Volksverhalen blijven bewaaard.

Heemkronijk jaar:1977, jaargang:16, nummer:1, blz.8 -10

V O L K S V E R H A L E N  B L I J V E N  B E W A A R D

door: E.Kolen

Onlangs berichtte de pers dot de minister van C.R.M. besloten had de bezittingen van de "Stichting tot Codificatie van de Nederland- se Volksverhalen" over te nemen. Slechts 35.000 gulden zou betaald moeten worden voor deze grote en grootse verzameling.
De grote man achter deze stichting, tevens administrateur/direkteur, is de bekende Jacques R.W. Sinninghe uit Breda.

We vonden het de moeite waard wat meer over de samensteller van talloze boeken, waarvan het "Noordbrabants Sagenboek wel één van de bekendste is, te weten te komen.

Wie is nu deze drieënzeventig jaar oude auteur? Het blijkt dat Jacques Sinninghe datgene heeft weten te bereiken, wat voor velen een droom is gebleven, namelijk het verenigen van werk en hobby!

Oorspronkelijk was hij econoom, maar heeft met deze in Rotterdam opgedane kennis nooit veel gedaan. Het reizen trok hem meer en zo woonde hij in Venetië, Parijs en Barcelona. Hij werd free-lance journalist met een bijzondere belangstelling voor geschiedenis en volkskultuur, een voorliefde die hij erfde van zijn vader. Na diens vroegtijdige dood ging de jonge Sinninghe zelf lezen over volkskultuur, hetgeen hem tot de overtuiging bracht dat ook hij bundels wilde en kon samenstellen. Wat toen volgde, is de typische manier van werken van de onderzoeker: lezen, archiefonderzoek en noteren. Maar ook met bandrecorder steden en vooral dorpen afgaan, wat hem tenslotte een uitgelezen schat aan verhalen opleverde: over heksen en kabouters, over reuzen en dwergen, over jagers en tovenaars en wat dies meer zij.

Zo‘n vijfenveertigduizend verhalen heeft hij nu, niet alleen geregistreerd maar ook gekatalogiseerd; een katalogus, die zelfs tot in Finland verscheen!

Buitenlandse erkenning derhalve wat voorts leidde tot zijn verkiezing als bestuurslid van de "International Society for Folk-Narrative Research een organisatie, waarin deskundigen op het gebied van het volksverhaal uit de gehele wereld zitting hebben .

Langzaam maar zeker ontving hij ook in Nederland waardering voor zijn pioniersarbeid, wat leidde tot de oprichting van eerder genoemde "Stichting tot Codificatie van de Nederlandse Volksverhalen". (Een opvallend gegeven: in België en Frankrijk acht men het volksverhaal een leerstoel op een universiteit waardig.)

Deze stichting, welke in 1955 werd opgericht, formuleerde destijds de volgende beginselverklaring: "De verandering in de structuur der gemeenschap zal het teloorgaan van vele volksverhalen met zich brengen. Voor het behouden van dit cultuurgoed zal het opnemen en vastleggen van de in de volksmond levende verhalen met behulp van een recorder noodzakelijk zijn. Tevens zal het materiaal uit andere bronnen, zoals handschriften, almanakken, tijdschriften en niet gemakkelijk te raadplegen werken, verzameld moeten worden. Het bijeengebrachte materiaal dient ook gecodificeerd te worden, om het bestuderen in internationaal verband van de typen der aldus verzamelde volksverhalen mogelijk te maken."

 

Het leek ons dus een wijs besluit van C.R.M. deze verzameling over te nemen, ofschoon men wel enkele voorwaarden had: de "schatbewaarder", het Provinciaal Genootschap in 's-Hertogenbosch, moet er zorg voor dragen dat de kollektie voor iedereen toegankelijk wordt. De Koninklijke Academie moet de verzameling kunnen kopiëren. Voorts moet getracht worden de verzameling uit te bouwen. 

Naar wij dachten, alleszins redelijke en positieve voorwaarden.

Maar vooral voor Jacques Sinninghe zal het een geruststelling zijn, te weten dat zijn levenswerk weer dáár komt, waar hijzelf het vandaan haalde: bij de mens !

Als we het eerdergenoemde "Noordbrabants Sagenboek" doorbladeren, valt ons op dat ook de gemeenten welke tot de heerlijkheid "behoren", er regelmatig in voorkomen. We willen U enige voorvallen uit het verleden aandragen - wellicht dat U deze verhalen ooit hoorde of dat U nu woont op de plaats waar destijds heksen of dwergen hun bijeenkomsten organiseerden .....................

"Zo kwam in enige huizen in Leende altijd maar één kabouter, die wegens zijn ijver en handigheid om het zeerst werd geprezen. Daar zijn kleren versleten waren, lieten de bewoners een nieuw pak voor hem maken en legden het hem gereed. Bij zijn volgend bezoek trok het kaboutermanneke de nieuwe kleren aan, maar sedert die dag heeft men hem niet meer "teruggezien".

In het hoofdstuk over "spookpaarden" lezen we "dat een jongeman uit Heeze eens bij helder, vriezend weer, in een holle weg, een ruiter op hem of zag komen, zo groot als hij nog nooit had gezien. De ruiter snorde hem zo snel voorbij, dwt het was alsof een vlucht vogels de lucht doorkliefde, terwijl de grond dreunde van de hoefslag."

De redaktie wil graag in kontakt treden met deze jongeman om wat uitgebreider van hem te mogen vernemen hoe een en ander toen geschiedde !

Heksen hadden het soms ook erg moeilijk. Zo konden zij een kerk niet verlaten wanneer het misboek niet gesloten was:

 "zo had een misdienaar uit Geldrop dat ook eens vergeten, zodat de heks in de kerk moest blijven zitten. Die heks was razend en de volgende dag nam ze wraak door in zijn huis die jongen herhaalde malen aan zijn haren tegen de zoldering op te trekken."

Kortom, een lezenswaardig werk, dat ons veel leert over gebeurtenissen die in vroegere tijden de gemoederen van de mensen uit onze heerlijkheid en wijde omgeving bezighielden.

Ga terug