Zesgehuchten, anno 1692.

Heemkronijk jaar:1972, jaargang:11, nummer:3, blz.39

ZESGEHUCHTEN, ANNO 1692

door: Jean Coenen

Wii drossaart ende schepenen der vrije grontheerlijkheyt van Heese ende Leende, quartiere van Peelant, Meyerye van ‘s Hertogenbosch, certificeren bij desen tot requisitie van Mr. Adolphus Themasuis, advocaet voor de resp. hoove der justitie, als secretaris van Oosterwijk, dat onder de voorsr. dinghbanke van Hees en Leende resorteert, een plaets of dorp genoemt de Sesgehuchten, sijnde parochie van Geldrop ende dat de selve plaets de Sesgehugten, in ende uyt den haeren altijt heeft ende van allen oude tijden gehadt heeft twee schepenen in de selve dinghbanke van Hees ende Leende, mits gaders ook twee bysondere borgemeesteren ende insgelijkx ook besondere gequotiseert is in alle lasten als bede, verpondingen ende specialijk ook in de taxen van ‘t voorsr. quartier ende uyt desen hoof den altijt werden beschreven ter vergaderinge van ‘t selve quartier. 

Mitsgaders op deselve vergaderinge soo wel een stem heeft ende de propositièn ende daer op gevolgde resolutièn teekent als die van Hees ofte Leende tot het overhooren der rekeningen des rentmeesters van ‘t selve quartier een auditeur commiteert.
Mitsgaders dat de voorsr. plaats de Ses gehuchten op alle Meyerijsche vergaderingen affsonderlijk benevens alle andere plaetsen wert beschreven en ook aen de selve int besonder toegesonden werden, alle placcaten ende andere beveelen van de hooge authoriteyt ende voorts alles 'tgeen een separaet dorp ofte corpus in de Meyerije toekomt, uytgesondert alleen dat deselve alsvooren resolveert onder de voorsr. dingbanke van Hees ende Leende.In kennisse der waerheyt ende des ‘t oirconde, soo hebben wij de minute deses ten prothocolle onderteekent, daer van een dobbel doen uytmaken door onsen secretaris onderteekent ende metten gemeenen schependomszegel van Hees ende Leende becragtigt op den dartigsten mey zestien hondert tweeentnegentigh.


de Jongh Jan Joosten, schepen
van Vessem. 


Bron: RA Heeze R 150; Fol. 47 en 47 verso; d.d. 30-5-1692.
(De interpunctie in dit stuk hebben we zelf aangebracht.)

Ga terug