de vier linden leende

Heemkronijk jaar:1962, jaargang:1, nummer:4,  blz.13 -16

"DE VIER LINDEN" te Leende

door: J.R. v.d. Zanden

Sinds de grote verwoestingen door branden in Leende, nl. die van 1877 en 1890, die op enkele huizen na geheel Boshoven in de as legde, die van 1891 de "kleine kerk“ en die van 1927, welke over een lengte van ½ km 14 huizen verwoestte, zijn in Leende maar enkele merkwaardige oude gebouwen, waaraan enige geschiedenis is verbonden, gespaard gebleven.
Een hiervan is het oude huis, genaamd "De vier Linden" waar aan de overkant van de dorpsstraat in 1891 de grote brand van de “kleine kerk“ begon.
Het huis "De vier Linden" ontleent zijn naam aan vier oude lindebomen, die zeer waarschijnlijk kort na de afbouw van het huis in 1684, door een eigenaar van de familie Kemps voor het huis geplant zijn.
In de voorgevel bevindt zich, juist beven de lichtbak, een gevelsteen in omlijsting, van hetzelfde materiaal vervaardigd als de oude voegen tussen de stenen, nl. gemalen steen en roggemeel. Deze steen bevatte voorheen een inscriptie, die thans echter onleesbaar is. De bouwtrant van het huis is dezelfde als van alle oude huizen uit die tijd. De indeling van de vertrekken, kleine kamer, grote "herd", opkamer en "goot" zijn met ' de verbouwing in 1945 gewijzigd, doch de plaatsing van het dak bestaande uit gezaagde eiken opleggers, die door "hanebalken“ zijn verbonden en rusten op gezaagde ingemetselde eiken pinten, wijzen erop, dat hieraan in de loop van de jaren niets is veranderd.
Sinds onheuglijke tijden groeiden in Leende neten- en lindebomen, die a.h.w. een omlijsting om de erven vormden. Dat vooral de "Leendeboom" (op z'n Leends) het in Leende zo "goed doen" moge blijken uit het feit dat in 1930 van gemeentewegen voor de erven van woningen die zich daarvoor leenden, meestal in de Oosterikkestraat, linden zijn geplant, zodat tijdens het bloeien der linden de honinggeur waarneembaar is. Zelfs op het hoogste punt van het dorp rondom de oude kerk met monumentale toren, groeien de linden en het zou een studie waard zijn, te achterhalen of Leende, dat z'n naam ontleent aan "leengoed"; zijn oorspronkelijke naam niet te danken zou hebben aan de oude lindeboom, die ten hoogte van de kleine kerk moet hebben gestaan en waaronder de koewachters van het Leenderbroek, het Molenschut en het Cijnsgoed hun taak bespraken en waaronder werd beraadslaagd over het wel en wee van Leende.
Bij de nieuwe bestrating van de Dorpsstraat in 1927 waren "De vier Linden" een echte "sta in de weg“ vooral voor de ijverige opzichter van de Rijkswaterstaat dhr. de Bie, die met alle hem ten dienste staande middelen trachtte de bomen te verwijderen. Jac. Bax echter kreeg het na veel moeite in 's-Bosch voor elkaar dat zij gespaard konden blijven. In "De vier Linden" is men van alle markten thuis. De oorspronkelijke bewoners (Kemps) waren zijdehandelaren. Toen op 1 september 1796 een wet werd afgekondigd, dat alle kloosters werden opgeheven en van alle kloosterlingen en geestelijken de anti-koningseed werd geëist, vluchtten vele priesters naar Brabant. In deze tijd was in de "Vier Linden" evenals in het oude huis van Th. Cardinaal op de Zandberg in Leenderstrijp, een pastoor ondergedoken en werd in stilte ter plaatse de Mis gelezen.
Op 30 aug. 1834 woonde Hendrikus van Engelen in het huis van Willem Maas (Brouwer) afkomstig van Tieleman Kemps (de vier Linden) en werden op denzelven wijngaard, (die zich tegen de zuidgevel moet hebben bevonden) rijpe blaauwe druiven en tegelijk bloeijende of blomtrossen geteeld. (Zie Kronyk p. 69).
De brouwer Willem Maas, op 25 jan. 1818 gehuwd met Maria Elisabeth Kemps, als dochter van Tieleman en Joanna Catharina Hertrooijs was dus de eigenaar van "De vier Linden" woonde in Oosterik en verhuurde waarschijnlijk "De vier Linden" aan Hendrikus van Engelen.
 elkander kon "opjagen", de ogen strak gericht op het uitvallen

Van Tieleman, zoon van Henricus Kemps, zijn bekend:
1 Hendrik Jacobus, geb. Leende 1-5-1785, overl. 20-6-1869 , was gehuwd met Wilhelmina
van Mierlo, dochter van Arnold en Wilhelmina Bitters.
2 Bartholomeus Kemps, geb. 2 april 1787, was gedurende 44 jaren pastoor te Asten, aldaar
overleden 12 mei 1863
"Op 3 maart is te Ommelen op Asten, des morgens om 9 uren voor de eerste maal na de
Reformatie dienst gedaan door den Hr. Pastoor van Asten, Bartholomeus Kemps, geboren
te Leende" (Kronyk p. 100).
3 Joannes Josephus Kemps, geb. Leende 9-11-1789 gehuwd met Maria Catharina Mack geb.
Leende 7 juni 1795, overleden 25 aug. 1848.
4 Paulus Kemps, geb. Leende 16-4-1797 gehuwd 17-1-1825 met Romualda Keumen, geb.
2-2-1802 te Dommelen d.v. Joannes en Anna E1isabeth Bijnen.
Zij waren de ouders van Bartholomeus Kemps geb. 6 sept. 1836, pastoor te Heeze, Deken van het Dekenaat Valkenswaard, overleden te Heeze 2 aug. 1916.
Na de zijdehandel van de fam. Kemps was dus een brouwer eigenaar, die later "De vier Linden" verhuurde aan Hendrikus van Engelen (of Hendrikus van Engelen van de looiersfam. van Engelen was, heb ik niet kunnen achterhalen).
Vanaf 1846 tot heden is het huis eigendom van de fam. Bax. Peter Bax, zoon van Theodorus Bax, geb. 18 juli 1820, overl. 13 sept. 1900. Op 24 oktober 1853 gehuwd met Elisabeth de Waal, geb. 20 maart 1820, dochter van Johannes de Waal en Odilia de Win was de eerste der Baxen in "De vier Linden". Naast caféhouden en landbouw werd door Peter Bax een kuiperij gedreven die later door zijn zoon Jan Bax werd voortgezet.
Ten tijde van Peter Bax werden in “De vier Linden" de tienden niet alleen verpacht, doch ook opgeslagen en gedorst. De meeste koop- en verkoopdagen werden er door notarissen gehouden tijdens welke men
van de vlam der "brandende eindekens keers" die een einde maakte aan het opbieden.
Later werden de z.g. bierkaartjes ingevoerd, waardoor menig bieder om een glas bier, vaak ongewenst, ook koper werd van een stuk grond. Handige jongens hadden in die tijd de aardigheid, deze bierkaartjes na te maken en maakten van een koopdagavond een gezellig avondje.
In 1901 werd Jacobus, zoon van Peter, eigenaar van "de vier Linden". Jacobus geb. 29 jan. 1870. Op 13 mei 1901 gehuwd met Petronella van Weert geb. 1877, dochter van Francis en Helena Maria v.d. Kruijs.
Kort na de tijd, dat de postwagen was afgeschaft en een auto in Leende nog een zeldzame verschijning was, stichtte Cobus Bax een taxibedrijf als bijverdienste. Het wagenpark bestond uit een brik met donker Lux paard, later toen het verkeer toenam, aangevuld met een dogcar op luchtbanden. Voor vele late bezoekers aan de pleisterplaats "De vier Linden" was dit een uitkomst.
In 1943 kwam zijn zoon Jan Bax, geb. 7 maart 1910, in het bedrijf. Een vergunning tot verbouwing en modernisering van het huis in 1944 werd ruim een jaar later ingewilligd onder voorwaarde, dat de oude bouwtrant moest blijven gehandhaafd.
Het huis "De vier Linden" is het trefpunt van allerlei verenigingen, men houdt er bestuurs- en ledenvergaderingen, men viert er bruiloften en bij begrafenissen wordt "De vier Linden" vaak aangezocht voor de koffietafel. Sinds 24 jaar beoefent men er de handboogsport, welke club de "historische" naam draagt van "Willem Tell". De tegenwoordige bewoner, dhr. Jan Bax is als alle naamgenoten een verre nazaat van het roemrijk geslacht Backx, dat in de 80-jarige oorlog tegen de Spaanse veldheer Spinola streed voor de vrijheid der Nederlanden. (Zie: Th. A. Boeree- Kronyk van het geslacht Backx)

Ga terug