Toponomie binnen onze heemkundekring.

Heemkronijk jaar:1965, jaargang:4, nummer:4,  blz.51 -55

TOPONYMIE BINNEN ONZE HEEMKUNDEKRING

door: Joh.L. van Sante 

De meeste woorden van het Nederlands  zijn ontleend aan andere talen. Geleerden nemen aan dat wel 97 % van onze woorden zijn afgeleid uit vreemde talen. Dit lijkt een krasse uitspraak,  maar enkele voorbeelden van z.g. "Nederlandse"  woorden tonen aan, dat ze niet zo Nederlands zijn als we wel dachten: kelder, brief en venster zijn oorspronkelijk latijnse woorden; respectievelijk cellarium; breve en fenestra. Eenvoudig gesteld, is het onderlinge verkeer van mensen met een andere spreektaal de voornaamste reden van deze taalvermenging.
Ook veel van onze Nederlandse aardrijkskundige namen zijn ontleend aan, of afgeleid van andere talen. De studie om de verklaring of oorsprong van deze namen te vinden heet toponymie. In dit artikel zullen we de toponymen Heeze, Leende, Zesgehuchten, Geldrop en Sterksel behandelen.  
Alvorens dat te doen, lijkt het ons goed om enkele taalkundige begrippen en verschijnselen, die we bij de verklaring van plaatsnamen nodig hebben, aan de orde te stellen.
In de grammatica kennen we het zgn. umlautverschijnsel. Hierdoor komt het, dat onder invloed van een bepaalde letter de voorgaande letter een andere klank krijgt en later zelfs door de letter voor die gekregen klank wordt vervangen. We zullen dit met enkele voorbeelden toelichten. Vroeger zei men ‘hamadi’;  onder invloed van de letter i werd de a omgevormd tot een è en we nu spreken van hemd.
Een ander voorbeeld is het woord 'macht'; we spreken nu nog wel eens van amechtig; ook hier heeft de i zijn invloed doen gelden.
Een ander taalverschijnsel noemen we 'metathesis'. In de grammatica spreken we hiervan, als er een letter- of klankomzetting in een woord heeft plaatsgevonden. Ook hier een paar voorbeelden, waarbij blijkt, dat de omzetting vooral met de letter r geschiedt; vers en fris, drie en dertien, gort en grut enz.
En nu dan de verklaring van de plaatsnamen van de dorpen binnen onze kring:

Z e s g e h u c h t e n.    In het middelnederlands bestond het woord ghehofte, dat werd gebruikt voor een groep bij elkaar behorende boerderijen. Vóór 1920 was Zesgehuchten een zelfstandige gemeente, bestaande uit zes groepen van bijelkaar behorende boerderijen; zoals Hulst, Papenvoort, Hout enz.

 S t e r k s e l.                Deze plaatsnaam verraadt de Frankische invloed die het zuiden van ons land heeft gekend. Het is daarom duidelijk, dat vooral in het zuiden de plaatsnamen met het achtervoegsel 'sel' voorkomen (denk aan de acht  zaligheden, maar ook Woensel en natuurlijk ons eigen " Sterksel). Het achtervoegsel 'sel' is afkomstig van het Frankische woord ‘sali', dat door het hierboven al aangeduide gramaticale verschijnsel is geworden tot 'sel' .
Het Frankische woord 'sali'  ( het tegenwoordige ’zaal'?) betekende oorspronkelijk woning, nederzetting. Wanneer  we het woord woning in dit kader laten vallen, moet men niet zozeer denken aan een woning volgens onze begrippen, maar meer aan een centraal gebouw van waaruit de Frankische heer zijn onderhorigen regeerde (!). Aldus wordt voor Sterksel de verklaring gevonden in de sterke woning (sterke nederzetting).  Deze sterke woning was wellicht de zogenaamde “hof der monniken", waar Herbertus, heer van Heeze de overdracht van Sterksel aan de abdij van Averbode tekende (1172).

H e e z e.                    Van alle plaatsen met het woord 'Hees', zoals Heeswijk,  Wolfshese enz., wordt aangenomen, dat de verklaring gezocht moet worden in het Oudhoogduits woord 'haisi', wat betekent laag hout of laag bos, ook akkermaalshout. Door het al eerder genoemde gramaticale verschijnsel is 'haisi’ geworden tot ’hees’.
Heeze is dus de plaats begroeid met laag geboomte of struikgewas. Ook de naam van de buurt Heesterbeke doet ons hieraan herinneren. In dit verband is ook het artikel van de heer G. van Asten (Heemkronyk nr. 6, 1963) interessant. De heer Van Asten beschrijft daarin, dat het verdwenen gehucht "de torenmannen" van Heeze op 20 à 30 minuten lopen van het dorp lagen, en dat de boerderijtjes van dit gehucht verscholen lagen tussen bos en hakhout.

 

L e e n d e. Het toponym Leende verklaren, is niet zo eenvoudig. Veelal wordt de verklaring gezocht door Leende in verband te brengen met het woord 'leengoed', wat wel te aanvaarden zou kunnen zijn. Een andere verklaring wordt gevonden via de uitspraak van het toponiem in het dialect, namelijk 'Lint', zoals we dat kunnen lezen in het artikel "Kepittelstökekes öp ze plat Leends" van J.R. van der Zanden in het mei-juninr, van dit jaar; Lint zou een afleiding kunnen zijn van de boomnaam 'linde'. Wellicht zou hier verband gezocht kunnen worden met het oude café "De Vier Linden" in Leende.

"Leende" verklaren was een onzekere zaak, maar voor Geldrop een passende verklaring te vinden is nog veel moeilijker. Hieronder zullen we trachten vier mogelijke verklaringen te geven.

G e l d r o p. 1. De meest aanvaarde verklaring legt een verband met de plaatsnaam Geldrop en het hertogdom Gelre. Toch betwijfelen we of deze verklaring wel zo vanzelfsprekend is. In het Etymologisch woordenboek van dr. J. de Vries staat te lezen dat de plaatsnaam Geldrop in 1031 Ghellendorp luidde. Dit is onmogelijk te rijmen met het hertogdom Gelre, daar omstreeks 1020 de dynastie van de graven van Gelre en Kleef zich in het stadje Gelre (nu Geldern in Duitsland) vestigde en hun naam aan het graafschap gaven. Omstreeks diezelfde tijd kregen de graven van Zutphen een gedeelte van de oude gouw Hamaland in bezit. Uit de vereniging van deze beide graafschappen ontstond Gelre, maar dan tellen we al het jaar 1145 terwijl in 1031 Ghellendorp reeds voorkwam.
2. Een andere verklaring is die, waarbij men Geldrop in verband brengt met de kleur geel, waarbij dan gewezen wordt op de zandgrond, die niet zo geel is en bovendien in Geldrop niet kenmerkend verschilt met de grond van de omliggende dorpen. En ook zullen de eerste bewoners van Geldrop zich wel gevestigd hebben aan de oever van de Kleine Dommel, waar beekklei voorkomt.
3. Een derde verklaring veronderstelt dat de naam Geldrop is afgeleid van een persoonsnaam b.v. Gildo, Giltbert of Gelderad e.d. Deze verklaring is een veronderstelling, daar ons geen persoonsnaam bekend is waarvan Geldrop afgeleid zou kunnen zijn.
4. Een laatste verklaring voor Geldrop is een reconstructie van onze hand, waarbij we graag opmerken dat niet helemaal te bewijzen is. Hierbij gaan we uit van de belangrijke prehistorische vondsten die enkele jaren geleden in Geldrop zijn gedaan. Daaruit blijkt, dat Geldrop tot de oudste bewoonde plaatsen van ons land behoort, wat wil zeggen, dat de plaats reeds vroeg in de historie door een naam aangeduid zal zijn. Wij menen een verklaring te vinden in het feit, dat het gebied tussen Somme en Rijn bekend was onder de naam Noord-Gallië. De bewoners waren de Eburonen. Samen met andere stammen had men reeds een begrip van volkseenheid, waaruit wellicht geconcludeerd mag worden, dat zij zich Galliërs noemden en voelden. Derhalve zou de woonplaats door hen Gallisch dorp genoemd kunnen zijn. Ook is het mogelijk dat de Romeinen, die de Eburonen verdreven, de nederzetting Gallisch dorp hebben genoemd. Gaan we hier van uit, dan is het niet moeilijk via de eerder genoemde gramaticale verschijnselen tot Geldrop te komen. De letter a wordt onder invloed van de daarop volgende letter i tot een ë. Met andere woorden Gallischdorp werd tot Gelschdorp, of Gellendorp of Geldorp. Het eveneens hiervoor genoemde verschijnsel in de grammatica; metathesis veranderde dorp in drop.

Als we het Geldrop-nummer van de "Heemkronyk" er op naslaan en het artikel "De heren van Geldrop" van de heer J. Aerts lezen, dan menen we te mogen op merken, dat de verklaring van het toponiem Geldrop wel degelijk moeilijkheden oplevert, Het zou ons zeer welkom zijn als we samen een verklaring voor het toponiem Geldrop zou den kunnen vinden. Wie helpt ermee?

Naschrift

Wat LEENDE betreft willen we hier opmerken, dat de oudst bekende schrijfwijze ook LEENDE is. Zie hiervoor de oorkonde van Reinier van Hese van 1253. Een fotokopie hiervan vindt U in "Heeze, een heerlijkheid in Brabant".
En over GELDROP dit: men kan het natuurlijk ook moeilijk zien. Maar waarom zouden we dat doen als er een voor de hand liggende verklaring is; zo goed bijna als voor ZESGEHUCHETEN. Het staat helemaal niet vast, dat met het "Ghellendorp“ van dr. De Vries Geldrop bedoeld wordt. Men moet eerst maar eens aannemelijk maken dat dit met Geldrop te maken heeft, alvorens het in verband te brengen met het onderhavige toponiem. De oudst bekende schrijfwijze is GELDORP (1371) en de eerste heer die we kennen is Jan, heer van Geldorp. Zolang er geen nieuwe aanwijzingen komen, blijven wij pal staan voor Gelders dorp.
Red.

 

Ga terug