kasteel van horn en zijn bewoners

Heemkronijk jaar:1964, jaargang:3, nummer:3,  blz.45 -48

HET KASTEEL VAN HORN EN ZIJN HEREN.
(n.a.v. de jongste excursie)

door: C.J.A..v.Helvoort
 

De oorsprong van het adellijk geslacht Horn en van het Limburgse kasteel Horn, aan welk kasteel het geslacht der Hornes wellicht hun naam ontlenen liggen als de meeste van deze geslachten nog in het duister. Verschillende geschiedschrijvers willen met het geslacht Horn teruggaan tot de twaalfde of dertiende eeuw, maar Wolters in zijn "Notices Historiques" is van mening dat reeds een Paul als graaf van Horn in 958 heeft geleefd en dat het kasteel van Horn al heel vroeg de plaats heeft ingenomen waar vroeger een romeins castellum moet hebben gestaan. De schrijver Hofman wil ook al heel vroeg de Hornes ten tonele voeren maar hij haalt ze dan uit het graafschap Loon, omdat de graven van Loon aan hun titels hadden toegevoegd heer van Horn, Steinvort enz.
Door Karel de Grote, die in de negende eeuw de grote reorganisatie van Frankrijk tot stand bracht zou aan een verdienstelijk legeraanvoerder Horn en Loon in leen zijn gegeven en toen in de tiende eeuw het ambt van graaf erfelijk werd, gingen deze gebieden aan de graaf over. Zo vinden we een Conrad van Horn onder de edelen die in 1088 te Luik het vredesgerecht vestigden. Deze Conrad, heer van Horn was getrouwd net Mathilde van Gulik en had als erfdochter Ermengarde, die met Emmon graaf van Loon huwde en in 1047 leefde. Een zoon noemde zich in 1084 graaf van Loon, heer van Horn. Goethals de genealoog van het geslacht der van Hornes verwerpt de stelling dat de heren van Horn zouden stammen uit het geslacht van Loon, maar dat zij zijn gesproten in de twaalfde eeuw uit de hertogen van Lotharingen. In 1103 zien we Horn dan ook als zelfstandig gebied van Dirk van Horn dat later overgaat aan het Huis van Horn Altena. Een akte van 1243 houdt in dat Willem heer van Horn en Altena van de graaf van Loon in leen heeft alle recht en seculiere macht en alle justitie over de dorpen Horn, Beegden en nog 20 andere plaatsen. Het is alles nogal verwaterd en een vaststaande lijn in de historie der van Hornes kunnen we feitelijk eerst beginnen met Willem I in l2l9. Het goed is dan nog geen graafschap, als zodanig wordt het eerst in 1450 verheven. Als eerste graaf van het heilige Roomse rijk vinden we dan Jacob. I, heer van Horn die 2 mei 1488 als Franciscaan der Hinderbroeders te Weert is gestorven. Zijn bezittingen gaan over op Jacob II en vervolgens op Jacob III, die 7 aug. 1531 sneuvelt en die dan wordt opgevolgd door diens broeder Jan.

Jan I sterft als heer van Horn in 1540 en met hem is de mannelijke linie uitgestorven. Zijn vrouw was Anna van Egmond van Buren, weduwe van Joseph de Montmorency. Een geadopteerd kind van deze vrouw wordt opvolger en zo hebben we dan als heer van Horne de in onze vaderlandse geschiedenis bekende Philip de Montmorency, die met Lamoraal van Egmond op 5 Juni l568 te Brussel werden onthoofd omdat zij met prins Willem van Oranje het driemanschap hadden gevormd dat Nederland los wilde maken van Spanje. Philip stierf kinderloos.

Er ontstond een langdurende erfeniskwestie die eindigde met de weder samenvoeging van Horn bij het graafschap Loon. Leenheer word toen de graaf van Loon, die tevens prins bisschop was van Luik. Aan deze verhouding maakt eerst de Franse revolutie een einde. Op 12 April 1798 werd Horn als domeingoed publiek verkocht aan Marcel Gerard Magnée, die sinds 1787 rentneester was van gravin Celissine en de graaf van Horn. Het in verval geraakte kasteel werd hersteld en is door dit geslacht steeds bewoond. Voor de hoofdingang aan de kasteelweg staat een gedenksteen ter dankbare herinnering aan heer Robert Magnée de Horne 27 juni 1935. Naast de kerk ligt zijn graf. Hun zoon was burgemeester van Maasbree en werd in de laatste wereldoorlog door de Duitsers weggevoerd.
Het machtige kasteel Horn ligt in de winterbedding van de Maas op een burchtheuvel. Het is een ronde burcht, een uitloper van de walburchten zoals deze in de na Karolische tijd hier nog toepassing heeft gevonden. We moeten deze sterkte terugbrengen tot de dertiende eeuw maar de hoge woonvleugen links van de uit de 15e of 16e eeuw dagtekende ingangspartij, is niet ouder dan de 14e of 15e eeuw. De hoge ringmuur en de uitgebouwde ronde toren die aan het ovaal binnenplein zijn gesloten hebben een 14 of 15e eeuws karakter.
De ringmuur draagt nog de weergang, die rust op de tegen de tegen de schildmuur opgetrokken gemetselde pijlers, onderling verbonden door bogen. De oorspronkelijke geslotenheid is onderbroken doordat de schildmuur met schietgat onder enkele bogen is uitgebroken waardoor men de indruk van een Loggia krijgt. Maar het geheel heeft toch nog wel het karakter van een gesloten middeleeuwse burcht behouden.
De woonvleugel vormt een rechte hoek met de ingangsvleugel en rechts hiervan staat een ronde toren van mergel. De ringmuur omsluit een groot binnenhof en verbind woonvleugel en toren. In het midden van het half cirkelvormig beloop van de ringmuur is de ronde toren gebouwd. Na de brand van 1948 heeft men het geheel in oude trant gerestaureerd en de grote ridderzaal ook in haar vroegere luister hersteld.

Ga terug