Kunstklompen in Heeze

Heemkronijk jaar:2018, jaargang:57, nummer:2, pag:10 -13

Kunstklompen in Heeze

door: Henk van Asten*

“Je vindt niet wat je zoekt en je vindt wél wat je niet zoekt,” althans zo gaat dat vaak. Ik was een tijd geleden bij het Regionaal Historisch Centrum in Eindhoven om er notariële aktes te bekijken uit het jaar 1915 voor mijn inmiddels verschenen boek over de historie van Van Engelen & Evers. Toen kwam ik de akte van oprichting tegen van de N.V. Eerste Kunstklompenfabriek. Deze onderneming was gevestigd te Eindhoven.

De vier oprichters in mei 1915 waren de volgende vooraanstaande personen: Petrus Martinus van de Vorst, fabrikant te Eindhoven; Jacobus W.A. (Jac.) van Gils (1865-1919), architect te Rotterdam; Johannes (Jan) Deelen (1866-1938), fabrikant te Heeze, in 1899 medeoprichter van ‘De Vereulithe’ te Heeze, een bedrijf dat als doel had de fabricage van en handel in kunststeen, gemaakt van gemalen marmer; Vincentius A.M. van den Heuvel (1854-1920), lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, wonende te Geldrop. Het doel van de onderneming was het fabriceren van en de handel in kunstklompen. Dat waren dus klompen die niet werden gemaakt van hout, maar van een andere kunstmatige stof. Denk hierbij aan zijde en kunstzijde (rayon), of aan kunststof (plastic). Dus met artistieke kunst heeft het niets te maken.

Het maatschappelijk kapitaal bedroeg f 150.000,-, verdeeld over 125 preferente aandelen à f 200,- nominaal en 125 gewone aandelen van f 1.000,- nominaal. Ter vergelijking: toen de firma Van Engelen en Evers vijftien jaar na haar oprichting in hetzelfde jaar 1915 werd omgezet in een N.V., was het maatschappelijk kapitaal van deze stoombandfabriek f 300.000,- groot en werden er 75 aandelen à f 1.000,- geplaatst en volgestort. Bij de oprichting van de kunstklompenfabriek waren dat er 13 gewone en 125 preferente aandelen, samen voor een totaalbedrag van f 38.000,-. De oprichters hadden dus geen klein fabriekje voor ogen, maar hadden grootse plannen.

Voor de gewone aandelen werd naar alle waarschijnlijkheid f 13.000,- in contanten aan de N.V. betaald. Dat was dan het werkkapitaal. Ter volstorting van de preferente aandelen werd door allen tezamen het volgende ingebracht: de inventaris van een kunstklompenfabriek, heden door de heren Van de Vorst en Deelen in Heeze gedreven, bestaande uit machines, vormen, modellen, grondstoffen, gefabriceerde klompen, enz. Die fabriek bestond dus al in mei 1915, maar het was vóór die tijd nog geen N.V., en de fabricage zal voorlopig nog plaats gevonden hebben in een tijdelijk gehuurde of ter beschikking gestelde ruimte in Heeze.

Van de Vorst bracht bovendien in het op 1 oktober 1913 door hem aangevraagde (en eventueel aan hem te verlenen) octrooi op de verbeterde werkwijze ter vervaardiging van klompen, schoeisel, en dergelijke uit stampmassa. Hij was dus al vóór 1913 bezig met een nieuw procedé voor de fabricage van klompen. Hierbij werd geen hout als materiaal gebruikt, maar een zogenoemde stampmassa. Waar deze uit bestond of waar die van werd gemaakt, laat ik nog even aan uw fantasie over. In ieder geval werd een ‘stampmassa’ in een vorm gedaan, waarin de klompen werden geperst. Op deze wijze zou de productie van klompen aanmerkelijk kunnen worden versneld en hoefde de klompenmaker het hout van een boomstam niet meer uit te heulen en bij te snijden tot er een klomp ontstond. De vinding van Van de Vorst was dus nogal baanbrekend en veelbelovend.

Jan Deelen werd directeur van de kunstklompenfabriek en de overige drie oprichters namen de functie van commissaris op zich. Zij behartigden de belangen van de aandeelhouders, in dit geval dus van henzelf.[1] Kort daarna moest de oprichtingsakte nog worden gewijzigd omdat er anders voor de oprichting van de N.V. geen Koninklijke Bewilliging (toestemming) kon worden verkregen.[2]

Jan Deelen was dus aangesteld als directeur van de N.V. Eerste Kunstklompenfabriek, die nog steeds officieel gevestigd was te Eindhoven. Hij kocht op 1 oktober 1916, op naam van het bedrijf voor f 1.300,- een perceel bouwland van 2.510 m2 in Heeze, gelegen in de Elsenbeemden, dat kadastraal geregistreerd stond als nr. 1677 in Sectie C.[3]. De verkoper was Johannes H.F. (Jo) Deckers (1888-1951), een zoon van het in Heeze bekende schoolhoofd Jan Deckers (1852-1929). Jo Deckers was toen adspirant Rijkslandbouwleraar en woonde in Breda. De grond lag tegenover de molen aan de Leenderweg, tussen de gebouwen van de Boerenbond en het huis van Jo Deckers (waar later molenaar Petrus Trouwen woonde). Na de koop werd er een fabriek neergezet. Volgens het Gemeenteverslag over 1918 werkten er in dat jaar acht mannen en stond er een stoomketel van 15 pk opgesteld.

De situatie in 1913 op een veldwerkkaart C54 van het kadaster uit hun dienstjaar 1914.Rechtsonder ligt het perceel C1677, waarop later de kunstklompenfabriek komt te staan. Op C1736 staat het pakhuis van de Boerenbond, op C1735 een spoorhuisje, en rechts daarboven zien we het station met perron en wachtkamer.De fabriek links was de strohulzenfabriek van Caron. Verder zien we dat de weg vroeger nogal smal was en in een boog lag en dat de weg daarna was rechtgetrokken. (Bron: Werkgroep 2000). 

Een deel vanveldwerkkaart C76 uit het dienstjaar 1918 met op perceel C1677 de kunstklompenfabriek. Rechtsboven staat dan ook “,Stichting Klompenfabr., enz”. (Bron: Werkgroep 2000).  

Een ander deel van veldwerkkaart C76 uit het dienstjaar 1918 met een overzicht van de situatie.Rechts staat dus de kunstklompenfabriek op C1677 en links de zuivelfabriek. De weg die schuin omhoog loopt, is uiteraard de Leenderweg. Een deel van het oude bochtige traject is ook nog te zien. (Bron: Werkgroep 2000).

De kunstklompen werden waarschijnlijk vervaardigd van turf. Turfvezel vermengd met hars of lijm levert een kneedbare massa op. Als men deze massa in een vorm of mal samen perst, ontstaat er een klomp. Het product sloeg echter niet aan. Misschien waren ze niet helemaal waterdicht of sleten ze te snel. Vorig jaar vertelde Hub Evers (1928-) me dat de kunstklompen in Heeze geen goede naam hadden. Iemand klaagde over zijn klompen, en toen zei de ander: ,,Ge het zikker klompe van Jan Deelen” (Je hebt zeker klompen van Jan Deelen).

In de zomer van 1918 kwam er al een einde aan de productie van kunstklompen. In het Eindhovensch Dagblad van 3 augustus van dat jaar verscheen het volgende artikel:

Heeze. Leest men bijna dagelijks, en van alle plaatsen, van werkeloosheid, hier behoeft daarvoor geen vrees te bestaan, want twee nieuwe werkplaatsen zullen hier binnenkort worden geopend, waar weer tal van handen volop werk zullen vinden.

Op de eerste plaats komt er een nieuwe groote groentendrogerij, waarvoor de grond reeds is aangekocht op Ginderover.

Ten tweede eene weverij van een nieuw artikel, grondstof turfvlokken, dus eene grondstof, die niet uit het buitenland behoeft betrokken te worden en waaraan voorlopig, gezien onze groote Peel, wel geen gebrek zal zijn. Deze zaak wordt gevestigd in den bouw van de eerste Nederl. Kunstklompenfabriek. Wij wenschen den uitvinder van dit fabricaat alle succes en hopen dat het voor het welzijn der gemeente eene grootere vlucht mag nemen dan het kunstklompenfabrikaat, immers dit was een dood kindje met een lam handje.[4]

Van de groentendrogerij, een voorloper van een conservenfabriek, werd al gauw niets meer vernomen. Overigens zouden de rantsoenering en distributie van levensmiddelen ook gauw voorbij zijn, want de Eerste Wereldoorlog liep op zijn einde. De weverij die turfvlokken zou verwerken, kwam evenmin goed van de grond. In het volgende krantenartikeltje van 11 oktober 1918 werd deze helemaal niet genoemd, en leek het alsof de kunstklompenfabriek nog bestond.

Bij het lossen eener kar turfstrooisel aan de fabriek der N.V. Eerste Kunstklompen-fabriek, alhier, deed zich het ongeluk voor, dat de kar in de sloot terecht kwam, en daarbij omkantelde. Paard en aanwezigen kwamen met de schrik vrij.[5]

De N.V. Eerste Kunstklompenfabriek gevestigd te Heeze werd ontbonden en ging in liquidatie. Men had hiermee blijkbaar helemaal geen haast, want de drie personen die deze taak moesten uitvoeren, werden pas benoemd tijdens een algemene vergadering van aandeelhouders, die op 24 oktober 1921 te Eindhoven werd gehouden. Deze ‘liquidateuren’ waren: 1) Johannes Antonius Bervoets, koopman te Baarn; 2) de (voormalige) directeur Jan Deelen, koopman te Heeze; 3) Antonius Thomas Johannes Mertens, notaris te Geldrop. Deze drie namen ook ruim de tijd. Ze verkochten pas ongeveer vier jaar later de onroerende goederen te Heeze Sectie C1677, klompenfabriek en bouwland, groot 25 are en 10 centiaren (2.510 m2) op 10 november 1925 voor een bedrag van f 5.000,-. De koper was Johannes Michaël (Giel) van Santvoort (1891-), koopman te Heeze. Hij woonde in wat tegenwoordig de Oude Stationsstraat heet, op wat nu nummer 15 is. Het bedrag was door de verkopers ontvangen en ze hadden daarvoor een kwitantie afgegeven.[6]

Na de kunstklompenfabriek kwam in het pand sigarenfabriek Meco. Na een inbraak in maart 1927 werden hier enkele sigaren vermist. Het adres was D123. In de jaren dertig maakte Wim Collard (1902-1990) er sigaren.[7]

In 1928 werd het perceel C1677 gesplitst in de percelen C1932 en C1933 en stond de fabriek voortaan op het perceel C1932, dat ná Van Santvoort in 1942 in het bezit kwam van de N.V. Handelsmij. Het Zuiden. Dat was een voortzetting van de Boerenbond (N.C.B.), die door de Duitsers was verboden omdat dit een standsorganisatie was.[8]. Later kwamen er twee huizen te staan, zoals te zien is op de luchtfoto uit 1944.

Veldwerkkaart C137 uit het dienstjaar 1929. De pijl wijst naar het noorden. Het fabrieksgebouw staat nu op perceel C1932. (Bron: VW_VWHZE00_C00098_000207EH; Werkgroep 2000).

Op de Leenderweg 9 woonde in de jaren vijftig de familie A. van der Rijt-van Gerwen. Vanaf 1964 stond het perceel op naam van de C.A.V. Heeze-Sterksel.[9]. Nu maakt het deel uit van een grote parkeerplaats.

Sterk uitvergroot detail van een luchtfoto van 1944. Hierop is het volgende te zien: 1 = molen; 2 = huis waarin molenaar Petrus Trouwen woonde; 3 = twee huizen, hier stond de kunstklompenfabriek; 4 = gebouwen van de Boerenbond; 5 = spoorlijn, links van de bovenste ,5 staat de VIF fabriek. De Leenderweg loopt van linksonder naar rechtsboven. (Bron: Collectie Jan van Dooren)

 

* Met dank aan leden van de Werkgroep 2000 voor hun welwillende medewerking.

[1] Akte nr. 83 d.d. 25-5-1915 van notaris A.Th.J. Mertens.
[2] Akte nr. 123 d.d. 20-7-1915 van notaris A.Th.J. Mertens.
[3] Akte nr. 233 d.d. 1-10-1916 van notaris A.Th.J. Mertens; P.F. van den Heuvel, Jan Deckers (Heeze 2006), 235.
[4] Eindhovensch Dagblad van 3-8-1918.
[5] Eindhovensch Dagblad van 11-10-1918.
[6] Notariële akte d.d. 10-11-1925, door het kadaster ingeschreven op 26-11 onder nr. 843-53 in dagregister deel 105, nr. 825.
[7] Meijerijsche Courant van 10-3-1927; Henk van Asten, Ondernemend Heeze (1900-1963) deel 2 (Heeze 2015; 2e druk), 21.
[8] Harrie Berkers, De cirkel doorbroken, 100 jaar Boerenbond Heeze (Heeze 1997).
[9] Gegevens van de Werkgroep 2000 en lijst van inwoners (collectie C.S. Smit). 

 

Ga terug