Capella de Riel II

Heemkronijk jaar:1971, jaargang:10, nummer:2, blz.22 -27

CAPELLA DE RIEL ll

door: A. Jansen

Op onze vorige bijdrage over de kapel van Riel (Heemkronyk 1970, nr. 1) ontvingen wij een tweetal belangrijke reacties, die er oorzaak van zijn, dat we opnieuw Uw aandacht voor dit onderwerp willen vragen. De heer C. van Bokhoven, gemeentearchivaris van Geldrop, attendeerde ons op een drietal kopieën van oude stukken (Inventaris D O B Altenbiezen No. 178) in het Rijksarchief. Deze in het Latijn gestelde teksten werden voor ons vertaald door de archivaris van de Abdij van Berne, H. van Bavel O. Praem. Die vertalingen geven wij hieronder in zijn geheel weer.

8 Februari 1487, eerste notariële kopie:

"Julianus, bij Gods genade bisschop van Ostia, aan de in Christus beminde geburen ter plaatsen van Reyll, in het bisdom Luik: heil in de Heer.
Uwerzijds is ons voorgesteld, dat gij uit grote godsvrucht in zekere kapel van de heilige Maria Maagd van 7 Smarten ("in planctu") Anthonius en Sebastianus, gelegen binnen de grenzen van de parochie van Geldrop in her buurschap van Riel in genoemd diocees, die nog niet is geconsacreerd, wenst, dat er door een eigen of andere geschikte priester of andere reguliere of seculiere priesters, missen en andere goddelijke diensten gecelebreerd worden, wat niet wordt toegestaan zonder dispensatie van de H. Stoel en speciaal verlof.
Waarom gij nederig hebt verzocht, voor u, uw erven en opvolgers, die er dan ter tijd zullen zijn, dat hierin genadig door de H. Stoel zal worden voorzien. Wij nu, die er op letten wat tot de eredienst behoort en graag wat dit betreft, luisteren naar de verzoeken uwerzijds, stemmen toe op gezag van onze Paus wiens zorgen wij delen en krachtens diens speciale opdracht desbetreffend na uw mondeling verzoek, aan ons gericht, dat in genoemde kapel door een eigen of andere geschikte priester, ev. priesters regulier of seculier, missen en andere erediensten op een voorlopig altaar ("altare portatile") en met andere hiertoe nodige en nuttige voorzieningen mogen en kunnen worden gehouden, na verkregen verlof hiertoe van de kant van het diocees ter plaatse of elke andere autoriteit hieromtrent en na de verkregen bevestiging van deze instanties. Met behoud van het recht voor de parochie en ev. ieder ander in alle andere zaken verlenen wij aan U en Uw erven en opvolgers ter plaatse dan wezende en aan de geburen en aan de voorn. priesters krachtens deze brief dit verlof en vrije macht en dispenseren U, uw erven en opvolgers ter plaatse, dan ter tijd wezende en de genoemde priesters hieraangaande, waarbij de pauselijke en synodale en andere besluiten, die hiermee in strijd zouden zijn, op geen enkele manier in de weg mogen staan.
Gegeven te Rome bij St. Petrus, onder het zegel van het Officie van de Poenitentiaria VIII dus februari, van het pontificaat van onze heer Innocentius VIII het derde jaar.

                                                       (oorspr. getekend) Steph. Caramellis

Deze kopie concordeert met de oorspronkeIijke brief, na zorgvuldige en woordelijke collationering; eigenhandig ondertekend en van mijn handteken voorzien, getuigt aldus: Adrianus Haengreefs, pauselijk notaris“.

 Hieruit volgt dat Julianus (titulair-) bisschop van Ostia, van het Officie van de Penitentiarie, namens Paus Innocentius VIII toestaat, dat er in de kapel van Riel onder de parochie van Geldrop, missen worden gecelebreerd.
(Notarieel, midden 16e eeuws, afschrift van Adrianus Haengreefs. Het oorspronkelijke was getekend door (de secretaris van het Officie?) Steph. de Caramellis en had een transfix van 3 juli 1487).
De vorige maal schreven we al iets over de patroonheilige van de kapel, waarbij we steunden op het Aardrijkskundig Woordenboek van A..J. van der Aa (1847), die alleen de H. Antonius vermeldt. Maar uit het voorgaande blijkt nu, dat de kapel was toegewijd aan de H. Maria Maagd van 7 Smarten, Anthonius en Sebastianus.

3 juli 1487, tweede notariële kopie:

"Johannes van Hoerne, bij de genade van God en van de Apostolische Stoel bisschop van Luik, aan zijn in Christus beminde geburen ter plaatse van Riel in genoemd diocees, heiI in onze Heer;
Opdat gij in de kapeI van de heilige Maagd Maria van 7 Smarten de H. Anthonius en Sebastianus, gelegen binnen de grenzen van de parochie van de kerk van Geldrop in het buurschap van Riel, die nog niet is geconsacreerd, door een eigen of een of meer andere geschikte priesters, regulier of seculiere, missen en andere goddelijke diensten met een voorlopig altaar en met andere hiertoe nodige en nuttige zaken zoudt kunnen en mogen Iaten celebreren, behaagt heft ons krachtens vorm en inhoud van de brief van de eerwaarde vader heer Julianus, door Gods mededogen bisschop van Ostia, waardoor wij deze brief hebben gestoken, en geven wij verlof aan Uw erven en opvolgers, aan de geburen van deze plaats en aan de voorn. priesters krachtens deze brief op ons normaal toebehorend gezag en verlenen wij de macht hiertoe; dit alles met blijvend behoud van het recht van de parochiekerk en van iedere andere instantie, (op voorwaarde), dat gij omtrent de vruchten, renten en opbrengsten van deze kapel naar waarheid en werkelijkheid binnen 3 jaar eigenhandig aan ons of aan onze zegelbewaarder wettelijk verslag zult uitbrengen; waarbij de geëxcommuniceerde, zij die onder een interdikt liggen en anderen, die aanleiding tot een of ander interdikt zullen geven, nu hiervan zijn uitgesloten.
Tot getuigenis hiervan hebben wij ons zegel-terzaken aan deze brief gehecht.
Gegeven in het jaar ons Heren 1487, de derde dag van de maand juli.
Deze kopie concordeert met het oorspronkelijk; aldus getekend: Pe(trus) de Cortback, na zorgvuldige en woordelijke collationering; dit eigenhandig en met mijn handteken voorzien, getuigt aldus: Adrianus Haengreefs, pauselijk notaris" (volgt notaristeken).

Hieruit volgt, dar de bisschop van Luik, de pauselijke roesremming van 8 februari 1487 confirmeert, waardoor hij deze brief gestoken heeft; maar bedingt verantwoording over de opbrengsten van de kapel binnen de tijd van drie jaar.
(Notarieel, midden16e eeuws, afschrift van Adrianus Haengreefs. Het oorspronkelijk was gertekend door Petrus de Cortback (secretaris van de curie?), 3 april 1510.

Van het derde stuk zijn twee afschriften voorhanden.

a. Notarieel, midden 16e eeuws, afschrift van Adrianus Haengreefs. Her oorspronkelijk was een instrument van de Luikse notaris Walterus de Heze.

b. Eenvoudig, midden 17e eeuws afschrift van a, waarbij aan het slot een en ander werd weggelaten.

Tekst van de eenvoudige 17e eeuwse kopie:

"Arnoldus Demers, priester van de Duitse Orde van de zalige Maria, altijd maagd, van Jeruzalem, pastoor van de kerk van de zalige maagd Brigitta in Geldrop, in het bisdom van Luik; aan allen en ieder, die deze brief zal lezen of horen voorlezen eeuwig heil in de Heer.
Wij oorkonden, dat het ons behaagt en dat het met ons verlof, gezag en wil gebeurt, dat in de kapel van de H. Anthonius, belijder, staande in de parochie van Riel, op het niet geconsacreerde altaar aldaar,  

door een geschikte priester voortaan van nu af aan wekelijks missen mogen worden gecelebreerd, geldig geschieden en ook door onze toekomstige opvolgende pastoors zullen gehouden kunnen worden, met behoud van he  recht van onze parochiekerk voorn., mits de priester, voor de te houden missen en door de geburen van de parochie van Riel te kiezen, ons eerst wordt gepresenteerd en zijn geschiktheid, leven en zeden voor ons vaststaan en blijken. Wij geven tevens en staan welwillend toe aan de voorn. parochianen van Riell de macht en het verlof, om zoveel missen in de kapel te laren celebreren en te laten verzorgen, als hun goed toeschijnt; dit altijd weer met behoud van het recht van onze parochiekerk, zonder ons hiervoor verdere toestemming te vragen.
Wij vragen en verzoeken onze eerw. Heer Bisschop van Luik, en de aartsdiaken van Kempenland of een van hen beiden, wie of wien de goedkeuring van deze onze brief aangaat, of zij deze brief om Godeswil willen ratificeren, bevestigen en goedkeuren en hun normaal toebehorende autoriteit in de toekomst voor altijd hierover willen laten gelden.
Echter onder de voorwaarden hieromtrent, dat de voorn. parochianen van Riell ons en onze opvolgers de gratuite dienstbaarheid, door hen ons vrijwillig verleend, althans de gewone dienstbaarheid niet wordt onthouden, maar vrijwillig en niet rechtens wordt voorgezet.
Tot getuigenis van dir alles en tot geloofwaardigheid hiervan is ons eigen zegel aan deze brief gehecht en hebben we gevraagd deze brief door de ondergetekende notaris tot groter bewijskracht van het voorafgaande te onderrekenen.
Geschied in het dorp Geldrop, in het jaar van 's Heren geboorte 1510, op de derde dag van de maand april, in aanwezigheid in het woonhuis van voorn. heer Arnoldus samen met de onderschreven notaris, van de voorzienige heren Henricus Rasor (Barbier), Walterus, zoon van Johannes, priesters en van Johannes Walterusz., schout in Geldrop, als getuigen van het Luikse diocees." (Uit de notariële kopie van Adrianus Haengreefs blijkt, dat bij de getuigen twee priesters zijn n.l. Henricus Rasor en Walterus Johannesz.)

De hiervoor onder a genoemde kopie uit het midden van de 16e eeuw heeft dezelfde tekst als de hierboven weergegeven 17e eeuwse kopie maar sluit met de woorden "Leodiensis diocesis" en wordt afgesloten: (als getuigen van het Luikse diocees), hiertoe gevraagd en van mij: (oorspr. gerekend:)Walterus de Heze, pauselijk en keizerlijk notaris en van het Hof van Luik. Deze brief concordeert met de oorspronkelijke brief, na zorgvuldige en woordelijke collationering; eigenhandig ondertekend en van het handmerk voorzien, getuigt aldus; Adrianus Haengreefs, pauselijk notaris (volgt notaristeken.)

Hieruit blijkt, dar Arnoldus Demers, pastoor van de parochiekerk van Geldrop van zijn kant toestaat dat er in de kapel van Riel missen worden opgedragen, op voorwaarde, dat de dienstdoende geestelijke hem wordt gepresenteerd en de dienstbaarheid van de gelovigen aan de parochiekerk van kracht blijft.

Tot zover deze stukken, die in belangrijke mate ons inzicht in de kapel van Riel en het gebruik daarvan, versterken.

Van de heer A.D. Kakebeeke, adjunkt-gemeentearchivaris van Eindhoven kregen wij interessante gegevens over de situering van de kapel en het "speelhuis" te Riel.
In onze vorige bijdrage waren we uitgegaan van het artikel van Kuijsten (Brab. H., I; 1949; blz. 6). Hierbij vindt U een deel van het kadastraal minuutplan gem. Zesgehuchten, sectie B, tweede blad waarop we de situatie zien zoals die in 1832 was. Op de kaart zijn kapel en speelhuis als twee afzonderlijke gebouwen aangegeven. Het speelhuis is dus niet uit de kapel ontstaan zoals Kuijsten meende. Dit drukt ons dan wel met de neus op her feit,  dat we over het speelhuis eigenlijk nog niets weten.


 Het kadastraal minuutplan van 1832 (origineel 1:2500) leert ons nog, dat kapel en speelhuis in dat jaar in bezit zijn van A. en W. van der Heijden. De kapel was dus geen kerkelijk bezit meer. De vorige keer schreven we al dat de kapel op 22 december 1819 aan de katholieken was teruggegeven. Daarna moet de kapel zijn verkocht. Maar het is nog de vraag of wij deze datum kunnen aanhouden. Na herlezing van "De restitutie der kerken in de fransche tijd" (1937, blz. 428-431) van P. Noordeloos, vragen wij ons wel af, of hier niet Riel bij Alphen bedoeld kan zijn? We moeten bij het jaartal 1819 dan ook een vraagreken plaatsen.
Bij een aantal gesprekken met oudere bewoners van Riel, kregen we nogal eens de naam "de kapelakkers" te horen. De juiste situering van de Kapelakkers, die zeker in verband met de kapel staan, is ons nog niet duidelijk geworden.

De heer Van den Boomen, die woont in de boerderij die op de plaats van het speelhuis staat, vertelde mij dat vóór de brand in zijn boerderij (+ 1945) er nog oude muren waren,‘ waaronder een met resten van beschildering, die nog van het oude speelbuis moesten zijn.

Uit dit alles blijkt wel, dat de historie van de kapel en de buurtschap Riel de moeite waard is om er ons in te verdiepen. We zijn er ons van bewust dat er nog heel wat vragen overblijven. Met Uw medewerking willen we daar graag nog eens op terug komen en zullen er opnieuw zeer erkentelijk voor zijn.

 

 

 

Ga terug