Het St. Catharina en Barbaragilde van Geldrop.

Heemkronijk jaar:1969, jaargang:8, nummer:2,  blz.12 -20

HET ST. CATHARINA EN BARBARAGILDE VAN GELDROP

door: A.Jansen

Reeds vele malen hebben onze gilden aandacht gekregen in de Heemkronyk. Maar over één gilde uit het werkgebied van onze kring werd tot op heden nog niets geschreven; het Catharina en Barbaragilde van Geldrop.
Zoals van zovele schuttersgilden is ook van dit gilde geen oprichtingsdatum bekend en in de bewaard gebleven papieren is daarover ook niets te vinden. Jolles die de Noord-Brabantse gilden heeft beschreven (De schuttersgilden en schutterijen van Noord-Brabant, ‘s Hertogenbosch 1933:Geldrop op blz. 135-137), geeft hierover ook geen opheldering. Hij schrijft: "Een jaar of tijd van oprichting blijkt uit dit alles niet; vóór 1719 (oudste schild)".
Maar dat dit gilde toch wel ouder is blijkt uit twee dingen n.l. uit de Beschrijvinghe van de Meijerije van Hertoghen-Bossche van Jacobus van Oudenhoven (inden jaeren 1649 voor de eerstemael uitgegeven) waar we op pagina 41 het volgende kunnen lezen: "Tot Geldrop sijn oock in wesen twee schutterijen als sijnde de oude schutterije onder den tijtel van St. Joris waer onder den Heere ordinaris is/ende hen jaerlijcx vereert een tonne bier/als sij schieten/ op conditie datse moet assisteren alster eenige ghevangenen of delinquanten moeten in gehechtenisse gehouden ende gebracht worden mede tot de justitie/ende de jonge schutterije onder den tijtel van S. Catelijn welke twee sijn in goeden staet ende treffeliick met Vendelen ende Tamboiren voorsien als sij schieten de Papegai ende optrecken/daer is noch eene geweest onder den tijtel van St. Anthonis dan die is vergaen".
Het tweede feit waaruit een hogere ouderdom blijkt is het schild uit 1729 waarop vermeld wordt, dat dit het 51ste schild is (zie afbeelding). Als we nu aannemen dat men om de 3 tot 5 jaar koning schoot, dan moet het gilde toen (in 1729) minstens 150 jaar bestaan hebben.
Het gilde bezit nog enige oude gildepapieren, waaronder:  

1.  Een klein oud boekje in een perkamenten kaft. Dit boekje begint met: "Hier volgen de jaerlijcken inkomste voor de gulde van Sinte Catrina". Een gewoon kasboekje dus, met de gebruikelijke posten van omstreeks 1720 af.

2) Een gezegeld stuk uit 1722, dat handelt over de verkoop van een zeker perceel land (2Lop. 13 roeden) aan het Sinte Catalijne  Gilde. Volgens het stuk lag dit perceel "binnen deese heerlijkheit Geldrop ter plaatse genaampt kleijn braakhuiisen". Er komen ook enkele namen van gildebestuurders in voor: "A. van der Stappe kooning van de Sint Catalijne gilde alhier Joost van den heuvel vaanderig van dees gilde en hendrik van Dijk Deeken van de Gilde". Laatstgenoemde is dezelfde als Henricus van Dijck, die op 4 augustus 1698 te Geldrop werd geboren; van hem is het koningsschild van 1719 (Zie hiervoor L.G. van Dijck o.s.a., Genealogie Van Dijck, CuIemborg, 1966).

3) Boekje in slap perkamenten kaft, dat begint met "ten vierden" en waarschijnlijk dus een of meer bladzijden mist. Het is een gewoon aantekenboekie met o.m. de ingekomen rente- en pachtgelden vanaf omstreeks 1735. We vinden in dit boekie ook nog andere gegevens zoals; "1778 den 12 November ontfangen van hendrik en peter van der Sanden de jaare 1775, 1776, 1777 en 1778 de somme 8=7=0." Over de gildetrom lezen we er het volgende: "1806 den 26 Julij heeft Migiel Oudens de trom aengeveert van de guld S. Catrina Barbara tot  Geldrop. Op de volgende conditsie dat den aanneemer de trom op zijn last moet onderhouden in vel en snaaren. En den aanneemer zal gehouden zijn altoos te compareeren wanneer Hij zal opgeroepen worden". Dat waren de plichten, verderop vinden we de voorrechten. "Dan zal den aenneemer vervolgens ook de voordelen genieten die de trom eigen zijn als naamentlijck zoo menigmaal als een Coningsvogel geschooten zal worden van ieder teergast een halve schelling. Ook van ieder gulde Broeder die onder Guld komt een halve schelling. Tot waarkoming van het voorschreven teekent den aenneemer zijn naam. Dit merk x set Migiel Oudens en betekent niet anders te connen schriiven". Tenslotte nog een aantekening uit dit boekie: "1792 den 6 September, hebben wij . t . gulde Velt genaampt den raeskop verhuert voor 6 naest volgende iaeren. 
ln den jaeren 1793,t. Selve heeft gehuert Joest: J: Vogelpoel voor 15-0-0. Vermits hij korten kan als er geschoten word 10 stuijvers. Borg Peeter Fransen en Antonij: J: Van den Huevel".

4.Een gezegeld en gedateerd stuk van 26 maart 1760. Het is een interessant stuk, waarvan we hieronder een gedeelte weergeven. "Conditien en voorwaarden op welke Adriaan van den Broek, soo voor hem selven als meede beneffens joost van den Huevel, in qualiteit als wettige Gelede momboir (=voogd) over de onmondige kinderen van peter van col  verweckt bij Mana van den Broeck; Louw van Duuren soo voor hem selven als ook beneffens, arnoldus van Zeeland, in qualiteit als wettige gelede momboir over de minderjarige kinderen van wijle Francis van Duuren, volgens decreet en authorisatie van officier en schepenen deser Heerliikheid Geldrop siinde van dato den 7 febr. 1760, johannes van Col soo voor hem selven als meede in qualiteit als last en procuratie hebbende van anna maria en catharina van Col sijne susters voor den notaris peter gerardie en seliere getuigen gepasseert tot antwerpen den 8 febr. 1760 en Jan Geldes als man en momboir van sijn Huijsvrouw johanna van Duuren en alzoo tesaamen, kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijle de weduwe van Duuren te voorens weduwe van Adriaan van den Broek ten overstaan van Heeren, offecier en Scheepenen der Heerliikheid Geldrop publiek en voor alle man aan de meest biedende sullen verkoopen de vaste onroerende goederen hier breeden gespecificeert door de voorn. weduwe nagelaten en gelegen onder deze heerlijkheijt geldrop soo als alle deselve hierna te koop sullen worden gestelt".
Hierna volgen twintig artikelen waaraan de kopers zich moeten houden o.m. "te betaalen in goed gangbaar silver geld" (art. I).
"De Kooper off Koopers sullen ook moeten betaalen den 40 Penning aan 't gemeene lant van de volle Coopschat Slaegen, begroote Renthen Chijnsen, en Pagten, onvermindert haare uijit te loovene Coop penningen" (art. Vll).  “item reserveeren de verkoopers de opgaande bomen die apart verkogt sullen worden alsmede het schaarhout" (art. XX). Tenslotte volgt dan een uitvoerig verslag van de verkoop, waarop we hier niet verder in gaan .

5) Een boekie in een slappe perkamenten kaft met aantekeningen van omstreeks 1790 tot 1808. In dit boekie vinden we vooral aantekeningen betreffende verpachting van de gildeakkers: "1793 den 5 september sullen wij koning en dekens voor 3 naestvolgende jaeren aenteveerden te oogst in .t. jaer 1794 en den selven te laten liggen te oogst. Den selven heeft gehuert martinus van der Linden voor 8-10-0. borg antonius van grootel en antonius van den huevel.     "Ontfangen den 3 mei 1798 van antonij van grootel van den grooten akker van het jaar 1797 10-5-0. Den selven dito ontfangen van Martienus van der Linden van den hoekakker van het jaar 1797 4-2-0. Den selven dito ontvangen van goort van Noorwegen van den raeskop de huur van het jaer 1797 4-10-0.“ Verder werd "den 7 september 1797 den korten akker voor 3 naestvolgende jaeren" verhuurd. Maar in het boekje komen niet alleen maar pachtzaken voor. "Den 6 september 1799 aen de Heiister betaald voor reparatie aan het vendel somma 0-2-0. Nog betaalt voor den Bandelier aen de trom stofatie en maakloon somma 0-12-0. Den 7 september 1800 aen den tamboer betaalt voor naar Hees te gaan om een pluijm te haalen voor den Capiteiin 0-4-0. Voor het eerst komen we in dit boekje ook aantekeningen tegen over de aanname van nieuwe leden: "1800 den 1 september ontfangen van govert van der heijden van onder de guld te kome 1-0-0.

6.  Een boekje zonder kaft, waarin soms met potlood aantekeningen zijn gedaan die nagenoeg onleesbaar zijn geworden. Het handelt over de verkoop van schaarhout in 1867. Verder bevat het boekie een grote lijst met namen van personen die in 1867 geteerd hebben. Het zou interessant zijn deze namen eens te publiceren, maar tot zolang kunnen     geïnteresseerden altijd terecht in het gemeentearchief van Geldrop, waar de gildestukken bewaard worden. Tot zover wat de papieren ons te zeggen hebben. Begrijpelijkerwijs kon dit  slechts een keuze zijn. Wel willen we nog vermelden, dat het in de stukken wemelt van aantekeningen over het tappen van bier aan de schutterij. Deze gegevens heb ik bij de beschrijving van de afzonderlijke stukken achterwege ge1aten daar ze historisch gezien van weinig betekenis zijn. Het gaat ons heemkundigen toch in de eerste plaats om gegevens die voor de plaatselijke historie van belang kunnen zijn en die wij hier zo nauwkeurig mogelijk hebben weergegeven.

Het gildezilver.

Uit de kostbare collectie koningsschilden kunnen we eveneens veel interessante gegevens halen, die voor de streekgeschiedenis van belang kunnen zijn. Een uitvoerige behandeling van het koningszilver lijkt ons hier dan ook op zijn plaats, waarbij we speciaal de aandacht vragen voor de meestertekens; merktekens die zilversmeden op hun werkstukken aanbrachten. Vooral het meesterteken G.S., dat bij het Geldropse gilde voorkomt verdient aandacht omdat hiervan weinig werk bekend is. Aan koningsschilden bezit het gilde:

1.)  1719 Hendricus van Dijck als coninck van sinte catarina Barbara gilde Geldrop. Afb.: Lakenverkoper met in zijn hand een ellemaat. (Dit schild is afgebeeld in Genealogie van Dijck, L.G. van Dijck osa, Culemborg 1966, blz. 20) Hierboven is het familiewapen van Hendricus van Dijck afgebeeld evenwel zonder helm, dekkleden en helmteken. Merk: wereldbol met daarboven een kruisje (zie hiervoor F. Crooy, Les orfèvres de Bois Ie Duc et leur poinçons en catalogus Brabants zilver, ‘s Hertogenbosch 1965, nr. 107) van de Eindhovense edelsmeden familie Keijsers die zich in 1710 vanuit 's Hertogenbosch in Eindhoven vestigde. Dit merk komt veelvuldig voor op zowel gildezilver als kerkelijk zilver, o.m. op een zilveren wierookvat uit 1734 in de kerk van Geldrop centrum (zie: drs. W.H.Th. Knippenberg, Het gildezilver van Leenderstrijp; Heemkronyk, irg. VI, blz. 30-32).

2.) 1729 Paulus Reijmakers Dobbel Coninck van sinte Catrina Barbara Gult tot Geldrop anno 1729 Het 51 schilt (zie afbeelding). Afb.: lakenverkoper achter tafel. Merk: als 1. Keijsers. Dit merkteken is (iets vergroot) onder in het hierbij afgebeelde schild weergegeven.

3.) 1738 Geldrop Johannes van den Heuvel coninck van Sint Catrina en Barbara Gult. Afb.: Twee ruwbollen (vermoedelijk) om kaalgeweven stoffen weer ruw te maken en boven in het schild een kroon. Merk: als 1 (Keijsers).

4.) 1743 Wilhelmus de Bruijn coninck van Sint Catrina en Barbara Gult. Afb.: Tafel met laken stoffen en ellemaat. Merk: onduideliik.

5.) 1749 Josephus Nicolaas Verhoeven groot coninck van St. Chatarina B gult tot Geldrop anno 1749. Afb.: Tafel met stapel laken stoffen en ellemaat. Merk: zespuntige ster (mogelijk Eindhovens stadsmerk?).

6.) 1754 Johannes Paulus Reijmakers coninck van S Catrina Gult tot Geldrop Anno 1754. Vermoedelijk is hij een zoon van de onder nr. 2 genoemde naamgenoot. Afb.: Lakenverkoper staande achter tafel. Duidelijk is het schild van 1729 (nr. 2) voorbeeld geweest voor dit schild. Merk: onduideliik.

7.) 1759 Martinus Schenkels coninck van S Catrina Guld tot Geldrop anno 1759. AFb.: Slager met hakmes in zijn handen en een koe. Merk: (G.S.). Aanvankelijk dachten we dat dit van de Helmondse zilversmid Jasper Sluijers was, maar nader onderzoek wees uit, dat deze merkte met I.S. Dit merk blijft dus nog een raadsel. Het komt vooral voor in de omgeving van  Eindhoven n.l. bij St. Catharina te Nuenen (1766 en 1770); bij St. Joris te Strijp (1783); St. Joris Stratum (1765) en St. Joris te Woensel (1760). Mogelijk hebben we te doen met een Eindhovense zilversmid die  misschien door middel van archiefonderzoek te identificeren is.

8.) 1764 Jan Kems Konink van S Catrina en Barbara Gult tot Gelderop 1764. Afb.: Kuipenmaker. Deze afbeelding is bijzonder goed uitgewerkt en behoort daarom tot een van de mooiste van het Geldropse gilde. Merk: (G.S.)

9.  Er blijken twee schilden van 1764 te zijn. 1764 Martinus Schenkels Koningh van S. Catrina guld tot Geldrop 1764. Afb.: Een man met een grote bijl over zijn schouder en een koe. Het moet dezelfde zijn als de koning van 1759 (nr. 7.) Merk: G.S.

10.) 1777 Vriedus Peels koninc van S Katrina guld tot Geldrop 1777. Afb.: ploeg. Merk: van het merk is alleen de G nog te onderscheiden, maar vergeleken met de andere schilden zullen we hier waarschijnlijk ook met het merk (G.S.) te doen hebben.

11.) 1791 Joost Adrianus van Gastel dobbel Koning van St. Catrina Barbara Gild tot Geldrop anno 1791. Afb.: Boer achter voor een eg gespannen paard. Merk: onduidelijk.

12.) 1792 Johannes Jan Kemps Koning van Sinte Catherina en St. Barbara Gilt tot Geldrop 1792. Afb.: tafeltje waarop enige rollen laken stof en ernaast een man met een ellemaat in zijn hand. Merk: geen.

13.) 1808 Hubertus Prinsen Coning van Sinte Catharina en Barbara Gilde in Geldrop 1808. Afb.: Persoon achter tafel met laken stoffen mef in de linkerhand een ellemaat en in de rechterhand een fles. Merk: geen.

14.) 1812 Hubertus Van den Heuvel Coning van S Catharina en Barbaragilde in Geldrop 1812. Afb.: bierbrouwer aan het werk met in zijn hand een grote maatstok en een grote kuip waaraan een kraan bevestigd is. Merken: geen.

15.) 1821 Henricus Gregorius Princen Koning van St. Catharina en Barbara Gild te Geldrop 1821. Afb.: H. Catharina en H. Barbara. De H. Catharina heeft in haar linkerhand een zwaard en in de rechter een tak; op de achtergrond het rad waarmee deze heilige gemarteld zou zijn. De H.Barbara is afgebeeld met in haar rechterhand een torentje en in de linker  een tak. Merk: geen.

16.) 1853 Francis van Riel koning van Ste Catharina gilde te Geldrop 1853. Afb.: Timmerman met pijp in de mond en bezig met schaven. Merken: WH met ossekop van W.F. Hermans, die in 1806 in Oss werd geboren (vandaar de ossekop) en te Eindhoven werkzaam was van 1835-1867. Verder vinden we op dit schild de jaarletter T voor 1853.

17.) 1859 Hubertus van Gestel Koning van Ste Catharina en Barbara Gilde te Geldrop 1859. AFb.: metselaar bezig met het metselen van een muurtje. Merken: jaarletter Z voor 1859; een  leeuwtje 2 met opgeheven voorpoot (gehaltemerk, 2° gehalte of de z.g. 2° gehalte leeuw en tenslotte nog het minervakopje (belastingmerk voor zilver).

 

18.) 1863 Josephus Bolsius Koning van St. Catharina Gilde te Geldrop 1863. Afb. bakker voor oven met links hiervan een tafel met deeg en onder de tafel een zak met de letter I B. Aan het plafond hangen een weegschaal en wat vormen. Merk: Alleen de letters W.H. en ossekop zijn nog te herkennen. (zie hiervoor nr. 16).

19.) 1865 Peter Johannes Tijssens Koning van St. Catharina en Barbara Gilde te Geldrop 1865. Afb.: bakker die staande voor zijn oven een pijpje rookt; op tafel naast de oven zien we gereedschap maten, messen en dergelijke liggen. Merken zijn op dit beschadigde en al eens gerepareerde schild niet meer aanwezig.

20.) 1868 Peter Heinrich Siepertz Koning van St. Catrina en Barbara Gild te Geldrop 1868. Afb.: ldentiek met die van H.G. Princen van 1821, hoewel kwalitatief veel minder. Merken: leeuwtje 2 met opgeheven voorpoot; gotische letter K (jaarletter voor 1869); minervakopje en het meesterteken IN 39 voor J. Noppen (werkzaam in ‘s Hertogenbosch van 1844-1872).

21.) 1871 Wilhelmus van de Moosdijk Koning van St. Catharina en Barbara Gilde te Geldrop 1871. Afb.: schilder in werkplaats. Merken: geen.

22.) 1876 Johannes Ummelen Koning van Ste Catharina en Barbara Gilde te Geldrop 1876. Afb.: hand die een wagentje met lakenen voorttrekt en achter de hondekar een man die met een ellemaat laken afmeet. Merk: geen.

23.) 1880 Wilhelmus van de Moosdijk (dezelfde als op schild nr. 21 van 1871) Koning van St. Catharina en Barbara Gilde te Geldrop 1880. Afb.: Zouaaf met op de achtergrond de koepel van de St. Pieter in Rome. Merken: leeuwtje 2; meesterteken WM5 (voor W. Manders, werkzaam te Eindhoven van 1878- 1905); gotische letter V (jaarletter voor 1880) en minervakop. Dit meesterteken komt samen met de jaarletter N (=1897) voor op twee ampullen met blad van de St. Petruskerk te Leende.

24.) 1882 Franz Xavier Hubert Jacobs Koning van St. Catharina en Barbara Gilde te Geldrop 1882. Afb.; aan de bovenzijde een kroon met daaronder twee in elkaar grijpende handen met daaronder weer een bloemenkrans. Misschien een ambtenaar van de burgerlijke stand ? Merken zijn vanwege doorboring niet meer te zien, alleen een gedeelte van een leeuwtje is nog zichtbaar.

25.) 1885 Gerardus ver Kerk Koning van St. Catharina en St. Barbara te Geldrop 1885. Afb.: bankwerker bezig met snijden van draad en typisch gereedschap zoals hamers, tangen e.d. Merken: geen.

26.) 1891 Hermanus Marneffe Koning van St. Catharina en St. Barbara te Geldrop 1891. Afb.: Persoon zittend achter tafel waarop inktpot; boven zijn hoofd hangt een boride met het opschrift: "Begrafenis Societeit Hoofd Agent voor Noord Brabant H. Marneffe. Op dit schild komt (voor het eerst) ook het gemeentewapen van Geldrop voor. Merken: leeuwtje 2; gotische letter H (=1892); meesterteken R B 1 (voor R. de Bruijn, werkzaam in ‘s Hertogenbosch van 1868-1912) en het minervakopje.

27.) 1896 H. van der Stappen Koning van St. Catharina en St. Barbara Gilde te Geldrop 1896. Afb.: slager bezig met het uitbenen van een beest dat aan een haak hangt terwijl iemand met een koe aan zijn hand staat te wachten. Merken: gotische M (=1896); minervakopje; leeuwtje 2 en H B 7 (meesterteken van H. Blom, werkzaam te 's Hertogenbosch).

28.) 1901 Gedipld Hoefsmid H. v.d. Velden Koning van de Gilde St. Catharina, Barbara, Geldrop 1901. Afb.: hoefsmid bezig met het beslaan van een paard. Merk: geen.

29.) 1907 P. v.d. Velden Architect Koning St. Catharina en St. Barbara Gilde 10 September 1907 Geldrop. Afb.: architekt achter tekentafel en bureau waarop tekenmateriaal ligt. Merken: Romeins zwaardje en F K2 (van F. Klaasseh, werkzaam te 's Hertogenbosch van 1928 -1962). Het schild moet tegelijk met dat van 1928 vervaardigd zijn.

30.) 1921 Albert Nicolaas Fleskens. Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal Burgemeester van Geldrop en Zesgehuchten, Koning des Sint Catharina en Barbara Gilde. In het jaar waarin bij de wet van 30 April 1921 staatsblad no 693 werden opgeheven de Gemeenten Geldrop en Zesgehuchten en werd gesticht de nieuwe gemeente Geldrop Sept. 1921.
Afb.: in elkaar gestrengelde gemeentewapens van Geldrop en
Zesgehuchten met daarboven een kroon. Merken: Romeins zwaardje (voor klein zilver) en het meesterteken J.v.H. 2 van J. van Hout uit Eindhoven (de voorloper van de fa. Van Hout Ververgaard).

31.) 1925 J.M. Baron van Tuyl van Serooskerken koning van het St. Catharina en Barbara Gilde te Geldrop 1925. Afb.: schutters met een vaandrig en het familiewapen Van Tuyl van Serooskerken. Het is een bijzonder mooi schild met een gesoldeerde parelrand. Merken: Leeuwtje 2; naar links kijkende minervakop met C (C= Den Haag); jaarletter T (=1929) en een meesterteken.

32.) 1928 E. Verstappen weefmeester Koning St. Catharina en St. Barbara Gilde te Geldrop 6 september 1928 Geldrop. Afb.: man achter weefgetouw. Merken: Romeins zwaardje en meesterteken F K2 (=F. Klaassen).

33.) 1936 W. v.d. Boom Koning St. Catharina en St. Barbara Gilde te Geldrop 8-9-1936. Afb.: groentekweker die juist van zijn werk overeind gekomen is. Merken: leeuwtje 2; naar links gekeerde minervakop met K (is kantoor Den Bosch) en jaarletter D (=1938).

34.) 1952 M. Turken Koning van de St. Catharina en St. Barbara Gilde Geldrop 5 augustus 1952. Afb.: schoolmeester met op het bord de formule (a+b) (a-b). Merken: leeuwtje met daaronder ll (vanaf 1 sept. 1953 werd de oude aanduiding 2 vervangen door het romeinse cijfer II; zie hiervoor W. Koonings 19e Eeuws Zilver, blz. 112); minervakop; jaarletter W (1956) en het monogram van de Eindhovense firma Van Hout Ververgaard.

35.) 1948-1960 W.J. Verkerk Gas- en Waterfitter Koning van St. Catharina en Barbara Gilde Geldrop 3-8-1948 en 9-8-1960. Afb.: een fitter bezig met het snijden van schroefdraad op een pijp. Merken: Romeins zwaardje met daarin het getal 835 (= 't gehalte) en het meesterteken C met een vogeltje R.

36.) 1956-1960 J.J. v.d. Ven Koning van het St. Catharina en Barbara Gilde Geldrop; Geldrop 1956-1960. Afb.: personenauto. Merken: leeuwtje ll; minervakop met K (Den Bosch); jaarletter a (=1960) en het monogram Van Hout Ververgaard.

37.) 1964 J.J.C. v.d. Ven Koning van St. Catharina en Barbara Gilde Geldrop 4-8-1964. Afb.: schilderspalet waarop enige potjes verf en enkele kwasten. Merken: leeuwtje ll; minervakop; jaarletter e (1964) en het monogram Van Hout Ververgaard.

38.) 1964 W.J. Verkerk Keizer van het St. Catharina en St. Barbara Gilde Geldrop 4 aug. 1964. Afb,: keizerskroon. Merken: leeuwtje ll; minervakop met letter K (Den Bosch) en monogram Van Hout Ververgaard.

Uit het gildezilver blijkt ook weer, dat Geldrop eertijds een dorp was van hoofdzakelijk wevers. Van de 27 koningsschilden van voor 1900 (Geldrop was toen Geldrop nog) waarvan op 25 een beroep is uitgebeeld, blijkt dat 9 wever waren of een aanverwant beroep hadden, 3 slager, 2 bakker, 2 boeren, 1 kuiper, 1 metselaar, 1 timmerman, 1 schilder, 1 Zouaaf en 1 ambtenaar van de burgerlijke stand. Voorts nog 1 smid-bankwerker, 1 begrafenisondernemer en 1 bierbrouwer. We zullen er hier niet verder op in gaan; men kan hierover meer vinden in Beschrijving van Stad en Meijerij van ‘s Hertogenbosch door ds. Steph. Hanewinkel, blz. 297- 299 en Reize door de Majorij van ‘s Hertogenbosch door ds. Steph. Hanewinkel (1799) blz. 57, en tenslotte in Aardrijkskundig woordenboek van Noord-Brabant door A.J. van der Aa (1832), blz. 100 en van dezelfde auteur Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden (1843), dl, 4, blz. 507-509.

Naast het koningszilver bezit het gilde ook nog andere stukken, waaronder de grote patroons plaat uit 1802. Hierop staan, links St. Catharina met in haar linkerhand een tak en aan haar linkerzijde het rad; rechts staat de H. Barbara met eveneens in de linkerhand een tak en in de rechter een zwaard en rechts van haar een torentje. Merken: P R (van de Eindhovense zilversmid P. van Rees); gekroonde, zespuntige ster en de horens uit het stadswapen van Eindhoven (zie over P. van Rees, Brabants zilver IV, door drs. W.H.Th. Knippenberg in Brabantia, jrg. 17 (1968), blz. 274.
Een grote holle vogel zonder enig merk, met op de kop een kroon en op de borst twee in elkaar draaiende raderen (Vatharina).
Een zilveren plaatie, eveneens zonder merk en met het volgende opschrift: Des x scakel x hart x toe x tot x Gelderop x Die Scutterii xvv x b x.
In het midden van dit plaatje, dat van gehamerd zilver is gemaakt, is een torentie gegraveerd.
Een zilveren plaat "Aangeboden door de Gildebroeders met hunne dames v/h St. Catharina en Barbara als blijk van opleving in het Gilde Geldrop Kermis 1966".
Verder bezit het gilde nog een groot aantal prijzen die op Landjuwelen en andere gildefeesten werden verdiend. Een penning voor het oudste gildevaandel, behaald op de Federatieve dag te Strijp 12-6-‘38; een schildje voor het mooiste zilver (eveneens Strijp 12-6-'38); een penning voor het schoonste vendel (Federatieve gildendag 21 mei 1936 Boxmeer 2e prijs enz. Ook heeft het gilde nog een mooie oude trom, waarop beide patronessen in reliëf zijn afgebeeld. Tussen de patronessen in staat een leeuw met zwaard en pijlenbundel. Op deze afbeelding heeft de H. Barbara in haar rechterhand een kruisboog. De hellebaard die het gilde bezit heeft een piek van ijzer en een baard van brons. Men heeft ook nog een vaandel uit 1937. Maar Jolies (1933) vermeldt nog "witzijden vaandel met rood Bourgondisch kruis en lichte versiering" waarin de gildepatronessen in een geborduurd medaillon zouden staan en er twee jaartallen op voor zouden komen n.l. 1787 en 1893; het eerstgenoemde zou van een voorgaand vaandel zijn overgenomen. Het is wel mogelijk dat men zo'n vaandel bezit, maar dan verkeert het in zeer vervallen staat. Alleen door een ingrijpende conservering zou dit vaandel voor de toekomst bewaard kunnen blijven.

De tegenwoordige toestand van het gilde.

Jolles heeft de toestand in 1933 beschreven en eigenlijk is er sindsdien zoveel niet veranderd. Een van de jaarlijkse hoogtepunten is nog steeds de kermis. ‘s Zaterdags begint het dan al met het planten van de vlag op de schutsboom (van 1883) in de slachthuisstraat. Op kermis-maandag is er de gildemis waarna de vendelhulde aan de geestelijke en wereldlijke overheid wordt gebracht, de twee daarop volgende dagen is het prijsschieten en eens in de vier jaren koningsschieten. De patroonsdag in november wordt gevierd met 's avonds een gezamenlijke maaltijd. Regelmatig neemt men deel aan kringdagen e.d. Een groot aantal prijzen getuigen daarvan. Het gilde bezit enige zeer goede schutters, waarvan we A. van der Linden met name willen noemen.
Rest mij nog het Sint Catharina en Barbaragilde van Geldrop voor de toekomst veel succes toe te wensen en vooral iedereen te bedanken die aan de totstandkoming van dit artikel heeft bijgedragen. Wat betreft de gildepapieren is dit de heer A. v.d. Boom; voor de bestudering van de zilvermerken ondervond ik bijzondere hulp van drs. W. Knippenberg en de bestudering van het gildezilver werd mij mogelijk gemaakt door de heer J. van de Ven. Vooral ook zijn wij de heer J. Verhoeven erkentelijk voor de natuurgetrouwe tekening van het "51 : schilt".

De H. Catharina en Barbara i.v.m. afbeeldingen van deze heiligen op gildestukken.

De H. Catharina (van Alexandrië) was een koningsdochter en wordt dan ook meestal afgebeeld met een kroon op haar hoofd. Zij kon door haar wijsheid de vragen van de grootste geleerden zegevierend beantwoorden, het is daarom, dat ze vaak wordt afgebeeld met een boek in haar hand. Op bevel van Maxentius onderging zij talrijke folteringen (rad) en werd tenslotte met het zwaard gedood ca. 310.
De H. Barbara dochter van de satraap Dioscorus stierf de marteldood omdat zij zich bekeerd had tot het christendom en weigerde een heiden te huwen. Zij behoort tot de groep van veertien middelaars en symboliseert het aktieve leven.
In de i5e eeuw werden de H. Catharina en Barbara twee der meest geliefde volksheiligen; zij waren derhalve ook de patroonheiligen van talrijke gilden. De H. Catharina symboliseerde het contemplatieve leven en de H. Barbara het aktieve. We zien deze twee vrouwelijke heiligen dan ook vaak afgebeeld met torenmaqette en boek (Barbara) en zwaard en rad (Catharina). Aan deze gegevens voldoet de afbeelding op de oude, hoge gildetrom van Geldrop. De verering voor deze heiligen is veel groter geweest, dan we ons nu bewust zijn.

Ga terug