Oude volksspelen.

Heemkronijk jaar:1966, jaargang:5, nummer:1,  blz.10 -11

OUDE VOLKSSPELEN

door: C.J.A. van Helvoort   

Onze plaatselijke gilden schieten jaarlijks nog hun vogel van de hoge paal om het koningsschap. Dat deze houten vogel aan een molenwiek werd gehesen kwam vroeger veel voor en het heeft ook in Heeze wel plaats gehad. Het beugelen was in onze streken vóór een halve eeuw ook nog zeer populair. Hierop is het totaal verdwenen, maar "de Oude Glorie" van Heeze heeft het beugelen in onze gemeente voor kort weer doen herrijzen in een mooie overdekte baan, waar men de grote houten ballen met de "sleger" weer jaagt door de "tek".
Enigszins verwant aan het beugelen maar minder woest, was het jenzen, een spel met dezelfde regels als op de beugelbaan, maar hier gespeeld met de keu op een soort biljart. Ook dit spel, dat in de gehele Meijerij in vele dorpskoffiehuizen was te beoefenen, behoort nu geheel tot het verleden. Een ander heel oud balspel was het klootschieten, een woest boerenspel, waarbij de houten bal, met lood gevulde gaten, des winters over de heidewegen werd geslingerd om in groepen tegenover elkaar niets meer dan de grootste afstanden te behalen. Ofschoon het overal waar heidevelden waren en boeren woonden werd beoefend, ook zeker in onze streken, waarvan we nog kunnen lezen, dat de pastoor verbood op

zondag onder de Mis aan dit spel te doen, is het hier geheel zelfs uit het geheugen verdwenen, alhoewel het in Twente ook nu nog onder de boeren bijna zo populair als de voetbal is. Dan waren er onder de oude volksspelen nog het ganstrekken en het gansrijden, welke spelen in de 18e eeuw zeer druk werden beoefend, maar om hun wreedheid in onze tijd niet meer mogelijk zouden zijn. Op een paard gezeten reed men onder een vastgebonden levende gans door en in snelle draf moest men trachten de kop der gans te grijpen en die af te rukken. Ook schoot men wel op levende ganzen aan een paal gebonden. Door schepenen van Oss werd dit in 1757 en door die van Someren in 1762 om zijn wreedheid al verboden. Maar volgens prof. Schrijnen in zijn Nederlandsche Volkskunde werd dit spel in het Noord Brabantse Rijckevoort in zijn tijd, dit is dus in de eerste helft onzer eeuw nog beoefend als vastenavondvermaak.
Een paar oude jongensspelen van het platteland komen mij na driekwart eeuw nog voor de geest als het pinkeren en het kegelen met eigen gemaakte speeltuigen van ruw hout vervaardigd. En dan is er naast het knikkeren nog een spel, dat ik in het bijzonder nu opmerkelijk vind. Het is het spel met pijpestelen. Stukjes van de steel van een Goudse aardepijp zochten we in het bouwland en we vonden die stukjes daar maar steeds weer met handen vol, wat mij nu nog slechts kan verbazen hoeveel pijpjes tabak onze voorouders welmoeten gerookt hebben. Zeker zijn de lezers van onze Heemkronyk nog andere oude volksspelen bekend waarvan we gaarne kennis nemen. 

Ga terug