Het nieuwjaarszingen in Leende.

Heemkronijk jaar:1966, jaargang:5, nummer:5,  blz.64

HET NIEUWJAARZINGEN IN LEENDE

door:J.Aerts

Naar aanleiding van de bijdrage over het Nieuwjaarzingen in de laatste aflevering van de Heemkronyk, ontvingen wij een aantal mondelinge reakties van Leendenaren over dit gebruik in hun dorp, die wij hieronder graag samenvatten.

Het verbod van de dorpsbestuurders betreffende het Nieuwjaarzingen van 19 december 1761, blijkt in Leende niet veel succes te hebben gehad. Tot omstreeks 1940 is het Nieuwjaarzingen in Leende nog in gebruik gebleven. Het zingen begon ‘s morgens al vroeg met het individueel langs de huizen gaan. Later in de morgen verenigde zich de Nieuwjaarzingers in groepen. Als zo'n groep door een buurtschap trok, kwamen de bewoners al met hun gaven naar buiten. De heer J.R. van der Zanden kon ons nog de tekst van het Leender Nieuwjaarslied bezorgen:

Vrouwke wil me 'n Nieuwjaar geven                 

Ge zult verdienen ‘t eeuwig leven        

't Eeuwig leven is beter gewonnen      

Voor een gulden draad gesponnen      

Kijk 'ns in uw korfke      

Daar liggen drie appelkes in

 Den een geef mij

 Den ander houde gij

 Den ander geef vrouwke bovenal

Geef wat, houdt wat  

’t Ander jaar weer wat 

Kregen de zangertjes echter niets, dan werd er honend gezongen:

Hagel en gruis

Hier zit 'n gierigen duivel in huis.

Met een zak om hun hals trokken de Nieuwjaarzangertjes door het dorp, wat er wel op wijst, dat ze meestal goed bedacht werden. Tegen het einde van de rondgang schoolde men samen in de kom van het dorp om te zingen bij de pastoor, juffrouw Kemps en bakker Van Engelen, die de zangertjes dan bijzonder gul beloonden.

Overigens had dit Nieuwjaarzingen nog altijd een kwade kant. Het ligt voor de hand, dat niemand graag de verwensing van de kinderen voor zijn deur hoorde zingen. Voor de arme bewoners van Leende was dit een probleem, want zij konden beslist niets missen omdat ze het zelf al niet breed hadden. Deze ouders stuurden nu hun eigen kinderen al zeer vroeg op pad, om met hetgeen zij ophaalden straks de andere Nieuwjaarzangertjes te kunnen trakteren.

Een wantoestand, die de Regenten van Heeze, Leende en Zesgehuchten in 1761, toen zij het Nieuwjaarzingen verboden, voor ogen zullen hebben gehad.

Niettemin had hun verbod minder sukses dan de laatste wereldoorlog, die aan het gebruik grondig een einde heeft gemaakt.

Ga terug