-Eindhoven marcheren en zich in het bezit stellen van het spoorwegknooppunt bij Eindhoven. Als daarentegen de vijand reeds bezit genomen zou hebben van Ginderover en Heeze, dan moest de hoofdmacht proberen hem over de Sterkselsche Aa te overvleugelen en zijn terugtochtweg Someren-Asten af te snijden. 

Rond acht uur s morgens stiet de cavalerie van de voorhoede op vijandelijke cavalerie die Leende had bezet. Na voorbereiding door het vuur van de rijdende artillerie lukte het de voorhoede Leende te bezetten. Beschermd door de cavalerie, die noordelijk van Leende het terrein verkende, marcheerde de rijdende batterij op en opende het vuur op een vijandelijke colonne die aanrukte langs de Heezerweg. Door het opdringen van de vijand echter was de voorhoede, die de dorpsrand inmiddels met afgestegen cavalerie had bezet, genoodzaakt Leende weer te ontruimen. De hoofdmacht van zowel de 1e Brigade als de vijand naderde intussen het dorp. 

Op dit moment greep de Divisiegeneraal in en liet de oefening staken. Reden was dat het niet zijn bedoeling was geweest dat gevechten in en om Leende plaats zouden vinden, maar bij Heeze, omdat hier tactisch gezien veel meer te leren viel! De vijand was klaarblijkelijk iets te enthousiast geweest in zijn oprukken. Met een 
 72

royaal gebaar verklaarde de generaal de 1e Brigade overwinnaar van het gevecht omdat zij de meeste troepen bij Leende had. De vijand moest terugtrekken. 

De flankdekking van de 1e Brigade marcheerde inmiddels van Maarheeze over Vogelberg en Sterksel naar Euvelwegen. Zij loste de cavalerie af die door de voorhoede was afgezonden om de bruggen over de Sterkselsche Aa te verkennen en te bezetten, waarna de mars vervolgd werd over Ginderover naar Heeze. Hier ontdekte zij een peloton vijandelijke infanterie, die de bagage van de vijand beschermde, die zich in Heeze bevond. De vijand echter trok, de opdracht van de Divisiecommandant opvolgend, terug in de richting van Kasteel Heeze. Hierna vervolgde de flankdekking haar mars tot Strabrecht, waarna de oefening voor deze dag beëindigd werd. 

 

De troepen maakten zich op voor de nacht en betrokken voor wat betreft de 1e Brigade de volgende kantonnementen5:

- Hoofdkwartier in Heeze

- 1e Bataljon Infanterie in Eindhoven

- 2e Bataljon Infanterie in Geldrop

- 3e Bataljon Infanterie op bivak

- 4e Bataljon Infanterie op Stratum, waarvan:

- 1e en 2e compagnie in Zes gehuchten

- 3e compagnie in Heeze

- 4e en 5e compagnie in Leende

- Huzaren, staf en 2e eskadron in Leende, 1e                   eskadron in Heeze

- 6e Batterij Veldartillerie in Leende

- 3e Batterij Rijdende Artillerie en Artillerie     

Transporttrein6 in Heeze

- Mineurs en sappeurs (genie) in Heeze.  
                                               

  5 Kantonneren is het inkwartieren in bijeen liggende woonplaatsen. 6 De Artillerie  Transporttrein  bestond uit alle voertuigen die de artillerie batterij volgde en die nodig waren om de batterij inzetbaar te houden. Dit betrof dus de wagens met munitie, een mobiele smidswagen, enzovoort.


Daarnaast bivakkeerde een groot deel van de voorhoede op de heide, oostwaarts van de brug over de Sterkselsche Aa, bij Ginderover. 


24 augustus 1875

Voor deze dag werd een nieuw oefenscenario bedacht: twee brigades staan met hun voorhoedes tegenover elkaar op de heide gelegen tussen Heeze, Leende, Someren en Lierop. De 1e Brigade kan niet vóór 10 uur s morgens op ondersteuning rekenen. Daarom moet zij een verdedigende stelling innemen met flanken die op moeilijk begaanbaar gebied rusten, zodat de vijand gedwongen wordt om vanuit Someren een frontale aanval te ondernemen. 


Om aan deze opdracht te kunnen voldoen werd door de 1e Brigade een stelling ingenomen van het Bultven achter langs het Witven, naar het Henneven. Deze stelling werd door de straatweg Ginderover-Someren, tussen mijlpaal 47 en 48 in twee delen gesplitst. De rechterflank werd zo beschermd door de Lange Bleek, het Peelven en de Rouwvennen; het front door het Bultven, het Witven, het Grafven en het Henneven; de linkerflank door het Beuven, de Witte Loop en zijn moerassige oevers. Ten zuiden van de straatweg werd de stelling versterkt door het ingraven van tirailleurs7. De beschikbare troepen werden als volgt in deze stelling geplaatst: de 6e Batterij Veldartillerie ten westen van het Bultven op een knooppunt van heidepaden, vanwaar het de grintweg en het voorgelegen terrein kon bestrijken; een infanteriebataljon en drie compagnieën ten zuiden van de straatweg; twee infanteriecompagnieën aan het défilé (doorgang) tussen het Witven en het Henneven; één infanteriecompagnie bij het défilé tussen het Henneven en de Steenbleek; de overige twee compagnieën van dit infanteriebataljon achter deze compagnieën in reserve; één infanteriebataljon werd in reserve gehouden tussen de straatweg en de
                                                

7 Infanterie die het gevecht in verspreide orde voert
 73


 

 

Rouwvennen. Twee infanteriecompagnieën, die de versterking voor moesten stellen, begaven zich van hun kantonnementen in Zes Gehuchten naar de Rul. De cavalerie en rijdende artillerie was uitgezonden om de vijand te verkennen, en nam na het oprukken van de vijand stelling op de rechtervleugel, met uitzondering van een peloton cavalerie dat op de linkervleugel met waarnemingsdienst werd belast. De vijand ondernam nu een frontale aanval op de bovengenoemde
posities. Een batterij artillerie kwam bij het Turfven in stelling en ontving onmiddellijk vuur van de artillerie bij het Bultven. De infanterie van de vijand marcheerde over de brug van de Pijlreet [Peelrijt] en stelde zich op in slagorde. Daarna werd de hoofdaanval uitgevoerd op het deel van de stelling zuidelijk van de grintweg. Het vuur van de artillerie noch dat van de ingegraven infanterie wist de aanvaller tot staan te brengen. De rechtervleugel van de 1e Brigade was 
 74


genoodzaakt te wijken en trok terug op het houtgewas , achter de ingenomen stelling gelegen. De linkervleugel moest uiteindelijk ook wijken om niet afgesneden te worden en deed dit in de richting van Heezerenbosch. Inmiddels was de versterking die op de Rul stond ontboden en deze kwam in de nabijheid van het gevechtsterrein aan, waarna de oefening gestaakt werd. Na zich verzameld te hebben op de heide defileerde de 1e Brigade langs de brigadecommandant, waarna vergelijkbare kantonnementen betrokken werden zoals hierboven reeds beschreven is. 


25 augustus 1875

Op deze dag trokken de troepen verder richting Eindhoven, en namen nieuwe kantonnementen in: - Divisiestaf in Eindhoven - Hoofdkwartier 1e Brigade in Stratum - 1e Bataljon Infanterie in Woensel - Van het 2e Bataljon Infanterie de staf, 3e en 4e compagnie in Zeelst; 1e en 2e compagnie in Gestel; 5e compagnie in Strijp - Van het 3e Bataljon Infanterie de staf en de 2e compagnie in Gestel; de 1e compagnie in Veldhoven; de 3e compagnie in Eindhoven; de 4e en 5e compagnie in Zes Gehuchten - 4e Bataljon Infanterie in Geldrop - Huzaren; staf en beide eskadrons in Woensel - 6e Batterij Veldartillerie in Strijp - 3e Batterij Rijdende Artillerie in Veldhoven - Artillerie Transporttrein in Stratum - Mineurs en sappeurs (genie) in Woensel.   


26 augustus 1875

Op deze dag vond een oefening plaats op de Strijpsche Heide. Niermans verklaarde dat dit heideveld moeilijk begaanbaar is doordat het doorsneden is met diepe voren, onzichtbaar door de lange heide. Hierdoor is het een zware kluif voor de oefenende troepen. De vijand had stelling genomen front makende naar Strijp. Het overige deel van de deelnemende troepen stond rechts en links van de Eindhovenschen Dijk in positie, met het front naar Oirschot. Van hieruit werd een aanval op de vijand ondernomen. 


Na afloop van de oefening hield de Divisiegeneraal revue over de troepen, waarna deze weer naar hun kantonnementen marcheerden. De volgende dag gingen de troepen terug naar hun garnizoensplaatsen. Voor het 2e Regiment Infanterie betekende dit dat het per spoor terugkeerde via Venlo naar Maastricht. Hiermee was de slag om Heeze gestreden.  


Ik besluit met een citaat van Niermans dat de toenmalige militaire geest goed weergeeft: De opgewektheid en slagvaardigheid waarmede de inf. na een langen marsch hare kantonnementen bereikte, was een krachtig getuigenis voor den goeden wil, die de Nederlandschen milicien bezielt en zijne geschiktheid om spoedig een voor den oorlog bruikbaar soldaat te worden.
  
Voornaamste bron: Kapitein der Infanterie G.H. Niermans, Geschiedenis van het 2e Regiment Infanterie, Maastricht 1876.   

Ga terug