Het geslacht van Litsenburg in Heeze Leende

Heemkronijk jaar:1967, jaargang:6, nummer:2,  blz.18 -26

HET GESLACHT VAN LITSENBURG IN HEEZE LEENDE 1560-1790

door: A.F.N. van Asten 

De eerste van Litsenburg die wij in de Meierij van Den Bosch vonden, was Willem Don- der(s) van Litsenburg. Hij woonde in het dorp Leende, 10 km ten zuiden van Eindhoven, in de periode van 1560 tot 1624. Op 29-3-1624 maakten Wyllem Donders van Lytsenboerch, krank te bed en Jenneke Bus, hun testament te Leende. 1) Marijken, dochter wijlen Reynder Bussen, met hare momber, heeft verkocht aan Willem Donder van Litsenburgh, haar zwager, al haar goederen haar ten deel gevallen bij scheiding en deling van haar ouders en wel op 9 febr. 1588. 2) In 1610 zijn de schepenen van Heeze-Leende ten verzoeke van Willem die Litsenborch, geweest ten huize tot Strabregt (Heeze) waar Jacop van Veldhoven woonde, bij Anna Sweers voor haar bed, waar Anna vermits haar ouderdom op lag. Ze hebben Anna gevraagd, wat kennis zij had van de rente van f 2,- ‘s jaars die Joosten Reymen Bussen, haar neef, opgedragen had en waarvan de brief onvindbaar was. Anna verklaarde hierop, dat zij geen kennis van die brief had, maar toen zij tot Leende ten huize van Willem den Litsenborch in de kraam was, dat zij Joosten voornoemd, toen had horen zeggen, dat de brief achter zijn paard in een stijl stak en dat. . . . 3) Op een lijst met namen van inwoners uit Leende over de schade die zij geleden hadden door legers die voorbijtrokken staat te lezen: "Willem van Luxenborch: 8 gld. d.d. 1601". 4) Dat de naam van Willem van Litsenburg is afgeleid van "Luxemburg", is trouwens heel duide-lijk te lezen in diverse andere schepen-akten uit Heeze-Leende. Een er van is zelfs zeer duidelijk en luidt aldus: Wyllem Donders van Litsenboerg geeft volkomen last en procuratie aan Jan Wyllems, zijn zoon, om te heffen en beuren (ontvangen) alzulke tweehonderd gulden, lytsenborger waarde of honderd brabantse gulden. Deze som staat te ontvangen op een klooster genaarnd, Synt Janspedael tot Tryer gelegen achter de Dom en Willem geeft aan Jan, zijn zoon, last om te ontvangen en een kwitantie daarvan te geven enz. Deze akte was gedateerd 29 maart 1624. Hierbij waren de testes (getuigen); Jacop Bluyssen, absent (sic! ! !) en Hanryck Joost Goossens, schepenen in Leende. 5) Willem Donder van Lytsenburg en consorten verzoeken o.a. op 17-4-1624 in een geding tegen Jenneke, weduwe van Willem Bleesen om recht. 6) Op 27-8-1624 zijn het zijn erfgenamen die uitvoering van vonnis verkrijgen tegen Jenneke Bleesen. Willem was intussen overledenl De schepen Hendrick Joost Goossens en Hendrik Coolen in gezelschap van Peter Clevers als vorster, aangekomen ten huize van de verroordeelde op 12-11-1625, verzochten om goederen en panden. Ze verklaarden er aldaar echter geen gevonden te hebben!!! 7)
_______________________________________
1) R.A. Den Bosch: Heeze R 85, d.d. 3-4-1624. 2) R.A. Heeze R 82, folio 80 d. d. 1588. 3) R.A. Heeze R 92, losse stukken d.d. 1610 4) R.A. Heeze R 76, losse stukken d.d. 1601 5) R.A. Heeze R 77, los stuk no. 4, d.d. 1624 6) R.A. Heeze R 4, folio's 6 en 8 d.d. 1624 7) R.A. Heeze R 4, folio's 28 en 84 verso

De stamboom van Litsenburg wordt dus:

I-A Willem van Litsenburg, wonend te Leende, geboren rond 1560 en overleden in 1624. Willem was gehuwd met Jenneke Bussen, een dochter van Reym Bussen. Als hun kinderen o.a.: 1. Jan van Litsenburg, volgt II-A; 2. Petrus van Litsenburg, volgt II-B; 3. Catharina van Litsenburg, zij huwde voor de pastoor van Leende op 6-11-1625 (R.A.
Leende 2) met Joannis Peter Dingens.

II-A Jan van Litsenburg (zie I-A-1), geboren rond 1599 te Leende. Met wie hij trouwde is me onbekend. In 1635 wordt hij in een akte genoemd met Peter Willems Litsenborch, zijn broeder. 8) Ook in 1650 wordt hij nog genoemd als wonend in Leende. 9)
Zijn zoon is waarschijnlijk: 1. Jacob Jan van Litsenburg, volgt III-A Ik heb nog te weinig gegevens om het te bewijzen.

II-B Peter van Litsenburg (zie I-A-2). Hij huwde op 13-1-1615 te Leende met Mar- garetha Joannes Tielkens. In een schepenprotocol van 1624 lezen wij: "Peter, zoon van wijlen Willem Duard van Litsenborch, man van Margreten, dochter wijlen Jan Tielkens. 10) Kinderen van Peter en Margriet waren: 1. Jan van Litsenburg, volgt III-B; 2. Henrica van Litsenburg. Zij overleed te Leende op 21-7-1682. Beiden wor- den genoemd in R.A. Heeze R 98, d.d. 1665 te Leende. 3. Peter van Litsenburg? waarschijnlijk; 4. Johanna van Litsenburg? idem; 5. Catharina van Litsenburg? idem; De laatste drie personen treden nl. op als doopheffers bij de kinderen van III-B.

III-A Jacob Jan van Litsenburg (zie II-A-1) geboren 1625-1630, trok naar het nabij gelegen Heeze. Hij huwde met Persijn Janssen. In 1676 was hij een der borge- meesters in Heeze. Reeds in 1667 kocht Jacob Janssen, geboortig uit het land van Lit- senburgh een stuk grond van Hendrick Jan van Asten te Heeze. 11) Dat Jacob van Lit- senburg niet onbemiddeld was, blijkt uit de kapitalen, die hij in verschillende jaren uitleende aan het corpus (de gemeente) van Heeze. Op 1- 7- 1674 f 315,- no. 22 van de lijst van genegotieerde kapitalen. Op 16-11-1676 f 500,- no. 38 van de lijst van genegotieerde kapitalen. Op 3- 3- 1677 f 400,- no. 39 van de lijst van genegotieerde kapitalen. Op 16- 1- 1675 f 400,- no. 28 van de lijst van genegotieerde kapitalen. Aldus een lijst van betaalde interesten wegens genegotieerde kap. volgens resolutie van 31-10-1695, bij borgermeesters-rekeningen in het G.Arch. te Heeze. Jacob van Litsenburg, als evicteur uit kracht van zijn evictie blijkens de akten daartoe berustend op de secretarie, heeft na drie zondagse proklamaties te Heeze en ‘s Herto- genbosch gedaan, voor den achterstel eender rente van zes gld 's jaars op 100 gld ka- pitaal - op 1-3-1679 wettelijk verkocht aan Passcijn Janssen, zijn huisvrouw, het na- volgend geevicteerd onderpand toebehoord hebbende Luycas Hendrik Dircx van Velthoven, wezende een perceel akkerland "de oude voort" groot derdehalf (= 2½) vaetsaet en ge- legen langs de lijckwegh te Heeze. De koop is 151 gld en de 40ste penning, ook door de koper te voldoen, bedraagt fl. 1-17-12 = 1 gld, 17 st. en 12 penn. of 2½. 12). Eenvoudig gezegd: Jacob had geld geleend aan Lucas, deze kon niet betalen en zijn goed, waarop hij geleend had, werd in beslag genomen en verkocht! Eviction = onteigening, uitwinning of ontzetting. Jacob van Litsenburg overleed vóór 1688. Posina Janssen zijn weduwe, doet op 2-5-1690 afstand van haar goederen ten gunste van haar kinderen. Bij deze erfdeling 13), in een akte voor de schepenen van Eindhoven gepasseerd, kreeg Jan de oudste zoon o. a. de som van f. 1282-10-0, een huis met aangelag te Heeze en een halve akker op de Beeksche Donck. Kinderen van Jacob en Posijn: 1. Jan Jacobs van Litsenburg, volgt IV-A; 2. Hendrik Jacobs van Litsenburg, volgt IV-B; 3. Walburgis van Litsenburg. Zij huwde als Walburgje met Gerrit Jan van Exel, die eveneens in Heeze woonde en er smid was. Hij heette soms Geerit Smits van Exel en
overleed reeds rond 1677. Walburgh leefde nog te Heeze in 1714, want dan wordt ze nog genoemd als: Walburgh weduwe van Geerit Jan de Smith. 14) 4. Maria van Litsenburg. Zij huwde met Anthonis van Can of Teunis Jan van Kamp, eveneens wonend te Heeze en overleden voor zijn vrouw; hij heeft aldaar gewoond op de Hezerenbosch. In de lijst van 1696 met de inwoners, staat onder de Hezerenbosch:
Marie - Weduwe Tonis van Can met haar kinderen: Frans, Jan, Jacop, Catelijn, Anthonet, Jacomijn en Anneken (1-4-3). De zoon Jacob Anth. van Kan woonde in 1736 op de Hezerenbosch als eigenaar van huis no. 39.

_________________________________________
8) R.A. Heeze R 86, d.d. 1635 9) R.A. Heeze 87, d.d. 1650. 10) R.A. Heeze R 93, folio 24 en 25, d.d. 1624 11) R.A. Heeze R 98, folio 260, d.d. 11-11-1667. 12) R.A. Heeze R 99, folio 146 verso en 147, d.d. 1-3-1679. 13) Eindhoven R 55, folio 107 verso,‘ d.d. 1690.
14) R.A. Heeze R 104, folio 334, d.d. 1714 ook nog in folio 293-294, d.d. 1713.

III-B Jan van Litsenburg. Hij woonde te Leende. Volgens schepenprotocol van 18-6 - 1683 verkocht Hendrick Jacob van Asten uit Leende, aldaar een stuk grond, belendend G e e r t r u y d e w e d u w e van Jan den Litsenburger. 15) Zijn vrouw was Geertruy Hannen eveneens uit Leende. Zij moet rond 1713 overleden zijn want op 27-6-1713 was er een scheiding en deling tussen hun erfgenamen. De zoon Jan kreeg toebedeeld een huis, hof en aangelag gelegen in de parochie van Leende, "aan het hannen eynd", Verder een obligatie van f 200, -
genegotieerd op 19-2-1674 enz. Bij deze deling kreeg Heylken dr. van Geerit van Lyshout ook diverse gronden enz.; zie hierover ook R.A. Heeze R 104, folio 295 d.d. 1713.
Kinderen van Jan en Geertruy waren o.a.: 1. Jan van Litsenburg, geboren te Leende op 24-8-1642 en aldaar overleden 24-7-1713, doopheffers waren Adrianus Adriaan Nasen en Catharina
Litsenburger; 2. Wilhelmus van Litsenburg, geboren te Leende 13-1-1640, doopheffers Joannes Hannen en Egidia Petri Litsenburg uxor; 3. Jenneke van Litsenburg, zij werd te Leende geboren op 8-7-1638 en huwde met Geerit van Lyshout. Hun dochter Heylke van Lyshout huwde er met Peter Hendrick Coox; zij hertrouwde te Leende op 26-7-1707 met Wouter Wouter‘s Vossen, jongeman uit Leende. Uit dit laatste huwelijk werd geboren Catharina 's Vossen, die op 16-5-1734 te Leende huwde met Adriaan Pompen (zie stamboom Pompen); 4. Reynerus van Litsenburg, geboren te Leende 30-5-1646, aldus R.A. Leende, doopheffers waren Adrianus Engelen en Henrica Peter Litsenburg filia. Denkelijk is deze Reinier jong gestorven.
________________________
15) R.A. Heeze R 100, folio 67 verso, d. d. 18-6-1683.

IV-A Jan Jacob van Litsenburg (zie III-A-1) woonde te Heeze in de Eirnerikstraat. Hij huwde voor de schepenen van Heeze-Leende op 30-5-1683 (R.A.Heeze 8, folio 152) met Catelijn Jacob Bitters uit Leende. Voor de pastoor van Leende was hij (volgens R. A. Leende 4) op 25-4-1683 met haar getrouwd als Catelijn Jacob Martens, jongedochter uit Leende, aldaar gedoopt op 24-3-1652 als dochter van Jacob Peter Bitters en Anthonia Engelen Martinus dochter. Jan van Litsenburg overleed in 1697.
Zijn weduwe woonde in Heeze in de Eymerikstraat o.a. in 1714 met Peter, de zoon.
Op 30 nov. 1697 verteerden een partij ruiters in diverse herbergen te Heeze als volgt:
....... bij de weduwe Jan Jacobs van Litsenborgen f. 2-15-0. Ook werd er door de borgemeester van Heeze in dat jaar aan haar de rente betaald van f 500,- capitaal, zijnde f. 17-13-0. Jan Geerit Deelen, in 1730 borgemeester van Heeze voor de Eimerikstraat en Rul, betaalde in dat jaar wegens geleende kapitalen aan Leyntjen, weduwe Jan Jacobs
van Litsenburg, de haar toekomende interest; en wel de renten van leningen 22, 39, 81, 106 en 150 totaal van ongeveer f. 1750,- kapitaal. Niet weinig voor die tijd!!. Op 22 januari 1683 koopt Jan Jacob van Litsenburg een huis, brouwhuis en aangelag, groot ongeveer 25 roeden, van Johan Caspar de Laure, molenaar te Heeze en aldaar wonend. Dit huis kwam uit de verkochte erfgoederen van wijlen Pauwel Smidts, in zijnleven secretaris, schepen en notaris te Heeze geweest. 16)
Het is dit huis, gelegen in de Eimerikstraat waarin zijn weduwe ook nog herberg hield in 1697. Kinderen van Jan en Catelijn zijn o.a.: 1. Jacob van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 28-3-1684 met als doopheffers Hendrik Jacob van Litsenburg en Antonia Jacob Bitters. Verdere gegevens over Jacob van Litsenburg ontbreken mij; 2. Peter van Litsenburg, volgt V-A; 3. Gielen of Michiel van Litsenburg. Deze 3 kinderen waren bij een telling in 1697 nog onder de 16 jaren oud.
____________________________
16) R.A. Heeze R 100, folio 59, d.d. 22-1-1683.

IV-B Hendrik van Litsenburg (zie III-A-2), geboren en wonende te Heeze. Ook hij trouwde, evenals zijn broer Jan, met een dochter van Jacob Bitters uit Leende. Voor de pastoor huwde te Leende op 29-6-1689 Hendrik v. L. met Gertrudis Jacob Bitters, gedoopt te Leende op 2-3-1657. Deze Jacob Marten Bitters uit Leende had 5 kinderen. a. Peter Bitters, huwde in 1691 met Elisabeth Frans Jan Pompen; b. Marie Bitters, zij huwde in 1684 met Jan Joosten Maes; c. Anneke Bitters, zij huwde in 1683 met Adriaan Jan Pompen; d. Gertrudis Bitters, zij huwde in 1689 met Hendrik van Litsenburg; e. Catelijn Bitters; zij huwde in 1683 met Jan van Litsenburg. Deze huwelijken werden alle te Leende gesloten. Ook Hendrik van Litsenburg was niet onvermogend, gezien de kapitalen die hij bij de gemeente Heeze had uitstaan en waarvan hij o.a. in 1730 de rente ontving. Lening no. 38 f 500,- Lening no. 111 f 450,- Lening no. 71 f 866-14-0 Lening no.115 f 200,- Lening no. 100 f 500,- Lening no. 132 f 333, - (1/3 deel erin).

In het jaar 1695 was Hendrik van Litsenburg borgemeester te Heeze. Volgens de haardentelling in Heeze van 1697 woonden er aldaar in de Eimerikstraat: Hendrik van Litsenburg met Geertjen de vrouw en Jacop, Martynis en Mary de Kynder (2-3-0). Volgens de lijst van de koster werd er in 1732, 9 stuiver doodgeld betaald van de vrouw van Hendrik van Litsenburg, in 1736 eveneens 9 stuiver voor Hendrik van Litsenburg zelf.

Kinderen van Hendrik en Geertjen waren: 1. Jacoba van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 20-11-1689 met als doopheffers Joannes Jacob van Litsenburg en Antonia Jacobs (= Bitters). Jacoba is vermoedelijk vóór 1697 gestorven; 2. Jacob van Litsenburg, volgt V-B; 3. Martinus van Litsenburg , geboren te Heeze in 1691 en overleden te Hilvarenbeek op 6-1-1756. Hij werd student aan de, Leuvense universiteit; 17)
Bij de promotie van 1715 behaalde hij de vijfde plaats op de 131 medestudenten.
Was enige tijd leraar aan de Latijnse school te Gemert en werd in 1725 benoemd tot pastoor van Hilvarenbeek. Op 26 januari 1745 gingen de Staten Generaal akkoord met zijn benoeming tot apostolisch vicaris van ‘s Hertogenbosch. (Zie voor zijn benoeming: De strijd tussen Kerk en Staat over de benoemingen der apostolische vicarissen van 's Hertogenbosch in de 18e eeuw, door dr. G.P.J.Giezenaar, 1938; diss.) Na bijna 11 jaar bedachtzaam en behendig het vicariaat te hebben bestuurd, overleed hij na een ziekte van tien dagen, op 6 januari 1756 te Hilvarenbeek, waar hij op 12 januari in de collegiale kerk werd begraven. Zijn grafzerk werd later verplaatst naar het priesterkoor bij het hoogaltaar. (Zie ook Schutjes, Geschiedenis van het Bisdom 's-Hertogenbosch, D1. II.) Een goede biografie van Van Litsenburg ontbreekt nog. Hij was de 9e Vicarius van ‘s Hertogenbosch. 18) 4. Maria van Litsenburg, geboren te Heeze voor 1697; 5. Joannes van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 27-11-1697 met als doopheffer Jacob Jansen van Luxemburg.

___________________________
17) De Brabantse Leeuw, jaarg.7 blz. 85 "Naamlijst studenten door Pastoor H. Hens" jaar
1713. 18) Kronijk van Heeze, door P.Dominicus de Jong.O.C.R. blz.26.


V-A Peter van Litsenburg, (zie IV-A-2) geboren te Heeze rond 1690, huwde er op 6-12-1716 met Helena Goort Sijnen. Zij was een dochter van Goort Marten Sijnen uit Heeze en Maria Sassen. Een zuster van Helena Sijnen was juffrouw Catharina Sijnen, moeder op het begijnhof te Turnhout in 1749. 19) Een broer van Helena was heer Judocus of Joost Sijnen priester 20) en geboren in Heeze. In R.A. Heeze R 104 folio 318 lezen we: Heer Judocus Sijnen als lasthebbend van Sr. Rudolphus Sijnen, sijnen oom. d.d. 9-12-1713. Door een der borgemeesters van Heeze werd op 1 april 1730 een rente van f 10,- uit- betaald aan Helena Goort Marten Sijnen, weduwe van Peter van Litsenburg. Als zodanig hertrouwde Helena met Arnoldus van Mierlo. Helena is niet lang er na
gestorven, want in 1735 werd er voor haar 9 stuiver "doodschuld" betaald aan de kerkmeesters van Heeze. Ook Arnoldus van Mierlo heeft haar slechts twee jaar overleefd. Hij werd in 1737 te Heeze begraven, eveneens 9 stuiver doodschuld! Volgens zijn testament waren zijn erfgenamen, zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk: a. Barthel van Mierlo, wonende te Luik; b. Goossen van Mierlo, wonend te Aalst; c. Anneke van Mierlo, gehuwd met Jan Berkven wonend te Aalst; d. Hendriena van Mierlo, gehuwd met Peter van Gerwen, te Aalst; e. Maria van Mierlo, gehuwd met Antony Huybert Daems, wonend te Gysenrooy (Sesgehuchten); f. Martinus Jan Souwen, wonend te Heeze, als weduwnaar van Jenneke van Mierlo. Kinderen van Peter van Litsenburg en Helena waren o.a.: 1. Catharina van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 17-10-1717 met als doopheffers Godefridus Marten Sijnen en Catharina Jacob Bitters; 2. Joannes Judocus van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 29-12-1719, met als doopheffers Iudocus Godefridus Sijnen en Anna Jacob Bitters; 3. Judocus van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 20-3-1722; 4. Maria Catharina van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 9-11-1724 huwde er met Johannes Hollen. Een dochter: Helena Maria Hollen huwde te Heeze met Willem Smulders; hij overleed te Heeze op 18-12-1816 in de Ieeftijd van 70 jaar. Op 15-3-1763 ontvangt Maria Catharina van Litsenburg, huisvrouw van Jan Hollen, die in Duitsland vertoefde, een bedrag van f 150,- kapitaal terug van de gemeente Heeze.
________________________

19) R.A. Heeze R 111, folio 185 d.d.1749 en R.A. Heeze R 104, folio 196 verso d.d. 1711. 20) De Brabantse Leeuw, jaarg. 7 blz. 81: Naamlijst studenten te Leuven door Rector H.Hens. Op deze lijst staat op blz. 81: "Judocus Zijnen ex Hees". (= Judocus Sijnen) Dit moet zijn ex Heeze-Leende en niet Heesch zoals ook staat in jaarg. 8 blz. XVII. Ook
Petrus van Dijck, 1710, is ex Heeze-Leende.

V-B Jacob van Litsenburg (zie IV-B-2) werd te Heeze gedoopt... , hij huwde er op 16-6-1715 met Petronella Deelen, gedoopt te Heeze op 5-8-1691 als dochter van Adriaan Mathijs Deelen en Hendriecken Hendrick Jacobs (van Velthoven). Zij werd ook genoemd Perijn Arien Deelen dochter. Jacob van Litsenburg was in 1715 borgemeester in Heeze voor Creyl en Strabrecht; in dat Iaatste gehucht woonde hij toen vermoedelijk. In 1736 echter woonde hij volgens het borderel van de huizen op de Oude Molen en wel in huis no. 50, waarvan hij tevens eigenaar was. (Deze borderels bevinden zich in het Gem. Archief te Heeze). Volgens de dodenlijst van de koster in Heeze werd hij aldaar op 12-5-1762 begraven. Toen woonde hij "aan het kruys" bij de Oude Molen.
Zijn vrouw heeft hem niet lang overleefd want volgens diezelfde Iijst werd zij op 24-9-1762 begraven.
De erfdeling van hun goederen geschiedde te Heeze op 5-11-1762 21).
Hierbij werden zes kinderen genoemd.
Kinderen van Jacob van Litsenburg en Petronella: 1. Jacoba van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 16-3-1716. Zij huwde met Barthel
van de Weyer, die in 1762 te Boxtel woonde; 2. Adrianus van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 13-3-1719 met als doopheffers Martinus Henricus van Litsenburg (de Vicarius) en Maria Adriaan Deelen. In 1764 woonde Arien van Litsenburg te Geldrop. Van hem verder niets bekend. 3. Henrica of Hendriena van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 28-9-1722 met als doopheffers Mathias Adriaan Deelen en Francisca Joannis Vromans. Henrica huwde te Heeze op 2-2-1749 voor de schepenen met Peeter, zoon van Willem Ceelen, den Ouden, evenals in Heeze geboren; 4. Joanna Maria van Litsenburg, gedoopt te Heeze op 29-10-1724. Zij huwde te Heeze op 14-7-1754 met Gerardus Hollen, uit Leende; Gerit was eerder weduwnaar van Catharina de Bruyn. Gerit Hollen was te Leende geboren als zoon van Marcelis Hollen en Maria Aert van Engelen. Johanna Maria was in 1762 reeds weduwe.
Het is waarschijnlijk dat Johanna Maria hertrouwde. Hendrik de Laure eveneens wonend in Heeze, treedt er reeds in 1773 op als man van Jennemarie van Litsenburg. 22)
In 1778 had Hendrik geld nodig. Op een huis met hof enz. groot 128½ roeden, gekomen van Jan van Litsenburg en gelegen naast Mathijs van Gaal, Ieent hij geld van Anthony Willem Deelen. Verder ook nog op een akker, genaamd: "den akker aan de oude voort en breej-eijk", groot 70 roeden. Hendrik mag binnen een jaar zijn schuld met f 609-5-O aflossen. 23) 5. Peter van Litsenburg, volgt VI-A; 6. Geertruy van Litsenburg. In 1762 was zij meerderjarig en ongehuwd.
__________________________
21) R.A. Heeze R 114, folio 204 verso, d.d. 1762. 22) R.A. Heeze R 118, folio 80 verso, ook nog folio 202 verso, d. d. 22-5-1775;
23) R.A. Heeze R 119, folio 224 verso, d.d. 9-12-1778

VI-A Peter van Litsenburg ( zie V-B-5) werd te Heeze gedoopt op 8-12-1726. Hij woonde te Heeze op de Ketsheuvel, het deel van de Eimerikstraat waar nu ongeveer de fabrieken van Vullinghs zijn gelegen. Op 19-1-1755 huwde hij er voor de schepenen met Anna Maria Snieders, eveneens uit Heeze. Zij was een dochter van Laurens Snieders of Snijders. Op maandag 7 december 1733 had er in Heeze een openbare
verkoping plaats bij Goyart Snieders in "Den Rooden Leeuw". Hij, Goyart, werd te Heeze begraven op 15-10-1763, gewoond hebbende aan de kapel! Op 31-1-1771 verkoopt Anna Maria als weduwe van Peter van Litsenburg een huis genaamd "het huis van Jan van Dommelen" aan Hendrik Mathijs Deelen. 24) Dit huis met aangelag groot 28 roeden was gelegen in de Eimerikstraat naast Laurens Snieders, dichtbij de kapel (Zie huis no. 34). De erfgenamen van wijlen Laurens Snijders verkopen op 9 november 1774 te Heeze al zijn nagelaten goederen. Hierbij waren behalve de gronden ook enkele huizen.
Een ervan was "Den Rooden Leeuw", groot 30 roeden en gelegen naast Anna Maria als weduwe van Peter van Litsenburg. Dit huis werd voor 299 gld. verkocht aan Hendrik Snijders, een der zonen van Laurens S. en ook wonend te Heeze. - Andere kinderen van Laurens waren ook nog: Godefridus Snijders wonend te Heeze; Jan Snijders wonend te Meenen in Vlaanderen; Anna Maria Snijders gehuwd met Peter van Litsenburg; Catharina Snijders gehuwd met Johannis Smits wonend te Tongeren; Wilmina Snijders gehuwd met Adriaan van den Wittenboer wonend te Eindhoven. Een ander huis (zie no. 29) gekomen van de kinderen Willem Willem Deelen, groot 26 roeden en gelegen aan de Eimerikstraat naast Jan Hollen, werd voor f 487-10-0 gekocht door Martinus Mastenbroek. 25) Volgens de lijst van de koster werd op 11-1-1782 te Heeze begraven de vrouw van Peter van Litsenburg, gewoond hebbend op de Ketsheuvel. Kinderen? Mij onbekend. De van Litsenburgs bleken rond 1800 uit Heeze verdwenen te zijn.
Echter niet voorgoed. In het begin van deze eeuw kwamen ze er weer terug o.a. nu in relatie met de familie Wilhelm Gijsbers, Kapelstraat.
___________________________
24) R.A. Heeze R 117, folio 94 verso, d.d. 1771. 25) R.A. Heeze R 118, folio 129 verso e.v., d.d. 9-11-1774.

BIJVOEGSEL Als een aanvulling op 't bovenstaande artikel: Op de borderels van de huizen vanaf 1736, iedere 5 jaar te Heeze gemaakt, staat voor de Eimerikstraat:

Gezien deze gegevens uit de borderels enz. en vergeleken met een artikel van A.J.C.Kremer op blz. 74 van Heemkronyk, 5e jaarg. nr. 6 klopt er iets niet met de ligging van "Den Rooden Leeuw"! De herberg moet dichter naar de kapel toe hebben gelegen en niet op de plaats waar vroeger de kazerne was en nu de fa. Boelens woont!? Als we er ook nog de Kronyk van Pater Dominicus op na slaan dan zien we er op blz. 167 enkele situatietekeningen. Op die van Heeze VII A staat: 312 = hervormde pastorie van 1778. Op de borderels is dit: 31 = bewoner de predikant. Verder 311 = secretarishuis (v. Moorsel 1828). Deze 311 komt overeen met borderel no. 32 = EB: Paul Eckringa - secretaris o.a. in 1771. Misschien was Abel Jan Koeders Storm van 's Gravensand, de bewoner ervan in 1786, ook secretaris?? 't Is misschien ook zeer goed mogelijk dat die borderelnummers de huizen niet in bepaalde volgorde aangeven! Meer lukraak! Wie weet er meer over? De kazerne kan ook op nog een andere plaats hebben gelegen?

Ga terug