de leendse grond in de 19 eeuw

Heemkronijk jaar:1966, jaargang:5, nummer:1,  blz.8 -10

DE LEENDESE GROND IN DE 19DE EEUW

door: J.A. ten Cate
 
In de vóór 1925 4629 en nadien 4149 ha grote gemeente Leende werden tijdens de eerste kadastrale opmetingen 510,061 ha bouwland opgemeten, waarvan 9,2815 ha als eerste, 95,4637 ha als tweede, 220,456 ha als derde, 127,369 ha als vierde en 57,4908 ha als vijfde klassebouwland werden beschouwd 1). In de tabel van klassificatie der grondeigendommen te Leende werden de klassen bouwland net zo omschreven als in de Heezese tabel 2).
Ook de oogstschema‘s in de tabellen van berekening der onzuivere bouw- en hooilandopbrengsten bleken gelijk 3).
Te Leende werden echter hogere onkostenpercentages afgetrokken dan te Heeze, zodat de jaarlijkse belastbare opbrengsten der bouwlandklassen daar op fl. 1,- lager per ha werden afgerond. Zo werd van de onzuivere vierjarige opbrengst van het Leendese bouwland der 1ste klasse fl. 6,28 voor de bescherming der percelen met hekken of sloten en fl. 81,69 voor bemesting en vervoer naar de markt afgetrokken, waardoor het percentage der onkosten 73,72 bedroeg of 1,996 meer dan die van het bouwland der 1ste klasse te Heeze. Verder werden van de vijfjarige opbrengsten van de Leendese bouwlanden der 2de en 3de klasse 76%, van die der 4de klasse 77% en van die der 5de klasse 81% aan niet gespecificeerde onkosten afgetrokken. Zo werd de opbrengst van het Leendese bouwland der 1ste klasse op fl. 194,91 van dat der 2de klasse op fl. 1431,96,van dat der 3de klasse op fl. 2425,01, van dat der 4de klasse op fl. 891,58 en van dat der 5de klasse op fl. 172,47 getaxeerd en van al het Leendese bouwland op fl. 5115,93.
Een vergelijking van de in 1832 geldig geworden uitslag van de eerste kadastrale schattingen met het in 1890 gepubliceerde hertaxatieresultaat der belastbare oppervlakteopbrengsten levert het nevenstaande overzicht op.
Verder stonden er in 1832 te Leende 281 belaste gebouwen, waarvan de belastbare opbrengst op fl. 3547,-- werd begroot, en volgens het in 1876 geldig geworden hertaxatieresultaat der belastbare gebouwhuuropbrengsten 272 belaste gebouwen, waarvan de huuropbrengst op fl. 8416,-- werd begroot 5).
Daar de gemeentelijke opcenten op de gebouwenhuurbelasting te Leende in 1876 fl. 175,19 opbrachten en in 1890 fl. 191,-- meen ik de gebouwenhuuropbrengst aldaar voor laatstgenoemde jaar te mogen begroten op fl. 9124,-- 6).
De gehele belastbare grondopbrengst van Leende nam tussen 1882 en 1890 toe van fl. 15.560,18 tot fl. 31.764,83 of van ruim fl. 3,36 tot ruim fl. 6,86 per ha en van ruim fl. 10,27 tot bijna fl. 24,27 per inwoner, aangezien het inwonertal van Leende in die tijd van 1515 tot 1313 afnam. Te Heeze nam de belastbare grondopbrengst in dezelfde periode toe van bijna fl. 4,55 tot bijna fl. 11,05 per ha en van ruim fl. 10,36 tot bijna fl. 23,71 per inwoner en in geheel Noord-Brabant van ruim fl. 15,12 tot bijna fl. 35,87 per ha en van bijna fl. 22,59 tot bijna fl. 35,83 per inwoner 7).
Een meer gedetailleerde vergelijking zal in een volgend artikel worden gegeven.

NOTEN
1) Rijksarchief in Noord-Brabant, Archief der provinciale griffie, Inv. nr. 3516, L. van der Voordt Pieck en M. Kuijl, Statistiek der provincie Noord-Brabant (Maastricht, 1845), en Staatsblad 1924 nr. 554, volgens hetwelk de gemeente Leende met ingang van 1 januari 1925 een deel van haar grond moest afstaan aan de gemeente Maarheeze.
2) Heemkronyk, IV (1965), blz. 7 en Rijksarchief in Noord-Brabant, Archief der provinciale griffie, Inv. nrs. 3384 en 3385, tabellen nrs. 5.
3) Idem, tabellen nrs. 5 bis.
4) Idem, Inv. nrs. 3516-3518 en Verslagen van de hoofdcommissie ter herziening van de belastbare opbrengst van de ongebouwde eigendommen, II, (‘s-Gravenhage, 1890).
De bij de totalen opgegeven oppervlakten zijn die der belaste percelen.
5) L. van der Voordt Pieck en M. Kuijl, liber citatus, en Statistiek van het Koninkrijk der Nederlanden, Uitkomsten der herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen krachtens de wet van 22 Julij 1873 (Staatsblad no. 116), (‘s-Gravenhage, 1876).
6) Zie de provinciale verslagen over genoemde jaren.
7) Ter aanvulling van mijn artikel in Heemkronyk IV, blz. 47 e.v. wordt hier medegedeeld, dat de belastbare huuropbrengst te Heeze in 1832 op fl. 3396,--, in 1876 op fl. 15.355,- en in 1890 op fl. 15.883,-- werd begroot.

Ga terug